Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 19 november 2009 over de afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Fritsma van de PVV. Wij hanteren nu het kerstregime. U kunt dus alleen een motie indienen.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag de volgende motie indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat bij de totstandkoming van het generaal pardon is afgesproken dat gemeenten per 1 januari 2010 stoppen met het verlenen van noodopvang;

overwegende dat meerdere gemeenten te kennen hebben gegeven om na genoemde datum toch door te gaan met deze noodopvang;

van mening dat het niet nakomen van vermelde afspraak onacceptabel is;

verzoekt de regering om gemeenten die volgend jaar noodopvang blijven faciliteren financieel aan te pakken door middel van een forse korting op het Gemeentefonds,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Fritsma. Er lopen plotseling mensen weg. Zo kan de motie niet ingediend worden. Ik zie dat mevrouw Van Velzen mevrouw Wiegman vraagt om in de plenaire zaal plaats te nemen. Wordt de indiening van de motie nu wel voldoende ondersteund? Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 55(31018).

Mevrouw Van Velzen, u had er natuurlijk zelf ook belang bij om mevrouw Wiegman erbij te roepen. Wilt u nog even blijven, mevrouw Wiegman?

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Ik doe een kleine correctie. Ik sta hier uiteraard niet uit eigenbelang, maar wel om een motie in te dienen.

De voorzitter:

Dat doet u ook niet in nederigheid, hoop ik?

Mevrouw Van Velzen (SP):

Nee, sterker nog. Ik ben ontzettend blij, omdat er zojuist een motie is aangenomen voor een verbod op het investeren in clustermunitie. De nederigheid waarmee ik zojuist om een kabinetsreactie vroeg was dus eigenlijk ongepast, maar wel wenselijk.

De volgende motie behoeft geen enkele toelichting.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat gemeenten geconfronteerd worden met uitgeprocedeerde (ex-)asielzoekers die een (reguliere) aanvraag hebben ingediend op grond van buitenschuld, schrijnendheid of verblijf bij kind;

van mening dat voorkomen moet worden dat deze mensen op straat komen en in de illegaliteit belanden;

constaterende dat de regering erop aandringt dat alle noodopvang per 1 januari 2010 gesloten zal zijn;

constaterende dat het wetgevingstraject voor de nieuwe asielprocedure naar verwachting op zijn vroegst medio 2010 zal zijn afgerond;

verzoekt de regering om tot inwerkingtreding van de nieuwe asielprocedure ruimhartig om te gaan met opvang voor uitgeprocedeerde (ex-)asielzoekers met rechtmatig verblijf,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 56(31018).

Staatssecretaris Albayrak:

Voorzitter. In de motie-Fritsma op stuk nr. 55 wordt de regering verzocht om gemeenten die weigeren de noodopvang te sluiten na 1 januari financieel aan te pakken. De meerderheid van alle gemeenten in Nederland is al gestopt met de noodopvang. Dat is een van de onderdelen van het succes van het generaal pardon. Er zijn echter ook gemeenten die er nog volop mee bezig zijn. Het ministerie van Justitie helpt deze gemeenten daarbij, onder andere door opvang te bieden, ook vanaf 1 januari 2010, aan mensen met een aanvraag op medische gronden, mensen die zeggen ziek te zijn en die zonder opvang zouden zitten. Ik heb er alle vertrouwen in dat in samenwerking met de gemeenten na 1 januari 2010 de noodopvang zoals die is ontstaan in de jaren voor ons, volledig overbodig zal zijn. Voor gemeenten die na 1 januari 2010 weigeren te sluiten en die nieuwe mensen in de opvang plaatsten, hebben we zelf al voorzien in een plan van aanpak om die gemeenten daarop aan te spreken. Ik moet dus aanneming van deze motie ontraden.

Dan kom ik op de motie-Van Velzen op stuk nr. 56. Deze motie en de voorgaande vormen een interessante combinatie. In de motie-Fritsma wordt mij gevraagd om gemeenten die weigeren de noodopvang te sluiten hard aan te pakken, terwijl in de motie-Van Velzen staat dat de noodopvang nog even open moet blijven omdat er een nieuwe asielprocedure komt. Mevrouw Van Velzen vindt dat ik de noodopvang vooral nog even open moet houden. Ik denk dat ik in dit geval de juiste keuze maak, namelijk de keuze voor een middenweg tussen deze moties. Ik zal nooit kiezen voor het openhouden van de noodopvang, omdat openhouden niet alleen betekent dat de mensen die daar zitten langer blijven dan nodig– daarvoor gaan we voor 1 januari een oplossing brengen – maar ook dat de kans en het risico bestaat dat gemeenten nieuwe mensen in de noodopvang zullen plaatsen, waardoor er nieuwe achterstanden worden opgebouwd. De afspraak is dat de noodopvang op 1 januari 2010 sluit. Het ministerie van Justitie is samen met de gemeenten bezig om op 1 januari 2010 de noodopvang ook overbodig te maken. Ook aanneming van de motie-Van Velzen moet ik dus ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de staatssecretaris voor haar antwoord.

Ik schors één minuut. Daarna kunnen we hopelijk beginnen met de behandeling van de begroting van het ministerie van VROM.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven