5 Vragenuur

Vragen van het lid Tony van Dijck aan de minister van Financiën over het nieuwsitem "Banken traag met lagere hypotheekrente".

De heer Tony van Dijck (PVV):

Voorzitter. De woningmarkt zit, zoals wij allemaal weten, volledig op slot en deze minister laat dat gebeuren. Ondanks de verlaging van de overdrachtsbelasting is het door strengere regels vrijwel onmogelijk om een hypotheek te krijgen. De banken hebben bakken met geld verdiend aan onze hypotheken, maar houden nu de hand op de knip. Ze verschuilen zich achter regels, achter de AFM, en nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid niet, terwijl de belastingbetaler wel met miljarden klaarstond toen de banken dreigden om te vallen.

Wat zien we nu? Voor degenen die nog een hypotheek kunnen krijgen, rekenen de banken gigantische hoge rentemarges ten opzichte van de rente op de kapitaalmarkt. Deze is nu historisch laag. Ook de spaarrente is inmiddels gehalveerd. De banken geven dus hun voordeel niet door, maar verrijken zich met hoge winstmarges over de rug van de consument. Daarmee verergeren ze de crisis op de woningmarkt. Hoe gaat de minister een einde maken aan deze onredelijk hoge winstmarges op rente? Hoe gaat de minister ervoor zorgen dat banken weer hypotheken verstrekken in dit land?

Minister De Jager:

Voorzitter. De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en ikzelf hebben de Tweede Kamer geïnformeerd over de studie van de NMa naar de marges. Naar aanleiding daarvan hebben wij gezegd dat wij de positie van de consument willen versterken. Ik heb daarvoor een aantal maatregelen aangekondigd. Deze worden binnenkort aan de Tweede Kamer voorgelegd. Ik hoop met steun van de PVV-fractie de onderhandelpositie van de consument ten opzichte van de banken te kunnen versterken, om zo de tarieven zo veel mogelijk te drukken. Deze tarieven moeten ook veel transparanter zijn. Daarnaast moeten banken tijdig een nieuw aanbod doen, zodat consumenten gemakkelijk kunnen switchen naar een andere aanbieder. Dit switchen, het stemmen met de voeten, moet ook gemakkelijker worden gemaakt door het wegnemen van onnodige drempels. Verder moeten alle tarieven, ook de variabele tarieven, veel transparanter zijn. Daar ging het nieuwsbericht over. Ik ben het in die zin dus voor een groot deel met de heer Van Dijck eens.

We zullen binnenkort in de Tweede Kamer spreken over de voorstellen die ik overweeg. Uiteindelijk is het aan de markt. De overheid moet er alleen voor zorgen dat de markt zo concurrerend mogelijk kan werken. De overheid kan zelf natuurlijk geen hypotheken verstrekken, maar we moeten ervoor zorgen dat dit tegen zo laag mogelijke tarieven kan gebeuren. Daarom ben ik voornemens die maatregelen te nemen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Met zijn laatste opmerking slaat de minister de spijker op de kop. Hij zegt: de markt moet concurrerend zijn. Maar de huidige hypotheekmarkt is niet concurrerend, omdat de drie spelers in Nederland, ABN AMRO, ING en de Rabobank, 80% van de hypotheken in portefeuille hebben. Twee van de drie spelers mogen geen prijsconcurrentie toepassen. Dat weet de minister ook. We hebben dus in Nederland één speler, de Rabobank, die de rente bepaalt voor iedereen die een hypotheek wil. Als ING of ABN AMRO onder de Rabobankrente wil gaan zitten – dat is dus concurrentie – worden we op onze vingers getikt door de Europese Commissie. Gaat deze minister naar de Europese Commissie en zal hij tegen de Eurocommissaris zeggen: wij willen af van deze concurrentieverstoring en deze maatregelen?

De Zuid-Europese banken hebben voor 500 mld. subsidie gekregen van de ECB en krijgen geen maatregelen opgelegd. Wij hebben onze banken gesteund en wij moeten van de Europese Commissie maatregelen nemen waardoor onze concurrentiepositie en de gezonde marktwerking in Nederland compleet is verstoord.

Minister De Jager:

Ik ben het, wat betreft het doel dat we willen bereiken, gewoon eens met de heer Van Dijck. Volgens mij verschillen we ook niet van mening over het feit dat de overheid maatregelen moet nemen om de concurrentie tussen banken zo veel mogelijk te versterken. Uiteindelijk moet de markt het doen en moeten de banken voldoende concurreren, zodat de rentetarieven voldoende gedrukt worden. Dit is mogelijk door transparantie, een gemakkelijkere overstap en het wegnemen van barrières.

De staatssteun was natuurlijk specifiek bedoeld om de concurrentie te verbeteren. Gelukkig zijn er naast de drie genoemde banken nog meer banken die ook concurreren op de markt en die mee kunnen helpen om de tarieven te drukken, al hebben ze maar een belang van 20% op de markt. De maatregelen van de Europese Commissie hebben tot doel dat de twee banken die staatssteun hebben gekregen, geen oneigenlijke, oneerlijke concurrentie kunnen plegen en te voorkomen dat de boel daardoor op slot wordt gezet. Dat begrijp ik op zich wel. De effecten daarvan mogen echter niet doorschieten, want deze banken moeten zich voldoende kunnen bewegen op de markt. Ik heb de indruk dat dit ook kan, mede doordat er andere aanbieders van buiten zijn die meetellen als laagste aanbieders. Daardoor mag ook bijvoorbeeld ABN AMRO heel concurrerende biedingen doen. De vraag in hoeverre dit nog belemmerend werkt, zal ik echter meenemen in de maatregelen waarmee ik naar de Kamer zal komen.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Deze minister moet het niet meenemen naar de Kamer maar naar de Europese Commissie. Het feit dat ABN AMRO en ING geen prijsstunter mogen zijn, terwijl zij grote spelers zijn binnen de 80% die de drie in handen hebben, betekent dat er geen gezonde marktwerking is. De minister moet naar de Eurocommissaris gaan en deze het volgende voorhouden. Zuid-Europese banken worden met 500 mld. overeind gehouden door de ECB, tegen een rente van 1% over drie jaar; over staatssteun gesproken! Maar onze banken, die wij met pijn en moeite overeind hebben gehouden, mogen geen prijsstunter zijn, waardoor de consument uiteindelijk de hoofdprijs betaalt voor zijn hypotheekrente in Nederland. Met dank aan Brussel.

Minister De Jager:

Ik vind ook dat de concurrentie optimaal moet zijn. Dat leidt tot zo laag mogelijke tarieven. De vraag is alleen of je twee banken die staatssteun hebben gekregen, met behulp van die staatssteun moet laten concurreren, zodat ze andere uit de markt kunnen drukken. Dat mag niet als het oneerlijke concurrentie betreft, want dat zou juist slecht zijn voor de langetermijnconcurrentie. Er moeten echter voldoende aanbieders zijn. Als er een paar andere aanbieders zijn, ook uit het buitenland, al zijn het heel kleine aanbieders, die bijvoorbeeld net iets goedkoper zijn dan ABN AMRO en ING, mogen deze twee banken op de markt nog steeds heel goedkoop aanbieden. Dat gebeurt op dit moment. Ook ik vind echter dat het beter moet met de transparantie en het weghalen van drempels. Daarom wil ik maatregelen nemen, zodat banken uiteindelijk nog beter kunnen concurreren.

De voorzitter:

Ik zie geen woordmeldingen. Wij gaan naar de volgende vraag.

Naar boven