Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 12 september 2007 over de Landbouw- en Visserijraad.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. Naar aanleiding van de Landbouw- en Visserijraad hebben wij een algemeen overleg gehad. Daarin hebben wij kort gesproken over de dierziekten. In dat kader kregen wij een onbevredigend antwoord van de minister op de vragen over preventieve vaccinatie van dieren om ze te behoeden voor de virussen die blauwtong en vogelpest veroorzaken.

Daarover dien ik de volgende drie moties in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat, volgens experts, knutten die het blauwtongvirus dragen, zich blijvend in Nederland zullen vestigen;

constaterende dat in Nederland bijna 2000 agrarische bedrijven zijn getroffen door het blauwtongvirus;

constaterende dat het afgelopen seizoen tienduizenden schapen het slachtoffer zijn geworden van het blauwtongvirus en vele zijn gestorven of ernstig hebben geleden;

constaterende dat het in Nederland vooralsnog gaat om het blauwtongvirus serotype 8 en dat een vaccin tegen dit virus binnenkort beschikbaar zal zijn;

van mening dat preventieve vaccinatie van schapen noodzakelijk is om het onnodig lijden en sterven van dieren te voorkomen;

verzoekt de regering om preventieve vaccinatie van schapen te verplichten zodra het vaccin tegen het blauwtongvirus serotype 8 beschikbaar is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 238(21501-32).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat, volgens experts, knutten die het blauwtongvirus dragen, zich blijvend in Nederland zullen vestigen;

constaterende dat naast schapen ook andere evenhoevigen, waaronder koeien, in toenemende mate getroffen worden door het blauwtongvirus;

constaterende dat het in Nederland vooralsnog gaat om het blauwtongvirus serotype 8 en dat een vaccin tegen dit virus binnenkort beschikbaar zal zijn;

van mening dat preventieve vaccinatie van evenhoevigen noodzakelijk is om het onnodig lijden en sterven van dieren te voorkomen;

verzoekt de regering, binnen een halfjaar aan de Kamer te rapporteren of en, zo ja, onder welke condities verplichte preventieve vaccinatie van alle evenhoevigen een effectieve maatregel is om verspreiding van blauwtong tegen te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 239(21501-32).

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter...

De heer Koopmans (CDA):

Ik ben benieuwd wat u bedoelt met verplichte vaccinatie. Is dat op grond van Nederlandse wetgeving of moet het gaan om een zoektocht naar Europese wetgeving?

Mevrouw Thieme (PvdD):

Ik denk dat wij twee wegen moeten blijven bewandelen, eigenlijk in alles wat wij doen met betrekking tot diergezondheid en dierenwelzijn, zowel nationaal als Europees. Wij moeten in dezen immers vooral onze eigen verantwoordelijkheid niet vergeten. Gezien de veedichtheid van ons land is het ook een typisch Nederlands probleem, dat wij serieus moeten nemen door ook vaccinatie massaal in te voeren. Het moet ook een verplichting zijn, juist om te voorkomen dat dieren afhankelijk zijn van de goedwillendheid van de sector.

De heer Koopmans (CDA):

Bedoelt u dan dat deze minister, als deze motie wordt aangenomen, de mogelijkheden moet onderzoeken van nationale wetgeving op grond waarvan deze vaccinatie verplicht is? Begrijp ik goed dat dit de kern van de motie is?

Mevrouw Thieme (PvdD):

Dat begrijpt u goed.

Nu dien ik de derde motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit internationaal onderzoek van de Wereldvoedselorganisatie (FAO) steeds duidelijker wordt dat het vogelpestvirus (H5N1) niet wordt verspreid door wilde vogels;

constaterende dat het verplicht ophokken van commercieel gehouden pluimvee daarom niet de gewenste maatregel is om de verspreiding van het vogelpestvirus (H5N1) te voorkomen;

overwegende dat het vogelpestvirus (H5N1) ook voor de volksgezondheid belangrijke risico's met zich meedraagt;

van mening dat daarom alles op alles moet worden gezet om besmetting van mensen en dieren met het hoog pathogene vogelpestvirus te voorkomen;

verzoekt de regering om over te gaan tot verplichte preventieve vaccinatie van al het pluimvee dat in Nederland wordt gehouden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Thieme en Van Velzen. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 240(21501-32).

