Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 3 juni 2008 over de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (VTE-Raad).

De heer Zijlstra (VVD):

Mevrouw de voorzitter. Morgen komt de VTE-Raad bijeen. Dan zal er ook worden gesproken over de vraag hoe een emissiehandelssysteem in Europa zal worden opgezet, althans als er geen systeem op wereldschaal komt, en hoe energie-intensieve bedrijfstakken dan kunnen worden gecompenseerd om te voorkomen dat ze door een concurrentienadeel uit Europa vertrekken en daardoor zogenaamde "carbon leakage" ontstaat. Naar onze mening horen die besluiten bij elkaar. Op het moment dat je besluit tot een emissiehandelssysteem, moet op hoofdlijnen duidelijk zijn hoe dat systeem eruit ziet, welke bedrijfstakken voor compensatie in aanmerking komen en hoe dat zal worden vormgegeven. Daarom stel ik de volgende motie voor:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het ontbreken van een mondiaal veilingsysteem leidt tot een aanzienlijk concurrentienadeel voor energie-intensieve bedrijfstakken binnen Europa en dat toepassing van een Europees emissiehandelssysteem (ETS) daarom kan leiden tot zogenaamde "carbon leakage";

overwegende dat de instelling van een Europees emissiehandelssysteem daarom vergezeld dient te gaan van compensatiemaatregelen ten behoeve van de energie-intensieve bedrijfstakken;

overwegende dat de Europese Commissie de besluitvorming over het Europees emissiehandelssysteem lijkt te willen loskoppelen van besluitvorming over de compensatiemaatregelen;

verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat besluitvorming over een Europees emissiehandelssysteem niet wordt losgekoppeld van besluitvorming over compensatiemaatregelen voor de energie-intensieve bedrijfstakken en deze als één samenhangend pakket te beschouwen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Zijlstra en Neppérus. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 162(21501-33).

Minister Van der Hoeven:

Mevrouw de voorzitter. Het onderwerp dat de heer Zijlstra aanhaalt, de positie van de energie-intensieve industrie die kan worden geconfronteerd met ongelijke concurrentienadelen, is erg belangrijk. Dit is ook een onderwerp in de discussie over het veilingsysteem. De beste oplossing is natuurlijk een wereldwijd akkoord. Dat moeten wij volgend jaar in Kopenhagen bereiken want dan ontstaat er een wereldwijd level playing field. Dit is er echter nog niet. Zolang zo'n akkoord er nog niet is, moet er een oplossing worden gevonden voor die sectoren die last hebben van carbon leakage, wat wil zeggen dat de bedrijven naar elders verdwijnen omdat ze daar gemakkelijker kunnen produceren en ze geen last hebben van het emissiehandelssysteem. Wij zijn dan onze industrie kwijt en er ontstaat extra CO2. Dat moeten wij niet hebben.

De Europese Commissie heeft hiervoor een opening gegeven in de voorstellen. In 2010 wordt vastgesteld om welke sectoren het gaat en in 2011 wordt bepaald wat er voor die sectoren moet gebeuren. Ik ben het met de heer Zijlstra eens dat dit te laat is. De industrie moet eerder duidelijkheid krijgen. Ik heb dit meermalen gezegd. Ook collega's van andere lidstaten denken hier zo over. Je kunt dit in stappen doen. De eerste stap bestaat uit zo snel mogelijk vaststellen volgens welke criteria de sectoren kunnen worden geselecteerd die mogelijk last hebben van "carbon leakage". De tweede stap bestaat uit het opstellen van een lijst met sectoren op basis van die criteria. Dat zal niet gemakkelijk zijn. U kunt zich het gevecht om wel of niet op die lijst te komen wel voorstellen. Hoe je met de sectoren omgaat, moet je pas beslissen na de conferentie in Kopenhagen; dan is duidelijk of er een mondiaal akkoord is.

Nu vraagt de heer Zijlstra om het besluit over het ETS niet los te koppelen van het besluit over een oplossing voor "carbon leakage", zodat bedrijven helderheid krijgen. Ik ben het daarmee eens; ik wil dat ook. In het voorstel van de Commissie is die aanpak opgenomen, inclusief opties voor compensatie. Het moet worden uitgewerkt. Ik heb zojuist gezegd op welke wijze het tijdpad van de Commissie versneld kan worden. Ik span mij daarvoor in en ik beschouw de motie van de heer Zijlstra als steun hiervoor.

De voorzitter:

Dan zijn wij aan het einde van dit VAO. Mijnheer Zijlstra?

De heer Zijlstra (VVD):

Als de minister de motie zo ruimhartig feitelijk overneemt, dan trek ik haar in.

De voorzitter:

Aangezien de motie-Zijlstra/Neppérus (21501-33, nr. 162) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van de beraadslaging meer uit.

De beraadslaging wordt gesloten.

De vergadering wordt van 12.54 uur tot 13.10 uur geschorst.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Irrgang en Smilde.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Naar boven