23 Contractvervoer/Valys/doelgroepenvervoer

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 19 mei 2011 over contractvervoer/Valys/doelgroepenvervoer.

De voorzitter:

Ik hoop dat we dit debat heel snel kunnen doen, anders brengen we de rest van de agenda voor vandaag definitief in de versukkeling.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Ik denk dat ik het heel kort kan houden. We hebben een goed debat gehad over Valys. Ik weet dat mevrouw Klijnsma ook een aantal moties indient waar mijn naam onder staat. Zij zal deze moties vast toelichten. Mijn motie gaat over het recht op inspraak bij leerlingenvervoer.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in tegenstelling tot het openbaar vervoer en bij de Wmo, het recht op inspraak bij leerlingenvervoer niet wettelijk is geregeld;

overwegende dat door belanghebbenden te betrekken bij de aanbesteding, knelpunten tijdig worden gesignaleerd en klachten kunnen worden voorkomen;

overwegende dat dit de kwaliteit van leerlingenvervoer ten goede komt;

verzoekt de regering, recht op inspraak bij leerlingenvervoer wettelijk te regelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Voortman en Klijnsma. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 91 (25847).

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Het is erg jammer dat we in het AO niet tot afspraken zijn gekomen. Het is zo ontzettend logisch om minimale eisen te stellen bij het vervoeren van kwetsbare mensen. Daarom ben ik genoodzaakt drie moties in te dienen. Bij de laatste motie heb ik nog wel een toelichting; wellicht is deze namelijk overbodig.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het strikt onwenselijk is wanneer de kwaliteit van het contractvervoer binnen een regio of concessiegebied onder een bepaald minimumniveau zakt;

verzoekt de regering, in overleg met alle belanghebbenden zoals werkgevers, werknemers en gebruikersorganisaties, een aantal minimumeisen op te stellen die een minimaal niveau van de kwaliteit moeten gaan waarborgen in het contractvervoer en deze minimumeisen voor te leggen aan de Kamer;

verzoekt voorts, na goedkeuring van de Kamer de decentrale overheden te verplichten om deze uiteindelijke minimumeisen op te nemen in hun bestek,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 92 (25847).

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het degelijk vastzetten van rolstoelen en dergelijke in het contractvervoer essentieel is voor het veilig kunnen vervoeren van de inzittenden en daarmee van levensbelang is,

constaterende dat busjes die worden ingezet in het contractvervoer reeds moeten voldoen aan bepaalde eisen qua borgingsmogelijkheden voor rolstoelen en dergelijke;

constaterende dat diezelfde eisen aan (universele) borgingsmogelijkheden niet worden gesteld aan de rolstoelfabrikanten en/of instanties die rolstoelen ter beschikking stellen;

verzoekt de regering om te zorgen dat er redelijke eisen worden gesteld zodat alle rolstoelen voortaan fatsoenlijk kunnen worden vastgezet in busjes in het contractvervoer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 93 (25847).

Mevrouw Leijten (SP):

De derde motie gaat over een onderwerp dat ik niet heb besproken in het AO. Het is eigenlijk ongebruikelijk om daarover dan een motie in te dienen, maar ik hoor vanuit de wandelgangen zorgen over het schrappen van een regiegroep op het ministerie, die overheden adviseert bij aanbestedingen. Wellicht is dat gerucht niet waar, maar om te voorkomen dat we straks worden geconfronteerd met minder kennis voor gemeenten, dien ik wel de motie in.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Regiegroep contractvervoer een belangrijke rol speelt in het verbeteren van de kwaliteit van het contractvervoer met name ook door de brede vertegenwoordiging vanuit gebruikersorganisaties, werkgevers, werknemers en aanbestedende partijen;

overwegende dat eventuele stopzetting van deze regiegroep door de regering zeker niet ten goede zal komen aan de kwaliteit van het contractvervoer;

verzoekt de regering om ook de komende drie jaar de regiegroep te continueren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Leijten. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 94 (25847).

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Voorzitter. Tijdens het debat heb ik aangegeven dat het belangrijk is om de mensen die vanuit de gebruikers adviseren, goed op te leiden en van goede informatie te voorzien. Het project Grip op vervoer geeft deze ruggensteun vorm en is een succes gebleken. Daarom de volgende motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een goed functionerende medezeggenschap in hoge mate bijdraagt aan verbetering van de kwaliteit van het doelgroepenvervoer;

overwegende dat de Kamer eerder de motie-Venrooy-van Ark/Azmani heeft aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om te komen met een beleidsvisie op onafhankelijke cliëntenondersteuning, gericht op participatie in brede zin voor de doelgroepen AWBZ, Wajong, WSW en Wmo;

overwegende dat het project Grip op vervoer een succes is en bijdraagt aan een sterkere medezeggenschap, doordat adviesraden en andere gebruikersgroepen worden voorbereid en begeleid, zodat zij goed geïnformeerd, als sterke gesprekspartner, invloed kunnen uitoefenen op aanbestedingstrajecten voor de regiotaxi, het Wmo-vervoer en het leerlingenvervoer;

overwegende dat het project in de voortgang wordt bedreigd;

verzoekt de regering om de looptijd van het project Grip op vervoer te verlengen en in de beleidsvisie ten aanzien van onafhankelijke cliëntenondersteuning in te gaan op de ondersteuning bij inspraak bij de regiotaxi, het Wmo-vervoer en het leerlingenvervoer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Klijnsma, Leijten en Voortman. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 95 (25847).

Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:

Voorzitter. Ik kan het kort houden, omdat slechts een onderdeel van één motie mijn beleidsterrein betreft. In de motie van mevrouw Klijnsma c.s. gaat het onder meer over het project Grip op vervoer. De staatssecretaris zal ingaan op het onderdeel van de beleidsvisie in die motie, alsmede op de andere moties.

Grip op vervoer en Naar beter contractvervoer waren van het begin af aan bedoeld als tijdelijke projecten, als een eenmalige kwaliteitsimpuls. Het is ook niet de bedoeling dat het Rijk de verantwoordelijkheid van de decentrale overheden en andere opdrachtgevers overneemt. Wij wilden de kennis waarover wij beschikken, overdragen, opdat zij goed gebruikt kan worden bij de aanbestedingen en de contractering. Dat is gebeurd. Het project Grip op vervoer loopt halverwege dit jaar af, zoals ik in het algemeen overleg heb meegedeeld. Ik wil het niet doorzetten, want dan moet daar een nieuwe financiële impuls in. Bij de huidige schaarste hebben wij dat geld niet zomaar. Ik heb wel besproken dat het KpVV het gebruik van de handboeken tot eind 2011 blijft promoten. Na 2011 zal de inzet van het KpVV afhankelijk zijn van opdrachten van de opdrachtgevers. Er is dus in ieder geval een platform waar die informatie ook beschikbaar is voor de partijen die daar behoefte aan hebben. Ik ontraad het deel van de motie waarin voorgesteld wordt om Grip op vervoer langer door te laten gaan.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Voorzitter. Ik ga verder met de moties. Allereerst die van mevrouw Voortman van GroenLinks, waarin wordt gevraagd op welke wijze inspraak bij het leerlingenvervoer kan worden verwezenlijkt. Dit dossier is van de minister van OCW, maar deze heeft mij het mandaat gegeven om hierop te reageren. Het project Grip op vervoer was inderdaad een tijdelijk project. Het doel was een eenmalige impuls om de gebruikersorganisaties in de toekomst in staat te stellen om hun rol bij aanbestedingsprocedures waar te maken. De minister wil bekijken of de investeringen in dergelijke projecten in de praktijk effect hebben. Daarom ontraden wij op dit moment deze motie met dit dictum.

Op de tweede motie heeft de minister van I en M al gereageerd. Voordat ik dingen zwart-op-wit zet of vastleg, wil ik voor mijn inhoudelijke argumentatie de verkenning van Valys afwachten. Ik heb die verkenning toegezegd, op dat moment zal ik bewegen.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Mijn motie verzocht inspraak bij het leerlingenvervoer. De staatssecretaris begon over Grip op vervoer. Ik snapte haar reactie niet. Ik snapte niet waarom het wettelijke recht op inspraak zou moeten worden ontraden met een verwijzing naar Grip op vervoer.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Het gaat om de inbedding van het leerlingenvervoer. Het regelen daarvan ligt primair bij OCW. Ik heb gewoon de reactie voorgelezen die ik van OCW heb meegekregen: er zijn op dit moment procedures, dit is nu niet wettelijk vastgelegd en de minister is ook niet van plan om het op die manier te doen. Bij de derde motie kan ik hier verder op reageren, omdat die mijn terrein betreft.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Ik snap niet waarom de staatssecretaris bij een motie waarin wordt gevraagd om een set van minimumeisen waaraan vervoer voor kwetsbare mensen moet voldoen, stelt dat die niet gelijktijdig zou kunnen worden ontwikkeld met een nieuwe visie op het Valysvervoer. Die minimumeisen zullen er toch altijd blijven, hoe het kabinet ook verder wil met Valys? Ik wil de staatssecretaris dus vragen om geen afstand van die motie te nemen, maar deze motie voor minimumeisen, opgesteld door gebruikers, werkgevers, werknemers en belangenorganisaties, te omarmen.

Staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner:

Dat van die minimumeisen spreekt natuurlijk voor zich. Het gaat erom dat ik de tijd neem voor de verkenning, om het hele dossier van het doelgroepenvervoer goed te bekijken. Daarom wil ik dit ook niet koppelen aan andere bewegingen die het kabinet maakt. Ik vraag u dus mijn verkenning af te wachten; daarin zal alles keurig zijn degelijke en goed onderbouwde plaats krijgen.

In de derde motie vraagt mevrouw Leijten mij om vastzetpunten in rolstoelen verplicht te stellen, dan wel te financieren. Deze motie lijkt op de vraag die de heer De Mos mij stelde in het AO, dus ik geef daarop hetzelfde antwoord. Dit is een heel technisch onderwerp met financiële consequenties. Ik ben de mogelijkheden om hierin mee te bewegen aan het verkennen. Ik heb in het AO gezegd dat ik hier schriftelijk op zal terugkomen. Datzelfde antwoord wil ik nu geven aan mevrouw Leijten. Ik ontraad de motie vanwege de in de motie geformuleerde manier, maar in mijn brief aan de Kamer zal ik ingaan op de inhoud.

De vierde motie is beantwoord door de minister van I en M. De minister heeft ook gereageerd op de vijfde motie, die van mevrouw Klijnsma, en wel op het deel dat gaat over het project Grip op vervoer. Op het deel van het pleidooi dat gaat over de zeggenschap van cliënten, wil ik wel graag ingaan. Ik heb een brief in de maak over de cliëntondersteuning en de medezeggenschap. Daarin reageer ik op een motie van mevrouw Venrooy in een ander debat, waarin ik deze aparte brief over cliëntondersteuning heb toegezegd. Dit zal daarin een plek krijgen. Mevrouw Voortman kan in de brief dus een strofe terugvinden over de cliënten over wie zij sprak. Als ik in die brief alles een plek mag geven, heb ik het goed op orde.

De voorzitter:

Wat betekent dat voor uw motie, mevrouw Voortman?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Het betekent dat ik voor nu de motie aanhoud.

De voorzitter:

Op verzoek van mevrouw Voortman stel ik voor, haar motie (25847, nr. 91) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Mevrouw Klijnsma, wat doet u met uw motie?

Mevrouw Klijnsma (PvdA):

Ik laat mijn motie gewoon in stemming brengen.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de bewindslieden voor de oordelen over de moties. De stemmingen over de moties zijn volgende week dinsdag.

Naar boven