9 Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid De Lange tot lid in plaats van het lid Dikkers.

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik in de contactgroep Duitsland het lid Van der Werf tot lid.

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over bezuinigingen op wetenschap van de lijst af te voeren.

Op verzoek van het lid Jadnanansing stel ik voor, haar motie op stuk 33000-VIII, nr. 82 opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • - het VAO alcoholbeleid, met als eerste spreker het lid Bouwmeester;

  • - het VAO woningcorporaties en staatssteunregelingen, met als eerste spreker het lid Lucassen;

  • - het VAO vervanging F16, met als eerste spreker het lid El Fassed;

  • - het VAO AWACS, met als eerste spreker het lid Jansen;

  • - het VAO ronselen van meisjes in jeugdzorginstellingen door loverboys, met als eerste spreker het lid Van der Burg.

Ik stel voor dat deze VAO's na het reces op de agenda komen, tenzij de leden met argumenten komen waarom het voor die tijd moet.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Cohen.

De heer Cohen (PvdA):

Voorzitter. Dit weekend werd bericht dat de beloningen van bestuurders en directeuren het afgelopen jaar met 34% zijn gestegen. Tegelijkertijd werd het voorstel gedaan om gewone werknemers op de nullijn te laten zitten. We weten bovendien dat een ongekend groot aantal mensen, namelijk anderhalf miljoen, door onduidelijk kabinetsbeleid zonder nieuwe cao komt te werken. Ook zien we dat de nieuwe minima uit de middeninkomens komen. Dat betekent dat de crisis en het kabinetsbeleid een steeds groter effect krijgen op onze samenleving. Daarom vraag ik een debat over dit onderwerp aan met de minister-president om te horen wat het kabinet hieraan wil gaan doen.

De heer Slob (ChristenUnie):

In de afgelopen tijd zijn er al eerder debatten met de minister-president aangevraagd over de werkgelegenheid en de grote zorg daarover. Ik steun het verzoek van de heer Cohen. Misschien kunnen de onderwerpen bij elkaar worden gevoegd; dat is denk ik prettig voor de agenda. De urgentie is echt heel groot. Daarom steun ik dit verzoek.

De heer Roemer (SP):

Ik steun het verzoek van de heer Cohen en de aanvullingen daarop van de heer Slob.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Wij steunen het verzoek en zouden het debat graag snel houden.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Wij delen het gevoel van urgentie zeer. Het zou de coalitiepartijen sieren als zij het verzoek deze keer wel zouden steunen. Wij steunen het verzoek in ieder geval.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Wij steunen het verzoek en de aanvullende opmerkingen die erover gemaakt zijn.

De voorzitter:

Mijnheer Cohen.

De heer Cohen (PvdA):

Ik vind het buitengewoon teleurstellend dat er niet eens een reactie komt van de coalitiepartijen. Terecht wijst de heer Slob erop dat er de afgelopen tijd al drie voorstellen voor debatten op dit terrein zijn gedaan. Ik vind het buitengewoon teleurstellend dat de coalitiepartijen ons opnieuw niet de gelegenheid bieden om hierover te debatteren.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zie geen andere reacties. Het is niet anders.

De heer Cohen (PvdA):

Voorzitter. Ik vind dit buitengewoon teleurstellend. Dit past ook niet bij het goede gebruik in de Kamer dat een verzoek van een grote minderheid om een debat over zo'n urgent onderwerp gesteund wordt. Nu wordt het gewoon geweigerd. Sterker nog, er komt niet eens een reactie van die andere fracties.

De voorzitter:

Ik zie dat mevrouw Koşer Kaya nog wil reageren, maar ik wil geen tweede ronde beginnen.

De heer Cohen (PvdA):

Voorzitter. In dat geval verzoek ik u, er een dertigledendebat van te maken.

De voorzitter:

Ik zal het op de agenda opnemen.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Mijn eerste verzoek gaat over het debat over het natuurakkoord dat we aanstaande donderdagavond zullen voeren. Afgelopen weekend is gebleken dat zowel de minister van Binnenlandse Zaken als de minister-president met stoffer en blik achter de staatssecretaris van EL&I heeft moeten aanlopen. Ik wil daarom de minister-president heel graag uitnodigen voor dit debat. Ik wil hem daar namelijk een aantal vragen over stellen.

De heer Van Gerven (SP):

De SP-fractie steunt dat verzoek. We willen precies weten wat Rutte allemaal heeft gedaan om brekebeen Bleker overeind te houden.

De voorzitter:

De minister-president en de staatssecretaris.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

Steun voor het verzoek.

De heer Grashoff (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Lodders (VVD):

Geen steun voor het verzoek. Ik denk dat de staatssecretaris heel goed zijn eigen beleid kan verdedigen in deze Kamer.

De heer De Mos (PVV):

Absoluut geen steun. Ik denk dat staatssecretaris Bleker mans genoeg is om het debat zelf te voeren.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt geen meerderheid voor het verzoek. We zullen het stenogram doorgeleiden. Uiteindelijk bepaalt het kabinet zelf welke bewindspersonen aanwezig zijn.

Uw tweede verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik heb begrepen dat de minister-president vandaag heel wat kaartjes en andere aardige dingen heeft gekregen. Ook ik feliciteer hem. Hij heeft ook een verzoek gekregen van de duurzame jongeren om af te reizen naar Rio+20, de grote duurzaamheidsconferentie van de Verenigde Naties. Ik zou van de minister-president willen weten of hij ingaat op dat verzoek. Ik wil graag een brief van hem ontvangen over de duurzaamheidsconferentie. Hij mag alvast uit deze aanvraag halen dat de Partij voor de Dieren graag wil dat hij gaat.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Ook GroenLinks vindt het heel belangrijk dat wij in Rio met een goed duurzaam actieplan vertegenwoordigd zijn. Wij steunen de actie van deze jongeren en het verzoek van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

De premier, die zich groenrechts wilde profileren, zal vast blij zijn met deze vragen. Steun van D66 hiervoor.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Steun van de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Van der Werf (CDA):

Ook het CDA vindt dit een uitstekend verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Ook steun van onze zijde.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Steun namens de ChristenUnie.

De heer Leegte (VVD):

We hebben hier op zich geen enkele behoefte aan, maar we zullen dit zeker niet blokkeren.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan mevrouw Kuiken.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Voorzitter. In november zijn de kaders voor de nationale politie goedgekeurd door middel van een wetsvoorstel. Nu zitten we in de uitvoeringsfase. We zijn inmiddels een paar maanden verder en het rommelt en het kraakt. Cyrille Fijnaut schreef er een artikel over in de NRC, maar ook uit andere hoeken, bijvoorbeeld van de vakbonden, komen nu de eerste geluiden dat de nationale politie in de uitvoering leidt tot meer bureaucratie, dat de leiding niet goed is en dat agenten niet kunnen doen wat ze moeten doen. Daarom wil ik graag een brief van het kabinet en een debat met minister Opstelten hierover.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Ik heb begrip voor de woorden die zojuist zijn uitgesproken, maar we hebben tijdens de laatste procedurevergadering besloten, een AO te houden. Mijn verzoek is om deze kwestie bij het AO over de politie te betrekken. Dat is eerder aan de beurt dan een eventueel dertigledendebat. Steun, maar wel in een AO.

Mevrouw Berndsen (D66):

Gelet op de snelheid lijkt mij een AO ook beter, hoewel ik een debat zou kunnen steunen. Een AO is prima.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik sluit mij aan bij de woorden van mevrouw Hennis. De brief waar mevrouw Kuiken om heeft gevraagd, zou ik dan graag voor het AO ontvangen.

De heer Çörüz (CDA):

Het lijkt mij ook heel goed om dit in een AO te bespreken.

Mevrouw Kooiman (SP):

De SP-fractie steunt het verzoek. De heer Fijnaut schrijft in de NRC over de uitwerkingsplannen van de wet nationale politie. Het lijkt mij logisch dat wij die plannen krijgen toegestuurd voorafgaand aan het debat, of dat nu een AO of een plenair debat is. Zo kunnen wij ons goed voorbereiden.

De voorzitter:

Mevrouw Kuiken, u hebt voldoende steun voor een brief. U vroeg echter om een debat. Ik stel voor dat wij de brief afwachten. Daarna kunt u uw verzoek opnieuw doen.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Dit lijkt mij een uitstekend voorstel. Ik steun ook het pleidooi van mevrouw Kooiman dat wij de uitwerkingsplannen krijgen toegestuurd.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Çelik.

De heer Çelik (PvdA):

Voorzitter. Wij zijn wederom geconfronteerd met berichten in de media over ontslagen in het onderwijs, nu in het basisonderwijs. Ik zou graag een plenair debat willen houden om dit fundamentele probleem eens met elkaar te bespreken. Er wordt gesneden in het primaire proces. Heel veel scholen in het basisonderwijs verkeren in financiële problemen. Ik zou hierover graag met de minister van OCW van gedachten wisselen.

Mevrouw Ferrier (CDA):

Het lijkt mij goed om zo'n debat te voeren. Wij hebben overigens wel zelf gevraagd om inzage in de financiële situatie van naar ik meen 400 basisscholen. Die informatie krijgen wij in het voorjaar. Die uitkomsten zou ik willen afwachten om daarna het debat waar de heer Çelik om vraagt te voeren.

De heer Van der Ham (D66):

Ook D66 steunt de aanvraag van een debat. Op zichzelf vind ik het een interessante gedachte om eerst de uitkomsten af te wachten zodat wij nog meer gewapend met cijfers en feiten het debat kunnen voeren, maar ik steun het debat.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ook GroenLinks steunt het debat. Wat mij betreft hoeven wij niet te wachten totdat wij die brief hebben ontvangen. Het gaat over de positie van 400 individuele scholen. Op basis van de begrotingsstukken en andere stukken zijn wij voldoende in staat om dat debat te voeren. Het zou mijn voorkeur hebben om dit debat nog voor het krokusreces te voeren, als het moet in een AO.

De heer Jasper van Dijk (SP):

Hoe eerder, hoe beter. De SP steunt het debat.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Steun voor het debat.

De heer Elias (VVD):

De heer Çelik brengt mij een beetje in verlegenheid. Aan de ene kant hebben wij dat debat net voor een deel gevoerd, want de minister heeft glashelder antwoord gegeven op een aantal mondelinge vragen die net zijn gesteld. Dat antwoord is er. Wij moeten ons wel serieus nemen tijdens het vragenuur. Aan de andere kant steun ik het verzoek om een debat, als de heer Çelik het debat wil verbreden en ook wil spreken over de mate waarin de investeringspotten niet worden gebruikt en dat soort dingen, over de totale financiering dus. Laten wij dan echter de brief van de minister afwachten naar aanleiding van de inventarisatie die ergens half maart klaar zou zijn.

De heer Beertema (PVV):

Mijn voorkeur gaat ook uit naar een debat half maart, na het verschijnen van het rapport.

De voorzitter:

Mijnheer Çelik, u hebt steun voor de brief die door mevrouw Ferrier is genoemd, met daarna een debat. Ik stel voor dat u zich meldt zodra de brief er is.

De heer Çelik (PvdA):

Dat is goed.

De voorzitter:

Dan gaan wij het zo doen.

Het woord is aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Ik wil een vooraankondiging van twee VAO's doen: de winterproblematiek op het spoor en de HSA-problematiek in combinatie met het hoofdrailnet. Ik heb begrepen dat de tijdelijke commissie Onderhoud en innovatie spoor donderdagochtend haar rapport presenteert. Mijn verzoek is om de VAO's pas daarna in te plannen.

De voorzitter:

Dat wordt dan na het krokusreces.

De heer Bashir (SP):

Ik heb begrepen dat nog deze week van alles besloten wordt over de HSA. Mijn verzoek is om in ieder geval dat VAO nog deze week in te plannen en het andere VAO liefst ook, want als de minister er dan toch is, kunnen wij de twee onderwerpen tegelijkertijd behandelen.

De heer Aptroot (VVD):

Het is toch wonderlijk dat wij al VAO's gaan aanvragen voordat het algemeen overleg is geweest?

De voorzitter:

Het komt voor.

De heer Aptroot (VVD):

Ja, maar ik vind dit wel heel wonderlijk. Bovendien hebben wij afspraken gemaakt in de procedurevergadering. Ik denk dat wij ons daaraan zouden moeten houden.

De voorzitter:

Dit was een vooraankondiging. Dat komt vaker voor, zelfs in de beste families.

Het woord is aan mevrouw Ortega.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik verzoek om uitstel van de stemmingen over het wetsvoorstel Een regeling in de sociale zekerheid van de rechtsgevolgen van het niet aantonen van de leefsituatie na het aanbod van een huisbezoek (31929). Ik heb vorige week al aangegeven dat ik een amendement wilde indienen en heb dat inmiddels gedaan, en ik zou graag de reactie van de staatssecretaris daarop vernemen. Daarnaast heb ik van Bureau Wetgeving begrepen dat er nog wat wetstechnische aanpassingen in het amendement moeten plaatsvinden. Vandaar mijn verzoek om uitstel.

De voorzitter:

Prima. Ik heb begrepen dat dit in principe tot donderdag is. Ik zie niemand die daar bezwaar tegen heeft. Wij voeren de stemmingen af van de lijst.

Het woord is aan de heer Aptroot. Hij wil een vooraankondiging doen als voorzitter van de vaste commissie voor Financiën.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Het is niet zeker, maar ik geef alvast een waarschuwing omdat er een tijdsklem op zit. Er is donderdag van 14.00 tot 16.30 uur overleg over de Eurogroep en de Ecofin-Raad. Stel dat er dan een VAO zou worden aangevraagd, dan zou dat nog voor het reces moeten plaatsvinden. Daarom waarschuw ik dat dit wellicht zou kunnen gebeuren.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer El Fassed.

De heer El Fassed (GroenLinks):

Voorzitter. Deze week vinden onderhandelingen plaats over een wapenhandelsverdrag bij de VN in New York. In een eerder debat hebben wij een brief gevraagd over de Nederlandse inzet bij die onderhandelingen. Tot op heden hebben wij die niet gekregen. Ik wil graag voor morgen 12.00 uur een brief van de regering met de Nederlandse inzet bij die onderhandelingen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben een aantal weken geleden een debat aangevraagd naar aanleiding van de brandbrief van de Nederlandse Vereniging van Bouwers en ontwikkelaars waarin gemeld wordt dat er een ineenstorting van de bouweconomie en de bouwmarkt dreigt. Velen dreigen werkloos te worden en bedrijven gaan failliet. Na lang wachten heeft de minister een brief terug gestuurd. Zij schrijft dat de markt op een gegeven moment wel weer zal aantrekken. Wij denken dat wij maatregelen kunnen nemen om de markt op korte termijn te stimuleren. Wij hoeven het niet met elkaar over de hypotheekrenteaftrek en de toekomst te hebben. Het gaat om de manier waarop wij de bouwmarkt en de woningmarkt op korte termijn kunnen stimuleren. Daarom zouden wij het aangevraagde debat graag alsnog willen voeren.

De voorzitter:

Er staat al een dertigledendebat op de lijst, met volgnummer 9.

De heer Monasch (PvdA):

Nee, want dat hebben wij aangehouden. Wij hebben een debat aangevraagd en daarna is er een brief gestuurd. Op basis van die brief zouden wij beslissen of er wel of niet een debat zou worden gevoerd.

De heer Verhoeven (D66):

D66 steunt zowel het dertigledendebat als dit debat. Voor ons is het dus geen punt. Ik ben vooral benieuwd wat mijn CDA-collega vindt. Hij wilde graag een brief en zou bij een tekortschietende brief, waar misschien wel sprake van is, alsnog het debat steunen. Ik hoor het graag.

De heer Van Bochove (CDA):

Dit lijkt mij niet de plaats om een oordeel te geven over de inhoud van de brief. Ik heb aangekondigd dat ik op basis van de brief zou overwegen om een debat te steunen. Ik wil het debat wel steunen, maar als wij nu een plenair debat plannen, wordt het veel te laat gevoerd, gezien het spoedeisende karakter. Het lijkt mij dus beter om het debat begin maart in een algemeen overleg te voeren. Dan is de heer Monasch veel eerder aan de beurt.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

GroenLinks steunt het verzoek van de heer Monasch.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek van de heer Monasch.

Mevrouw De Boer (VVD):

Wij sluiten ons aan bij het verzoek van de heer Van Bochove. Een AO is veel eerder op de rol.

De heer Lucassen (PVV):

Geen steun voor een debat. Een AO is prima.

De heer Paulus Jansen (SP):

Ik heb ook de voorkeur voor een debat dat zo snel mogelijk kan plaatsvinden. Mijn inschatting is dat een AO eerder komt.

De heer Monasch (PvdA):

Laat ik hier pragmatisch op reageren. Er ligt een brandbrief. Ik ga daarom niet discussiëren over de vorm, maar sluit mij graag aan bij de steun die anderen voor een AO hebben. Dan kunnen wij dit zo snel mogelijk, in maart, met elkaar behandelen.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Veldhoven.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Voorzitter. Vorige week ontvingen wij informatie over een aanvullend akkoord op het gebied van natuurbeleid. Daarover hebben we aanstaande donderdag een debat. Mijn fractie zou graag een aanvullende analyse ontvangen van het Planbureau voor de Leefomgeving over de toegevoegde waarde van die aanvulling in dat natuurakkoord. Het gaat dus niet om een heel nieuw rapport maar om een aanvulling, die we voor het debat van aanstaande donderdag willen hebben.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het voorstel van D66.

Mevrouw Lodders (VVD):

Als ik de brief goed heb begrepen, is het geen aanvullend akkoord maar een uitwerking van het natuurakkoord. De VVD-fractie heeft dan ook geen enkele behoefte aan die rapportage. Tegen mevrouw Van Veldhoven zeg ik dat dit al een aantal keren is gevraagd in de procedurevergaderingen. Het lijkt mij dus niet relevant om dat nu nog een keer aan de orde te stellen.

Mevrouw Jacobi (PvdA):

De PvdA-fractie vindt alle informatie omtrent dit punt van belang. Steun voor dit voorstel.

De heer Van Gerven (SP):

Gezien de inhoud van het nieuwe akkoord moet dat in twee dagen te doen zijn. Dus steun voor het voorstel.

De heer Koopmans (CDA):

Naar deze Kamer en naar onze fractie mag iedereen alles opsturen.

De heer Grashoff (GroenLinks):

De totale onhelderheid in dit dossier vereist een dergelijke brief. Van harte steun.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Vanzelfsprekend steun voor het verzoek van mevrouw Van Veldhoven.

De voorzitter:

Wij geleiden het stenogram door.

Het woord is aan mevrouw Hazekamp.

Mevrouw Hazekamp (PvdD):

In de Eemshaven verrijst een kolencentrale die niemand wil, zo blijkt uit onderzoek van RTV Noord en het Dagblad van het Noorden naar de besluitvorming hierover. Met de kennis van nu zou deze centrale er nooit gekomen zijn. Uit de documentaire blijkt dat niet alleen de provincie Groningen maar ook het Rijk een belangrijke rol heeft gespeeld bij de besluitvorming hierover. Daarom zou ik graag een dertigledendebat willen voeren over dit onderwerp met de minister van EL&I.

De heer Van Vliet (PVV):

Volgens mij willen heel veel mensen die centrale wél. Dat debat hebben we al tig keer gevoerd. Geen steun.

De heer Paulus Jansen (SP):

Mevrouw Hazekamp, wat is het nieuwe feit? Op zich zijn de standpunten van de fracties erg bekend. Kortom: als we een debat willen voeren, moet er een directe aanleiding zijn. Eerlijk gezegd, zie ik die op dit moment nog niet.

De voorzitter:

U steunt het niet. Dat was een retorische vraag, mevrouw Hazekamp.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Steun voor de vraag van de Partij voor de Dieren.

De heer Leegte (VVD):

Deze centrale wilde minister Cramer zo graag hebben. Geen steun voor dit dertigledendebat.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Ik kan mij voorstellen dat wij hierover nog eens nader in een AO spreken, maar ik steun geen apart debat.

De heer Koopmans (CDA):

Geen steun voor een debat. Ik geef de volgende suggestie mee. Vanavond is er een AO over de programmatische aanpak stikstof. Daar kan dit onderwerp vrolijk bij gepakt worden, tenminste voor degenen die dat willen.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Bij mij kwamen dezelfde vragen op als bij de heer Jansen van de SP. De ChristenUnie steunt het verzoek dus niet.

