Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de aangehouden moties-Van Velzen (22054, nrs. 150, 151 en 152).

Op verzoek van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stel ik voor om de wens te kennen te geven nadere inlichtingen te ontvangen over de oprichting van de Stichting BES pensioenfonds (32223, nr. 1).

Op verzoek van het lid Jansen stel ik voor, zijn motie op stuk 32123-XVIII, nr. 15, opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in de artikel 69, tweede lid, genoemde termijn van twee maanden voor deze motie opnieuw gaat lopen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de fractie van de VVD benoem ik in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Harbers tot lid in plaats van het lid Snijder-Hazelhoff.

Het woord is aan de heer Van Bochove, als voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

De heer Van Bochove (CDA):

Voorzitter. Vorige week vroeg mevrouw Dezentjé om een spoeddebat over de gastouderopvang. Omdat de Kameragenda daartoe vóór het reces geen mogelijkheden bood, is besloten tot een spoed-AO. Leden hebben aangegeven zo nodig wel moties in te willen dienen. Over die moties zou volgende week dinsdag moeten worden gestemd. Ik verzoek u dan ook om een VAO mogelijk te maken na het AO over gastouderopvang op donderdagmiddag.

De voorzitter:

Wij zullen dat VAO toevoegen aan de agenda.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik wil graag een spoeddebat met de ministers van BZK en van Justitie over het rapport van de CTIVD waaruit blijkt dat twee journalisten van De Telegraaf twee maanden lang, in ieder geval volgens de CTIVD en twee rechterlijke uitspraken, ten onrechte zijn afgeluisterd. Ik weet dat er een spoeddebat is geregeld en toegezegd en hoop dat dat nog op de lijst staat. Ik doe dit vernieuwde verzoek om een spoeddebat met name omdat het rapport van de CTIVD is uitgekomen en vanwege de halsstarrige houding van de minister van BZK. Ik hoop dat u nog een plekje op de agenda vindt voor dit spoeddebat vóór het reces.

De voorzitter:

Wij hebben al wel aangegeven dat wij dit spoeddebat zo gauw mogelijk zullen plannen.

Mevrouw Griffith (VVD):

Wij hebben dit spoeddebat inderdaad aangevraagd, met steun van de fracties van de SP en de PVV. Dat gebeurde al op 13 oktober. Dat spoeddebat staat dus nog steeds in de planning. Ik zie het verzoek van de heer Brinkman als een aanmaning voor het plannen van het spoeddebat, want het lijkt mij niet dat je twee keer over hetzelfde onderwerp een spoeddebat plant. Verder staat voor aanstaande donderdagavond een debat gepland over pedoseksuelen, terwijl dat spoeddebat is aangevraagd ná dit debat over de AIVD. Ik wil graag weten of het mogelijk is om dat debat nog dit jaar op de agenda te krijgen. Wij wachten er al vanaf 13 oktober op.

De voorzitter:

Ik zal het meteen uitleggen, anders gaat u allemaal vragen waarom ik het dan niet doe. De minister was er niet en ik kan ministers niet uit de lucht plukken. Volgende week is zij er weer, maar nu niet. Het gaat om een andere minister.

Mevrouw Griffith (VVD):

Het gaat om de minister van BZK.

De voorzitter:

Ja, dat is de minister die u nodig hebt. Zij zit op dit moment echter op de Antillen. Daarom kon ik haar deze week niet inplannen. Anders was uw debat eerder aan de beurt geweest dan het debat dat nu op donderdagavond gepland staat.

Mevrouw Griffith (VVD):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Brinkman. Ik wil er wel aan toevoegen dat als het debat volgende week ergens midden in de nacht gevoerd moet worden in de plenaire zaal, het mij verstandiger lijkt om er een spoed-AO van te maken.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Als je twee maanden moet wachten op een spoeddebat, is het geen spoeddebat meer! Er is nu zelfs al een nieuw spoeddebat aangevraagd. We moeten het volgende week maar doen. Ik snap de agendaproblemen van de voorzitter, maar we hebben zo veel zalen in dit gebouw; ergens moeten we volgende week toch over dit onderwerp kunnen praten?

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Een spoedig spoeddebat, wat mij betreft, volgende week en op een normale tijd.

De heer Brinkman (PVV):

Ik steun de woorden van mevrouw Verdonk.

De voorzitter:

Volgens mij praten wij nu over iets waarover we het al eens waren. Ik zal het spoeddebat zo spoedig mogelijk plannen, in ieder geval voor het kerstreces.

Het woord is aan mevrouw Van Miltenburg.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ik wil graag het verslag van het algemeen overleg over de zorgzwaartefinanciering op de agenda plaatsen.

De voorzitter:

We zullen het VAO toevoegen aan de plenaire agenda.

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Voorzitter. De Q-koorts eist zijn tol: duizenden besmettingen en al meer dan tien personen die zijn overleden. Het ministerie van LNV wordt door artsen beschuldigd van obstructie van een adequate bestrijding van de epidemie die al twee jaar voortwoekert, terwijl harde maatregelen nodig zijn. Het belang van een aantal geitenhouderijen schijnt te prevaleren boven het algemeen belang van de gezondheid. Het ministerie van LNV is aan het ruziën met het ministerie van VWS, met als resultaat dat er niets gebeurt. Het moet stoppen, het moet afgelopen zijn met twee kapiteins op een schip. De volksgezondheid dient alle voorrang te krijgen. Vandaar mijn verzoek om een spoeddebat met minister Klink en minister Verburg.

De heer Ormel (CDA):

Mevrouw de voorzitter. De CDA-fractie deelt, zij het op andere gronden, het gevoel van urgentie van de SP-fractie. Wij hebben een algemeen overleg aangevraagd om met de minister over de te volgen strategie te spreken. Dat AO wordt volgende week gehouden. Zeker gezien de overspannen plenaire agenda, waarin iets wat werkelijk spoed heeft geen tijd meer heeft, stel ik de heer Van Gerven voor om dat algemeen overleg, dat wij al voor volgende week hebben aangevraagd, in de procedurevergadering die over een uur plaatsvindt te verplaatsen naar deze week en om de regering te verzoeken om uiterlijk morgen om 12.00 uur duidelijk te maken wat het plan van aanpak is.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De volksgezondheid is in gevaar vanwege de bio-industrie. Daarom willen ook wij een spoeddebat. Graag zien wij voor dat debat de openbaarmaking van het RIVM-rapport.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks steunt ook het verzoek om een spoeddebat en openbaarmaking van de rapporten. Graag krijgen wij voorafgaand aan het debat de reactie van de regering.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Een heel aantal mensen is inmiddels overleden aan de Q-koorts. Wij vinden dat zeer ernstig. Als er op de plenaire agenda geen ruimte is, steunen wij een verzoek om een algemeen overleg.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Ook wij steunen het verzoek. Er is haast bij, dus als een plenair debat niet meer deze week kan, steunen wij het voorstel voor een spoed-AO. Wij willen wel graag voor het debat de kaart waarop alle besmette bedrijven zijn weergegeven in de openbaarheid hebben. Ook zouden wij graag de aanvals- of actieplannen van de regering van tevoren willen hebben.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Ook de VVD-fractie wil graag voor het kerstreces een debat. Wat ons betreft, hoeft het niet eens een spoeddebat te zijn, want een spreektijd van drie minuten vinden wij eigenlijk te weinig om over dit belangrijke onderwerp van gedachten te wisselen. Wij zouden graag langer spreken. Dat zal niet lukken in een groot debat in deze zaal, dus willen wij dan maar een groot AO. Met het voorstel van de CDA-fractie hebben wij wel een probleem. Het heeft namelijk landbouwperspectieven als insteek, terwijl het verzoek van de heer Van Gerven wat ons betreft terecht de insteek heeft dat met name de volksgezondheidsperspectieven nu op de voorgrond moeten treden. Wij willen dus graag een debat, wat ons betreft een groot AO met ruime spreektijden, primair met de minister van VWS.

De voorzitter:

Mij dunkt dat dit ook geregeld kan worden met het voorstel van de heer Ormel. Mijnheer Ormel, vergis ik mij daarin?

De heer Ormel (CDA):

Omdat in dit dossier de commissie voor VWS steeds de commissie voor LNV heeft gevolgd en omdat er een algemeen overleg gepland staat voor volgende week, lijkt het mij het meest praktisch om het algemeen overleg te vervroegen naar deze week. Dat overleg is met beide ministers.

De voorzitter:

Mijnheer Van Gerven, er is een aanvullend voorstel gedaan door de heer Ormel. U hebt steun voor een spoeddebat.

De heer Van Gerven (SP):

Ik wil het spoeddebat door laten gaan. Ik hoor echter wat er gezegd is door de Kamer. We zullen bekijken wat er uit de procedurevergadering komt en naar bevind van zaken handelen.

De voorzitter:

Dank u wel. Mocht u er daar niet uitkomen, dan zal mij dat bereiken. Aldus wordt besloten.

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Gisteren berichtte Radio 1 dat de Hoge Raad het dossier in de cassatiezaak waar wij aanstaande donderdag een spoeddebat over hebben, nog niet ontvangen heeft. Ik verbaas mij over deze stagnatie. Ik zou graag voor het spoeddebat een brief van de minister van Justitie ontvangen met tekst en uitleg over deze stagnatie, en vooral ook met het antwoord op de vraag of de berichtgeving van Radio 1 correct is.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Dat moet ik ook nog zeggen over het vorige punt, want daarover heeft ook een aantal mensen informatie gevraagd. Wij zullen dat gedeelte ook doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Tang.

De heer Tang (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Op ons verzoek ligt er een "Sinterklaasbrief" over de vennootschapsbelasting. Wij hopen dat de staatssecretaris niet goedgeefs is. Hij maakt na een jaar van onderzoeken en consultaties keuzes op hoofdlijnen. Wij willen graag een debat op hoofdlijnen, temeer omdat dit gaat over een gelijk speelveld voor kleine en grote ondernemingen en over multinationals die een fair share betalen, zeker in deze tijd. Het debat hoeft niet deze maand plaats te vinden. Dat kan eind januari, begin februari.

De heer Bashir (SP):

Op 27 oktober heb ik een soortgelijk verzoek ingediend. Toen wilde de PvdA-fractie nog niet beginnen aan zo'n debat. Nu zij zelf een verzoek indient, lijkt het mij logisch dat wij het steunen.

De heer De Nerée tot Babberich (CDA):

Deze brief staat morgen op de agenda van de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën. Het is gebruikelijk dat daar besloten wordt hoe we met de verdere afhandeling omgaan.

De voorzitter:

Dat dacht ik ook.

Mevrouw Sap (GroenLinks):

Ik steun het verzoek, want de staatssecretaris heeft het uitdrukkelijk als een sinterklaascadeau toegezegd aan de Kamer. Dat cadeau blijkt een lege zak te zijn. Het lijkt me dus goed dat we er nu al een debat over plannen.

De heer Weekers (VVD):

Ik heb er geen behoefte aan om in deze Kamer aan sinterklazerij te gaan doen. Het lijkt mij verstandig om eerst in de commissie voor Financiën te bespreken hoe we de brief behandelen. Ik ben het met de heer Tang eens dat er een debat over gevoerd zal moeten worden, maar ik kan mij ook voorstellen dat we bijvoorbeeld eerst een hoorzitting organiseren en dan beslissen of het een plenair debat wordt of een algemeen overleg.

De heer Cramer (ChristenUnie):

De fractie van de ChristenUnie steunt op dit moment niet het verzoek om een debat. We zijn eerder geporteerd van het voorstel voor de procedurevergadering.

De voorzitter:

Mijnheer Tang, u hebt geen steun voor een debat, maar in de procedurevergadering kunt u hier uitvoerig over spreken.

Het woord is aan de heer Weekers.

De heer Weekers (VVD):

Voorzitter. Ik verzoek u om de stemmingen over het wetsvoorstel Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (31058) en het wetsvoorstel Invoeringswet titel 7.13 Burgerlijk Wetboek (31065) een week aan te houden. Beide wetsvoorstellen gaan over vennootschapsrecht. Wij hebben gisteravond een brief gekregen van de minister van Justitie. Er zijn enkele amendementen die naar aanleiding van deze brief geherformuleerd moeten worden. Vandaar dat ik verzoek om deze stemmingen aan te houden.

De voorzitter:

Ik zie niemand die daar bezwaar tegen maakt. Wij zullen de stemmingen afvoeren van de stemmingslijst van vandaag en ze opvoeren op die van volgende week dinsdag.

Het woord is aan mevrouw Azough.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil het VAO dat deze week gepland is over de JBZ-Raad uitstellen tot na het AO over SWIFT dat voor volgende week donderdag geagendeerd staat.

De voorzitter:

Dan moet het dus donderdagavond worden gehouden.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Inderdaad.

De voorzitter:

Oké. Wij zullen aan dat verzoek voldoen.

Het woord is aan de heer Pechtold.

De heer Pechtold (D66):

Voorzitter. Ik wil graag een brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid krijgen over de verlenging van de deeltijd-WW, vooral omdat die verlenging er is omdat het geld nog niet op is. Met name dat aspect zou ik graag in de brief behandeld zien.

De voorzitter:

Ik begreep dat u die brief voor de begrotingsbehandeling wilt ontvangen.

De heer Pechtold (D66):

Ja, die wil ik graag voor de begrotingsbehandeling ontvangen.

De voorzitter:

Wij zullen het stenogram doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Ik wil graag een vooraankondiging doen voor een VAO over het AO dat wij morgen voeren over de Landbouw- en Visserijraad, inclusief stemmingen deze week.

De voorzitter:

Kunt u me uitleggen waarom de stemmingen deze week moeten plaatsvinden?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De Landbouwraad vindt begin volgende week plaats. Daar wordt gesproken over de herziening van de Europese dierproevenrichtlijn. Wij hebben overigens al in een vroeg stadium aan de minister van VWS gevraagd om de Kamer daar duidelijkheid over te verschaffen zodat wij dat niet op deze manier zouden hoeven doen. Die duidelijkheid is echter achterwege gebleven. Als de Kamer dus een uitspraak wil, zal dat nog deze week moeten gebeuren.

De voorzitter:

Kan het niet dinsdag? Ik ben een beetje lastig omdat wij het elkaar zo moeilijk maken met al die extra stemmingen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voor zover ik het kan overzien, is dinsdag te laat. Anders had ik dinsdag wel in orde gevonden. Mocht dat toch kunnen, dan sta ik daarvoor open.

De voorzitter:

Wij gaan na of het echt nodig is. U hebt uw mededeling gedaan. Wij zullen het doen en wij weten het op tijd.

Wij zijn hiermee aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden. Ik zie dat de heer Vendrik nog het woord wil.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Met enige schroom vraag ik u mede namens collega Van Dijken, een heel klein VAO'tje toe te voegen aan de agenda ergens volgende week voor een hele lieve kleine motie.

De voorzitter:

Kunt u het onderwerpje ook noemen? Dat helpt een beetje.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Het betreft het overleg van vorige week donderdag met de minister van VWS over PGO-organisaties.

De voorzitter:

Wij zullen het VAO toevoegen aan de agenda voor volgende week.

Dan zijn wij nu toch echt aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden.

Wij gaan stemmen. Het is een lange stemmingslijst en dat zal de komende stemmingen steeds zo zijn. Ik verzoek u daarom rustig te zijn, dan gaat het heel snel. Hoop ik.

Naar boven