De heer Waalkens (PvdA):

Voorzitter. In het algemeen overleg ter voorbereiding op de landbouwraad op 26 en 27 september hebben wij een boeiend debat gevoerd. Bij nader inzien heeft dit overleg ons tot de volgende motie gebracht.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Europese Commissie voorstelt om de verplichte braakligregeling voor het marktjaar 2007/2008 op 0% te stellen en de verwachting is dat dit voorstel op de Landbouwraad van 26 en 27 september 2007 zal worden goedgekeurd;

overwegende dat door het op 0% stellen van de braakligregeling de exploitatieruimte van akkerbouwers zal toenemen;

overwegende dat door het op 0% stellen van de braakligregeling het areaal voor natuurontwikkeling kleiner wordt;

overwegende dat akkerranden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het versterken of verbeteren van flora en fauna;

verzoekt de regering, mogelijkheden te onderzoeken om een modulatie toe te passen van 5% op de hectarepremies en deze reserves aan te wenden voor een nationale enveloppe als bijdrage aan de financiering van akkerrandenbeheer,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Waalkens. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 241(21501-32).

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ik begrijp dat de intentie van de motie is dat de heer Waalkens blij is dat akkerbouwers het door de hogere graanprijzen iets beter krijgen, maar dat hij vooral ook zorgen heeft over het feit dat een aantal akkerbouwers wellicht zouden willen doorgaan met de akkerranden waarmee zij zo lekker bezig waren. Hij is daarvoor kennelijk op zoek naar budget. Het belangrijkste aspect van de motie is dus niet dat de heer Waalkens wil komen tot modulatie, maar het verzoek aan de minister is eigenlijk om ergens een pot met geld te vinden voor de akkerbouwers die eigenlijk door willen gaan met het stukje natuur dat zij inmiddels hebben gerealiseerd. Is dat inderdaad de doelstelling van de motie van de heer Waalkens?

De heer Waalkens (PvdA):

Natuurlijk zijn wij blij met de ruimte die akkerbouwers krijgen om het hele areaal te betelen. Wij hebben geconstateerd dat heel veel akkerbouwers een combinatie maken van de braakligregeling en akkerrandenbeheer. Wij willen deze twee zaken, die positie uitwerken in het gebied maar ook voor het inkomen van de akkerbouwers, combineren. Wanneer wij door gebruik te maken van de mogelijkheid van een modulatie van de hectarepremies het budget zouden kunnen verkrijgen, moet u de motie zien als een verzoek aan de minister om eens te bekijken of het mogelijk is om deze financieringscirkels op te zetten. Dat zou nu kunnen, of eventueel bij de health check.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Dat betekent dus dat de heer Waalkens toch geld wil weghalen bij de akkerbouwer die het nu iets beter krijgt om ervoor te zorgen dat wij het natuurstukje kunnen blijven realiseren? Ik kan meevoelen met het natuurstukje, maar vind het vreemd dat de heer Waalkens de keuze maakt om geld weg te halen bij de akkerbouwers die het in principe net wat beter gaan krijgen. Is hij niet bereid om de minister te verzoeken, te bekijken of hiervoor andere budgetten te vinden zijn?

De heer Waalkens (PvdA):

Wij kunnen amendementen indienen om binnen de LNV-begroting hiervoor ruimte te creëren. In dat kader zullen wij op zoek gaan naar middelen om veel meer akkerranden tot stand te brengen. In de landbouwraad koppelen wij dit thema aan de mogelijkheid tot het opnieuw openen van de braakligregeling. Natuurlijk ben ik blij met het feit dat de akkerbouwers een goed jaar achter de rug hebben.

De heer Koopmans (CDA):

De akkerbouw heeft zeven magere jaren gehad. Dit is waarschijnlijk het eerste jaar waarin de akkerbouw weer een goed jaar zal hebben. Lees ik in de motie goed dat de heer Waalkens even 5% van de hectarepremies gewoon weer afpakt om iets te doen wat op zich heel nuttig is? Het is nogal ingewikkeld gesteld, maar ik probeer het gewoon even op z'n agrarisch te vertalen. Kunnen wij dit niet beter in het kader van de begrotingsbehandeling bespreken in plaats van boerengeld weg te halen?

De heer Waalkens (PvdA):

Wij zien de intentie van de minister om aan publiek geld dat aan het landbouwbeleid wordt besteed, maatschappelijke doelen te verbinden. Volgens ons is het nu het uitgelezen moment om deze maatschappelijke binding voor het volgend seizoen vast te leggen. Boeren krijgen zo een fatsoenlijke vergoeding als zij iets aan de natuur doen en hoeven dus niet in te leveren. Het laatste is onzin. De heer Koopmans zegt dat ik iets zou willen afpakken. Dat is niet aan de orde. Ik wil slechts komen tot een systeem van beloning voor zaken waarvoor grote maatschappelijke waardering bestaat en waarvoor brede steun is in de Kamer.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Minister Verburg:

Voorzitter. Ik ga graag in op de vier ingediende moties. De gedachtewisseling heeft vorige week al plaatsgevonden in het algemeen overleg.

De eerste motie van mevrouw Thieme over verplichte preventieve vaccinatie van schapen kan ik onmogelijk uitvoeren, omdat over verplichte vaccinatie alleen op Europees niveau kan worden besloten, dus met instemming van de Europese Commissie. Dat heeft te maken met het Europese dierziektebeleid en de interne markt. De Kamer weet dat mijn inzet erop is gericht te komen tot vrijwillige vaccinatie. Het ziet ernaar uit dat daartoe mogelijkheden aanwezig zijn. Ik wil graag met de sector zelf afspraken maken over hoe zo effectief mogelijk preventief kan worden opgetreden. Ik ben het met iedereen eens dat het verschrikkelijk is als jouw bedrijf en jouw dieren door blauwtong worden getroffen. Ik heb deze kwestie voor morgen op de agenda van de Europese Landbouwraad gezet. De eerste signalen vanuit Brussel zijn hoopgevend. Ik ontraad dus aanneming van de motie, vanwege de Alleingang van Nederland in dit opzicht.

Mevrouw Van Velzen (SP):

De minister spreekt van vrijwillige vaccinatie. Dat is een goed begin, maar zij is niet voor een verplichte vaccinatie in Nederland. Stel dat daartoe in Europa initiatieven worden genomen, staat de minister er dan wel achter om dit te verplichten? Of is zij bereid daartoe zelf het initiatief te nemen?

Minister Verburg:

De kwestie staat morgen op de agenda van de Europese Landbouwraad. Ik heb deze er zelf op laten zetten. Wij spreken morgen over de te volgen strategie. Ik hoop dat wij tot een effectieve aanpak komen. Blauwtong is hier plotseling uitgebroken, maar het is heel agressief en het treft heel veel bedrijven en dus dieren. Ik ga zoeken naar een serieuze oplossing, samen met mijn collega's in de Landbouwraad en samen met de dierhouders in Nederland.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Dat is prachtig, maar is de minister bereid morgen in de Landbouwraad te pleiten voor verplichte vaccinatie?

Minister Verburg:

Ik zeg niets toe. Ik ga morgen overleggen. Ik heb aangegeven hoe de kwestie er Europees voor staat. Ik wijs verder op de afspraken over het dierziektebeleid en de interne markt. Ik ga mij ervoor inzetten te komen tot een effectief beleid op het gebied van het preventief optreden.

Dan de tweede motie van mevrouw Thieme, mede ondertekend door mevrouw Van Velzen. In deze motie wordt gesproken van een verkenning van vaccinatie. Er wordt mij verzocht binnen een halfjaar te rapporteren of en zo ja, onder welke condities verplichte preventieve vaccinatie van alle eenhoevigen een effectieve maatregel is om verspreiding van blauwtong tegen te gaan. Ik ben de mogelijkheden om blauwtong en andere ziekten buiten de deur te houden zeer actief aan het onderzoeken. Ik doe dat voor alle eenhoevigen, dus niet alleen voor schapen. Omdat er wordt gesproken van een verkenning vind ik de motie overbodig, want ik ben daar al mee bezig.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Toch heb ik de indruk, ook gelet op het interruptiedebatje van zojuist, dat de minister niet bezig is met een verkenning naar de mogelijkheden van verplichte preventieve vaccinatie. Daar gaat de motie over. Ook vragen wij om een rapportage binnen een half jaar.

Minister Verburg:

Een rapportage binnen een half jaar over een effectief vaccinatiebeleid kan ik toezeggen. Als u het over verplichte vaccinatie wilt hebben, dan ontraad ik aanvaarding van deze motie.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 240 van de leden Thieme en Van Velzen, waarin de regering wordt verzocht over te gaan tot verplichte preventieve vaccinatie van al het pluimvee dat in Nederland wordt gehouden. De Kamer heeft wellicht opgemerkt dat met ingang van vandaag de afschermplicht is opgeheven. Wij hebben inmiddels een enigszins ander beleid ontwikkeld. Op basis van een risicoanalyse wordt overgegaan tot het al dan niet instellen en afronden van een afschermplicht. Er wordt niet meer automatisch meegegaan met de vogeltrek, omdat dat niet effectief genoeg bleek te zijn. Dit is een andere aanpak, maar voor verplichte preventieve vaccinatie geldt hetzelfde als wat ik bij de motie op nr. 238 heb gezegd, namelijk dat daar Europese afspraken over bestaan en dat dus een Nederlands initiatief niet mogelijk is. Ik ontraad aanvaarding van deze motie.

Bij de motie op stuk nr. 241 van de heer Waalkens zoek ik het punt dat hij in het dictum wil maken. Als het gaat om de eenmalige regeling om het braakligpercentage voor volgend jaar op nul te stellen, en de heer Waalkens bedoelt dat wij daar dan een modulatie aan moeten koppelen, dan is dat niet mogelijk. De beslissing over het braakligpercentage wordt morgen genomen en het is niet mogelijk om – als je dat al zou willen – op zo korte termijn dit soort zaken aan elkaar te koppelen. Als de heer Waalkens bedoelt om in het kader van de health check na te denken over de manier waarop natuurbeheer door boeren kan worden gestimuleerd en zij op een fatsoenlijke manier kunnen worden beloond, dan vindt hij mij aan zijn zijde. Dat is ondersteuning van beleid, maar wel met die duiding om in het kader van de health check te kijken naar de mogelijkheid om boeren niet alleen een schadeloosstelling te geven, maar ook een fatsoenlijke beloning voor hun inzet voor natuur- en weidevogelbeheer of ander beheer.

De heer Waalkens (PvdA):

Wij zouden het ene kunnen doen en het andere niet laten. Wij hebben de mogelijkheid om de nationale enveloppe en de bestemming daarvoor vast te stellen. Ik ben er erg voor dat de minister dit in de health check meeneemt. Daarom ben ik blij dat zij hierop zo positief reageert. Ik zou de minister graag uitnodigen om te bekijken of dit een begaanbare route is in het kader van het vullen van de nationale enveloppe. Daarop kunnen wij misschien later nog terugkomen.

Minister Verburg:

Ik wil geen misverstand hebben over deze motie. Ik heb gezegd hoe ik haar duid. Het kan niet een-op-een gekoppeld worden. Als de heer Waalkens wil praten over de huidige nationale enveloppe, dan kan dat op elk moment, maar ik wil elk misverstand vermijden over de mogelijkheid die twee in het kader van deze motie aan elkaar te knopen. Dat lijkt mij niet de goede weg. In het kader van de health check komt een aantal thema's aan de orde, maar daarover gaat de Europese Commissie later dit jaar voorstellen doen. Wij zijn aan het bekijken wat daar de inzet namens de Nederlandse regering kan zijn. Daarover kom ik later met deze Kamer te spreken. Bij die gelegenheid zouden wij dit soort zaken kunnen overwegen. Zo zou ik de motie graag willen verstaan, want dan zie ik haar als ondersteuning van beleid.

De heer Waalkens (PvdA):

De minister onderschrijft mijn overwegingen om te komen tot mijn verzoek aan haar. Als zij de motie zo interpreteert en dit bij de health check meeneemt, dan komen wij daar later over te spreken.

Minister Verburg:

Ik wijs erop dat het besluit dat morgen in de Landbouwraad voorligt, een besluit is voor één jaar en dat wij geen ruimte hebben om voor dat ene jaar extra modulatieruimte voor dit doel te nemen. Ik zou dat ook willen afwijzen. Ik zou het zorgvuldiger vinden om dit soort voorstellen, maar dan breder, apart te bekijken. Het moet niet alleen om de akkerranden gaan. De modulatie op Europees niveau of de Nederlandse enveloppe zou ik daaraan niet extra willen besteden. Ik wijs erop dat wij voor de maatschappelijke inzet ook de POP's hebben. Zoals bekend is er net weer een POP vastgesteld voor de periode 2007-2013. Voor morgen zie ik die ruimte niet.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

De health-checkdiscussie afwachten helpt helemaal niets voor het probleem dat nu op tafel ligt. Ik kan mij er helemaal in vinden dat de braakligregeling nu op nul gaat. Dat is prima. Het is goed voor de inkomsten van de akkerbouwers. Wel zie ik het als een probleem dat een aantal akkerbouwers zal zeggen dat zij toch graag met die akkerranden doorgaan, omdat zij daar een stukje natuur hebben gecreëerd. De minister zegt terecht dat deze regeling voorlopig een jaar geldt. Ik heb nu geen motie, maar vraag aan de minister of zij bereid is om met akkerbouwers te bekijken of daar een modus voor te vinden is. Dan voorkom je dat zij de zaak moeten omploegen en over twee jaar weer op de akkerranden zitten.

Minister Verburg:

Denk erom dat wij hier te maken hebben met goede ondernemers. Wij hebben te maken met een verzoek van een lidstaat dat door ons in Brussel is ondersteund. In dit verzoek wordt gevraagd om met het oog op de wereldmarkt een jaar lang de mogelijkheid te krijgen om de regeling toe te passen. Die mogelijkheid is omgezet in een voorstel dat morgen op tafel komt.

Begrijp ik nu goed dat mevrouw Snijder van mij vraagt om met al die akkerbouwers aan tafel te gaan zitten en te zeggen: wat moeten wij dan allemaal regelen? Ik zou dat niet willen doen. Ook hier in Nederland zullen akkerbouwers voor zichzelf de afweging maken hoe zij op hun stuk grond, op hun areaal, omgaan met die mogelijkheden en kansen. Iedereen is ondernemer genoeg om te weten dat het besluit voor één jaar geldt en dat het daarna in overweging wordt genomen. Dan treedt de oude regel weer in werking, tenzij in het kader van de health check de discussie verbreed en in het hele pakket meegenomen wordt.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Natuurlijk hoeft de minister niet met alle akkerbouwers om tafel. De ondernemers zullen hun eigen keuze maken. Het zou jammer zijn voor de ondernemers die zo op hun akkerranden gesteld zijn. Zij hebben daar een stukje natuur gecreëerd. Nu worden zij geconfronteerd met een hogere prijs voor de rest van hun akkergronden. Dat willen wij ook allemaal. Wij vinden de nul in principe ook prima. Ik proef echter dat er voor dit ene jaar akkerbouwers zullen zijn die zeggen dat zij hun akkergrond toch maar gaan omploegen, omdat zij geen gebruik kunnen maken van de braakligregeling. Ik hoor graag de reactie van de minister hierop.

Minister Verburg:

Mevrouw Snijder-Hazelhoff doet als vertegenwoordigster van de VVD nu toch iets heel raars. Zij vraagt mij in feite om in de schoenen van de ondernemer te gaan staan. Morgen gaat de Landbouwraad waarschijnlijk braaklegging van 0% voor één jaar mogelijk maken. Ik denk dat iedere ondernemer capabel genoeg is om voor zichzelf deze afweging te maken. Ik zal deze afweging binnen de spelregels respecteren.

De heer Koopmans (CDA):

Het is natuurlijk mooi dat de minister probeert in dit overleg met de Kamer tot een gezamenlijk gedragen beeld te komen, maar ik denk wel dat wij moeten opletten dat er geen heel onduidelijk beeld gaat ontstaan. Als ik de motie van de heer Waalkens lees, dan staat er gewoon dat hij af wil van 0%, punt. Daarnaast wil hij dat er een enveloppe komt met daarin geld voor akkerrandenbeheer, punt. Ik begrijp het oordeel van de minister niet helemaal, omdat het niet eenduidig is. De discussie die wij nu voeren, strookt niet met de tekst van de motie. Het is mooi dat er steun wordt uitgesproken voor akkerrandenbeheer. De financiering van akkerrandenbeheer bespreken wij echter graag bij de begroting en niet even aan de vooravond van een Landbouwraad.

Minister Verburg:

Hierover moet de Kamer besluiten. Ik probeer de motie van de heer Waalkens te duiden en geef aan dat financiering van akkerrandenbeheer onmogelijk is in combinatie met het terugbrengen van de braakligregeling op 0% voor één jaar. Dit soort zaken kunnen wel in het kader van de health-checkdiscussie aan de orde komen. Dit past immers geheel bij mijn streven om agrariërs te belonen die op enigerlei wijze aan flora- en faunabeheer doen. Als ik de motie verkeerd heb begrepen, nodig ik de heer Waalkens uit zijn motie te verduidelijken.

De heer Waalkens (PvdA):

De heer Koopmans heeft gezegd dat ik zou bepleiten om de braaklegregeling niet op nul te zetten, maar dat is onzin. Wij gaan ervan uit dat dat gebeurt, en dat hebben wij ook in het AO gezegd. Ik zou het geweldig op prijs stellen als de minister de route die de motie aangeeft, verder invult. Als dat nu niet kan, moet dat op een later moment, maar zeker vóór het daarop volgende oogstjaar. Ik ben erg gevoelig voor de opmerkingen van mevrouw Snijder dat in het overgangsjaar moet worden bekeken of de natuurwaarden zo veel mogelijk in het land kunnen worden vastgehouden. Daarvoor moet een financiering worden gevonden, waarvoor ik een voorstel heb gedaan.

Minister Verburg:

Maar nu is de heer Waalkens zelf bezig zijn agenda te bepalen. Daarom ben ik maar gewoon heel duidelijk: ik ontraad deze motie, omdat zij ziet op deze regeling. Ik houd overeind dat wij in het kader van de health check zouden moeten kijken, hoe boeren die een bijdrage leveren aan het beheer van flora en fauna, op een fatsoenlijke manier worden beloond, daarmee een paar stappen verder gaand dan de huidige tegemoetkoming.

De voorzitter:

Op verzoek van de heer Waalkens stel ik voor, zijn motie (21501-32, nr. 241) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande dinsdag over de ingediende moties te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven