Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aanstaande donderdag direct bij aanvang van de vergadering om 10.15 uur een extra mondeling vragenuur te plannen. In dat vragenuur zal ik een aantal leden in de gelegenheid stellen, schriftelijke vragen die niet binnen de termijn van drie weken zijn beantwoord, mondeling te stellen. Ik bepaal het tijdstip waarop vragen kunnen worden aangemeld, op woensdagmiddag 15.00 uur. Ik ben voornemens om in dit extra vragenuur uitsluitend schriftelijke vragen die niet binnen de termijn zijn beantwoord, toe te laten. Zoals afgesproken, zal ik geen aanvullende vragen toestaan.

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de moties ingediend bij de wetgevingsoverleggen van 15 oktober jongstleden over het onderdeel Natuur en het onderdeel Visserij van de begroting van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) voor 2008.

Op verzoek van de vaste commissie voor Financiën stel ik voor, de wens te kennen te geven nadere inlichtingen te ontvangen over de instelling van Domeinen als baten-lastendienst (31223).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in de vaste commissie voor Justitie het lid Dezentjé Hamming tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Beek.

Het woord is aan de heer Fritsma.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ik verzoek u, het verslag van het vorige week gehouden algemeen overleg over vreemdelingen- en asielzaken op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit VAO toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De heer Fritsma (PVV):

Hetzelfde verzoek geldt voor het verslag van het vorige week gehouden algemeen overleg over de Westermoskee.

De voorzitter:

Ik stel voor, ook dit verslag toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Duyvendak.

De heer Duyvendak (GroenLinks):

Afgelopen donderdag tekenden zes ministers een convenant met de grote werkgeversorganisaties over het klimaatbeleid. In dat convenant beloven de werkgevers min of meer tot 2020 20% CO2 minder uit te stoten. Dat is 10% minder dan de kabinetsdoelstelling. Ik vrees dat het regeerakkoord wordt geschonden omdat de doelen daardoor onhaalbaar worden. Ik wil de minister-president vragen om in een brief aan te geven hoe dit convenant zich verhoudt tot het regeerakkoord. Deze brief wil ik graag ontvangen voor de aanvang van de begrotingsbehandeling van VROM vanmiddag om 16.30 uur.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Van Velzen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag heeft minister Verburg met steun van de ministerraad besloten om de motie van de Kamer over de drukjacht naast zich neer te leggen. Over deze schoffering van de Kamer wil ik graag een spoeddebat voeren.

Mevrouw Thieme (PvdD):

Wij steunen dat verzoek.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Dat geldt ook voor de fractie van GroenLinks.

De heer Graus (PVV):

Wij steunen dit verzoek.

De voorzitter:

Ik stel vast dat hiermee het aantal van 30 leden is behaald. Wij zullen dit debat op een nader moment plannen. De spreektijden zijn drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Van Gent.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. In drie op de vier gehandicapteninstellingen schiet de zorg tekort. Dat is de zeer schokkende conclusie van het sectorbrede onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. In de ogen van onze fractie vraagt dat om een directe actie. Het komt namelijk nog steeds voor dat mensen worden opgesloten of vastgebonden. Wij willen hierover op zeer korte termijn, nog deze week, een spoeddebat houden. Er is immers sprake van ernstige misstanden. Wij kunnen ons voorstellen dat het kabinet voorafgaand aan dit debat een brief naar de Kamer stuurt.

De voorzitter:

Dan stel ik voor dat wij het verzoek splitsen in een verzoek om een brief en een verzoek om een debat. Laten wij de leden eerst vragen om steun voor de brief.

Mevrouw Agema (PVV):

Ik wil graag een debat zonder eerst op een brief te moeten wachten.

De heer Jan de Vries (CDA):

Ik heb begrepen dat de staatssecretaris vandaag nog het inspectierapport met de kabinetsreactie daarop naar de Kamer zal sturen. Misschien moeten wij dat rustig afwachten. Dan kunnen wij daar in de procedurevergadering van donderdagmorgen over spreken.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik steun het verzoek van mevrouw Van Gent, maar het lijkt mij handig om eerst een brief te ontvangen van het kabinet.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ik steun de opmerking van de heer De Vries. Als wij de brief hebben ontvangen, kunnen wij in de procedurevergadering van donderdag een nadere afspraak maken.

De voorzitter:

Vindt u dit geen goed voorstel, mevrouw Van Gent?

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. Gelet op de berichten die nu al zijn losgekomen door dit inspectierapport, wil ik de optie voor een debat nadrukkelijk openhouden. Die berichten zijn echt ernstig. Ik wil hierover deze week met de staatssecretaris spreken. Als mijn collega's nu al kunnen zeggen dat zij het daarover met de fractie van GroenLinks eens zijn, kunnen wij zaken doen.

De voorzitter:

De collega's zijn het met u eens en willen de reactie van de regering afwachten. Die reactie is er donderdag. U hebt een meerderheid voor een spoeddebat, mocht dat nodig zijn.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Het zou bij de procedurevergadering kunnen, maar ik wil dat de mogelijkheid openblijft dat wij hierover nog deze week een debat voeren. Daar zal ik bij de regeling of in de procedurevergadering op terugkomen.

De voorzitter:

Dat lijkt mij de goede volgorde.

Het woord is aan mevrouw Koşer Kaya.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Voorzitter. Ik wil een spoeddebat over het ontslagrecht. Gisteren heeft minister Donner een brief aan de Kamer gestuurd, waarin hij aangeeft dat hij vasthoudt aan zijn plannen, terwijl de heer Van Geel en de heer Tichelaar daarover op de Antillen uitgebreid hebben gesproken en een andere mening zijn toegedaan. Ik wil precies weten wat deze twee heren hebben besproken en binnen welke kaders de modernisering kan plaatsvinden. Ik wil ook dat zowel de heer Van Geel als de heer Tichelaar bij dat debat aanwezig is.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Het probleem lijkt mij meer te zijn dat zij het er op de Antillen niet echt goed over hebben gehad, maar dat even terzijde. Het lijkt mij heel zinvol om hierover een spoeddebat te houden, omdat glashelder is dat er een politiek probleem is. Dat wil ik graag bediscussiëren met de heren, dus ik steun uw verzoek.

De heer Ulenbelt (SP):

Dat geldt ook voor de SP-fractie. Het kan inderdaad waardevol zijn dat de mensen die ver weg van ons waren, zich in het debat mengen.

De heer Van Hijum (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie heeft na de verhelderende brief van minister Donner geen behoefte aan een spoeddebat.

De heer Nicolaï (VVD):

Die brief was heel verhelderend; er stond namelijk helemaal niets in. Ik steun het verzoek en de oproep om de heer Van Geel en de heer Tichelaar daarbij aanwezig te laten zijn, omdat zij zich hierover hebben uitgelaten. Volgens berichten zullen zij elkaar deze week nog spreken om voor zaterdag tot een deal te komen.

De voorzitter:

Mevrouw Koşer Kaya, ik wijs u erop dat de regering hier een grondwettelijke inlichtingenplicht heeft, maar dat het van de hoffelijkheid van uw collega's afhankelijk is of zij daartoe ook bereid zijn. Wij kunnen hier wel beslissen tot een spoeddebat, omdat 30 leden dat steunen, en wij kunnen een dringend verzoek aan anderen overbrengen om daaraan deel te nemen.

Mevrouw Koşer Kaya (D66):

Ik constateer dat een meerderheid van de Kamer ook wenst dat de heer Tichelaar en de heer Van Geel hierbij aanwezig zijn. Het zou fijn zijn om daaraan tegemoet te komen. Indien de heer Van Geel en de heer Tichelaar wensen dat het een fractievoorzittersoverleg wordt, vind ik dat ook geen probleem, maar de meerderheid is er.

De voorzitter:

Dan moet ik u teleurstellen. Er is nog geen meerderheid, maar er is een draagvlak van 30 leden voor een spoeddebat. Laten wij vaststellen dat er een spoeddebat komt, met een spreektijd van 3 minuten per fractie. Het stenogram is morgen aan u allen bekend, dus de leden kunnen zelf bepalen wie zij afvaardigen naar een debat.

Het woord is aan mevrouw Gerkens.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Er is de afgelopen dagen heel veel gezegd over de computerinbraken door ambtenaren van het ministerie van Sociale Zaken. Wij hebben hierover ook een brief ontvangen van minister Donner. Er is een beeld ontstaan van een ministerie waar een cultuur heerst dat geen middel wordt geschuwd om de beeldvorming over het eigen beleid te beïnvloeden. De overheid heeft zich kennelijk zonder scrupules de toegang tot het eigendom van anderen verschaft.

De voorzitter:

Wat is uw voorstel, mevrouw Gerkens?

Mevrouw Gerkens (SP):

Dit vraagt om een debat op korte termijn. Ik verzoek u om minister Donner en minister-president Balkenende hiervoor naar de Kamer te vragen.

De voorzitter:

Ik neem aan dat u vraagt om een spoeddebat.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik vraag om een debat op korte termijn.

De voorzitter:

Ik zal het even heel helder maken. Wij kennen in het Reglement van Orde twee soorten debatten: gewone debatten op basis van meerderheden en spoeddebatten op basis van 30 leden. Een spoeddebat kan ik snel doen en voor een gewoon debat moet ik tijd vinden in de agenda, dus u moet kiezen.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik wil een debat dat in uw woorden een "spoeddebat" is en in mijn woorden een "debat op korte termijn".

De heer Teeven (VVD):

Voorzitter. De VVD-fractie heeft absoluut geen behoefte aan een spoeddebat. Wij willen wel graag dat het oriënterend onderzoek van de rijksrecherche goed wordt uitgevoerd. Wij kunnen ons eigenlijk niet voorstellen dat minister Donner dit allemaal geweten heeft. Wij hebben dus liever eerst het oriënterend onderzoek en daarna pas een debat.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van mevrouw Gerkens. Ik wil wel graag dat ook de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap erbij is, want hij gaat over de media. Dit lijkt mij een nuttige toevoeging aan het rijtje.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Voorzitter. De GroenLinksfractie steunt het verzoek uiteraard, want wij vinden het belangrijk dat lopende het onderzoek ook de politieke setting van deze kwestie zo snel mogelijk in het openbaar wordt besproken.

De heer Fritsma (PVV):

Voorzitter. Ook de PVV-fractie steunt het verzoek om dit debat.

De voorzitter:

Dan stel ik vast dat er ruim 30 leden voor een spoeddebat zijn. Het probleem is dat de minister-president pas donderdag na 12.00 uur 's middags beschikbaar is. Als u vasthoudt aan dit debat, moet u dus accepteren dat het debat pas donderdag na 12.00 uur is. Anders doen wij het vanavond.

Mevrouw Gerkens (SP):

Donderdag na 12.00 uur is in orde.

De voorzitter:

Dan stel ik voor om het debat donderdag na 12.00 uur te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Gisteren zijn 24 mensen ziek geworden nadat zij in contact zijn gekomen met krokodillen in een dierenzaak en hebben 77 mensen de nacht moeten doorbrengen in een buurthuis. In Nederland mogen wij ongeveer alle dieren die wij wensen, krokodillen, gevaarlijke slangen, noem maar op, in onze huiskamers houden. Steeds meer wetenschappers wijzen op de gevaren voor infectie met, met name, salmonella. Het regeringsbeleid is volstrekt onduidelijk ten aanzien van de gevolgen voor de volksgezondheid. Ik wil daarom graag een brief van de ministers van LNV en VWS over het beleid ten aanzien van het houden van exotische diersoorten in relatie tot onze volksgezondheid.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Agema.

Mevrouw Agema (PVV):

Voorzitter. Het is echt waar: twaalf Surinamers gaan afkicken in Suriname. Dit kost € 50.000 per persoon en dit wordt bekostigd vanuit de AWBZ. Het is niet de eerste keer dat wij zoiets meemaken. Vorig jaar waren het al Marokkanen die op vakantie naar Marokko hun psychiater meekregen. Ik wil hierover graag een spoeddebat houden, omdat ik vind dat wij hieraan vandaag nog een einde moeten maken.

Mevrouw Van Miltenburg (VVD):

Ook ik heb dit bericht vandaag in de Metro gelezen. Ik zou voorafgaande aan een verzoek tot een debat eerst aan de verantwoordelijke bewindspersoon willen vragen of het bericht klopt. Ik vraag dus om een brief.

De heer Jan de Vries (CDA):

De CDA-fractie heeft met verbazing kennisgenomen van dit bericht. Ik wil graag weten of dit beleid past in de beleidsdoelstellingen van het kabinet, waar het gaat om de AWBZ-zorg in het buitenland.

De voorzitter:

Mevrouw Agema, ik zie nog geen steun voor een spoeddebat.

Mevrouw Agema (PVV):

Nee. Ik wil er in ieder geval op wijzen dat men op de website www.surivival.nl duidelijk kan zien dat deze organisatie al jarenlang bezig is om dit geld bij elkaar te krijgen. Een brief lijkt mij prima.

De voorzitter:

Dan vragen wij een brief. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Kant.

Mevrouw Kant (SP):

Voorzitter. Afgelopen mei hadden wij in de Tweede Kamer een debat over de marktwerking in de publieke sector en de gevolgen daarvan. U weet vast nog wel hoe moeizaam er toen informatie van het kabinet over dit onderwerp kwam. Ik heb echt moeten trekken aan een dood paard om dat debat hier voor elkaar te krijgen. Dat lag met name aan een gebrek aan bereidwilligheid van het kabinet om met informatie te komen. Het debat kwam er. Daarin werd toegezegd dat het kabinet een onderzoek zou gaan doen naar de gevolgen van de marktwerking in de publieke sector. Daarover zou de Kamer voor de zomer worden geïnformeerd. De Kamer is daar voor de zomer niet over geïnformeerd. Wij hebben daar opheldering over gevraagd. Het blijkt dat wij wel een brief hebben gekregen waarin staat wat men wil onderzoeken, maar dat is het dan.

Uit die brief bleek overigens ook dat het ministerie van EZ voornemens is om dat onderzoek zelf te doen. Wij hebben geïnformeerd naar de stand van zaken en geconstateerd dat er nog geen onderzoeksopzet is. Laat staan dat er met dat onderzoek is gestart. Ik ben van mening dat de toezegging aan de Tweede Kamer niet wordt nagekomen. Ik vraag de minister van EZ wat de onderzoeksopzet is, wat de stand van zaken is en of de Kamer inderdaad de resultaten van het onderzoek aan het eind van dit jaar tegemoet kan zien.

De heer Aptroot (VVD):

Volgens mij is gezegd dat de intentie is om de onderzoeksresultaten voor het eind van dit jaar naar de Kamer te sturen in plaats van voor afgelopen zomer. Als de minister had toegezegd om de resultaten voor de zomer van dit jaar toe te sturen, had mevrouw Kant de minister daaraan veel eerder herinnerd.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Economische Zaken.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Aptroot.

De heer Aptroot (VVD):

Voorzitter. De Kamer heeft eerder besloten tot een debat over de voorgenomen sluiting van de fabrieken van Unilever. Inmiddels is er echter een akkoord bereikt tussen de vakbonden en de directie van Unilever. Het lijkt mij dan ook verstandig om dat debat van de agenda af te voeren.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik heb destijds een debat aangevraagd over de voorgenomen sluiting van een drietal winstgevende bedrijven. Het ziet ernaar uit dat die bedrijven toch zullen worden gesloten, dus de reden voor het houden van dat debat blijft bestaan. Het is niet nodig om dat debat aanstaande donderdag te voeren, maar ik vind wel dat het moet doorgaan.

De voorzitter:

Er is met een gewone meerderheid van stemmen besloten tot het houden van dat debat. Daarom is er ook een gewone meerderheid nodig om dat van de agenda af te voeren.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik stel voor om het debat toch te houden. Ondanks dat men tot een sociaal plan is gekomen, valt er over die kwestie immers voldoende te bespreken. Misschien is het mogelijk om dat debat volgende week te voeren. Dan is er namelijk iets meer ruimte op de agenda. Ik vind het overigens vreemd dat de heer Aptroot verzoekt om een debat van de agenda af te voeren dat hij zelf niet heeft aangevraagd. Dat is echter zijn verantwoordelijkheid.

De voorzitter:

In de regeling van werkzaamheden is het mogelijk om dat te doen.

De heer Heerts (PvdA):

Ik heb begrip voor de woorden van de heer Aptroot en stel daarom voor om geen plenair debat over dat onderwerp te houden, maar een AO. Ik hecht er wel aan dat wij het afronden.

De heer Van Hijum (CDA):

Ik sluit mij kortheidshalve aan bij het voorstel van de heer Heerts.

De heer Aptroot (VVD):

Ik heb er geen bezwaar tegen om over die kwestie een AO te houden. Het lijkt mij namelijk niet logisch om daarover een plenair debat te houden, omdat de bonden en de directie overeenstemming hebben bereikt.

De voorzitter:

Ik constateer dat er geen meerderheid meer is voor het houden van een plenair debat over dat onderwerp.

De heer Ulenbelt (SP):

Dat is uiterst merkwaardig. Normaal gesproken reageren wij niet op krantenberichten. In dit geval is er echter slechts sprake van krantenberichten. Er moet altijd een brief van de minister komen.

De voorzitter:

De heer Ulenbelt kent mijn voorkeur om tijdens de regeling van werkzaamheden niet te diep op de inhoud in te gaan. Kan hij instemmen met het voorstel van de heren Heerts en Van Hijum voor het houden van een AO?

De heer Ulenbelt (SP):

Ik zou het graag bij een plenair debat houden.

De voorzitter:

Daarvoor is geen meerderheid.

De heer Ulenbelt (SP):

Dan moet daarover gestemd worden.

De voorzitter:

Dat is formeel mogelijk, maar de heer Ulenbelt weet dat hij geen meerderheid haalt.

De heer Ulenbelt (SP):

Ik vind het ernstig dat een meerderheid van de Kamer over deze kwestie niet plenair met twee ministers wil debatteren. Dan zal het wel een AO worden.

De voorzitter:

Ik stel voor om over deze kwestie een AO te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Marijnissen.

De heer Marijnissen (SP):

Voorzitter. Ik vraag een spoeddebat aan over Unilever en de problemen die Nederland heeft om werkgelegenheid te behouden. Waarschijnlijk worden er drie bedrijven van Unilever gesloten. Er is sprake van een akkoord, al moeten de werknemers zich daarover nog uitspreken. Ik hoop dat er naast de SP-fractie een fractie is van minimaal 5 leden die dit verzoek steunt. Dan kan er nog deze week een debat plaatsvinden.

Mevrouw Van Gent (GroenLinks):

Ik steun het verzoek van de heer Marijnissen.

De voorzitter:

Er is een meerderheid voor het houden van een spoeddebat over die kwestie. Wij zullen daarvoor een geschikt moment vinden. Daarbij gelden spreektijden van drie minuten per fractie.

Naar boven