31 070
Beleidsprogramma 2007–2011

nr. 18
MOTIE VAN HET LID PECHTOLD C.S.

Voorgesteld 19 juni 2007

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat de doelstellingen met nummers 9, 21, 23, 25, 31, 32, 34, 41, 42, 45, 50, 51, 53, 54, 65, 66, 68, 69, 72 en de projecten Schoon en Zuinig, Kansen voor Kinderen en Voortijdig Schoolverlaten helder en afrekenbaar zijn;

overwegende, dat in het beleidsprogramma 36 doelstellingen en 4 projecten niet concreet en toetsbaar zijn ondanks dat dit in het debat over de regeringsverklaring is toegezegd;

overwegende, dat ook de Nationale Conventie het nodig acht om toetsbare en concrete doelstellingen te formuleren in een beleidsprogramma opdat het parlement zijn controlefunctie adequaat kan uitoefenen;

constaterende, de niet-meetbare aard van de doelstellingen met nummers 1, 2, 3, 5, 7, 12, 14, 17, 26, 30, 43, 48, 49, 56, 58, 60, 63, 67 en het project Nederland Ondernemend Innovatieland;

voorts overwegende, dat doelstelling 51 primair op gemeentelijk niveau zal moeten worden uitgevoerd;

verzoekt de regering de doelstellingen met nummers 4, 6, 8, 10, 11, 13, 15, 16, 18, 19, 20, 22, 24, 27, 28, 29, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 44, 46, 47, 52, 55, 57, 59, 61, 62, 64, 70, 71, 73, 74 en de projecten Millennium Ontwikkelingsdoelen Dichterbij, Urgentieprogramma Randstad, Actieplan Krachtwijken en Veiligheid Begint bij Voorkomen, concreet uit te werken en daarbij inzichtelijk te maken:

• welke instrumenten worden ingezet;

• van welke nulmeting wordt uitgegaan;

• welk tijdspad aan deze doelstellingen wordt verbonden;

• welke middelen beschikbaar zullen zijn;

en de Kamer hierover ruim voor Prinsjesdag te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Pechtold

Rutte

Halsema

Naar boven