Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Het woord is aan de heer De Roon.

De heer De Roon (PVV):

Voorzitter. Het kabinet heeft afgelopen vrijdag op basis van het advies van de Raad van State besloten om geen referendum uit te schrijven over het Europese hervormingsverdrag. Mijn fractie vindt dat een bedenkelijke zaak en daarom willen wij hierover een spoeddebat houden met de minister-president.

De heer Van Bommel (SP):

De SP-fractie steunt dit verzoek van de PVV-fractie. Wij vinden zo'n debat wel de moeite waard.

De heer Ten Broeke (VVD):

Is het niet verstandiger om te wachten op het verdrag? De onderhandelingen lopen nog steeds en het is in het belang van Nederland dat die onderhandelingen goed worden afgesloten en dat recht wordt gedaan aan het vorige referendum. Ik geef hieraan de voorkeur boven een debat over een advies, dat wij natuurlijk ook zullen betrekken bij het debat over de vraag of het volgende verdrag referendabel is.

De voorzitter:

U kent de procedure. De procedure is dat u zegt of u het voorstel wel of niet steunt. Zo'n lange toelichting is zeker niet nodig.

De heer Pechtold (D66):

Ik begrijp waarom de PVV-fractie verzoekt om een spoeddebat, maar zelf geef ik de voorkeur aan een uitgebreider debat. Wij moeten hierover langer kunnen spreken dan de drie minuten spreektijd van een spoeddebat.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van de PVV-fractie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De PvdD-fractie steunt dit verzoek eveneens.

De voorzitter:

Meer dan dertig leden steunen het verzoek van de heer De Roon. De minister-president is deze week afwezig. Ik stel daarom voor om dit spoeddebat, met spreektijden van drie minuten, toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van der Burg.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Voorzitter. Ik heb twee verzoeken. Ten eerste verzoek ik u om het verslag van het algemeen overleg van 5 september over de voortgangsrapportage e-overheid op de plenaire agenda te plaatsen.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik steun het verzoek van mevrouw Van der Burg. In het algemeen overleg heb ik de staatssecretaris om een brief gevraagd. Ik heb deze brief nog niet ontvangen en daarom verzoek ik u, het VAO niet volgende week, maar de week daarop op de agenda te plaatsen. Ik verzoek u verder om het kabinet te vragen, de brief snel naar de Kamer te sturen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet en het VAO over twee weken toe te voegen aan de agenda.

Daartoe wordt besloten.

Mevrouw Van der Burg (VVD):

Ten tweede verzoek ik u mede namens de fracties van de PvdA en het CDA om het verslag van het algemeen overleg over administratieve lasten en het verslag van het algemeen overleg over de evaluatie van Actal, beide van 12 september, op de plenaire agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor om deze VAO's eveneens over twee weken toe te voegen aan de agenda.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Over twee dagen vindt een algemeen overleg plaats over eergerelateerd geweld. Ik heb vragen gesteld over het tekort aan opvangplaatsen voor bedreigde mannen. Het lijkt mij wenselijk dat het kabinet deze vragen voor het algemeen overleg beantwoordt. De beantwoording is sowieso over tijd. Ik zou deze antwoorden daarom graag nog vandaag ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Gisteren presenteerde de WRR het rapport Identificatie met Nederland. Dit rapport staat bol van politiek correcte en multiculturele waanideeën, zoals wij die inmiddels van de WRR kennen.

De voorzitter:

U doet een procedureel voorstel! En u doet dat kort!

De heer Fritsma (PVV):

Dat zal ik doen.

Ik ontvang graag spoedig een brief van het kabinet met een uitgebreide reactie op het WRR-rapport. Na ontvangst van die reactie wil de PVV-fractie hierover graag in debat gaan met het kabinet.

De heer Dibi (GroenLinks):

De fractie van GroenLinks is bijzonder verheugd over dit rapport. Na ontvangst van de kabinetsreactie voeren wij hierover graag een debat.

De heer Dijsselbloem (PvdA):

Ik ga niets zeggen over het rapport bij de regeling van werkzaamheden. Volgens mij komt er op een WRR-rapport altijd een kabinetsreactie. Om hier nu om te vragen, vind ik dan ook een showtje opvoeren voor niets. Ik stel voor dat wij de kabinetsreactie afwachten en daarna een goed debat voeren.

De heer Zijlstra (VVD):

Ik steun het verzoek om het kabinet te manen tot een spoedige reactie, aangezien de reactie op het vorige WRR-rapport ongeveer anderhalf jaar op zich heeft laten wachten.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wij onderschrijven de stelling dat het kabinet het WRR-rapport vanzelfsprekend van een reactie zal voorzien. Afhankelijk van die reactie zullen wij in een procedurevergadering bekijken hoe wij het debat zullen voeren.

De heer Pechtold (D66):

Wij hopen dat de reactie van het kabinet net zo goed is als het rapport en dat er dan een goed debat volgt.

De heer De Wit (SP):

Ook wij ondersteunen het verzoek. Wij willen er de vraag aan toevoegen of het kabinet in zijn brief ook op de toespraak van prinses Máxima wil reageren.

De voorzitter:

Mijnheer Fritsma, wilt u nog reageren voordat ik een voorstel doe?

De heer Fritsma (PVV):

Het lijkt mij wel duidelijk. Ik weet dat een kabinetsreactie vanzelfsprekend is. Een snelle kabinetsreactie is dat niet; vandaar het verzoek.

De voorzitter:

Prima. Dan vragen wij het kabinet om snel te reageren. Ik stel dus voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Als ik het goed begrepen heb, wil de Kamer daarna een debat. Ik zie daarop instemmende reacties. Ik stel derhalve voor, hierover een debat te voeren.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Bommel.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. Ik wil een spoeddebat aanvragen met de minister-president en de staatssecretaris voor Europese Zaken over het bericht dat het kabinet zou hebben besloten, geen handtekening te plaatsen onder een eventueel wetsvoorstel dat zou moeten leiden tot een referendum over het Europese verdrag dat nog definitief moet worden opgesteld. Dat bericht is niet weersproken, noch in de Volkskrant, waarin het zaterdag werd gemeld, noch gisteren toen PvdA-minister Plasterk er expliciet naar werd gevraagd in een televisieprogramma. Het bericht in de Volkskrant meldt dat de PvdA-bewindslieden...

De voorzitter:

Uw verzoek is duidelijk.

De heer Ten Broeke (VVD):

Wij struikelen weer over de spoeddebatten, terwijl er in Brussel nog onderhandelingen worden gevoerd. Ik vraag mij af of wij de spoeddebatten van volgende week niet kunnen combineren. Zojuist is op voorstel van de heer De Roon besloten dat er een spoeddebat komt naar aanleiding van de advisering van de Raad van State. Nu gaat het om een spoeddebat over een gerucht. Ik zou zeggen: laten wij de twee combineren. Misschien komen wij dan ook een keer aan de inhoud van het verdrag toe.

De voorzitter:

Een nieuw voorstel van de heer Ten Broeke om de debatten te combineren.

De heer De Roon (PVV):

Ik steun het verzoek van de heer Van Bommel van ganser harte, want de mededeling dat...

De voorzitter:

Eigenlijk was de steun al genoeg.

De heer De Roon (PVV):

Ik wil ook graag reageren op datgene wat zojuist werd voorgesteld, namelijk bijeenvoeging van beide debatten. Daarvoor voel ik helemaal niets, want ik vind het weigeren van een contraseign op een initiatiefwet van de Tweede Kamer van dermate grote importantie dat ik niets voel voor ineenschuiven.

De voorzitter:

Nu doet u toch wat ik liever niet heb.

De heer Van der Staaij (SGP):

Het verdrag is er nog niet, het wetsvoorstel ook niet en de kwestie van het contraseign is al helemaal voorbarig. Het lijkt ons veel te ver gaan om hier nu een debat aan te wijden. Misschien kunnen wij het betrekken bij het debat dat al is afgesproken.

De heer Van der Ham (D66):

Wij steunen het voorstel van de heer Van Bommel, maar ook het voorstel om de debatten samen te voegen. Ik vraag dan wel of de spreektijden wat mogen worden opgerekt naar bijvoorbeeld vijf minuten. Die tijd moeten wij er echt wel voor uittrekken om het debat op een goed niveau te kunnen voeren.

De voorzitter:

Er hebben al meer dan dertig leden steun gegeven aan het voorstel. Ik ga nu even praktisch doen. Ik laat de heer Van Bommel eerst reageren op het voorstel om de debatten samen te voegen.

De heer Van Bommel (SP):

Ik snap dat je uit praktische overwegingen beide onderwerpen zou willen samenvoegen. Ik denk echter dat het om twee nogal verschillende kwesties gaat. De ene gaat over de inhoud van het verdrag en de andere betreft de verhoudingen tussen Kamer en regering. Een van de belangrijkste rechten van de Kamer is het recht op initiatief. De regering zou dat willen doorkruisen...

De voorzitter:

Dank u wel, maar u zou alleen op het procedurele aspect reageren. Hoe vaak moet ik dat nu nog zeggen? Het wordt zo langzamerhand voor iedereen toch wel duidelijk dat ik alleen procedurele reacties wil hebben bij de regeling? De heer Dijsselbloem heeft het zojuist al gezegd, ik heb het bij zo ongeveer iedere regeling van werkzaamheden gezegd. Ik word het, eerlijk gezegd, gewoon een beetje beu.

Mevrouw Ouwehand, bent u ervoor of bent u ertegen? Dat lijkt mij toch een simpele vraag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De fractie van de Partij voor de Dieren steunt het verzoek van de heer Van Bommel. Ik stem alleen in met een combinatie van de debatten onder de voorwaarde dat de spreektijden worden verruimd. Het lijkt mij echter handiger om de debatten te scheiden.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Mijn fractie sluit zich aan bij de opmerkingen van de Partij voor de Dieren, met daarbij het verzoek om een schriftelijke reactie van de regering op de geruchten van het contraseign.

De heer Van Haersma Buma (CDA):

Voorzitter. Ik vraag mij af of het tweede debat procedureel gezien een apart spoeddebat moet zijn, omdat het over hetzelfde kabinetsbesluit gaat. Ik laat het aan u over om te bepalen of de debatten worden samengevoegd.

De voorzitter:

Ik stel vast dat voor beide verzoeken om een debat dertig leden waren. Over het eerste debat hebben wij al een beslissing genomen. Beide debatten worden gehouden en voor beide debatten stel ik een spreektijd voor van 3 minuten per woordvoerder.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

U krijgt van mij allemaal een brief waarin de gouden regels nog eens worden uiteengezet. U hebt al een keer een brief over die regels ontvangen. In die regels is precies de gang van zaken bij de regeling van werkzaamheden beschreven. Ik geef ook nog een keer precies de procedure aan voor mondelinge vragen. Daarbij mag één keer een aanvullende vraag van één minuut worden gesteld. Ik word nu een beetje streng.

Het woord is aan de heer Van Raak.

De heer Van Raak (SP):

Voorzitter. Minister Ter Horst is bijzonder druk met de afdrachtregeling van de SP. Ik wil haar evenwel vragen om de vragen van de SP-fractie fatsoenlijk te beantwoorden. Dat lijkt mij veel belangrijker. Op 16 juli heb ik vragen gesteld over de burgemeester van Raalte en twee weken geleden heb ik de minister daarover gerappelleerd. Ik heb echter nog niets gehoord. Deze week wil ik antwoord, voor het sluiten van de vergadering.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Het gaat hierbij dus om een rappel.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Velen van ons zullen zich de schokkende beelden van Jolanda Venema nog herinneren, een aantal jaren geleden. Die schokkende beelden hebben gelukkig geleid tot meer geld voor intensieve zorg voor gehandicapten. Wat blijkt echter tot onze verbijstering? Het potje met geld voor deze groep gehandicapten is leeg. Ik wil de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hierover dan ook graag interpelleren.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. De fractie van de Partij voor de Vrijheid ondersteunt het verzoek van mevrouw Kant.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ik vraag om er een spoeddebat van te maken dat deze week wordt gehouden.

Mevrouw Van Dijken (PvdA):

Voorzitter. Ik wil daarbij graag een reactie van het kabinet zien. Het verzoek om een interpellatiedebat steunen wij sowieso niet. Op korte termijn een debat vind ik prima, maar wel na ommekomst van een brief van het kabinet met daarin een reactie op de beschikbare informatie.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Ik wens ook op korte termijn een brief, snel gevolgd door een debat. De fractie van GroenLinks steunt dus het verzoek om een debat.

De heer Jan de Vries (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft met zorg kennisgenomen van de berichten. Toch ontvangen wij graag eerst hierover een brief van het kabinet. Daarna kunnen wij bepalen wat de meest geëigende procedure is.

Mevrouw Kant (SP):

Ik wil graag voldoen aan het verzoek van mevrouw Van Miltenburg om mijn verzoek om een interpellatie te mogen houden, om te zetten in een verzoek om een spoeddebat, zodat iedereen voldoende spreektijd heeft en wij goed over dit probleem kunnen discussiëren. Ik wil wel dat het debat zo snel mogelijk gepland wordt. Ik wil het dus niet laten afhangen van een brief van het kabinet. Als het kabinet hierover zelf nog een brief naar de Kamer wil sturen, vind ik dat prima, maar ik wil het debat daar niet van laten afhangen.

De voorzitter:

Ik stel vast dat het verzoek om een interpellatie wordt omgezet in een verzoek om een spoeddebat.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. Wij hopen dat de brief er op tijd is. Ik stel de spreektijd voor het debat vast op 3 minuten per fractie. Ik zal het debat zo gauw mogelijk plannen.

Mevrouw Kant (SP):

Deze week dus.

De voorzitter:

Als dat lukt. Wellicht lukt het morgen al.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Voorzitter. Ik wil graag dat het debat nog deze week wordt gehouden. Een spoeddebat wordt aangevraagd omdat er spoed geboden is.

De voorzitter:

Ik zei ook dat het morgen misschien al mogelijk is, sneller kan niet.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

U zei dat het misschien deze week zou lukken.

De voorzitter:

Ik doe altijd mijn best.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van Gerven.

De heer Van Gerven (SP):

Mevrouw de voorzitter. Dit gaat over een rappel naar aanleiding van vragen die ik gesteld heb. De antwoorden van de minister en de staatssecretaris daarop zijn nog niet ontvangen. Het betreft vragen over wantoestanden bij het ziekenvervoer, nr. 2060722500. Het gaat ook over problemen bij kleinschalige dienstenstructuren van huisartsen. Ik wacht al wekenlang op antwoord op deze vragen. Wilt u spoed zetten achter de beantwoording van deze vragen?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Peters.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Voorzitter. De militaire junta in Birma dreigt binnen een paar dagen hard in te grijpen tegen de honderdduizenden demonstranten in het land. De EU-ministers hebben op de laatste Gymnich-bijeenkomst afgesproken, klaar te staan om actie te ondernemen. Ik verzoek de regering, daadwerkelijk alles te doen om deze actie nu te ondernemen, bijvoorbeeld door een concrete oproep aan de Asean-landen, China en India om geen geweld te gebruiken en door in New York, waar de minister-president en de minister van Buitenlandse Zaken zijn...

De voorzitter:

Ik begrijp dat u een brief van de regering vraagt.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik wil nog graag even zeggen waarover deze brief moet gaan.

De voorzitter:

Dan moet u niet zeggen wat zij in New York moeten gaan doen.

Mevrouw Peters (GroenLinks):

Ik wil graag dat de regering in de brief iets zegt over de acties die de bewindslieden in New York ondernemen, en over de stappen die zij jegens Asean, China en India in de geest van Gymnich willen zetten.

Mevrouw Van Gennip (CDA):

Het CDA heeft in een algemeen overleg dat eerder heeft plaatsgevonden, aan de minister gevraagd om Birma op de agenda van de Veiligheidsraad te zetten, om de Asean-landen onder druk te zetten en om onze grote zorgen over de demonstranten over te brengen. De minister heeft dat allemaal toegezegd. Gezien de ontwikkelingen van dit moment in Birma, waren wij voornemens om aanstaande donderdag in de procedurevergadering om een brief van de regering te vragen. Nu dit verzoek voorligt, zullen wij het steunen, maar eigenlijk had het aanstaande donderdag in de commissie aan de orde gesteld dienen te worden.

De voorzitter:

Het betreft een verzoek om een brief. Dat had u kunnen weten. Ik constateer dat het verzoek door de Kamer wordt gesteund.

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. In de Utrechtste wijk Kanaleneiland heerst anarchie.

De voorzitter:

Wat is uw voorstel?

De heer Wilders (PVV):

Ik zal toch eerst moeten zeggen waarover het gaat.

De voorzitter:

Wij hebben allemaal een vermoeden, want het stond al op papier.

De heer Wilders (PVV):

Luisteraars zullen toch ook willen weten waarover het gaat.

De voorzitter:

Inderdaad.

De heer Wilders (PVV):

Het gaat dus over de anarchie die in Utrecht is ontstaan doordat een wijk wordt geterroriseerd door vandalen en criminelen. Ik verzoek, daarover een spoeddebat te mogen houden om te bespreken hoe wij ervoor kunnen zorgen dat orde en rust worden hersteld. Ik stel voor, dit spoeddebat te houden met de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en, wat mij betreft, tevens de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en voor Jeugd en Gezin.

De heer Depla (PvdA):

Ik heb over deze kwestie mondelinge vragen gesteld. Ik ben geen voorstander van een spoeddebat. Ik geef de voorkeur aan een brief van de regering. Wij kunnen dan eerst een aantal vragen stellen, waarop wij in de brief antwoord krijgen. Op basis daarvan kunnen wij vervolgens een ordentelijk debat voeren. In de brief zou ik in ieder geval op de volgende vragen antwoord willen krijgen...

De voorzitter:

U doet nu een nieuw voorstel. Als dat wordt gehonoreerd, zullen wij kijken hoe het wordt ingevuld.

De heer Teeven (VVD):

De VVD-fractie heeft eveneens behoefte aan een brief van het kabinet. Dit is een zeer urgent probleem, maar wij zullen de tijd moeten nemen om er goed en rustig over te debatteren. Nadat wij de brief hebben ontvangen, kunnen wij een debat plannen.

De heer Dibi (GroenLinks):

Ik steun het voorstel van de heer Depla.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Ik steun eveneens het voorstel van de heer Depla.

De heer Jansen (SP):

De SP-fractie steunt het voorstel van de heer Depla ook.

De voorzitter:

Het voorstel is nu dus om het kabinet eerst om een brief te vragen. De heer Depla zal straks melden wat hij in deze brief aan de orde gesteld wil zien. Na ontvangst van de brief kan de Kamer besluiten tot het houden van een normaal debat.

De heer Wilders (PVV):

Ik had natuurlijk liever een spoeddebat hierover gevoerd, anders had ik daartoe geen voorstel gedaan. Ik vind het jammer dat er geen dertig leden zijn te vinden om nog vandaag een debat te voeren over de situatie in de wijk Kanaleneiland. Maar goed, dan maar de second best optie: een gewoon debat. Daarvoor heb ik natuurlijk ook nog wel een lijstje vragen. Ik betwijfel echter of wij die hier aan de orde moeten stellen of dat wij dat op een ander moment moeten doen. Ik hoop dat wij zo spoedig mogelijk een brief kunnen krijgen waarin niet alleen de vragen van de heer Depla, maar ook die van alle andere fracties, in ieder geval de mijne, worden beantwoord. Zodra wij die brief hebben ontvangen, kunnen wij later deze week of volgende week een debat voeren.

De voorzitter:

Ik stel voor dat u in de procedurevergadering van de desbetreffende commissie vaststelt welke vragen u wilt stellen. Na ommekomst van de brief kunnen wij het debat plannen, als de Kamer daarvoor op dat moment kiest.

De heer Depla (PvdA):

Dan moeten wij het er eerst nog wel over eens zijn van welke ministers de brief wordt verlangd. Wat mij betreft, zijn dat de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Jeugd en Gezin. Wij moeten de vragen niet langs vijf verschillende commissies laten gaan. Kunnen wij het erover eens zijn dat wij een extra gezamenlijke procedurevergadering houden van de commissies voor BZK en voor Jeugd en Gezin? Dat lijkt mij een goed plan.

De heer Wilders (PVV):

Ik kan mij daarbij aansluiten, maar ik wil ook graag de minister van Justitie aanwezig hebben bij het debat. De zaak heeft immers ook een strafrechtelijke kant. Als wij ook de vaste commissie voor Justitie erbij kunnen betrekken, kunnen wij het hier wel over eens worden.

De voorzitter:

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie wil reageren.

Mevrouw De Pater-van der Meer (CDA):

Toevallig hebben wij morgen een procedurevergadering van de vaste commissie voor Justitie. De agenda daarvoor is niet al te vol. Ik kan mij dan ook voorstellen dat wij deze combineren met de verzoeken van de andere commissies.

De heer Wilders (PVV):

Dat is prima.

De voorzitter:

Ik meen dat u hier goed uit zult komen.

Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Zijlstra.

De heer Zijlstra (VVD):

Voorzitter. Voor donderdag staat de heropening van de beraadslaging over de Elektriciteitswet 1998 (30934) op de agenda. Wij zijn bezig met een amendement op dat wetsvoorstel, maar dat duurt iets langer. Daarom verzoek ik u, de heropening een week uit te stellen. Dan hebt u ook wat meer tijd voor spoeddebatten.

De voorzitter:

Het ontroert mij dat u allemaal zo meedenkt.

Ik stel voor, dit verzoek te honoreren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb begin juni aan de ministers Bos en Eurlings vragen gesteld over de toekomst van vliegveld Twente. Ik heb daar nog geen antwoord op gehad. Ik heb die antwoorden echter nodig om het plenaire debat van aanstaande donderdag over de toekomst van de regionale luchthavens te kunnen voeren. Ik vraag de ministers om morgen voor het eind van de middag te antwoorden.

Ik breng voorts mijn verzuchting aan u over, voorzitter, dat ik de beantwoording van schriftelijke vragen momenteel heel slecht vind gaan. Ik heb nog geen kabinet meegemaakt dat zo slecht en zo traag antwoordt als dit kabinet. Alles is te laat en er worden na drie weken ook vaak geen briefjes gestuurd. Het duurt maanden. Ik doe een beroep op u, voorzitter, hierover contact met de minister-president op te nemen.

De voorzitter:

Ik doe dat altijd graag, maar de Griffier heeft onlangs alle secretarissen-generaal aangeschreven. Wij delen uw zorgen. Overigens is dit vaker gewisseld in de Kamer.

Ik stel voor, het stenogram van het gedeelte van de vergadering waarin u vraagt om spoedige beantwoording van uw vragen, door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Wilders (PVV):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Duyvendak inzake de beantwoording van schriftelijke vragen, met alle respect voor de Griffier. Misschien is het inderdaad zaak dat u deze kwestie een keer persoonlijk aan de orde stelt. Mijn fractie heeft ook de ervaring dat vragen slecht en te laat worden beantwoord.

De heer Marijnissen (SP):

Ik sluit mij hier graag bij aan. De kwestie is vanmorgen in mijn fractie besproken, want wij hebben hiervoor al heel vaak op het spreekgestoelte gestaan. Er staan gewoon termijnen voor de beantwoording. Ik vind het het recht en de plicht van de Voorzitter van de Kamer om van ministeries en verantwoordelijke bewindslieden te verlangen dat vragen tijdig worden beantwoord. Ik ben ook blij met dit debatje, omdat vanmorgen in mijn fractie werd gemeld dat sommige ministeries daadwerkelijk bewust de termijnen overschrijden, als doel op zichzelf. Dat is heel ernstig. Ik verzoek u, voorzitter, om poolshoogte te nemen en de ministeries en de minister-president namens de Kamer te laten weten dat wij willen dat de termijnen worden gehaald.

De voorzitter:

Ik voel mij zeer gesteund door uw oproep. Ik zal het stenogram persoonlijk naar de minister-president brengen en dat vervolgens toelichten.

(geroffel op de bankjes)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven