Aan de orde is de voortzetting van de behandeling van:

het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2008 (31200 V).

De voorzitter:

Het woord is aan de minister van Buitenlandse Zaken voor een mededeling. Ik sta geen interrupties toe.

De algemene beraadslaging wordt hervat.

Minister Verhagen:

Voorzitter. Ik heb geprobeerd, nadere informatie te krijgen over hetgeen de minister-president gisteren gezegd heeft. In eerste termijn heb ik al gezegd dat het gesprek van de minister-president met president Poetin met nadruk ook ging over de mensenrechten, de persvrijheid, het recht op vereniging en de weg naar democratie. Ik herhaal ook dat weinig premiers überhaupt over dit soort zaken van gedachten wisselen met de president van Rusland. Het feit dat wij de mensenrechten een centrale plaats geven in ons buitenlands beleid, is voor de minister-president aanleiding geweest om in de brede relatie die wij met Rusland hebben – waarbij economie, politiek en maatschappij elkaar versterken – juist ook over mensenrechten te spreken. Hij heeft uiting gegeven aan onze zorgen over het recht op demonstratie, het recht op vergadering, het recht op vereniging en de vrijheid van meningsuiting, inclusief de persvrijheid.

De minister-president heeft gisteren tegen de pers over zijn gesprek met president Poetin gezegd dat er gesproken is over samenwerking op gebied van de rule of law. Voorts wees hij erop dat Nederland Rusland ondersteuning biedt bij de samenwerking met betrekking tot de ontwikkeling van een burgerlijk wetboek. Hij heeft gezegd dat er van gedachten is gewisseld en dat onze zorgen kenbaar zijn gemaakt over mensenrechten en democratie. Hij heeft met nadruk tegen de pers gezegd dat de mensenrechtensituatie in Rusland aan de orde gesteld wordt, dat het voeren van een dialoog mogelijk is dankzij de brede relatie die Nederland met Rusland heeft en dat dit bezoek ook gebruik wordt voor de versterking van de rechtsstaat. Niet alleen in zijn gesprekken met de autoriteiten, maar ook in zijn contacten met de niet-gouvernementele organisaties wordt uitdrukking gegeven aan de zorg over wetgeving en mensenrechten. Ook is er aandacht besteed aan de zorgen van Nederland over de waarneming bij de verkiezingen van 2 december aanstaande en de samenwerking met ODIHR in dat kader.

Met andere woorden: de minister-president heeft zijn bezoek niet alleen gebruikt voor het afsluiten van een gascontract en het versterken van de bilaterale betrekkingen inzake samenwerking door het bedrijfsleven, maar ook voor het leveren van een bijdrage aan de verbeteringen op het gebied van mensenrechten en democratie in Rusland; dit laatste in tegenstelling tot de regeringsleiders van veel andere landen.

De algemene beraadslaging wordt geschorst.

Naar boven