15 Groenboek gezinshereniging

Aan de orde is de behandeling van:

  • - het verslag van een algemeen overleg over het groenboek gezinshereniging (30573, nr. 98).

De beraadslaging wordt geopend.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik heb twee moties. Allereerst één over betrouwbare cijfers ten aanzien van hoeveel mensen eigenlijk onder de aanpassingen vallen die dit kabinet wil doorvoeren op het gebied van gezinsmigratie. Om hoeveel mensen gaat het eigenlijk, waarvoor wij deze operatie optuigen?

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering, in kaart te brengen of schattingen te maken van het aantal huwelijks- en gezinsmigranten per jaar dat 1. niet woonachtig is in een land buiten de Europese Unie, 2. jonger is dan 24 jaar en 3. minder verdient dan 120% van het wettelijk minimumloon,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Dibi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 22 (32175).

De heer Dibi (GroenLinks):

De volgende belangrijke motie betreft een opvallende gebeurtenis deze week, toen CDA-partijvoorzitter Ruth Peetoom aangaf dat het CDA strenge immigratiemaatregelen niet zal slikken. De PVV kan nog zoveel willen, maar er is een uiterste grens bereikt. Helaas, zoals wel vaker het geval is, is er iemand met de zweep overheen gegaan, en zijn die woorden ingetrokken. Om die reden zou ik graag een Kameruitspraak willen over deze kwestie. Ik doel niet op deze interne CDA-kwestie, maar op de vraag of Nederland het überhaupt wel wil om zich binnen Europa nog verder te isoleren, door nog strengere immigratie voor te stellen, terwijl de huidige voorstellen al redelijk vergaand zijn en misschien wel onhaalbaar zijn.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat met de huidige afspraken in het regeerakkoord op het gebied van immigratie al de uiterste grenzen zijn bereikt;

verzoekt de regering, de voorgenomen immigratieregels niet verder aan te scherpen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Dibi en Schouw. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 23 (32175).

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Ik zou bijna zeggen: het is genoeg geweest. Een jaar lang hebben we een gênante vertoning moeten aanzien hoe het kabinet langs Europese hoofdsteden leurde met een onmogelijk verhaal. Het leurde met Nederland onwaardige voorstellen om het migratiebeleid nog strenger te maken en daarmee het gezinsleven van mensen op te breken, voorstellen die niet passen bij een gezinspartij van – noem eens iemand – mevrouw Peetoom, voorstellen waar Europa niet op zit te wachten. We hebben de minister hiervoor gewaarschuwd, maar hij heeft helaas onze waarschuwingen in de wind geslagen en daarmee een zeperd gehaald. Het is niet erg dat deze minister een zeperd haalt, maar de woorden die de heer Wilders uitsprak, zijn dat wel. Hij zei op 26 november: de PVV gaat natuurlijk geen extra bezuinigingen slikken als het groenboek van de Zweedse eurohippie Malmström slecht blijft en de PVV de immigratiemaatregelen uit het gedoogakkoord niet uitgevoerd zou zien worden. We weten inmiddels dat mevrouw Malmström de eisen van Nederland niet zal opnemen in het groenboek. We weten ook dat de PVV-fractie dan weer een nieuw konijn uit de hoed tovert: de opt-outregeling. Omdat het belangrijk is dat we op dat punt absoluut helderheid krijgen in het parlement, dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

roept de regering op, in Europa geen uitzonderingspositie in de vorm van een opt out op asiel- en migratiebeleid te bedingen, maar zich onverminderd sterk te maken voor het realiseren van een gemeenschappelijk Europees asielbeleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Schouw. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 24 (32175).

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Leers:

Voorzitter. Ik dank de leden voor hun inbreng en hun moties. Ik ga direct in op de moties.

In de motie-Dibi op stuk nr. 22 wordt de regering verzocht, in kaart te brengen of schattingen te maken zijn van het aantal huwelijks- en gezinsmigranten dat in verband staat met de voorgestelde maatregelen. Ik herinner eraan dat we tijdens diverse besprekingen in de Kamer ook gesproken hebben over de effecten. Ik heb telkens gezegd dat alle maatregelen bij elkaar beogen, een substantieel effect te hebben. Zo is het ook in het regeerakkoord opgenomen. Ik heb bij de behandeling van de begroting in grote lijnen aangegeven op welke categorieën de maatregelen betrekking hebben. Ik heb die som gemaakt. De heer Dibi moet het daar ook mee doen. Wat mij betreft is niet in alle gevallen aan te geven welke individuele maatregel welk individueel effect zal hebben. Het is een gezamenlijk effect van de maatregelen op zowel de instroom als de beoogde ombuiging. Het gaat immers niet alleen om de beperking van de instroom maar ook om een ombuiging in een andere richting. Waar ik mogelijkheden heb om de effecten te laten zien, verwijs ik de heer Dibi naar de ketenrapportage die de Kamer ontvangt. Daarin zijn de effecten van de maatregelen zichtbaar. Ik ontraad daarom deze motie.

Ik kom op de motie-Dibi/Schouw op stuk nr. 23. Ik heb de Kamer gisteren een brief gestuurd. Daarin heb ik aangegeven dat er op dit moment besprekingen in het Catshuis worden gehouden; dat is de Kamer uiteraard bekend. Ik wil de uitkomst van die besprekingen afwachten. Ik ga daar niet op vooruitlopen. Ik laat deze motie dus voor wat zij is.

De heer Dibi (GroenLinks):

Is de minister bang voor de PVV? De minister isoleert zich al in Europa. Nederland is zijn open en internationale karakter aan het verkwanselen. We weten dat de VVD bang is voor de SGP en hierdoor principes aan het verkwanselen is. Is de minister bang voor de PVV? Is dat de reden waarom hij niet eens een normaal antwoord kan geven op de vraag of er wel of geen strengere immigratiemaatregelen komen?

Minister Leers:

Er lopen op dit moment onderhandelingen. Ik zit daar niet bij. Het heeft weinig zin om te speculeren over de uitkomst van die onderhandelingen. Ik ga dat ook niet doen. De vraag van de heer Dibi is totaal voorbarig. Ik kan hem verzekeren dat ik niet bang ben.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik zie nog net geen knikkende knieën. De minister is bezig met een immigratiemissie in Europa op basis van het huidige regeer- en gedoogakkoord. Dat is misschien wel een kansloze missie, die ons isoleert in Europa en volgens mij ook slecht is voor onze economie. Nu ontstaat er een discussie of er bovenop die maatregelen, die misschien niet eens haalbaar zijn, nog strengere maatregelen moeten komen op het gebied van het recht op gezinsleven. Op dat punt is de minister niet eens in staat om te zeggen: nee, daar teken ik niet voor als verantwoordelijk minister. Waarom durft de minister niet te zeggen dat hij hier een grens trekt? Is hij bang dat de heer Wilders dan het kabinet opblaast?

Minister Leers:

Met alle respect, ik probeer naar eer en geweten en met alles wat ik in mij heb een zorgvuldig beleid te voeren. De heer Dibi zegt: je moet nu al een stap verder durven gaan door hier een grens te trekken. Ik weet niet eens waar die grens is!

De heer Dibi (GroenLinks):

Dat is precies het probleem!

De voorzitter:

Mijnheer Dibi, u had niet het woord. De minister is aan het woord.

Minister Leers:

Er zijn onderhandelingen en gesprekken gaande. Daarover doe ik geen enkele mededeling en daarop ga ik niet vooruitlopen.

Ik kom op de motie-Schouw op stuk nr. 24. De heer Schouw heeft woorden gebezigd als "het is genoeg geweest" en "de minister loopt een zeperd". Ik moet zeggen, met alle respect voor de heer Schouw, want ik heb hem zeer hoog, dat hij conclusies trekt die niet te trekken zijn. Ik denk dat de heer Schouw mij niet met papier in de hand kan zeggen wat de conclusies zijn, want Eurocommissaris Malmström is zelf nog bezig om een en ander te analyseren. De heer Schouw trekt een voorbarige conclusie. Hij wil mij ertoe verleiden om de handdoek in de ring te gooien voor de aanpassing van de Europese richtlijn. Ik zie daar helemaal geen aanleiding toe. Ik ben nog bezig met plan A en de heer Schouw wil mij al verleiden tot een uitspraak over plan B. Dat lijkt mij niet aan de orde. Wij staan achter het Europees asielbeleid. Daar zet ik mij helemaal voor in. Ik zou niet weten wat de motie van de heer Schouw daaraan toevoegt.

De heer Schouw (D66):

De minister steekt een beetje zijn kop in het zand. Als een dezer dagen blijkt dat een meerderheid van de Europese landen het groenboek niet wil wijzigen, is dat niet anders dan een streep door de rekening van minister Leers, die de wijzigingen in het groenboek wilde doorvoeren. De minister kan dan wel zeggen "we zijn er nog niet", "er komt nog een vergadering" en "we gaan er nog over praten", maar hij weet toch net zo goed als iedereen hier in de zaal, dat het niet gebeurt als de meerderheid van de landen het niet wil?

Minister Leers:

U trekt die conclusie al. Ik daag u uit: durf eens iets dieper te kijken; kijk eens naar de inhoud. Ik zeg u dat zeer veel lidstaten de problemen die door Nederland gesignaleerd zijn op het gebied van integratie en misbruik van de richtlijn, zeer breed dragen. Wij verwachten dat er wel iets gaat gebeuren met die feiten. U bent bezig met het digitale spelletje "doet 'ie het of doe 'ie het niet". Ik zeg u: daar bent u veel te vroeg mee. Ik daag u uit om naar de inhoud te kijken. Ik heb mij ingezet voor de inhoud en daar ben ik mee bezig. Ik verwacht dat met die inhoud iets wordt gedaan.

De heer Schouw (D66):

Ik verwacht dat een dezer dagen duidelijk wordt dat de meerderheid van de Europese landen zegt: wij gaan niet mee met het spel van de Nederlandse regering. Dan is het spel over! Met deze motie wil ik voorkomen dat Nederland aan een nieuw zinloos spel begint door te zeggen "het is niet gelukt met het groenboek, laten wij nu maar met een opt-outregeling gaan leuren", met alle schadelijke gevolgen voor het imago van Nederland van dien. Ik wil het hier en nu afgeregeld hebben. Kan de minister net zo duidelijk zijn als in een algemeen overleg dat wij in januari voerden? Toen zei hij: zo'n opt-outregeling is louter theoretisch en praktisch eigenlijk niet te regelen.

Minister Leers:

Ik heb een- en andermaal gezegd dat een opt-out in theorie mogelijk is. Ik ga echter niet speculeren over de inzet van een opt-out. Ik ben bezig met m'n plan en daaraan committeer ik mij met hart en ziel. Ik ben ervan overtuigd dat het einde van dat plan nog niet bereikt is. U trekt al conclusies, maar die trek ik niet. Ik ben ervan overtuigd dat de inhoud zal overwinnen en dat duidelijk zal worden dat er iets moet gebeuren. Daar gaat het mij om.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Over de ingediende moties zal aanstaande dinsdag worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven