Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | nr. 39, pagina 2341-2343 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2006-2007 | nr. 39, pagina 2341-2343 |
Vragen van het lid Ulenbelt aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de weigering van de staatssecretaris om flankerend beleid in te voeren nu er geen Kamermeerderheid is om de grenzen voor Oost-Europese arbeiders volledig te openen.
De heer Ulenbelt (SP):
Voorzitter. In NRC Handelsblad van afgelopen zaterdag zegt de staatssecretaris van Sociale Zaken dat hij de maatregel om Poolse arbeiders te beschermen die in ons land mogen werken niet zal uitvoeren. Nu hebben wij in de afgelopen periode verscheidene malen gehoord over dodelijke ongevallen van Poolse arbeiders. De voorzitter van de Algemene Bond Uitzendondernemingen zegt dat respectloos wordt omgegaan met mensenlevens door malafide uitzendbureaus die regels aan hun laars lappen, regels die door de overheid moeten worden gecontroleerd. De gemeente Den Haag heeft vanochtend meegedeeld dat het Centrum voor Werk en Inkomen de huisvesting van buitenlandse arbeiders onvoldoende controleert. Er worden door het CWI vergunningen afgegeven waarvan de gemeente later vaststelt dat het om illegale verhuur gaat, mensonwaardige omstandigheden en huisjesmelkers.
Er is dus alle reden voor uitvoering van de beschermende maatregelen ofwel het flankerend beleid. Waarom voert de staatssecretaris die maatregelen niet uit? Er is toch alle reden om uitbuiting en slechte huisvesting van deze mensen te voorkomen?
Staatssecretaris Van Hoof:
Voorzitter. De vragen van de heer Ulenbelt bevatten enkele elementen die enige toelichting vragen om uiteindelijk beantwoord te kunnen worden. Hij verwijst naar mijn uitspraken in de NRC. Ik heb daarbij aangegeven dat het flankerend beleid dat behoort bij het volledig openen van de grens, zodat vrij verkeer van werknemers mogelijk wordt, wat mij betreft gekoppeld is aan deze openstelling. Dit is ook niet de eerste keer dat ik dit naar voren breng, ik heb het in overleggen met de Kamer ook steeds aangegeven. In de discussie over het toestaan van vrij verkeer van werknemers heb ik met de Kamer afgesproken dat er flankerend beleid zou komen om dit mogelijk te maken. Logischerwijze is dit beleid dan ook hiermee verbonden, dus wat dit betreft is er niets nieuws.
Vervolgens wijst de heer Ulenbelt op dodelijke ongevallen waarover hij en nog een groot aantal andere Kamerleden vragen hebben gesteld. Ik hoop hierop een dezer dagen schriftelijk te kunnen antwoorden.
En ten slotte verwijst de heer Ulenbelt naar een artikel in Trouw van vanochtend over illegale verhuur in Den Haag. Hij stelt dat ik flankerend beleid zou moeten inzetten om dit te voorkomen. Ik denk dat het goed is om aan te geven dat er bij vrij verkeer van werknemers geen tewerkstellingsvergunning meer nodig is, zodat er ook geen rol meer is voor het CWI op het punt van de huisvesting van werknemers. Die rol behoort bij de tewerkstellingsvergunning, niet bij vrij verkeer van werknemers. Het is goed om ons te realiseren dat het CWI bij de aanvraag van een vergunning moet nagaan of de werkgever voldoet aan het vereiste van passende huisvesting, waarbij het vooral gaat om veilige en hygiënische huisvesting. Of er een illegaal circuit achter schuilgaat, is niet primair een zaak van het CWI, veeleer van de gemeente.
Inmiddels heb ik het met een wijziging van de regelgeving mogelijk gemaakt dat het CWI en de gemeente informatie uitwisselen, zodat de gemeente nu ook de beschikking krijgt over adresgegevens en de behuizing kan controleren. Dit blijkt te werken, want men treft zaken aan die niet passend zijn, maar ik heb evenmin als het CWI inzage gehad in het rapport waarop de gemeente Den Haag doelt. Dit signaal vormt voor mij wel een aanleiding om nog eens heel goed te bekijken of het CWI de huisvesting adequaat controleert.
De heer Ulenbelt (SP):
Voorzitter, de woorden van de staatssecretaris zijn absoluut niet overtuigend, ze bewijzen juist dat het flankerend beleid faalt. Als dit soort dingen wordt vastgesteld, dan faalt het, dan lopen mensen risico. Ik herhaal dan ook mijn vraag of de staatssecretaris het flankerend beleid nu wel of niet uitvoert. In de NRC geeft hij aan dat hij dit niet zal doen zolang er nog geen vrij verkeer van werknemers is. Dat vrije verkeer is er niet, een meerderheid van de Kamer is ertegen. Maar als hij dit beleid wél uitvoert, waarom is hij dan nog niet de belofte aan de Kamer nagekomen om vóór 1 maart in een brief aan te geven hoe het staat met de maatregelen uit het flankerend beleid?
Staatssecretaris Van Hoof:
Conform hetgeen ik steeds tegen de Kamer gezegd heb, is er geen sprake van flankerend beleid in uitvoering, omdat dit gekoppeld is aan het openstellen van de grens, aan het mogelijk maken van vrij verkeer van werknemers. Dit heb ik een- en andermaal aangegeven, ook in de NRC. Dit betekent dat er op dit moment geen flankerend beleid wordt gevoerd bij de ondersteuning van de uitwisseling van gegevens tussen het CWI en de gemeente, de afspraken over handhaving en de sectorafspraken met de sociale partners. Die zijn immers gekoppeld aan vrij verkeer van werknemers, wat er op dit moment niet is. Het CWI heeft wel een rol bij de huisvesting maar controleert niet of er sprake is van illegale woningverhuur of anderszins. Het CWI kijkt naar passende huisvesting. Ik heb gezegd dat dit rapport voor mij aanleiding is om te bekijken of een en ander tot nu toe altijd goed is gegaan. Tot december konden het CWI en gemeenten geen gegevens uitwisselen. Dat is nu wel mogelijk. De SUWI is daarop aangepast.
Delen van het flankerend beleid betreffen onder andere aanpassingen van de Wet op het minimumloon. De desbetreffende procedure is nog niet afgehandeld in de Eerste Kamer. Daarom is het voor mij heel moeilijk daarover nu iets te zeggen.
Mevrouw Bussemaker (PvdA):
Ik heb inderdaad een motie ingediend waarin gevraagd werd om gegevensuitwisseling tussen het CWI en gemeenten. Dit gebeurt nu inderdaad, maar niet altijd tot volle tevredenheid. De staatssecretaris zei dat het CWI geen rol meer heeft als de tewerkstellingsvergunning wordt afgeschaft. Hoe maakt de staatssecretaris dan afspraken met werkgevers en gemeenten om illegale bewoning en huisjesmelkers tegen te gaan?
Staatssecretaris Van Hoof:
Er is een afspraak gemaakt met de werkgevers. Die staat in het handhavingskader waartegen de sociale partners inmiddels "ja" gezegd hebben. In dat kader wordt ook gesproken over uitwisseling van gegevens bijvoorbeeld over betaling beneden het wettelijk minimumloon. Ook het huisvestingsaspect is daarin opgenomen.
In het kader van de discussies over huisvesting heeft inmiddels overleg met de VNG plaatsgevonden. De VNG verstrekt in samenwerking met het ministerie van VROM de nodige informatie en geeft ondersteuning aan gemeenten. Met de VNG zijn ook afspraken gemaakt over acties op het terrein van huisvesting voor tijdelijke medewerkers. Dat punt is dus afgehandeld.
Mevrouw Van Gent (GroenLinks):
Ik heb onlangs nog vragen gesteld over zogenaamde champignonslaven in Limburg; mensen die zeven dagen per week vijftien uur per dag moeten werken en gehuisvest zijn in gammele caravans. Daar is op behoorlijke schaal sprake van wantoestanden. Ik mag er toch van uitgaan dat de arbeidsinspectie er bovenop zit en controle uitoefent op de huisvesting, op uitbuiting, op ontduiking van het minimumloon, op overschrijding van arbeidstijden et cetera? Zolang nog sprake is van dit soort negatieve aspecten, wordt de discussie over het openstellen van de grenzen zeer zwaar beladen. GroenLinks is voor openstelling maar het moet wel goed geregeld worden. Welke extra acties onderneemt de staatssecretaris om dergelijke wantoestanden keihard aan te pakken?
Staatssecretaris Van Hoof:
In het kader van met name de illegaliteit in de tuinbouwsector maar ook daarbuiten is in het verleden al heel veel gedaan. De arbeidsinspectie en de bestuurlijke boetes zijn uitgebreid. Er wordt gerichter gezocht met alle resultaten van dien. Het aantal aangezegde boetes is gestegen. Desalniettemin gaan op een aantal plaatsen nog dingen verkeerd. Daarom ben ik ook zo blij dat juist FNV Bondgenoten de zaak waarover mevrouw Van Gent spreekt aan de kaak heeft gesteld, waarop vervolgens de arbeidsinspectie heeft ingegrepen. Mevrouw Van Gent heeft absoluut gelijk dat met of zonder open grenzen uitbuiting en verkeerde huisvesting ongewenst zijn en moeten worden aangepakt.
De heer Van Hijum (CDA):
In verschillende sectoren in de samenleving, waaronder de bouw en het transport, zien wij steeds meer werknemers uit Midden- en Oost-Europa, onder andere uit Polen. Tegelijkertijd moet nog te vaak worden geconstateerd dat er sprake is van onderbetaling, uitbuiting en slechte huisvesting. Daartegen moet keihard worden opgetreden, zoals de staatssecretaris aangeeft. Het punt van de huisvesting is nu geregeld. In de afspraken in het kader van het handhavingskader zal de huisvesting ook goed geregeld moeten zijn. Wordt dat element betrokken bij de afspraken die samen met de werkgevers, de werknemers en de arbeidsinspectie worden gemaakt om niet alleen onderbetaling en slechte arbeidsomstandigheden aan te pakken, maar ook toe te zien op goede huisvesting?
Staatssecretaris Van Hoof:
Over de huisvesting zijn afspraken gemaakt die primair de gemeente en ook de werkgever regarderen. Je kunt de werkgever aanspreken op de huisvesting, alhoewel ik ook vind dat daaraan grenzen zijn. Waarom spreek je die werkgever wel aan op de huisvesting van een werknemer uit Polen en niet op de huisvesting van een werknemer uit Nederland? Je moet de nuance er wel in houden. Dat neemt niet weg dat dit aspect wel degelijk is meegenomen in het handhavingskader dat onlangs is gesloten tussen Sociale Zaken en de landelijke sociale partners. Doordat de werkgevers daarmee hebben ingestemd, hebben zij daarmee de verantwoordelijkheid genomen. Met de VNG zijn afspraken gemaakt dat de VROM-inspectie ook in de richting van gemeenten nadrukkelijker aanwezig is. Wij hebben van de werkgevers de nodige aandacht gevraagd en hen gewezen op hun verantwoordelijkheden met alle consequenties van dien. Ik meen dan ook dat wij langs alle lijnen die daarvoor open staan in de richting van de werkgevers de noodzakelijke activiteiten hebben ondernomen voor zover mogelijk binnen onze verantwoordelijkheid.
De heer De Wit (SP):
De staatssecretaris had beloofd de Kamer voor 1 februari erover in te lichten wat hij heeft gedaan op het gebied van het flankerend beleid. In de Kamer is bij herhaling over drie onderwerpen gesproken: het minimumloon, naleving van de cao en huisvesting. Wij zien nu wat er gebeurt op het terrein van de huisvesting; zie het bericht van vanmorgen. Dat is dan op terreinen waarop wij nu nog enige controle hebben; het CWI zou toezicht moeten hebben. Welke garantie is er dat het straks niet nog veel erger wordt, wanneer de grenzen helemaal open gaan? U heeft altijd gepleit voor open grenzen. Welke garantie is er dat, als die open grenzen worden gerealiseerd, wij de controle niet helemaal verliezen doordat alles wegvalt? Daarom heeft de Kamer gevraagd wat er nu gebeurt en wat uw inzet is, zodat wij weten wat er straks mogelijk is.
Staatssecretaris Van Hoof:
Het antwoord is heel simpel. De garantie die de heer De Wit vraagt, ligt bij de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting en wordt daarop gecontroleerd door de VROM-inspectie. Het is geen verantwoordelijkheid van het departement van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om actie te ondernemen op het gebied van huisvesting. Wanneer er open grenzen zijn, is een werknemer in Nederland net als iedere andere werknemer, of hij nu uit Polen komt, uit Nederland, uit Duitsland of uit Senegal. Het maakt niet uit waar hij vandaan komt. De gemeente heeft een rol en een verplichting op het gebied van de huisvesting. Dat heeft de gemeente Den Haag hierbij ook gedaan met behulp van de gegevens die zij van het CWI heeft gekregen. Het CWI heeft die gegevens op dit moment in verband met de tewerkstellingsvergunning. Ook in de toekomst is het aan de gemeente om er het nodige aan te doen. Ik heb net in antwoord op de vraag van de heer Van Hijum uitgelegd wat wij samen met de collega's van VROM inmiddels hebben ondernomen in de richting van gemeenten om ervoor te zorgen dat daar wel degelijk het nodige gebeurt.
De heer De Wit noemt vervolgens het minimumloon. Ik heb gezegd dat de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer vertraging heeft opgelopen. Ik wacht op dit moment op de voortzetting in de Eerste Kamer. Het heeft geen enkele zin om er nu iets over te zeggen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20062007-2341-2343.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.