Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het spoeddebat over het Nationaal Historisch Museum, te weten:

- de motie-Van der Ham/Marijnissen over geen onomkeerbare stappen totdat er duidelijkheid is over het beleidsplan (31495, nr. 5);

- de motie-Ten Broeke/Marijnissen over de opzet van het Nederlands Historisch Museum (31495, nr. 6)

(Zie vergadering van 13 mei 2009.)

De voorzitter:

De motie-Van der Ham/Marijnissen (31495, nr. 5) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat bij de afweging om een Nationaal Historisch Museum in Arnhem te ontwikkelen, de vestiging van dit museum naast het Openluchtmuseum een aantrekkelijke meerwaarde vormde;

constaterende dat in het laatste ontwerp voor het nieuwe Nationaal Historisch Museum de vestiging naast het openluchtmuseum is herzien;

spreekt uit dat er, tot er meer duidelijkheid komt over dit ontwerp en de Kamer zich hierover heeft kunnen uitspreken, geen onomkeerbare stappen worden genomen ten aanzien van de realisatie van het nieuwe Nationaal Historisch Museum in Arnhem,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt de indiening van deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 7 (31495).

Gezien het eerder tijdens de stemmingen gewisselde, stel ik voor, deze gewijzigde motie van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Ten Broeke/Marijnissen (31495, nr. 6).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en de aanwezige leden van de fractie van GroenLinks ertegen, zodat zij is aangenomen.

Naar boven