Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda van morgen en als hamerstuk te behandelen:

  • - de brief van het Presidium over het beëindigen van de werkzaamheden van de Raad van Economisch Adviseurs (REA) (29654, nr. 10).

Voorts stel ik op verzoek van de aanvrager voor, het VAO Turkse dienstplicht van de agenda af te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de PvdA-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Justitie het lid Timmer tot lid in plaats van het lid Kalma.

Het woord is aan de heer Brinkman.

De heer Brinkman (PVV):

Voorzitter. Ik verzoek om een spoeddebat met de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Financiën. Ik verzoek de politiebonden nadrukkelijk om geen acties te starten voordat dit spoeddebat is afgerond. Zo op het eerste oog lijkt er een mooi akkoord te liggen, maar naar nu blijkt, moesten de bonden hun handtekening zetten onder het akkoord voordat zij überhaupt hun leden konden raadplegen. Dit zijn stalinistische praktijken waaruit opnieuw disrespect jegens de politie blijkt. De leden Van Raak en Verdonk en ik hebben dit eerder ook al zo genoemd. Politieacties in het gehele land dreigen ons lot te worden en dat lijkt mij niet goed voor de overheid.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Voorzitter. Ik steun dit verzoek.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Van stalinistische acties heb ik geen verstand. Ik steun het verzoek van harte. Ik heb begrepen dat met name de houding van de minister ertoe heeft geleid dat de onderhandelingen voor de derde keer zijn stukgelopen. Ik zou het spoeddebat het liefst nog vandaag willen houden. Morgen kunnen er immers acties zijn. Ik vind dat de Kamer haar verantwoordelijkheid moet nemen om de minister naar de Kamer te roepen en acties te voorkomen, vandaar dit spoeddebat.

De voorzitter:

Mijnheer Brinkman, wij kunnen beiden tellen, maar u mag de conclusie trekken.

De heer Brinkman (PVV):

Inderdaad, ik heb toestemming voor een spoeddebat. Ik steun het voorstel van collega Van Raak om het spoeddebat het liefst nog vandaag te houden. Het is zeer belangrijk dat de politieacties morgen niet doorgaan en dat wij de minister met een nieuwe opdracht naar de onderhandelingstafel sturen. Mochten uit dit spoeddebat moties voortkomen, dan zou hierover direct gestemd moeten worden.

De voorzitter:

Ik denk niet dat het wijs is om toe te zeggen dat wij dit debat vandaag houden, zeker gezien uw laatste opmerking. Nu al is het laatste debat van vandaag gepland om 22.00 uur. Een extra debat zou nachtwerk worden. Ik stel voor, het debat morgen te houden. De spreektijd zal drie minuten bedragen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Azough.

Mevrouw Azough (GroenLinks):

Voorzitter. Vandaag bleek dat de mensenhandel, die tot nu toe vaak als buitenlands fenomeen wordt gezien, sterke wortels heeft in Nederland. De meerderheid van de slachtoffers en daders blijkt de Nederlandse nationaliteit te hebben. Ik vraag de minister van Justitie om samen met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een brief te schrijven over dit feit en de mogelijke gevolgen voor de aanpak van mensenhandel.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wil het verslag van het algemeen overleg van gisteravond van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap toevoegen aan de agenda. Het overleg ging over de ingebrekestelling door de Europese Commissie omtrent gelijke behandeling bij arbeid en beroep.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van der Ham.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik wil het kabinet mijn schriftelijke vraag over een asbestschip rappelleren (nr. 1235, d.d. 16 januari 2008). Naar aanleiding van een eerder rappel heeft het kabinet aangegeven, de vraag vóór 27 februari 2008 te beantwoorden. De Kamer heeft echter nog geen antwoord ontvangen. Ik verzoek u, het kabinet te vragen om deze vraag zo snel mogelijk te beantwoorden.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. De staatssecretaris van Justitie heeft in antwoord op Kamervragen aangegeven dat slechts een derde van alle in 2007 ongewenst verklaarde vreemdelingen is uitgezet. Het feit dat maar liefst twee derde van deze criminelen nog gewoon in Nederland verblijft, is schokkend en onacceptabel. Daarom wil ik graag een spoeddebat met de staatssecretaris van Justitie hierover.

De heer Van de Camp (CDA):

De CDA-fractie heeft geen behoefte aan een spoeddebat op dit moment. Wij hebben gisterenmiddag uitgebreid het specifieke onderdeel van de criminele illegalen behandeld. Voor het overige zijn wij in afwachting van brieven van het kabinet. Ik vind het verzoek wat prematuur.

De heer Kamp (VVD):

Het lijkt mij erg interessant om over deze materie een brief van het kabinet te krijgen en een deskundig oordeel over wat er aan de hand is. Aan de hand van die brief kunnen wij beoordelen of er een overleg moet komen en, zo ja, in welke vorm.

Mevrouw Verdonk (Verdonk):

Ik sluit mij graag bij de laatste woorden van de heer Kamp aan. Tegen de heer Van de Camp van het CDA zeg ik, dat het debat van gisteren niet echt uitgebreid was. Wij kregen geen goede antwoorden in de zin dat wij inhoudelijk tevreden zouden zijn, want dat verwacht ik sowieso al niet van dit kabinet. Het waren sowieso geen tot tevredenheid stemmende antwoorden, slechte antwoorden dus.

De heer Spekman (PvdA):

Maar wel daden! Dat is ook mooi voor de verandering. Ik steun het betoog van de heer Van de Camp.

De heer Fritsma (PVV):

Aan de heer Van de Camp wil ik nog meegeven dat wij gisteren ook niet over aantallen hebben gesproken. Juist dat is cruciaal: twee derde van alle criminele vreemdelingen verblijft dus nog in Nederland. Dat staat los van wat gisteren is besproken. Maar goed, ik constateer dat er een brief wordt gevraagd.

De voorzitter:

U constateert dat er geen steun is voor een debat. U hebt wel steun voor een brief.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Wij hebben vanmorgen een brief gekregen van minister Ter Horst waarin zij de Kamer meldt dat van maar liefst twee miljoen passen in Nederland de chip relatief eenvoudig te kraken en te dupliceren is. Die kaarten zijn volstrekt lek. Naar aanleiding van de ov-chipkaart blijken twee miljoen kaarten lek, waaronder die van kazernes, ministeries en noem maar op. De minister zegt ook dat het misbruik zo laagdrempelig is dat wij het snel kunnen verwachten.

Ik wil hierover een spoeddebat met in ieder geval minister Ter Horst, waarin wij kunnen spreken over de vraag hoe lang dit al bekend is, of er een acuut veiligheidsgevaar is en welke maatregelen getroffen worden.

De heer Çörüz (CDA):

De minister schrijft in haar brief dat zij nader onderzoek gaat doen. Morgen is er een procedurevergadering van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Ik zou het punt daar ter sprake willen brengen en dan in den brede willen bekijken wat wij gaan doen.

De heer Pechtold (D66):

Het lijkt mij acuut genoeg voor een spoeddebat, dus ik steun GroenLinks.

De heer Heijnen (PvdA):

Als alles goed gaat, praten wij vanmiddag al met minister Ter Horst over ICT bij de overheid. Wat let u om daar uw punt aan de orde te stellen? Ik zie geen aanleiding voor een spoeddebat.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Wij hebben vanmiddag inderdaad een algemeen overleg met de minister. Daarin kan het aan de orde worden gesteld. Er wordt ook een onderzoek van de AIVD aangekondigd. Ik zou morgen in de procedurevergadering verdere stappen willen ondernemen.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Dat overleg gaat ook over andere onderwerpen. Dit is het meer dan waard om er apart over te spreken. Het is een specifieke problematiek. Ik constateer tot mijn spijt dat er geen steun is voor een spoeddebat. De leden van de fractie van de SP blijven in de bankjes zitten, en ook die van de PVV-fractie.

De voorzitter:

Dit is bijna uitlokking.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Dat klopt!

De voorzitter:

Dat snap ik wel...

Mevrouw Gerkens (SP):

De SP steunt de aanvraag voor het debat.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Er is steun voor het spoeddebat en ik vraag u om het in te plannen.

De voorzitter:

Vandaag en morgen zal het sowieso niet lukken, het kan pas volgende week. Als het echt spoed heeft, stel ik u voor om uw best te doen om in de procedurevergadering te bekijken of... Zou een spoedoverleg een idee zijn?

De heer Cramer (ChristenUnie):

Voorzitter. Nu er steun is voor een spoeddebat, wil ik vragen of de staatssecretaris van Economische Zaken daar ook bij aanwezig kan zijn. Hij heeft namelijk ook een deel van deze portefeuille in beheer.

De voorzitter:

Dat is een nieuw voorstel. Ik geef de heer Duyvendak nu echter eerst in overweging om hier met spoed een overleg in de commissie over te houden.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Ik zal bekijken of wij morgenochtend in de commissie kunnen besluiten om morgen nog een spoed-AO te voeren, met de staatssecretaris van EZ daarbij. Als daar onverhoopt geen meerderheid voor zou zijn, dan hoop ik dat u alsnog een spoeddebat wilt agenderen.

De voorzitter:

Ik stel voor dat wij aldus handelen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Poppe.

De heer Poppe (SP):

Voorzitter. Gistermiddag heeft de Kamer besloten om een brief aan de minister te vragen over de gewijzigde motie-Vietsch/Neppérus (29383, oorspronkelijk nr. 91) en de stemming over die motie uit te stellen. Die brief is er nog niet. De minister schijnt zoek te zijn. Ik kan dan ook niet anders dan u verzoeken, de minister erop te wijzen dat zij moet ingaan op verzoeken van de Kamer en dat zij dat ook op tijd moet doen. Verder verzoek ik u, de stemming over de motie nogmaals uit te stellen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik heb gisteren het compromisvoorstel gedaan om de stemmingen één dag uit te stellen. Dat heb ik gedaan onder de voorwaarde dat er een brief zou zijn. Aangezien de regering haar werk niet heeft gedaan, steun ik het verzoek van de heer Poppe.

Mevrouw Vietsch (CDA):

Voorzitter. Ik wil u toch verzoeken, vandaag te stemmen over de motie. Ik vind namelijk dat wij de regering niet mogen belonen voor het feit dat zij geen brief aan de Kamer stuurt. Dit is een beloning van slecht gedrag en daar zijn wij niet voor.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Zo stellen wij de stemming steeds weer uit. Gisteren hebben wij de afspraak gemaakt om te vragen om een brief. Ik zou graag, hoe dan ook, aanstaande dinsdag willen stemmen, dus ook als er nog geen brief is.

De heer Madlener (PVV):

Wij waren gisteren al bereid om te stemmen over de motie en dat zijn wij vandaag weer.

De heer Van der Ham (D66):

Ik steun het verzoek van de heer Poppe om de stemming uit te stellen.

De heer Boelhouwer (PvdA):

Ik steun het verzoek van de heer Poppe ook. Ik ben ervoor om dinsdag te stemmen.

De heer Poppe (SP):

Mag ik nog één opmerking maken?

De voorzitter:

Nee, nu nog niet. Ik heb even geteld en er is een meerderheid voor uitstel van de stemmingen tot dinsdag. Dat gaan wij dan ook doen. U gaat mij daar nu voor bedanken?

De heer Poppe (SP):

Ik wil u inderdaad bedanken. Daar wil ik dan nog wel bij zeggen dat het niet zo kan zijn dat als wij vragen om een brief en als die niet komt, wij dan denken: ach, laat maar. Er moet gewoon een brief komen als wij dat willen!

De voorzitter:

Waarvan akte.

(geroffel op de bankjes)

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Graus. Ik vraag de Kamer rustig te zijn terwijl de heer Graus spreekt.

De heer Graus (PVV):

Voorzitter. Wij hebben zojuist een zeer onbevredigend AO over zelfstandig ondernemerschap gevoerd. Ik wil u daarom verzoeken, het verslag van dit AO op de agenda te zetten.

De heer Aptroot (VVD):

De drie staatssecretarissen hebben toegezegd een brief te zullen sturen, met daarin een toelichting en een antwoord op een aantal openstaande vragen. Ik stel dan ook voor om het VAO pas te plannen als wij die brief hebben ontvangen.

De heer Van der Ham (D66):

Ik steun de oproep van de heer Aptroot. Ik wil ook eerst die brief afwachten. Er kan natuurlijk altijd een VAO worden gehouden, maar ik zou dat ook pas willen plannen als de brief binnen is.

De heer Ulenbelt (SP):

Voor de SP geldt hetzelfde.

Mevrouw Vos (PvdA):

Ook wij willen eerst de brief afwachten en dan het VAO plannen. Wij hebben niet zo veel haast.

Mevrouw Blanksma-van den Heuvel (CDA):

Wij steunen dat voorstel.

De voorzitter:

Ik stel voor het zo te doen. Gaat u daarmee akkoord, mijnheer Graus?

De heer Graus (PVV):

Prima.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Hiermee zijn wij gekomen aan het eind van de regeling van werkzaamheden.

Naar boven