3 Vragenuur

Vragen van het lid Monasch aan de minister van Infrastructuur en Milieu over de uitspraken van de burgemeesters van Den Haag en Rotterdam "Kabinet vraagt het onmogelijke met bezuiniging op ov in steden".

De heer Monasch (PvdA):

Voorzitter. De vakbonden, de oppositiepartijen en gelukkig ook VVD-wethouders en burgemeesters van VVD-huize geven het niet op. Afgelopen vrijdag stond in de Volkskrant een oproep van onder meer VVD-burgemeester Van Aartsen van Den Haag. Het is misschien goed om drie citaten voor te lezen en de reactie van de minister van VVD-huize daarop te horen. Het eerste citaat is: "Het kabinet bezuinigt te veel op het openbaar vervoer in en rondom de grote steden. (…) Het kabinet vraagt (…) het onmogelijke. De burgemeesters menen dat dit slecht is voor de economische ontwikkeling van de Randstad. Burgemeester Van Aartsen zegt: "We willen niet massaal en lang in de auto zitten en uitlaatgassen uitstoten. De forse bezuiniging is echt heel ernstig." Hij betwijfelt zeer of de aanbesteding iets oplevert. Hij betwijfelt het nut, want "anders dan de minister geloof ik niet dat het openbaar vervoer daar 120 miljoen euro goedkoper van wordt."

Is de minister na deze kritiek van de burgemeesters van twee grote steden in onze land, die afhankelijk zijn van openbaar vervoer, bereid om haar bezuinigingen en haar privatiseringsagenda te herzien en te investeren in het openbaar vervoer in de drie steden?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Dit geeft mij een déjà vu-gevoel, want wij hebben hierover op 28 november een debat gevoerd. Ik ga echter graag in op de vervolgvragen naar aanleiding van dat debat. Ik ben niet bereid om het beleid los te laten. Dat hebben wij ook onlangs in de Kamer bevestigd.

Ik heb het artikel gelezen, omdat ik begreep dat daarover vragen zouden worden gesteld. Ik las daarin onder andere dat de burgemeesters zeggen dat er 120 mln. wordt bezuinigd. Zij hadden echter kunnen weten dat wij al ongeveer een halfjaar geleden hebben besloten om dit terug te brengen naar 97 mln. Zij lijken niet meer op de hoogte van de meest actuele stand van zaken.

Hetzelfde geldt voor de discussies met de wethouders die toch onlangs brieven hebben gestuurd waarin zij schrijven dat zij zullen meewerken aan de aanbesteding en die ook zullen realiseren.

Voor mij is er politiek geen ander moment gekomen naar aanleiding van dit interview.

De heer Monasch (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. De minister is horende doof en ziende blind. VVD-wethouder Wiebes in Amsterdam zegt nog steeds dat deze bezuiniging meer kapot maakt dan ze oplevert. Er worden hier om de hoek in Den Haag, in Amsterdam en in Rotterdam nieuwe stationterminals gebouwd om mensen met het openbaar vervoer naar deze steden te brengen en weer terug naar die stations. En wat zegt de minister? Ga maar lopen, ga maar langer wachten! Dit staat haaks op het beleid om te investeren in het openbaar vervoer.

Hoe kan de minister nu zeggen dat men bezig is met de aanbestedingen? Hoe kan zij zeggen dat men niet op de hoogte is, omdat men 20 mln. anders benoemt? Hoe kan de minister dat nu zeggen, terwijl de grote oproep is: minister, investeer in het openbaar vervoer? Haar voornemen is slecht voor het economisch belang van de Randstad, het is slecht voor het milieu van de Randstad, het is slecht voor de tarieven. Hoe kan zij dit volhouden als prominente mensen, ook van haar eigen partij, vakbonden en vele andere partijen, inclusief de fractie van de PVV in dit huis, zeggen: doe het niet? Hoe kan zij dit nu volhouden?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

De heer Monasch stelt aanvullend de vraag hoe ik aankijk tegen de nieuwe terminals in relatie tot de bezuinigingen. Ik ben juist van mening dat de bezuinigingen zullen leiden tot een herontwerp van het netwerk. Dat netwerk zal uiteindelijk leiden tot een betere bediening van de dikke stromen. Dat past heel goed bij de nieuwe terminals die zullen worden aangelegd.

Ik heb nooit ontkend dat het complex en lastig is om deze bezuiniging waar te maken. Dit geldt ook voor de bezuinigingen op allerlei andere beleidsterreinen waarmee wij een bezuiniging van 18 mld. proberen te bereiken. Ik heb echter het vertrouwen dat het mogelijk is. Anders had ik het voorstel ook nooit aan de Kamer voorgelegd.

Ik investeer tegelijkertijd langs andere lijnen in het openbaar vervoer. Ik noem bijvoorbeeld het budget voor Beter benutten dat onlangs is uitgetrokken. In de G3 komt hiervan ongeveer 96,5 mln. terecht. Dat is bijna het bedrag van 97 mln. dat er aan de andere kant met de bezuinigingen wordt weggenomen.

Wij blijven dus investeren in het openbaar vervoer, maar wel daar waar wij denken dat het goed werkt om de reizigers zo goed mogelijk te bedienen.

De heer Monasch (PvdA):

Het gevolg van deze voorstellen is dat wij jaren langer moeten gaan lopen naar de bushalte. Dat is het voorstel van de minister. Het gevolg van deze voorstellen is dat de tarieven in het openbaar vervoer hoger worden. Het gevolg is dat werknemers langer bij de bus- of tramhalte zullen staan voordat het openbaar vervoer er is. Nu wil het feit dat er inhoudelijk geen meerderheid is voor dit onderwerp. Ook de fractie van de PVV zou liever tegen dit voorstel stemmen. Is de minister bereid – ook gelet op de kritiek uit haar eigen partij – om deze kwestie als een vrije kwestie te verklaren? Zij zei vorige week in het debat dat een partij verplicht akkoord gaat. Het lijkt mij niet dat wij zo in een democratie met elkaar moeten omgaan. Is de minister bereid om in het kabinet ervoor te pleiten dat dit een vrije kwestie in de Kamer wordt?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Mijnheer Monasch, ook de VVD heeft in het regeerakkoord ja gezegd tegen een aantal onderwerpen waarmee zij ook liever iets anders had gedaan. Uiteindelijk hebben de leden van het kabinet en de gedoogpartij gezegd: wij staan voor een zware opgave om bezuinigingen te realiseren en een van de onderdelen daarvan is een bezuiniging op het openbaar vervoer in de G3. Zo wordt ook bezuinigd op cultuur, natuur en allerlei andere onderwerpen, zelfs op de wegen. Dit speelt op allerlei plekken een rol. Als een van ons om welke reden dan ook zijn handtekening onder die afspraken weghaalt, gaat dat hele bolwerk onderuit. Ik zou dit zeker niet als een vrije kwestie willen verklaren.

Nogmaals, gelooft u mij, ook al kost dat u moeite. Ik denk en geloof dat de steden dit op een goede manier kunnen invullen en dat dit uiteindelijk kan leiden tot een betere bediening van de reiziger.

De heer Monasch (PvdA):

Deze hele opsomming van de minister – natuur, pgb en openbaar vervoer – bewijst waarin het kabinet goed is: bezuinigen. Maar het kabinet maakt de economie kapot. Dat is ook precies wat de burgemeester van Den Haag zegt: deze bezuinigingen schaden het economisch belang. Het kabinet bezuinigt de economie kapot, het bezuinigt het openbaar vervoer kapot. Ik vraag het daarom: zie af van dit beleid, laat de PVV in deze kwestie vrij stemmen. Ik vraag de PVV om zich niet langer te laten knechten voor dit beleid. Er is namelijk een wereld te winnen door, in plaats van te bezuinigen op, te investeren in het openbaar vervoer.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Dit kabinet investeert heel veel in de economie. Terwijl er in vele andere portefeuilles heel zware keuzes moesten worden gemaakt, is onder andere het MIRT-budget bijna onveranderd gebleven juist, omdat wij denken dat het goed is om te investeren in infrastructuur, zowel weg als spoor. In het programma Beter Benutten kan men zien dat wij ook decentraal investeren, onder andere in ov. Wij vinden het heel belangrijk om te blijven investeren, zodat de economie op gang komt. Dit betekent echter niet dat je niet van een aantal onderwerpen kunt zeggen: dit kan goedkoper, dit kan efficiënter, dus hier kunnen we terecht een korting neerleggen. Zo hebben wij dat gedaan en ik wil daarbij blijven. Ik wil er ook voor zorgen dat de verschillende partijen die hieronder hun handtekening hebben gezet, dat blijven doen.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik zou bijna willen pleiten voor een gehoortest en ogentest voor het gehele kabinet. Bij het vorige onderwerp werd al duidelijk dat het kabinet gewoon maling heeft aan de signalen die uit de samenleving komen. De VVD in de grote steden is in rep en roer, en nu ook weer een burgemeester van de VVD en andere bestuurders. Waarom is dit kabinet er niet voor om deze besluitvorming wat uit te stellen? Ik ben tegen wat hier gebeurt, maar zo kan er nog eens beter worden gekeken naar alle consequenties hiervan. En blijft de minister alleen maar spreken over dat déjà vu-gevoel, ondanks wat er in de samenleving gebeurt? Dit signaal komt van VVD-bestuurders, dus uit onverdachte hoek. Heeft het kabinet er nou gewoon maling aan, of gaat het kabinet ook nog eens luisteren naar deze goede signalen?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Ik heb uitgebreid geluisterd naar de signalen; daarom ben ik ook snel om de tafel gaan zitten met de wethouders die hiervoor verantwoordelijk zijn. Naar aanleiding daarvan heb ik twee besluiten genomen, die ik ook aan deze Kamer heb voorgelegd: ten eerste een jaar uitstel van de aanbesteding, van 2012 naar 2013; ten tweede een korting op de korting die wij aanbrachten, van 120 naar 97 mln. Wij voeren dit debat keer op keer op keer. Wij verschillen gewoon politiekinhoudelijk. Men kan echter niet zeggen dat ik niet heb geluisterd naar de bestuurders. Wij zullen dit uiteindelijk niet ongedaan maken. Dat geldt ook voor vele andere onderwerpen waarvoor dit kabinet moeilijke en lastige keuzes moet maken, maar ik sta daar wel volledig achter.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. De bezuinigingen van deze minister zijn desastreus voor het openbaar vervoer in de drie grote steden. De minister heeft het zelf laten uitrekenen en wat blijkt? Tot 40% minder openbaar vervoer en, daarmee samenhangend, ontslag voor duizenden hardwerkende medewerkers in het openbaar vervoer. Het meest opmerkelijk is dat de PVV die 3000 ontslagen gewoon keihard ontkent. Ik vraag de minister: ontkent zijzelf ook het ontslag van 3000 mensen, of wordt dit een koude sanering?

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Nogmaals, samen met die drie wethouders heb ik drie onderzoeken laten doen. Maar een ervan wordt altijd geciteerd, maar de drie tellen op tot het bedrag dat werkelijk moet worden bezuinigd. Een van de rapporten gaat over mogelijkheden om het netwerk opnieuw in te richten. Als gevolg van die mogelijkheden kun je doorrekenen wat het zou betekenen als er bussen of andere elementen zouden verdwijnen. Niets ligt hiervan vast. De stadsregio's moeten zelf met voorstellen komen voor de invulling ervan; of ze werkelijk minder bussen gaan aanbesteden, of op een andere manier invulling aan die korting geven. Ik kan dus niets zeggen over de personele gevolgen, alleen dat de stadsregio's daaraan zelf invulling moeten geven. Zij krijgen van ons gewoon een korting op de BDU.

De heer Aptroot (VVD):

Het is goed dat de staking in ieder geval voorlopig niet doorgaat. Het is positief dat de bonden zich echt iets aantrekken van de reizigers. Klopt het dat er aan de uitvoering van het beleid, de bezuiniging, wordt gewerkt in de steden? Volgens mijn informatie – de minister is vast beter op de hoogte – is er geen sprake van de kaalslag waar anderen over spraken: er zouden tientallen procenten minder buslijnen en tramlijnen gaan rijden. Er is volgens mij daadwerkelijk heel veel efficiencywinst te behalen met een andere opzet van het openbaar vervoer in de drie grote steden, zoals dat in de rest van het land overal al is gelukt.

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

De drie stadsregio's werken op dit moment inderdaad aan de invulling van de aanbesteding en de bezuiniging. Ik heb hun plannen niet gezien, dus ik kan niet precies zien hoe het uitwerkt. Ze geven wel aan dat het waarschijnlijk gemakkelijker kan worden gerealiseerd dan eerder werd gedacht op basis van de worstcasescenario's. Nogmaals – ik zei dit al tegen de heer Bashir – zij moeten er zelf invulling aan geven; ik kan hun plannen niet zien. Ze hebben zelf de mogelijkheid om keuzes te maken. Wel of niet via personeel. Wel of niet via andere onderdelen van de BDU. Wel of niet kijken naar de efficiency van het management. Wel of niet bezuinigen op de lijnen. Ik zal uiteindelijk wel zien wat de plannen worden.

Naar boven