De heer Samsom (PvdA):

Ik sluit mij aan bij die vragen en bij de suggestie om het in een AO af te handelen, maar ik voeg eraan toe: niet in elk willekeurig AO.

De voorzitter:

Mevrouw Hazekamp, u hebt geen steun voor het dertigledendebat.

Mevrouw Hazekamp (PvdD):

Dat betreur ik zeer. Er blijkt namelijk wel degelijk een aantal nieuwe feiten uit deze documentaire, namelijk dat zelfs RWE de eigen centrale niet meer wil en dat de bestuurders van toen hem niet meer willen. Er blijkt dat er geen steun is voor een debat, maar toch ontvang ik graag een brief van de minister waarin wordt gereflecteerd op de besluitvorming en de publieke middelen die daarvoor zijn ingezet en wie ervoor opdraait als die centrale niet wordt afgebouwd.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik heb een tweetal verzoeken en mededelingen. Allereerst wil ik de motie op stuk 32647, nr. 12 over de problematiek van mensen met een stervenswens, aanhouden.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Van Gerven stel ik voor, zijn motie (32647, nr. 12) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van Gerven (SP):

Vervolgens hoop ik dat de heer Aptroot goed oplet. Ik heb namelijk een vooraankondiging voor een VAO, inclusief stemmingen, over de fusie tussen de Parnassia Bavo Groep en Emergis, te houden op aanstaande donderdag, voor het reces dus.

De voorzitter:

Is er een reden dat dit voor het reces moet?

De heer Van Gerven (SP):

Er is sprake van een spoedeisend karakter. Er worden deze maand namelijk besluiten genomen over een fusie. Vandaar dat wij daarover nog voor het reces dat debat willen voeren en een VAO met stemmingen willen hebben.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Blanksma.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Voorzitter. Vorige week hebben we een wetgevingsoverleg gevoerd over de financiële markten. Daarin hebben we zes wetsvoorstellen behandeld, waaronder het voorstel inzake de Wet op het accountantsberoep. Op dit wetsvoorstel zijn ook amendementen ingediend. Daarover zal vandaag gestemd worden. Nu is er echter een nieuw feit boven water gekomen. Actal heeft deze amendementen namelijk doorgerekend, waaruit blijkt dat deze 75 mln. extra lasten voor het bedrijfsleven met zich brengen. Dat is wat ons betreft een nieuw feit. Om die reden vraag ik of wij het debat in derde termijn zouden kunnen heropenen om daarover met elkaar van gedachten te wisselen.

De heer Dijkgraaf (SGP):

Het is inderdaad belangrijke nieuwe informatie die tot ons gekomen is na het debat. Wij steunen dit voorstel dus van harte. De amendementen gaan namelijk te veel kosten opleveren en ze lossen niets op. Wij zouden dat debat dus graag heropenen.

De heer Huizing (VVD):

Ook steun van onze kant voor de heropening van het debat. De brief van Actal laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Er is sprake van 75 mln. aan extra kosten voor het bedrijfsleven en het is volkomen onduidelijk wat de amendementen aan kwaliteit voor de accountantswetgeving gaan opleveren.

De heer Koolmees (D66):

Ook steun voor het verzoek.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Dan hebt u voldoende steun … Nee, pardon, er is nog onvoldoende steun voor uw voorstel. Ik mis nog een aantal fracties.

De heer Irrgang (SP):

Ik heb geen meerderheid gezien voor het verzoek. Mijn fractie steunt het voorstel niet. Wij hebben vorige week dinsdagavond nog uitgebreid het debat in tweede termijn gevoerd. Wij zien dus geen reden voor een heropening.

De heer Plasterk (PvdA):

Ik had dezelfde optelsom gemaakt en ik dacht: ik blijf maar zitten. In de brief staat helemaal geen berekening. Er staat alleen dat signalen uit het veld erop duiden. Ik vond het een teleurstellende brief. Hij voegt niets toe aan de overwegingen die allang zijn gewisseld in de Kamer, zowel in het AO als in het plenaire debat. Wij zullen het meewegen bij ons stemgedrag over dit wetsvoorstel. Ik heb dus geen behoefte aan een heropening van de beraadslaging.

De heer Braakhuis (GroenLinks):

Geen steun voor het verzoek van mevrouw Blanksma.

De voorzitter:

Dan is er geen meerderheid om het debat te heropenen. Ik ga geen tweede ronde doen, echt niet.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Voorzitter. Misschien mag ik toch nog iets zeggen. Bij het heropenen van een debat is er toch wel enig respect voor een grote minderheid.

(hilariteit)

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Primair is kwaliteit van wetgeving onze taak. We hebben hier wetgeving waarvan gesignaleerd wordt dat er heel veel extra administratieve extra lasten komen. Wij willen alleen een heropening van het debat. Wij willen immers allemaal hetzelfde: goede en gekwalificeerde wetgeving.

De voorzitter:

Dat is zeker waar, maar er is geen meerderheid. U weet hoe het hier gaat. We werken met meerderheden en minderheden. Dan is het aldus besloten.

Het woord is aan de heer Van Dam.

De heer Van Dam (PvdA):

Voorzitter. De minister-president is jarig vandaag. Voor wie nog naarstig op zoek is naar een cadeau, heb ik wel een cadeautip, namelijk een duikbril en snorkel. We hebben zojuist in het vragenuur namelijk weer getuige kunnen zijn van zijn favoriete hobby, namelijk wegduiken. Dit is een patroon aan het worden. Er was een tijd dat premiers van dit land niet alleen de manager wilden zijn van de bv Nederland, maar ook een moreel kompas wilden zijn voor de samenleving.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dam, wat stelt u voor?

De heer Van Dam (PvdA):

De minister-president probeerde zich er weer makkelijk van af te maken. Zo makkelijk willen de fracties van de PvdA, GroenLinks en D66 hem niet laten gaan. Wij willen dus verder debatteren met de minister-president over de kwestie die hier bij het vragenuur op de agenda stond.

De voorzitter:

Er zijn in het mondelinge vragenuur twee kwesties aan de orde geweest met de minister-president.

De heer Van Dam (PvdA):

Uiteraard gaat het om de discussie over het meldpunt van de PVV voor Midden- en Oost-Europeanen.

De heer Van Hijum (CDA):

Wij hebben de minister-president uiteraard ook gehoord. We hebben geconstateerd dat datgene wat vandaag is gezegd over het vrije verkeer van werknemers en de meerwaarde van arbeidsmigratie een stuk inhoudelijker en evenwichtiger is dan eerdere teksten. Dat had wel eerder gemogen, voeg ik daaraan toe, maar de minister-president heeft zich in ieder geval bereid getoond om de eigen lijn van de regering toe te lichten aan de ambassadeurs en regeringsleiders met wie hij in gesprek gaat.

Ik doe een ander voorstel. Er komt nog een tweede termijn van het debat over het rapport van de tijdelijke commissie Lessen uit recente arbeidsmigratie, de commissie-Koopmans. Dat debat hebben we dus nog niet afgerond. Ik stel voor om die tweede termijn met voorrang op de agenda te plaatsen, zodat we het weer over de oplossingen en de aanpak van de problemen kunnen hebben.

De voorzitter:

Dat is een nieuw voorstel.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Ik had een ander cadeau voor de minister-president in gedachten, maar daar zal ik u niet mee belasten. Het is wel goed om de Kamer in de gelegenheid te stellen, hierover een uitspraak te doen. Als dat kan worden gekoppeld aan het al lopende debat en nog deze week kan gebeuren, lijkt me dat prima. Anders wil ik een nieuw debat. Er moet in ieder geval wel ruimte voor worden gecreëerd.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

De heer Van Hijum heeft een heel verstandig voorstel gedaan. We hebben naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport van de tijdelijke commissie Lessen uit recente arbeidsmigratie nog een tweede termijn van het debat tegoed. Daar is dit een heel reëel onderdeel van.

De heer Van Dam (PvdA):

Laten wij dan eens bekijken of wij het eens kunnen worden. De drie fracties die ik zojuist noemde, willen graag een debat met de minister-president. De fracties van het CDA en de VVD willen snel de tweede termijn van het debat over de tijdelijke commissie Lessen uit recente arbeidsmigratie afmaken. Laten wij daar de minister-president bij halen. Voorzitter, dan vraag ik u om die tweede termijn nog deze week op de agenda te zetten. Dan hebben wij allemaal wat wij graag willen.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Geen steun voor het voorstel om de minister-president hier weer apart bij te halen. Minister Kamp kan dit prima namens het kabinet afhandelen.

De voorzitter:

Mijnheer Van Dam, u hebt onvoldoende steun voor een gewoon debat. U hebt wel voldoende steun voor behandeling in het debat over het rapport van de tijdelijke commissie LURA. Als u vasthoudt aan een apart debat, wordt dat een dertigledendebat.

De heer Van Dam (PvdA):

Mijn voorstel was om de minister-president voor dat debat erbij te halen.

De voorzitter:

Dat is duidelijk.

De heer Van Dam (PvdA):

Ik zag de heer Van Hijum naar voren lopen. Aangezien hij had voorgesteld om die twee dingen samen te voegen, neem ik aan dat hij dit een goed idee vindt.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik mag aannemen dat het kabinet met één mond spreekt en zelf besluit wie het afvaardigt naar dat debat.

De heer Van Dam (PvdA):

Dan persisteer ik in een dertigledendebat. Dat is dan niet anders. Deze regeling van werkzaamheden had zo mooi afgesloten kunnen worden.

De voorzitter:

Voor het dertigledendebat geldt een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Ormel. Ik durf haast niet te zeggen waarover hij iets wil zeggen; mijnheer Ormel, zegt u het zelf maar.

De heer Ormel (CDA):

Een vooraankondiging, mevrouw de voorzitter. Donderdag is er een algemeen overleg over de voorbereiding van de Raad Buitenlandse Zaken. Ik verzoek u, in de plenaire agenda rekening te houden met een VAO en met stemmingen op dezelfde dag.

De voorzitter:

Dank u wel voor de aankondiging.

Het woord is aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Vanmorgen werden wij verblijd met het nieuws dat de Belastingdienst alle bezwaren of in ieder geval 90% van de bezwaren automatisch zou gaan goedkeuren. Dat lijkt ons geen goed idee, want dat kost heel veel belastinggeld en nodigt iedereen ertoe uit om bezwaar in te dienen bij de Belastingdienst.

De voorzitter:

Wat stelt u voor?

De heer Omtzigt (CDA):

Mede namens de collega's van D66 en GroenLinks stel ik voor dat de Kamer hierover met spoed een brief ontvangt, inclusief de memo die hieraan ten grondslag ligt, en dat er alvast een debat hierover wordt gepland als deze zaak nog niet opgelost is.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Iets wat is gelekt, wordt hier als waarheid beschouwd. Dat gaat mij erg ver, maar het lijkt mij verstandig om een brief van de staatssecretaris te vragen. Ik neem aan dat de staatssecretaris zelf ook behoefte heeft aan het schrijven van zo'n brief, maar laten wij er wel voor waken om dingen die gelekt zijn, te beschouwen als waarheid.

De heer Van Vliet (PVV):

Ik sluit mij volledig aan bij de woorden van mevrouw Neppérus.

De heer Groot (PvdA):

Ik stem van harte in met het verzoek van de heer Omtzigt.

De heer Bashir (SP):

Ik steun het verzoek van de heer Omtzigt.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Eveneens steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Dan zullen wij het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Mevrouw Van Toorenburg wil nog een mededeling doen met het oog op de stemmingslijst.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Wij willen de motie-Van Toorenburg/Helder (32337, nr. 15) over de beginselenwet graag intrekken.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Van Toorenburg/Helder (32337, nr. 15) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.

Mevrouw Smilde (CDA):

Voorzitter. Ik heb een verzoek voor de stemmingen over het VAO Euthanasie. Ik wil graag eerst over de motie op stuk 32647, nr. 13 stemmen en daarna over de motie op stuk 32647, nr. 11.

De voorzitter:

Ik zie dat daar geen bezwaar tegen bestaat. Wij gaan dat dus zo doen.

Naar boven