11 Jeugdmondzorg

Aan de orde is de behandeling van:

De beraadslaging wordt geopend.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Op 30 november hebben wij een algemeen overleg gehouden over mondzorg voor kinderen. In dat debat is uitgebreid ingegaan op de staat van het gebit van kinderen in Nederland. Er is ook gesproken over wel of niet bijbetalen voor de mondzorg voor kinderen. In dat debat heeft de minister duidelijk gezegd dat bijbetalen niet het geval zal zijn. Ik citeer uit het verslag: "Ik kom te spreken over de garantie dat kinderen niet hoeven bij te betalen. Als het in het basispakket zit en het is niet hier afgesproken en geregeld, is er gewoon een zorgplicht van de verzekeraar. Als er wordt bijbetaald, is er dus echt iets mis. Dat kunnen wij dan ook aanpakken." Wij hebben de afgelopen weken allemaal kunnen lezen dat per 1 januari vrije tarieven zijn ingevoerd en dat ouders toch blijken te moeten bijbetalen voor hun kinderen. Daarom dien ik de volgende motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het onacceptabel is, te experimenteren met mondzorg voor kinderen;

overwegende dat verzekeraars stellen dat zij mondzorg voor kinderen tot een maximumbedrag vergoeden;

verzoekt de regering, de NZa opdracht te geven om onmiddellijk een prestatie- en tarieflijst voor jeugdmondzorg vast te stellen, en deze met terugwerkende kracht per 1 januari 2012 in te laten gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Arib en Kuiken. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 161 (33000-XVI).

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. Ik had ook een motie voorbereid, maar die lijkt als twee druppels water op de motie van de PvdA-fractie en gaat eveneens over de bijbetaling voor kindermondzorg. Het is niet nodig om die motie alsnog in te dienen, maar ik heb wel een aanvullende vraag. Kan de minister ook ingaan op de lichamelijk en geestelijk gehandicapten? De tandzorg voor deze mensen zit ook in het basispakket en de SP vindt dat zij eveneens uitgesloten zouden moeten zijn van eigen betalingen. Ik vraag de minister om daar uitdrukkelijk op in te gaan en om de NZa te verzoeken om in haar te wijzigen beleidsregel ook die categorie uit te sluiten van het experiment met vrije prijsvorming vanaf 1 januari.

Minister Schippers:

Voorzitter. In het debat dat wij eind vorig jaar hadden, is de bijbetaling voor kinderen al aan de orde geweest. Ik heb er geen misverstand over laten bestaan dat wat mij betreft eigen betalingen voor kinderen onacceptabel zijn. Ik weet dat ze politiek onacceptabel zijn en ik weet net als de zorgwoordvoerders hier hoe een en ander in de Zorgverzekeringswet is geregeld. Als iemand een naturapolis heeft, heeft de verzekeraar een zorgplicht. Als iemand een restitutiepolis heeft, kan de zorgverzekeraar een bijbetaling vragen als diegene naar een zorgaanbieder gaat die niet-marktconforme tarieven hanteert; dat geldt voor alles wat in de Zorgverzekeringswet is opgenomen.

Nu is het zo dat zowel verzekeraars als tandartsen mij verzekerd hebben het onacceptabel te vinden dat jeugdigen zouden moeten bijbetalen. Beide partijen zitten ook rond de tafel. Als beide partijen dat onacceptabel vinden, lijkt het mij niet het grootste probleem om daar uit te komen. Ik ga er ook van uit dat de verzekeraars en de tandartsen die momenteel rond de tafel zitten en die ik gevraagd heb om volgende week bij mij te komen met hun oplossingen voor het probleem, een oplossing zullen hebben.

In de motie op stuk nr. 161, die mevrouw Arib en mevrouw Kuiken samen hebben ingediend, wordt gevraagd om dit hele experiment nu al voor de jeugdzorg stop te zetten. Dat gaat mij echt te ver. Zeker gezien het feit dat de tandartsen en de verzekeraars samen van mening zijn dat dit niet moet, vind ik het erg voorbarig om deze motie in te dienen en de daarin voorgestelde maatregel in te voeren.

Mevrouw Arib (PvdA):

Tijdens dat debat heeft de minister duidelijk gezegd dat het onacceptabel is. Daar ben ik erg blij mee. Ik ben ook blij dat dit wordt bevestigd. Maar wat zijn de woorden van de minister waard als zij de motie tegelijkertijd ontraadt? Die is precies in de lijn zoals door haar voorgesteld. Zij kan hoogstens zeggen: wacht af totdat ik dat overleg heb gevoerd. Ik vind het echter tegenstrijdig om op voorhand te zeggen: dat doe ik niet.

Minister Schippers:

U vraagt mij niet alleen om die lijst alvast op te stellen maar ook om die met terugwerkende kracht in te laten gaan. Met andere woorden: u wilt het experiment afbreken. Voor mij is dat echter veel te vroeg. Je kunt wel zeggen dat de tandartsen te veel vragen – ik moet zeggen dat de NZa een veel genuanceerder beeld en geen aanleiding voor die onrust geeft – maar ik wil hier expliciet gemeld hebben dat er ook verzekeraars zijn die prijslijsten hebben vastgesteld waarin de prijzen lager zijn dan in 2011. Verzekeraars hebben dus ook een verantwoordelijkheid. Als er nu tarieven waren vastgesteld, was de gemiddelde prijsstijging 3,3%. Als een verzekeraar dan een prijslijst vaststelt waarin de prijzen onder de tarieven van vorig jaar liggen, denk ik: laten we naar beide partijen kijken. Laten we dan zeggen: dit is iets wat we allemaal niet willen. Ik heb beide partijen gevraagd om volgende week met resultaten bij mij te komen. Dat wacht ik even af.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik wil ook niet vooruitlopen op het debat dat zo dadelijk plaatsvindt. Het gaat erom dat wij het er allemaal over eens zijn niet te willen experimenteren met vrije tarieven voor mondzorg voor kinderen. Of heb ik de minister verkeerd begrepen?

Minister Schippers:

Dat hebt u verkeerd begrepen.

Mevrouw Arib (PvdA):

Dus u vindt dat men ook bij tandzorg aan kinderen met vrije tarieven mag werken? Dat is dan namelijk het risico.

Minister Schippers:

Ja, die kunnen dus ook lager worden vastgesteld. Dat is een feit. Het gaat mij erom dat ik het politiek gezien onacceptabel vind dat ouders moeten bijbetalen voor kinderen. Ik heb dus ook gevraagd om bij mij terug te komen en mij de resultaten te laten zien. De tandartsen en verzekeraars hebben aangegeven dat ook niet te willen. Laten we dan eerst bekijken hoe we daar uitkomen.

Mevrouw Arib (PvdA):

Er zijn ook verzekeraars die dat niet doen, zoals Menzis. Ik heb begrepen dat deze verzekeraar niet laat bijbetalen. Dat is dus een goed voorbeeld dat laat zien dat het mogelijk is.

Minister Schippers:

Ja.

Mevrouw Arib (PvdA):

Dat gaat u ook bewerkstelligen?

Minister Schippers:

Het is mogelijk. Daarom ben ik ook positief over de uitkomst van dat gesprek.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik rond af. Als de minister zegt "volgende week", houd ik de motie even aan. Dan laat ik haar niet in stemming brengen. Dan is het ook de inzet van de minister om bijbetaling onmogelijk te maken. Die toezegging wil ik graag hebben.

Minister Schippers:

Ik moet zeggen dat ik haar voorbarig vind. U weet – dat heb ik ook geschreven – dat er deze week een NZa-quickscan over de jeugdmondzorg komt. Als wij dit debat over een week hadden, hadden wij in ieder geval de NZa-gegevens met het antwoord op de vraag of er daadwerkelijk iets aan de hand is. Die hebben wij echter nog niet. Die komen nog later deze week. Ik vind het dus echt voorbarig om deze conclusies te trekken.

De heer Van Gerven (SP):

Het is toch een groot probleem. Op de site van verzekeraar Promovendum, maar het kan ook die van CZ zijn of van andere verzekeraars, staat: wanneer uw tandarts meer rekent dan de maximumprijs per behandeling, dan vergoedt u het verschil met de maximumprijs zelf. Dit geldt zowel voor een behandeling bij kinderen als voor een behandeling bij volwassenen. Wij lezen dat op 17 januari 2012. Het systeem bergt dus het risico in zich dat er voor kinderen moet worden bijbetaald. Dat willen wij niet. Er is hiervoor maar één goede oplossing, namelijk een beschikking van de NZa waarmee kinderen uit dat experiment worden gehaald. Ik vraag de minister om daarvoor te zorgen. Dat was ook het verzoek van de tandartsen zelf. Zij hebben gevraagd om dat experiment niet bij kinderen te doen, en niet bij lichamelijk en geestelijk gehandicapten, die in dat verzekerde pakket zitten. Ik vraag dat ook aan de minister.

Het is mogelijk dat mensen niet naar de tandarts toe kunnen die zij willen, omdat de verzekeraar contracten heeft met andere tandartsen. De vrije keuze van de ouders en de kinderen is daarbij dus in het geding. Graag wil ik daarop een reactie van de minister.

