7 Vragenuur

Vragen van het lid Paulus Jansen aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij afwezigheid van de staatssecretaris, over het bericht dat steeds meer mensen hun energierekening niet meer kunnen betalen.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Als de 'r' in de maand zit, moet je niet zonder stroom of gas komen te zitten, want dan krijg je het heel erg koud. Om die reden heeft de Kamer een paar jaar terug geregeld dat energiebedrijven 's winters terughoudend moeten zijn met afsluiten. Ze mogen niet afsluiten bij ernstige gezondheidsproblemen en ze mogen ook niet afsluiten bij mensen die in een schuldsaneringstraject zitten of schuldsanering hebben aangevraagd.

Toch meldde netbeheerder Liander afgelopen zaterdag dat het aantal afsluitingen in 2011 ten opzichte van 2010 is gestegen van 6000 naar 10.000. Voor alle energiebedrijven bij elkaar zou dat een stijging van 18.000 naar 30.000 betekenen. De SP-fractie vindt dat schokkend.

Op 13 januari 2009, bijna drie jaar geleden, heb ik tijdens het vragenuur de minister van Economische Zaken, mevrouw Van der Hoeven, gevraagd om samen met haar collega van Sociale Zaken onderzoek te doen naar de oorzaken en het voorkomen van afsluiting van energie. De minister vond dat destijds niet nodig. Zij wilde samen met de staatssecretaris het probleem bij de bron aanpakken: het ontstaan van betalingsachterstanden. Dat klonk toen goed. Maar wat is er terechtgekomen van die mooie woorden, nu alleen al bij de energiebedrijven het aantal afsluitingen in één jaar tijd met 65% stijgt?

Zou dat iets te maken hebben met het inkomensbeleid van dit kabinet, zo vraag ik de minister van Sociale Zaken? Vindt hij net als de SP-fractie dat deze stijging onacceptabel is? Is hij bereid om nu wel uit te zoeken wat de oorzaken van de afsluitingen zijn? Is bijvoorbeeld de bezuiniging op de schuldhulpverlening een oorzaak? Wat gaat de regering doen om te voorkomen dat die 30.000 mensen in de kou blijven staan?

Minister Kamp:

Voorzitter. Ik vrees dat de heer Jansen niet goed geïnformeerd is. Er is geen sprake van een stijging van het aantal gevallen van afsluiting. Er is zeker geen sprake van een schokkende stijging van het aantal gevallen van afsluiting. In het jaar 2009 waren er nog 28.500 afsluitingen en dit jaar zullen er 23.000 zijn. Er is dus sprake van een flinke daling van het aantal afsluitingen.

Er is ook geen sprake van bezuiniging op de schuldhulpverlening. In de jaren 2009–20111 is er niet bezuinigd, integendeel, er is 110 mln. extra beschikbaar gekomen voor de schuldhulpverlening.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. Ik vind het interessant dat de minister zegt dat er sprake is van een daling, terwijl Liander, de grootste netbeheerder van Nederland, die ongeveer een derde van het net beheert, toch zegt dat zij een stijging van het aantal afsluitingen constateren, van 6000 per jaar naar 10.000 per jaar. Het lijkt mij dus erg onwaarschijnlijk dat de andere, kleinere netbeheerders, een enorme daling kennen. Ik vraag me daarom af op welke cijfers de minister zich baseert. De minister maakt het overigens de Kamerleden vrij moeilijk, voorzitter, want wij krijgen ieder jaar een monitor van de betalingsachterstanden, maar die van 2011 heb ik nog niet binnen. Ik neem toch aan dat daarin dit soort informatie te vinden is.

De SP-fractie denkt dat er wel degelijk sprake is van een grote stijging van het aantal afsluitingen en, in het algemeen, van het aantal problematische schulden. In dat verband heb ik een vervolgvraag. De gemeente Amsterdam zegt dat een aantal energiebedrijven niet voldoet aan de verplichting om een dreigende afsluiting van energie tijdig te melden bij de gemeente. Dan kan de gemeente dus ook niet met de schuldsanering beginnen. Is de minister bereid om samen met zijn collega van EL&I hier iets aan te doen?

Ik herhaal mijn vraag of de minister nu wel bereid is, in tegenstelling tot drie jaar geleden, om specifiek onderzoek te doen naar het ontstaan van betalingsachterstanden en afsluitingen van energie.

Minister Kamp:

Tja, voorzitter, de heer Jansen laat mij naar de Kamer komen en zegt dat er een stijging is van het aantal afsluitingen, terwijl dus blijkt dat er een forse daling is. Vervolgens suggereert hij dat er een relatie is met bezuiniging op de schuldhulpverlening, terwijl er 110 mln. extra aan de schuldhulpverlening is toegevoegd. Nu zegt hij dat bedrijven niet tijdig melden bij de gemeente dat er sprake is van een afsluiting. In 2010 bleek uit een evaluatie dat inderdaad in een aantal gevallen er niet tijdig gemeld werd door een energiebedrijf aan de schuldhulpverlening dat er een afsluiting dreigde. Daarna is er een aanpassing gekomen. Inmiddels zijn er geen signalen meer, noch van ConsuWijzer, noch van Energie-Nederland, noch van de NMa dat er sprake zou zijn van een structureel probleem wat betreft het niet melden van dreigende afsluitingen. Dus ook wat dat betreft denk ik dat de heer Jansen de plank mis slaat.

De heer Paulus Jansen (SP):

Voorzitter. De minister doet mij denken aan de minister van I en M. Bij het debat over de 130 km/u zei zij dat haar cijfers klopten en die van ons niet. Inmiddels is ze voor de zoveelste keer teruggefloten door externe deskundigen, die zeggen dat het anders ligt. Ik heb mijn cijfers duidelijk gemaakt. Liander zegt dat het aantal afsluitingen dat zij uitvoeren in een jaar tijd is gestegen van 6000 naar 10.000. Ik hoor de minister dat niet ontkennen. Ik daag hem uit om duidelijk te maken waar hij zijn cijfers vandaan haalt.

Ten slotte. De SP-fractie is van mening dat het afsluiten van energie een indicatie is dat een gezin in de problemen zit. 10% van de gezinnen in Nederland heeft problematische schulden. Wat gaat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid daaraan doen?

Minister Kamp:

De cijfers worden door het ministerie van EL&I verzameld. Wij weten precies op het geval nauwkeurig wat er in 2009, in 2010 en in 2011 is gebeurd. Ik heb het verloop tussen 2009 en 2011 gegeven.

Natuurlijk zijn er in Nederland gezinnen in de problemen. Van alle afsluitingen vindt echter slechts 20% in de winter plaats. Bovendien wordt er niet afgesloten als het vriest.

Over de armoede in Nederland in algemene zin kunnen wij vaststellen dat in de jaren negentig nog 15% van de mensen lage inkomens had, maar dat dit percentage inmiddels met de helft is teruggelopen.

De heer Samsom (PvdA):

Volgens mij moeten wij niet verzanden in gekibbel over cijfers. Er is een probleem, althans dat lijkt er te zijn. De energievoorziening van gezinnen wordt namelijk afgesloten zonder dat de gemeente tijdig wordt geïnformeerd. De minister zegt dat hij daar geen signalen over heeft gekregen. Een woordvoerder van de gemeente Amsterdam verklaart echter letterlijk voor de camera dat hij te weinig en te laat wordt geïnformeerd. Dat lijkt mij een signaal. Wij hadden afgesproken dat dit niet ging gebeuren. Volgens mij zijn de minister en ik het daarover eens. Is de minister bereid om naar aanleiding van dit signaal te checken of de informatie nog steeds klopt en of de regeling die is gemaakt met medewerking van de Kamer nog steeds wordt uitgevoerd?

De voorzitter:

De tijd voor uw interruptie is om, mijnheer Samsom.

Mag het een beetje rustiger in de zaal? Als mensen nog moeten overleggen, moeten zij dat even buiten de zaal doen.

Minister Kamp:

Ik ben altijd bereid om informatie te checken. Dat heb ik natuurlijk ook gedaan voordat ik hiernaartoe kwam.

Voor de afsluitingen is afgesproken dat de schuldhulpverlening geïnformeerd wordt, als er een afsluiting dreigt. In 2010 kwamen wij erachter dat dit mogelijk in een aantal gevallen niet gebeurde. Vervolgens is dit verbeterd. Als er 23.000 afsluitingen per jaar zijn, zal er vast hier en daar wel wat verkeerd gaan. Het is echter de vraag of er een structureel probleem is en dat is niet het geval. Zowel ConsuWijzer, Energie-Nederland als de Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit beschikt niet over aanwijzingen daarvoor.

De heer Klaver (GroenLinks):

De mensen die in betalingsproblemen komen en van wie de energievoorziening wordt afgesloten, zijn vaak degenen die in oude huizen en dan vooral huurhuizen wonen. Welke mogelijkheden ziet de minister om woningbouwcorporaties aan te spreken op hun verantwoordelijkheid om die huizen beter te isoleren? Dat scheelt voor de energierekening en in het licht van de dreigende banencrisis zou dit ook nog erg goed zijn voor de werkgelegenheid.

Minister Kamp:

Dit lijkt mij niet het gepaste moment om met de Kamer in discussie te gaan over het isoleren van huurwoningen. Ik denk daarom dat ik niet op een zinnige wijze op deze vraag kan reageren. Als iemand in de problemen komt, kan ik zeggen dat alleen al het contact opnemen met schuldhulpverlening voldoende is om de afsluiting van de energievoorziening te stoppen. Het enige wat je daarna moet doen, is ervoor zorgen dat je voldoet aan de nieuwe, lopende verplichtingen.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat het volgende lid zich heeft afgemeld:

mevrouw Smits, de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Ingekomen is een beschikking van de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal inzake aanwijzing van het Eerste Kamerlid Klever tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Popken in de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa.

Ik stel voor, deze beschikking voor kennisgeving aan te nemen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Naar boven