5 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Gesthuizen, Ormel en Smits, voor de gehele week.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden motie-Lucas (31288, nr. 214), de aangehouden motie-Elias (28760, nr. 27), de aangehouden motie-Schouw (33000-VII, nr. 98) en de brief van de vaste commissie voor Europese Zaken inzake het EU-voorstel Europees Globaliseringsfonds 2014–2020 (33105, nr. 2).

Op verzoek van de aanvrager stel ik voor om het dertigledendebat over de uitspraak van de minister van I en M dat ze de stakingen in het ov een "schande" vindt, van de lijst af te voeren.

Op verzoek van het lid Kooiman stel ik voor, haar motie (33000-VI, nr. 9) opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Ik stel voor, aan de agenda toe te voegen het VAO Mestvisie, met als eerste spreker het lid Van Gerven.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de D66-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Van der Ham tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Pechtold.

Ik verzoek de leden om tijdens de regeling van werkzaamheden direct te zeggen wat zij wensen. Het woord is aan mevrouw Wolbert.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Voorzitter. Vorige week bleek uit een inspectierapport dat elf van de onderzochte instellingen na het debat over Brandon nog steeds onder de maat presteren. Het gaat hierbij over heel ingewikkelde cliënten. We moeten nu concluderen dat zij in de helft van de instellingen niet goed verzorgd worden. De staatssecretaris heeft daarop gereageerd en zei dat hij blij was met de resultaten van het inspectieonderzoek. De Partij van de Arbeid is er zeker niet blij mee. Ik vraag daarom een dertigledendebat aan.

Mevrouw Venrooy-van Ark (VVD):

De VVD vindt dit een ontzettend belangrijk onderwerp. Om die reden hebben wij eerder al een debat aangevraagd over de situatie van verstandelijk gehandicapten in instellingen. Dat debat is echter afgevoerd van de plenaire agenda in verband met de behandeling van het wetsvoorstel zorg en dwang in het begin van 2012. Het kan nog wel even duren voordat een dertigledendebat gevoerd wordt. Ik stel daarom aan mevrouw Wolbert voor om deze brief en dit inspectierapport te betrekken bij de behandeling van het wetsvoorstel. Ik vraag mevrouw Wolbert om een verzoek in te dienen om dit spoedig, aan het begin van 2012, te behandelen.

Mevrouw Dille (PVV):

De PVV-fractie steunt het voorstel van de collega van de VVD.

Mevrouw Leijten (SP):

We moeten hierover het debat voeren, wat mij betreft zo snel mogelijk. Dit kan gebeuren tijdens de behandeling van het wetsvoorstel en ook in een dertigledendebat. Ik laat het aan mevrouw Wolbert over om daarover te beslissen, want met haar fractie heeft zij natuurlijk al 30 leden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook ik steun het voorstel, maar ik geef mee dat het ook in een algemeen overleg zou kunnen, als dat sneller is.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Voor mij geldt hetzelfde als wat mevrouw Voortman van GroenLinks net zei.

De voorzitter:

Mevrouw Venrooy wijst op de behandeling van een wetsvoorstel, begin januari.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Ik heb dat zelf natuurlijk ook overwogen, maar tijdens zo'n behandeling van een wetsvoorstel kijk je ook wat je eraan kunt veranderen en ben je minder gericht op het inspectietoezicht en de acute situatie op dit moment. Ik vind zo'n behandeling daarvoor niet zo geschikt. Ik voel wel voor de suggestie om aan te sturen op een spoed-AO, maar dan wel vóór de behandeling van het wetsvoorstel.

De voorzitter:

U kunt dit afhandelen tijdens een procedurevergadering met de commissie.

Het woord is aan mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Vrijdag werd bekend dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil dat huisartsen onderling gaan concurreren. Zij heeft daarover een advies gevraagd aan de Nederlandse Zorgautoriteit. Ik wil hierover een debat voeren met de minister, omdat dit een hele aardverschuiving betekent voor onze gezondheidszorg.

De heer Mulder (VVD):

Dit onderwerp kan prima worden besproken tijdens het algemeen overleg over het zorglandschap dat wij binnenkort voeren.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij willen dit onderwerp niet onder een ander debat schuiven. De minister roept continu dingen over de huisartsenzorg. Daarom steunen wij het verzoek van mevrouw Leijten.

Mevrouw Kuiken (PvdA):

Concurrentie en eigen betalingen zijn zaken waarmee wij de huisartsenzorg potentieel kapotmaken. Daarom steunt mijn fractie het verzoek om een debat.

Mevrouw Dijkstra (D66):

Wat mij betreft kunnen we dit onderwerp betrekken bij het debat over het zorglandschap.

Mevrouw Sterk (CDA):

De CDA-fractie sluit zich aan bij de VVD-fractie.

De voorzitter:

Ik constateer dat u niet de benodigde meerderheid hebt om het debat aan te vragen, mevrouw Leijten.

Mevrouw Leijten (SP):

Dan maak ik er een verzoek om een dertigledendebat van. Ik ben het eens met het argument van mevrouw Voortman: het gaat over de huisartsenzorg. Er wordt continu van alles over geroepen. Ik wil daarover graag een apart debat voeren.

De voorzitter:

U hebt de steun van 30 leden. Ik zal het op de lijst opnemen. De spreektijd bedraagt drie minuten per fractie.

Het woord is aan de heer Cohen.

De heer Cohen (PvdA):

Voorzitter. Vandaag verscheen een gezamenlijk rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau en het CBS, waarin staat dat de armoede dit jaar en volgend jaar aanzienlijk toeneemt. Vooral kinderen, eenoudergezinnen, alleenstaanden en mensen met een bijstandsuitkering krijgen het moeilijk. Dit zijn grotendeels dezelfde mensen als de mensen die te maken krijgen met de stapeling van bezuinigingen van het kabinet. Het SCP heeft het kabinet in haar recent verschenen rapport over de sociale staat van Nederland hiervoor al gewaarschuwd. Ik wil graag een reactie van het kabinet op dit rapport over de toename van de armoede in Nederland. Ik ontvang dit graag voor morgenochtend 10.00 uur, zodat we deze reactie nog kunnen betrekken bij het debat over de sociale staat van Nederland. Ook wil ik graag voor morgenochtend 10.00 uur een reactie ontvangen van het kabinet op het rapport dat we eerder al hebben toegevoegd aan het debat, namelijk het rapport dat Nicis Institute en Ecorys in opdracht van de G32 maakten over de stapelingseffecten van de bezuinigingen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Onze fractievoorzitter heeft het debat van morgen aangevraagd, dus wij steunen dit verzoek volledig. Het is echt belangrijk dat de brief voor 10.00 uur aanwezig is, want dan kunnen we die bij het debat betrekken.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Steun van D66 voor dit verzoek.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Arib.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Op uitnodiging van de As-Soennah moskee in Den Haag komt volgende week een zeer omstreden imam, Mohammed al-Maghraoui, naar Nederland voor een conferentie over standvastigheid en verleiding. Deze imam is zo omstreden omdat hij eerder in Marokko een fatwa heeft uitgevaardigd waarin hij opriep tot het trouwen met negenjarige meisjes. Ik heb al schriftelijke vragen gesteld, maar ik wil heel graag op korte termijn ook een debat hierover voeren.

Mevrouw Van Nieuwenhuizen-Wijbenga (VVD):

Voorzitter. Ik ben het niet altijd eens met mevrouw Arib, maar in dezen steun ik haar volledig. Er is echter wel enige haast bij geboden als we nog iets willen ondernemen. Ik vraag me daarom af wat wijsheid is: een spoed-AO, een debat of een andere vorm. Maar in ieder geval steun ik het punt dat we hierover zo snel mogelijk moeten spreken.

De heer Schouw (D66):

Voorzitter. Ik wil een brief hierover vragen van het kabinet, die voor de regeling van werkzaamheden van morgen bij ons moet zijn. Aan de hand van die brief kunnen we bekijken of we al dan niet in gesprek gaan met de regering over dit onderwerp.

De heer Van Klaveren (PVV):

Steun voor dit verzoek. Wat mijn fractie betreft spreken we hierover nog voordat deze pedo-imam voet op Nederlandse bodem zet.

De heer Dibi (GroenLinks):

Voorzitter. Ik had al een verzoek om een brief aangemeld voor de regeling van werkzaamheden. Ik sluit mij daarom aan bij het verzoek van de heer Schouw voor een brief van het kabinet voor de regeling van morgen. In die brief moeten dan alle opties staan die het kabinet voor zich ziet.

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter. Ik sluit mij aan bij die laatste woorden. Graag voor morgen een brief.

Mevrouw Sterk (CDA):

Voorzitter. Wij sluiten ons aan bij de opmerkingen van de VVD.

De voorzitter:

Mevrouw Arib, u hebt steun.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ja, voorzitter. Natuurlijk is het belangrijk dat er een brief komt, het liefst morgen al. Ik wil dan echter ook morgen het antwoord op mijn schriftelijke vragen ontvangen. Daarna graag zo snel mogelijk een debat.

De voorzitter:

U hebt steun van een ruime meerderheid voor een brief. Daarna komt u terug om aan te geven of …

Mevrouw Arib (PvdA):

Dan kom ik morgen erop terug, voorzitter.

De voorzitter:

Prima. Aldus besloten. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Monasch.

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. Namens de PvdA-fractie verzoek ik om de stemmingen over de Wp 2000 één week uit te stellen, omdat wij bezig zijn met een amendement dat in verband met de contacten tussen het Bureau Wetgeving en het ministerie wat langer op zich laat wachten dan gehoopt. Vandaar ons verzoek om het één week later te mogen inbrengen bij de stemmingen.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. Door het geroezemoes in de zaal kon ik het niet goed verstaan, maar ik begrijp dat het gaat om uitstel van één week?

De heer Monasch (PvdA):

Ja, vanwege een amendement.

De heer Aptroot (VVD):

Daar werken wij altijd aan mee. Als we volgende week dan maar wel kunnen stemmen.

De heer Monasch (PvdA):

Ja.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Steun voor uitstel.

De voorzitter:

De stemmingen over de Wp 2000 (32376) worden uitgesteld tot volgende week.

Het woord is aan de heer Koolmees.

De heer Koolmees (D66):

Voorzitter. Aanstaande donderdag is er een Europese top in Brussel over de schuldencrisis. Morgenavond voeren wij daarover een debat met de minister-president. Als we de kranten mogen geloven, sturen mevrouw Merkel en de heer Sarkozy vandaag hun plannen naar de Europese regeringen. Ik heb twee verzoeken. Ten eerste vraag ik het kabinet om de plannen van Merkel en Sarkozy naar de Tweede Kamer te sturen. Ten tweede vraag ik het kabinet ook om ons voor het debat van morgenavond een inhoudelijke reactie op deze plannen te sturen.

De heer Plasterk (PvdA):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Koolmees. Ik wil er het volgende aan toevoegen. Als er al enig beeld is van het tijdpad, zie ik dat graag toegelicht in de gevraagde reactie.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Ook de CDA-fractie steunt het verzoek van de heer Koolmees. Mijn vraag daarbij is of de brief voor morgenmiddag 14.00 uur verzonden kan worden aan de Kamer.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ook steun. Wel ontvang ik de brief die aan de minister-president is gestuurd, liever eerder dan 14.00 uur zodat we de informatie al kunnen bestuderen.

De voorzitter:

Noemt u maar een tijdstip.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ik stel voor dat we de brief van Sarkozy en Merkel aan de minister-president voor morgenochtend 9.00 uur krijgen en de reactie van het kabinet voor 14.00 uur.

De voorzitter:

Zo spoedig mogelijk dus.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek en voor de tijdstippen die de heer Van Dijck noemde.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat geldt ook voor de fractie van GroenLinks.

De heer Dijkhoff (VVD):

Steun voor het verzoek. Hopelijk is de brief van Merkel en Sarkozy er ook vroeg.

De voorzitter:

Mijnheer Koolmees, u hebt voldoende steun. Ik zal het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Van Bemmel.

De heer Van Bemmel (PVV):

Voorzitter. Vanochtend was er een inval van de NMa bij alle telecombedrijven. Ons eigen PVV-onderzoek was een zeer belangrijke drijfveer om de NMa hiertoe te laten besluiten. Alle voortekenen wijzen op een ernstige situatie. En let op, het gaat niet over niets; het gaat over de portemonnee van miljoenen mensen, jong en oud. Ik vraag dan ook een debat aan, nog deze week te houden en voorafgegaan door een brief van de regering. Ook verzoek ik de minister bij dezen om in afwachting van dit debat nog geen onomkeerbare stappen te zetten inzake de geplande veiling.

De heer Van Dam (PvdA):

Ik begin met complimenten aan de heer Van Bemmel, want zijn onderzoek heeft veel losgemaakt en dat zou ten gunste van de consument kunnen zijn. Complimenten daarvoor.

De heer Van Bemmel vraagt om een debat. Ik kijk ook even naar u, voorzitter, want het is lastig om te debatteren over een zaak die loopt bij de NMa. We hebben hier echter veel gedebatteerd over de aanstaande veiling van mobiele frequenties, waarbij de drie bedrijven waarbij vandaag invallen zijn gedaan, uiteraard betrokken zijn. Ik vind het wel interessant om van de minister te horen of deze bedrijven bijvoorbeeld uitgesloten kunnen worden van de veiling, of dat er nadere voorwaarden aan hen gesteld kunnen worden. We moeten echter wel goed afspreken waar het debat over gaat, want het is ingewikkeld om te debatteren over een lopend onderzoek door de NMa.

De heer Verhoeven (D66):

Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Van Dam. Ook ik complimenteer de PVV en de heer Van Bemmel met het onderzoek. Het is hartstikke goed en het leidt ergens toe, dus dat mag ook wel eens gezegd worden. Het lijkt mij goed om snel een debat te voeren en om van tevoren een brief te ontvangen met in ieder geval de informatie die vanavond op televisie bekend wordt gemaakt over de verklaringen, zodat daar duidelijkheid over is. We moeten inderdaad goed nadenken over wat we wel en niet kunnen bespreken tijdens het debat, maar dat het debat er moet komen, dat steunen wij.

De heer Koppejan (CDA):

Ook ik sluit me aan bij de complimenten. Ik steun ook het verzoek om een debat, maar het moet wel duidelijk zijn waar dat precies over gaat. Er dient dus een brief van de minister aan vooraf te gaan.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Wij sluiten ons aan bij de woorden van de heren Van Dam en Verhoeven.

Mevrouw Schaart (VVD):

Wij sluiten ons ook aan bij de opmerking van de heer Van Dam.

De heer Irrgang (SP):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Van Bemmel, u hebt ruime steun. Een aantal leden wil een brief, dus ik zal het stenogram doorgeleiden. Het probleem is echter dat we een volle agenda hebben. Als de Kamer persisteert in een plenair debat, dan kan dat. Een Kamermeerderheid beslist over het moment, maar het is misschien ook een idee om hier een algemeen overleg over te houden.

De heer Van Bemmel (PVV):

Ik vind het een te belangrijk onderwerp om in een AO te behandelen. Ik wil het echter wel heel snel, omdat er ook andere zaken lopen. We moeten erover gesproken hebben voordat de voorwaarden voor de veiling worden vastgesteld.

De voorzitter:

Dan moet u maar even de koppen bij elkaar steken om te beslissen wat er dan van de agenda af moet, want dat vindt u ook allemaal belangrijk.

De heer Verhoeven (D66):

Eens. Er zijn twee smaken: of we vragen de minister om de veiling uit te stellen totdat er duidelijkheid is, of we debatteren er snel over. Dat laatste heeft mijn voorkeur. En dan moeten we inderdaad maar bekijken wat eraf kan.

De voorzitter:

Ja, dat moeten we dan samen bekijken. We gaan naar een moment zoeken. Ik zal het stenogram doorgeleiden.

Het woord is aan de heer Biskop.

De heer Biskop (CDA):

Voorzitter. Namens de CDA-fractie vraag ik uitstel van de stemming over de moties die zijn ingediend bij de behandeling van de begroting van OCW (33000-VIII).

De heer Van der Ham (D66):

Ik zou graag willen weten waarom.

De heer Biskop (CDA):

Omdat een aantal moties betrekking heeft op het beleid van het ministerie van EL&I. Dat is vanmiddag aan de orde. Wij willen graag eerst het debat van vanmiddag voeren en daarna pas stemmen.

De heer Van der Ham (D66):

Ik stel voor om nu niet te stemmen over de moties die aan de begroting van EL&I raken en wel over alle andere moties. Volgens mij kan dat gewoon.

De heer Çelik (PvdA):

Als de collega's van het CDA meer tijd nodig hebben, kunnen wij niet tegen uitstel zijn. Wij steunen dus het verzoek.

De heer Beertema (PVV):

Steun voor het verzoek.

De heer Klaver (GroenLinks):

Als de CDA-fractie uitstel wil, kunnen wij daarmee leven. Wel vraag ik mij af waarom het niet mogelijk is om alleen uitstel te vragen van de stemming over de moties waarover moet worden overlegd.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie):

Steun voor het verzoek van de heer Biskop.

De heer Elias (VVD):

Steun, omdat het goed gebruik is.

De voorzitter:

Mijnheer Biskop, u hebt voldoende steun. Wij zullen de stemming afvoeren van de lijst en uitstellen tot volgende week dinsdag.

Het woord is aan de heer Recourt.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. In het weekblad Elsevier en op omroep HUMAN is bericht over het verzoek van een minister, minister Verhagen, om een parlementariër, de heer Wilders, af te luisteren en te bespioneren. Dat is ongelooflijk ernstig, want dit raakt de democratie in het hart. Ik stel voor om dit onderwerp te betrekken bij het algemeen overleg over de AIVD dat donderdag plaatsvindt, om daarbij minister Verhagen uit te nodigen en om voorafgaand een brief te vragen aan zowel minister Donner als minister Verhagen.

De heer Elissen (PVV):

In elk geval steunen wij het verzoek om een brief. Wij vinden het prima om dit bij het AO van aanstaande donderdag te betrekken.

Mevrouw Hennis-Plasschaert (VVD):

Ook de VVD steunt het verzoek om een brief en wij vinden het goed om dit onderwerp te betrekken bij het AO dat donderdag om 10.00 uur zal plaatsvinden. Het lijkt me niet nodig om minister Verhagen uit te nodigen. Hij is niet verantwoordelijk. Minister Donner is hiervoor verantwoordelijk en moet hierover verantwoording afleggen.

De heer Çörüz (CDA):

De CDA-fractie sluit zich daarbij aan.

De heer Van Raak (SP):

Steun voor het verzoek.

De heer Dibi (GroenLinks):

Uitdrukkelijk steun voor de aanwezigheid van minister Verhagen bij het debat. Hij zit nu weliswaar op een andere post, maar is wel minister geweest in het vorige kabinet. Ook steunen wij het verzoek om een brief.

De heer Pechtold (D66):

Ik vind het een uiterst ernstige zaak als dit waar blijkt te zijn. Ik betwijfel of dit zomaar erbij kan worden behandeld in een AO. Naast het verzoek van de heer Recourt wil ik in de brief in ieder geval een feitenrelaas van wat er precies is gebeurd. Daarnaast wil ik een bevestiging van het kabinet hebben hoe de omgangsvormen zijn als Kamerleden onderwerp van onderzoek worden van de AIVD of andere veiligheidsdiensten. Ik wil de procedure daarvoor in die brief behandeld hebben. Tot slot zou ik naar aanleiding van de brief pas willen bezien of dit niet in een apart dertigledendebat, als het aan mij ligt met minister Verhagen, moet worden behandeld.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Collega Pechtold verwoordt exact waar mijn fractie behoefte aan heeft. Wij steunen het verzoek van de heer Recourt en de aanvulling van de heer Pechtold.

De heer Van der Staaij (SGP):

Wat de heer Pechtold naar voren bracht, is volgens mij een krachtige onderstreping van de agenda van dat algemeen overleg. Ook een zaak als de manier waarop moet worden omgegaan met onderzoek naar politieke ambtsdragers, staat namelijk op die agenda. Wij vinden het goed om daarnaast nog een brief hierover te krijgen. Wel willen wij spreken met de minister van Binnenlandse Zaken, die hiervoor verantwoordelijk is, en niet met andere ministers die in een andere hoedanigheid in het verleden een rol zouden hebben gespeeld. Dat vinden wij niet passen. Wij moeten de minister aanspreken op de verantwoordelijkheid van het kabinet en die van zijn ambtsvoorganger.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Ik ben het eens met hetgeen de heer Van der Staaij heeft gezegd. Wij willen ook een brief en vinden het goed om dit onderwerp bij het AO te betrekken, maar wij willen wel met de verantwoordelijke minister spreken, in dit geval de minister van Binnenlandse Zaken.

De heer Elissen (PVV):

Wat ons betreft wordt de brief aan de agenda van het AO toegevoegd. Wij hebben geen behoefte aan de aanwezigheid van minister Verhagen.

De voorzitter:

De commissie gaat over de aanwezigheid van bewindslieden in een algemeen overleg. Daarover doet de Kamer geen uitspraak.

De heer Recourt (PvdA):

Voorzitter. Ik zal de commissie alsnog het verzoek doen. De Kamer beluisterend, houd ik mijn hart vast. Ik vind dat heel treurig, waarbij ik met name naar de PVV kijk. Voor het overige stel ik vast dat er een meerderheid is om dit onderwerp voor donderdag te agenderen met voorafgaand een brief van beide bewindspersonen. En daar is volgens mij ook een meerderheid voor.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik vind dat wij eerst de brief moeten zien. Ik vraag niet voor niets om een feitenrelaas in de brief. Pas daarna kunnen wij beoordelen of het in het AO thuishoort en of de minister die gevraagd kan worden naar zijn handelen in een eerdere functie, hierbij aanwezig moet zijn. Ik zou de brief, inclusief feitenrelaas, willen afwachten voordat wij een besluit nemen.

De voorzitter:

Dat is misschien impliciet door de heer Recourt gezegd. Als er een brief gevraagd wordt, is de commissie of de heer Recourt aan zet om een algemeen overleg, een dertigledendebat of een gewoon debat aan te vragen. Dat is nog geen besluit dat wij hier vandaag nemen.

De heer Pechtold (D66):

Klopt, maar als de brief gewoon ruim voor het AO verschijnt en wij ook nog een regeling hebben, dan kunnen wij dat vaststellen.

De voorzitter:

Prima.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik maak een aanvullende opmerking. Als de brief er voor de regeling van morgen is, kunnen wij op dat moment zo nodig een plenair debat aanvragen.

De voorzitter:

U was ons een slag voor, mijnheer Dibi, maar dank voor uw steun. Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet, met het verzoek de brief te sturen vóór de regeling van morgen.

Het woord is aan mevrouw Kooiman.

Mevrouw Kooiman (SP):

Voorzitter. Ik sta hier omdat verloskundigen in het land terecht alarm slaan. Overal in het land sluiten afdelingen verloskundige zorg in ziekenhuizen hun deuren. Ik noem Oss, Meppel en Almelo. EenVandaag zal vanavond berichten over Dokkum. Als SP willen wij geen snelwegbaby's. Wij willen goede en bereikbare zorg. Ik vraag daarom graag een debat aan met de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De heer Mulder (VVD):

Voorzitter. Binnenkort hebben wij een algemeen overleg over het zorglandschap. Daar past dit onderwerp prima in. In dat AO gaat het over de ziekenhuizen en hun taken.

Mevrouw Dille (PVV):

Steun van de PVV voor het dertigledendebat. Ik geef wel de mogelijkheid van een spoed-AO in overweging, want anders komen wij niet voor het paasreces aan het debat toe.

De voorzitter:

Mevrouw Kooiman vroeg een gewoon debat. Ik neem aan dat u dat ook steunt.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Het algemeen overleg over het zorglandschap kan zo langzamerhand een hele dag duren. Wij steunen het verzoek van mevrouw Kooiman.

Mevrouw Arib (PvdA):

Voorzitter. Op de lijst staat een door mij aangevraagd debat over 7x24 uur verloskundige zorg. Dat gaat hier ook over. Wij kunnen het in elkaar schuiven. Wij kunnen een spoed-AO houden, maar het is hetzelfde onderwerp.

Mevrouw Smilde (CDA):

Eerst maar eens een brief met een toelichting van de minister.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden. Volgens mijn telling heeft mevrouw Kooiman een meerderheid voor haar verzoek.

Mevrouw Kooiman (SP):

Dat klopt. Er is spoed bij dat debat. Daarom doe ik de suggestie om het te betrekken bij het debat dat mevrouw Arib heeft aangevraagd en het snel te plannen in een AO.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Albayrak.

Mevrouw Albayrak (PvdA):

Voorzitter. Afgelopen zondag waren er parlementsverkiezingen in Rusland. Die zijn gepaard gegaan met grote misstanden, grootschalige stembusfraude, maar ook cyberattacks op de websites van verkiezingswaarnemers. De OVSE, die de verkiezingen heeft gemonitord, is tot het oordeel gekomen dat er misstanden waren. Zij heeft grote zorgen geuit, net als Hillary Clinton uit de Verenigde Staten. In Europa is lady Ashton, maar ook de Nederlandse regering oorverdovend stil.

Ik vraag via u, voorzitter, de minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken om hun oordeel te geven over de verkiezingen in Rusland. Ik vraag hun om een reactie op het OVSE-rapport over de verkiezingen en om een oordeel over het uitblijven van een gezamenlijke reactie van de Europese Unie bij monde van lady Ashton. Ik vraag de regering om in die brief aan te geven hoe zij acties gaat ondernemen naar aanleiding van het OVSE-rapport en richting de Europese Unie om ervoor te zorgen dat er een gemeenschappelijke verklaring komt.

De voorzitter:

We zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een dertigledendebat aanvragen, dat wordt voorafgegaan door een brief van de minister van Veiligheid en Justitie over het feit dat het politiekorps Twente adviezen heeft verstrekt aan het politiekorps Utrecht, die deze vervolgens in de wind slaat met als resultaat acht gewonde politiemensen, rellen in Utrecht en twee politiemensen die genoodzaakt zijn om uit noodweer te schieten.

De heer Çörüz (CDA):

Voorzitter. Het lijkt mij heel goed om na te gaan hoe dit zo uit de hand heeft kunnen lopen. Ik wil dat in die brief ook wordt aangegeven wat de voetbalclubs zelf hebben gedaan, met name ten aanzien van de veiligheid en het daadwerkelijk handhaven van stadionverboden.

De heer De Liefde (VVD):

Steun voor een debat. Wel willen wij het debat verbreden naar het gebruik van de Voetbalwet. Dit is een specifiek voorbeeld en we willen graag weten hoe burgemeesters meer gebruik kunnen maken van de Voetbalwet.

De heer Slob (ChristenUnie):

Voorzitter. Steun voor het debat en in de brief willen wij ook graag het kostenverhaal meegenomen zien. Wat heeft dit allemaal gekost het afgelopen weekend?

Mevrouw Berndsen (D66):

Voorzitter. Wij willen in ieder geval een brief hebben van het kabinet over de gang van zaken. Naar aanleiding daarvan kunnen we dan kijken of er een apart debat moet komen.

De heer Van Raak (SP):

Een brief en een debat, dat is allemaal goed. De burgemeesters hebben allemaal bevoegdheden gekregen in verband met de Voetbalwet. Zijn die in dit geval ook gebruikt?

De heer Marcouch (PvdA):

Ook wij willen een brief. Een debat vinden wij prima en wat mij betreft gaat dat over het voetbalgeweld en de kwaliteit van de toepassing van de Voetbalwet daarbij.

De voorzitter:

Dan zullen we het stenogram doorgeleiden en het debat gaan plannen, mijnheer Brinkman. U vraagt een dertigledendebat, maar u hebt veel steun. De spreektijd zal drie minuten per fractie bedragen.

Naar boven