Minister Schippers:

Dit zijn fundamentele vragen die gaan over onze Zorgverzekeringswet. Wat doe je als een naturapolis hebt voor je kind, en je kind moet een heel dure operatie hebben aan zijn knie en die koop je in bij een niet-gecontracteerde zorgverlener? Dan is het mogelijk dat je moet bijbetalen. Deze redenatie geldt voor het hele pakket. Het geldt dus helemaal niet alleen voor de tandheelkunde. Als je kind of jijzelf naar iemand toe gaat die een niet-marktconforme prijs rekent, moet je bijbetalen. We hebben namelijk gezegd: bij een restitutiepolis moet er afgerekend worden op een marktconforme prijs. Het is mij volstrekt onbekend dat de NMT een uitzondering wil voor de jeugdmondzorg. Laten we wel wezen, als ik een batterij aan ambtenaren die ik juist wilde afstoten maar moet laten zitten bij de NZa, dan schieten we daar helemaal niets mee op. We moeten die mensen overigens betalen om de tarieven uit te rekenen, dus het is ook niet allemaal gratis. Als zij dat voor de jeugdmondzorg doen, lijkt het mij een kleine stap om dat voor de hele tandheelkunde te doen. Mij heeft het bericht niet bereikt dat de NMT een uitzondering zou willen voor de jeugdmondzorg.

Ik kom op de vrije keuze. Als je een naturapolis hebt, ga je naar zorgverleners die jouw zorgverzekeraar heeft gecontracteerd. Dat geldt niet alleen voor de tandzorg, maar voor alles wat onder de Zorgverzekeringswet valt. Als je een restitutiepolis hebt, dan geldt dat niet. Dat geldt ook voor de hele Zorgverzekeringswet. Het zijn dus geen uitzonderingen voor de tandheelkunde. Ik heb in het debat gezegd dat we nu wel een experiment ingaan en dat ik geen bijbetalingen wil hebben voor de jeugdzorg. Zodra zowel verzekeraars als tandartsen hierover dezelfde mening hebben als ik, moeten we dat voor elkaar krijgen.

De heer Van Gerven (SP):

Ik concludeer dat de minister niet op de hoogte is van het verhaal van de NMT zelf. Zij heeft gezegd dat zij niet wil dat de jeugdtandzorg onder dat vrije experiment valt. Ik verzoek de minister om helderheid te geven over hoe dat precies zit, want dat heb ik ook uit de media moeten halen. Dat moet dus opgelost worden. Ik begrijp dat de minister over één à twee weken nog met een vervolgverhaal komt waaruit volstrekt duidelijk blijkt dat er bij geen enkele verzekeraar bijbetaald hoeft te worden als het gaat om naturapolissen. Maar dan is het toch nog de vraag in hoeverre er voldoende tandartsen worden gecontracteerd, zodat men in principe naar de tandarts kan blijven gaan waar men bijvoorbeeld al tien, twintig jaar naartoe gaat.

Minister Schippers:

De heer Van Gerven kan de NMT zelf vragen naar haar standpunt. Het gaat mij erom dat ik haar heb gevraagd om samen met verzekeraars en mij rond de tafel te gaan zitten en om over een week met een oplossing te komen. Dit experiment doen wij niet zomaar zonder te monitoren. Wij hebben eerst een quickscan gedaan. Deze week komt er een quickscan van de jeugdmondzorg. In februari komt er een tweede, uitgebreidere quickscan. We houden dus ongelooflijk de vinger aan de pols om te zien hoe het gaat met deze ontwikkelingen. Er zijn ook voldoende tandartsen gecontracteerd. Kijk als je een naturapolis hebt bij je zorgverzekeraar, dan heeft hij een zorgplicht. Of hij nu wel of niet tandartsen contracteert, als er onvoldoende tandartsen worden gecontracteerd, zal hij toch moeten vergoeden. Als jij een naturapolis hebt, heb je recht op zorg in je eigen omgeving en die moet vergoed worden.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor de beantwoording. Ik heb begrepen dat mevrouw Arib de motie zal aanhouden.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Ik heb hierover een procedurele opmerking. Ik begrijp dat de minister volgende week een gesprek heeft met de zorgverzekeraars en met de NMT. Kunnen wij daarna meteen een brief krijgen over de uitkomst van dat gesprek, dat de minister nog moet voeren, zodat we daarna kunnen bekijken wel moties wel of niet in stemming in kunnen worden gebracht?

De voorzitter:

Dat houdt wel in dat de motie voorlopig wordt aangehouden. Ik kijk even naar de minister. Kan zij toezeggen dat wij daarover een brief krijgen? De minister zegt dat toe.

Op verzoek van mevrouw mevrouw Arib stel ik voor, haar motie (33000-XVI, nr. 161) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven