Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 5 maart 2009 over de Ecofinraad.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de minister van Economische Zaken ervoor dat zij zo flexibel kan invallen nu de invaller voor de minister van Financiën spoorslags het pand moest verlaten op weg naar een andere afspraak terwijl wij toch nog een gevoelige kwestie te behandelen hebben, namelijk de komende raadsconclusies van de Ecofin ter zake van het klimaatbeleid. Het zojuist gevoerde algemeen overleg in aanwezigheid van de staatssecretaris van Financiën heeft niet de gewenste uitkomst opgeleverd. Kort en goed komt het erop neer, dat de fractie van GroenLinks wenst dat de ministers van Financiën van Europa die aanstaande maandag bij elkaar komen, krachtige conclusies zullen trekken over de noodzaak van snelle besluiten in de Europese Unie, over concrete toezeggingen aan ontwikkelingslanden hoe wij hen gaan helpen met het klimaatbeleid en over aanpassing aan de klimaatverandering en het voorkomen dat die klimaatverandering nog verder oploopt.

De conceptconclusies zoals wij die hebben ontvangen, stellen ons niet erg gerust. Ik heb uit het algemeen overleg zojuist met de staatssecretaris van Financiën overgehouden dat het kabinet niet van zins is, deze conclusies actief te willen veranderen. Dat ziet met name toe op de conclusies op pagina 5. Daarover dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat snelle besluitvorming in de EU over haar financiële bijdrage/commitment aan mitigatie- en adaptatiebeleid in ontwikkelingslanden cruciaal is voor een ambitieus akkoord in Kopenhagen;

kennisnemend van de conceptconclusies van de Ecofin d.d. 2 maart 2009;

verzoekt de regering, als standpunt in te nemen dat:

  • 1. in de raadsconclusies expliciet verwezen moet worden naar nieuwe financieringsmechanismes, zoals voorgesteld door de Europese Commissie op basis van Noorse en Mexicaanse voorstellen;

  • 2. in de conclusies een deadline voor concrete voorstellen voor de financiële architectuur én het door de EU te committeren bedrag wordt opgenomen, te weten niet later dan juni 2009,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Vendrik. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 650(21501-07).

Minister Van der Hoeven:

Voorzitter. Het is de Kamer en de heer Vendrik bekend dat wij willen dat de Europese Unie uitspreekt dat zij bereid is om haar eerlijke deel van de internationale financiële ondersteuning van ontwikkelingslanden op zich te nemen. Daarover is geen misverstand.

In feite vraagt de heer Vendrik met zijn motie naar nieuwe financieringsmechanismen. Over de precieze financiële mechanismen zijn wij nog in gesprek. Wij zijn daar nog niet uit. Het is nu van belang dat er in Europees verband serieus wordt gewerkt aan het verder uitwerken van de verschillende opties. Dat gaat ook gebeuren. De Ecofin-conclusies bevatten een expliciete toezegging om ermee aan de slag te gaan. Er is dus geen sprake van dat het onderwerp wordt afgeschoven. Wat in de motie gevraagd wordt, gaat veel verder dan op dit moment, ook voor Nederland, haalbare kaart is. Daarom moet ik de aanneming van deze motie ontraden.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister nogmaals hartelijk dat zij bereid was, in te vallen. Over deze motie zal ook om 17.00 uur worden gestemd.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven