Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over zedelijkheidswetgeving en kinderporno op internet, te weten:

- de motie-Gerkens over invoering van de code of conduct door de reisbranche en luchtvaartmaatschappijen (31200 VI, nr. 16);

- de motie-Gerkens over het blokkeren van sites met seksueel geweld tegen kinderen (31200 VI, nr. 17);

- de motie-Gerkens over aansluiting bij de Financial Coalition Against Childpornography (31200 VI, nr. 18);

- de motie-Gerkens c.s. over een politiemonitor (31200 VI, nr. 19);

- de motie-Gerkens over de minimumleeftijd van 18 jaar voor modellen op pornosites (31200 VI, nr. 20);

- de motie-Teeven c.s. over een landelijk officier van justitie voor strafzaken met betrekking tot misbruik van minderjarigen (31200 VI, nr. 21);

- de motie-Teeven over het vroegtijdig opsporen van strafbare feiten ter zake van misbruik van kinderen (31200 VI, nr. 22);

- de motie-Van der Staaij c.s. over een voortgangsrapportage over samenwerking tussen overheden en betrokken organisaties (31200 VI, nr. 23);

- de motie-Van der Staaij over het daadwerkelijk handhaven van de zedelijkheidswetgeving voor 16- en 17-jarigen (31200 VI, nr. 24);

- de motie-De Pater-van der Meer over een landelijke aanjager bij de aanpak van huiselijk geweld (31200 VI, nr. 25);

- de motie-De Pater-van der Meer over een onderzoek naar de strafrechtelijke aanpak van de vereniging Martijn (31200 VI, nr. 26);

- de motie-Arib/Teeven over melding en aangifte door instellingen waar minderjarigen verblijven (31200 VI, nr. 27);

- de motie-Arib/Teeven over het op de hoogte brengen van de burgemeester als zich voormalige zedendelinquenten binnen zijn gemeente vestigen (31200 VI, nr. 28);

- de motie-Arib/Teeven over een verklaring omtrent gedrag (31200 VI, nr. 29).

(Zie vergadering van 6 november 2007.)

De voorzitter:

De motie-De Pater-van der Meer (31200-VI, nr. 25) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de afgelopen jaren een toename van capaciteit is gerealiseerd bij de opsporing en vervolging van kinderporno waarbij sommige politiekorpsen aanzienlijk grotere successen boekten dan andere korpsen;

overwegende dat het van groot belang is om te komen tot een effectieve aanpak van de bestrijding van kinderporno;

verzoekt de regering om een landelijke "aanjager", zoals die bij de aanpak van huiselijk geweld effectief is gebleken, in te stellen met als doel de expertise die er is bij de opsporing en de vervolging van kinderporno digitaal te implementeren bij de korpsen die minder ver zijn op het terrein van de bestrijding van kinderporno,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden De Pater-van der Meer en Arib. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 35 (31200-VI).

De motie-De Pater-van der Meer (31200-VI, nr. 26) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er maatschappelijke onrust heerst over de handelwijze van de vereniging Martijn;

overwegende dat de vereniging Martijn met haar publicaties langs de rand gaat van datgene wat toelaatbaar is;

verzoekt de regering, te onderzoeken op welke wijze en wanneer de vereniging strafrechtelijk kan worden aangepakt wanneer zij voor betrokkenen onwelgevallige of ongewenste foto's en/of teksten publiceert, en of de wetgeving ter zake toereikend is,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden De Pater-van der Meer en Anker. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 36 (31200-VI).

De motie-Arib/Teeven (31200-VI, nr. 27) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat zedenmisdrijven zo veel mogelijk moeten worden voorkomen;

constaterende dat seksueel misbruik in instellingen voor kinderopvang, jeugdzorg, justitiële jeugdinrichtingen, instellingen voor geestelijke gezondheidszorg en verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten in onvoldoende mate wordt gemeld bij de bevoegde instanties;

van mening dat het melden van seksueel misbruik bijdraagt aan de preventie én sanctionering van zedenmisdrijven, en instellingen dwingt werk te maken van beleid ter voorkoming van seksueel misbruik;

verzoekt de regering, alle instellingen waar kinderen/minderjarigen verblijven, zoals kinderopvang, jeugdzorg voor verstandelijk en/of lichamelijk gehandicapten, justitiële jeugdinrichtingen en instellingen voor geestelijke gezondheidszorg, te verplichten om seksueel misbruik bij bevoegde instanties te melden en aangifte hiervan bij het Openbaar Ministerie te doen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Arib, Teeven, De Pater-van der Meer en Azough. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 37 (31200-VI).

De motie-Arib/Teeven (31200-VI, nr. 29) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat van onderwijzend personeel in het kader van indiensttreding een verklaring omtrent het gedrag (VOG) wordt vereist;

van mening dat een VOG voor allen die beroepshalve of als vrijwilliger met minderjarigen omgaan, een bruikbaar middel kan zijn ter voorkoming van kinderporno of seksueel misbruik;

verzoekt de regering, te bewerkstelligen dat voor organisaties die uit publieke middelen worden gefinancierd en waarbij veel met minderjarigen wordt gewerkt als voorwaarde voor deze financiering gaat gelden dat die organisaties bij het in dienst nemen van personeel of het aantrekken van vrijwilligers voortaan een VOG moeten vereisen;

verzoekt de regering tevens, in overleg te treden met de overige instanties die veel met minderjarigen werken om in dat overleg het belang van een VOG te benadrukken als middel ter voorkoming van kinderporno of seksueel misbruik,

en gaat over tot de orde van de dag.

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door de leden Arib, Teeven en Azough. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 38 (31200-VI).

Ik stel vast dat wij hierover nu kunnen stemmen.

Op verzoek van mevrouw Gerkens stel ik voor, haar motie (31200-VI, nr. 17) van de agenda af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Gerkens (31200-VI, nr. 16).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de SGP en de PVV voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Gerkens (31200-VI, nr. 18).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Gerkens c.s. (31200-VI, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Gerkens (31200-VI, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Teeven c.s. (31200-VI, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Teeven (31200-VI, nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij c.s. (31200-VI, nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij (31200-VI, nr. 24).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van het CDA tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-De Pater-van der Meer/Arib (31200-VI, nr. 35).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de PVV tegen deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-De Pater-van der Meer/Anker (31200-VI, nr. 36).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en het lid Verdonk voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Arib c.s. (31200-VI, nr. 37).

De voorzitter:

Ik constateer dat deze gewijzigde motie met algemene stemmen is aangenomen.

In stemming komt de motie-Arib/Teeven (31200-VI, nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de ChristenUnie, de SGP en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Voorzitter. De Partij voor de Dieren wil geacht worden, tegen de gewijzigde motie-De Pater-van der Meer/Anker op stuk nr. 36 te hebben gestemd. Ik hoorde u zeggen dat wij daarvoor gestemd hebben.

De voorzitter:

Dan heb ik dat niet goed gezien. De PvdD-fractie heeft tegen de gewijzigde motie-De Pater-van der Meer/Anker op stuk nr. 36 gestemd.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Mijn fractie wil geacht worden, voor de gewijzigde motie-De Pater-van der Meer/Anker op stuk nr. 36 te hebben gestemd.

De voorzitter:

De D66-fractie wenst geacht te worden voor de gewijzigde motie-De Pater-van der Meer/Anker op stuk nr. 36 te hebben gestemd.

De heer Wilders (PVV):

Mijn fractie was voor de gewijzigde motie-De Pater-van der Meer/Anker op stuk nr. 36, maar toen u het rijtje langsging, noemde u ons per abuis Partij voor de Dieren. Dat zijn wij echt niet.

De voorzitter:

Volgens mij had ik uw fractie al in een eerder stadium genoemd. Ik hoop dat het allemaal goed in de Handelingen komt te staan. De stenografen zijn allemaal zo accuraat en daar reken ik dan maar op. U hopelijk ook.

In stemming komt de gewijzigde motie-Arib c.s. (31200-VI, nr. 38).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de PvdA, GroenLinks, D66, de PvdD, de VVD, de SGP, de PVV en het lid Verdonk voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Gerkens (SP):

Nu de moties op de stukken nrs. 19 en 35 zijn aangenomen, wil ik graag van het kabinet een brief waarin staat hoe het kabinet deze moties denkt te zullen uitvoeren.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven