5 Vragenuur

Vragen van het lid Thieme aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat het eten van kip vanwege de aanwezigheid van ESBL's een risico voor de volksgezondheid is.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. In ons land overlijden mensen aan de resistente bacterie ESBL. Er worden steeds meer mensen ongeneeslijk ziek van. Deze voor antibiotica resistente bacteriën bevinden zich in kippenvlees. Zij bevinden zich daar, omdat de veehouderij kwistig strooit met antibiotica om kippen zo snel mogelijk te laten groeien in onnatuurlijke omstandigheden. September vorig jaar, toen er al iemand was overleden aan deze resistente bacterie, vroeg ik om harde maatregelen. Begin 2010 deed ik dat ook al. De minister zei toen dat er eerst maar eens onderzoek moest worden gedaan naar de relatie tussen enerzijds de besmette kippen met de ESBL-bacterie en anderzijds de besmetting bij mensen. Die directe relatie was toen al aangetoond, en is nu weer aangetoond door het Utrechts Medisch Centrum van de Universiteit van Utrecht. Uit dit onderzoek blijkt dat een op de vijf mensen met een ESBL-bacterie deze door het eten of bereiden van kip heeft gekregen. In Nederland is in de supermarkten geen kip meer te verkrijgen die geen ESBL-bacterie heeft.

Dit probleem voor de volksgezondheid, dat steeds groter wordt, valt onder het ministerie van Economische Zaken en Landbouw. Wat doet dit ministerie? Helemaal niets! Het nemen van maatregelen laat het aan de sector zelf over. Dat gebeurt op basis van vrijwilligheid. De minister van Volksgezondheid staat erbij, kijkt ernaar, doet niets en heeft de regie niet in handen. Dat is ontoelaatbaar, zeker omdat de intensieve veehouderij zelf zegt dat het nog heel lang gaat duren voordat deze bacterie uit de stallen is verdwenen.

De Eerste Kamer heeft met algemene stemmen een motie aangenomen waarmee men de regie bij het optreden tegen besmettelijke veeziekten wil overhevelen naar de minister van Volksgezondheid. Is zij bereid om eveneens de regie in handen te nemen bij acties om het gebruik van antibiotica in de veehouderij te reduceren? Ik stel namelijk vast dat het kabinet nog steeds inzet op zelfregulering, terwijl er doden vallen en het antibioticagebruik in de veehouderij niet afneemt. Wij hebben alleen maar te maken met goede voornemens en de slager die zijn eigen vlees mag keuren. Welk deel van de veehouders doet mee aan het programma om het gebruik van antibiotica te verminderen? Welk deel doet daar niet aan mee?

Minister Schippers:

Voorzitter. Natuurlijk is het zorgelijk dat kip een bron kan zijn van infecties bij mensen. Dat dit mogelijk is, is in wetenschappelijke kringen al enige tijd bekend. Naar aanleiding daarvan hebben wij verschillende deskundigenberaden bijeengeroepen. Onze deskundigen zijn van het RIVM en het Centrum Infectieziektebestrijding. Zij buigen zich over de vraag hoe wij hiermee moeten omgaan. De deskundigen zien geen aanleiding om het eten van kippenvlees te ontraden of kippenvlees uit de handel te nemen. Zij adviseren wel om het advies onverkort te handhaven over hoe om te gaan met kippenvlees en hoe het te bereiden.

Mevrouw Thieme stelt dat wij niets doen. Dat is onjuist. In de eerste plaats heeft mijn ambtsvoorganger met de toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit besloten om de Gezondheidsraad om een advies te vragen. Deze Gezondheidsraad komt voor de zomer van 2011 met de resultaten van dit onderzoek en met het advies. Dat gaat over de risico's voor de volksgezondheid van het gebruik van antibiotica in de veehouderij.

In de tweede plaats zijn er antibioticareductiedoelstellingen afgesproken. Heel terecht zijn die fors. Er is afgesproken om in 2011 20% minder antibiotica te gebruiken ten opzichte van het gebruik in 2009. In 2013 moet er 50% minder worden gebruikt. In de derde plaats is in de zomer een taskforce Antibioticaresistentie Dierhouderij ingesteld onder leiding van de heer Werner. Deze taskforce zal maatregelen opstellen om tot deze reductie te komen. De Tweede Kamer hebben wij per brief op 8 december 2010 hierover geïnformeerd. Ik zal monitoren dat de reductiedoelstellingen die zijn afgesproken, tijdig worden gehaald. De nieuwe VWA zal het toezicht op het gebruik van antibiotica in de veehouderij intensiveren. Met andere woorden: dit kabinet zit hier bovenop.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dit kabinet zit hier niet bovenop, maar laat het reduceren van het gebruik van antibiotica aan de sector zelf over. Het vraagt de sector vriendelijk om dat te doen. De veehouders zelf stellen dat het nog heel lang gaat duren. De minister moet zich realiseren dat ondertussen de volksgezondheid in gevaar wordt gebracht en dat de staatssecretaris van Landbouw verantwoordelijk wordt gemaakt voor de volksgezondheid. De staatssecretaris van Landbouw is verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de veehouderij. Het is geen probleem voor de landbouw, maar een probleem van de landbouw en voor de gezondheid van mensen. Het is onbestaanbaar dat deze minister van Volksgezondheid de regie bij de staatssecretaris van Landbouw laat, want hij laat de economische belangen prevaleren boven de volksgezondheid. De minister geeft daarnaast aan dat zij een of andere taskforce heeft ingesteld en dat er nog wat onderzoekjes moeten worden gedaan, maar inmiddels is al aangetoond dat het eten van kippenvlees in Nederland gevaarlijk is, omdat de veehouderij kwistig met antibiotica strooit. Het is nu nodig dat er harde maatregelen worden genomen. Dit moet niet aan de veehouderij worden overgelaten. Er moet dwingend voor worden gezorgd dat het antibioticagebruik drastisch wordt teruggebracht. De regie moet bij de minister komen. Ik begrijp niet waarom zij de regie niet wil nemen. Ik kan niet anders dan concluderen dat ook bij haar de economische belangen van de landbouw kennelijk prevaleren boven de volksgezondheid. Dat hebben wij eerder gezien bij de Q-koorts.

Minister Schippers:

Ik ga af op het advies van de beste deskundigen die wij hebben in dit land, want zij weten er veel meer van dan ik. Die deskundigen hebben wij niet voor niets in dienst, of ze zitten in een soort circuit dat wordt geraadpleegd. En die deskundigen hebben gezegd dat wij het kippenvlees niet uit de handel hoeven te halen en dat wij hier wel wat aan moeten doen. Die adviezen van de deskundigen hebben wij stuk voor stuk opgevolgd. Wij laten dit dus niet aan de sector over. De sector neemt wel het voortouw, maar dat is niet vrijblijvend. Als men niet aan de doelstellingen voldoet, dan nemen wij maatregelen. Zo luiden de afspraken. Het is dus niet vrijblijvend. Deze kwestie nemen wij zeer serieus. Ik ga wel af op wat de deskundigen adviseren. Laten wij wel zijn, dit is niet alleen een Nederlands probleem, het is een probleem waar heel Europa mee te maken heeft. Nederland vraagt er ook aandacht voor in de Europese gremia. Nederland vraagt ook om maatregelen, want wij importeren ontzettend veel kippenvlees. Het is ook niet zo dat, als ik niet primair als eerste aan de lat sta, Volksgezondheid afwezig is. Wij doen dit samen. De staatssecretaris van ELI doet het op de vakgebieden waarop hij deskundig is, in de bedrijven en in de productie, terwijl ik als eerste aan zet ben waar het gaat om de gezondheidszorg.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De veehouderij mag in 2013 aantonen dat het antibioticagebruik met 50% is gereduceerd, maar ondertussen krijgt de veehouderij zelf de ruimte om te bezien hoe dat moet gebeuren, terwijl de volksgezondheid in gevaar is. De minister verschuilt zich ook achter Europa, terwijl Nederland het enige land in Europa is dat zo veel antibiotica in de veehouderij gebruikt. Wij zijn in de humane sector zeer terughoudend met dat gebruik. Als een kind een oorontsteking heeft, dan krijgt het bijna geen antibioticakuur, maar ondertussen wordt er via de achterdeur in de veehouderij voor 550 ton antibiotica aan kippen gegeven, omdat wij willen dat kippen zo snel mogelijk groeien. De staatssecretaris wordt dan verzocht om de volksgezondheidsbelangen in ogenschouw te nemen, terwijl deze minister daar primair voor verantwoordelijk is. De Eerste Kamer heeft ook al aangegeven dat de minister haar verantwoordelijkheid moet nemen. Ik moet echter vaststellen dat zij dat weigert. Daarmee geeft zij zichzelf een brevet van onvermogen. Zij is niet in staat de volksgezondheid voorop te stellen. Ook de minister laat de economische belangen van de landbouw prevaleren.

Minister Schippers:

Wij delen de verantwoordelijkheden in het kabinet. We hebben ook een taakverdeling afgesproken. Je kunt één minister voor alles verantwoordelijk maken en dan denken dat het goed wordt geregeld, maar daarvoor hebben wij tien ministers in dienst. Die tien doen het met zijn allen. Zij stemmen af op zaken waarop ze deskundig zijn. Het is flauwekul om, als er wordt samengewerkt in zaken waarop je bent gespecialiseerd, te stellen dat je daar dan geen aandacht voor hebt. Er is sprake van een trap aan maatregelen als het gaat om het terugdringen van het gebruik van antibiotica. Daarnaast loopt een traject van wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd door de Gezondheidsraad.

Mevrouw Thieme (PvdD):

De minister vraagt alleen maar om meer onderzoek. Dat hebben wij bij de Q-koorts ook gezien. Er wordt gesteld dat er op dit moment nog niet genoeg informatie is en dat er daarom niet genoeg maatregelen kunnen worden genomen, maar ik ben van mening dat er nu een daad moet worden gesteld. We moeten van de sector eisen dat het antibioticagebruik wordt teruggedrongen, maar dat doet deze minister niet, evenmin als de staatssecretaris.

Minister Schippers:

Wij zetten twee heel concrete stappen. We zetten in op een forse vermindering van het antibioticagebruik in de veesector. Daarnaast leveren wij een actieve inbreng binnen de EU, zodat deze kwestie ook in andere landen aan de orde komt.

De voorzitter:

Dank u wel.

Naar boven