Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 81, pagina 4995-4996 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2005-2006 | nr. 81, pagina 4995-4996 |
Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van Orde.
Vragen van het lid Kant aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het op straat zetten van onverzekerden door ziekenhuizen.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter. Solidariteit in de zorg betekent dat iedereen zijn premie betaalt en dat je er ook op kunt rekenen dat je zorg krijgt als je die nodig hebt. Die solidariteit werkt natuurlijk alleen als iedereen daaraan meedoet en dus ook zijn premie betaalt. Wij weten ook allemaal dat er mensen zijn die desalniettemin tussen wal en schip komen, zoals illegalen en daklozen in dit land. Amerikaanse toestanden, waarbij onverzekerden verstoken zijn van zorg, willen wij niet. Toch komen zij voor. Ziekenhuizen zetten steeds vaker onverzekerden op straat, zo stellen twee Rotterdamse artsen. Volgens de dokters worden patiënten zonder identiteits- of verzekeringsbewijs bij de balie van het ziekenhuis al weggestuurd, zonder dat iemand heeft beoordeeld of zij dringend medische hulp nodig hebben. Al meer dan twintig patiënten noemen deze artsen, met klachten variërend van een liesbreuk of galstenen tot patiënten met onzekerheid over hun ziekte, die in een ziekenhuis verder zouden moeten worden onderzocht en behandeld. Het gaat dan om infecties, reuma, actieve hepatitis of een verdachte röntgenfoto.
Wat vind de minister van deze ernstige signalen? Vindt hij het acceptabel dat hierdoor daklozen en illegalen met ernstige gezondheidsklachten verstoken blijven van zorg? Men kan toch niet stellen dat er geen sprake is van noodzakelijke zorg als er geen diagnose is gesteld? Het is toch niet zo dat mensen pas recht hebben op acute zorg als zij in levensgevaar verkeren? Het kan toch niet zo zijn dat er gewacht wordt totdat een infectie zo ver uit de hand is gelopen dat iemand op de intensive care terechtkomt of, erger nog, dat misschien niet meer haalt? Welke actie zal de minister ondernemen om dit soort zaken te voorkomen? Is hij ook bereid om voor deze groep mensen, die anders mogelijk verstoken blijft van zorg, een waarborgfonds in te stellen, zodat in ieder geval de rekening kan worden betaald en de zorg kan worden verleend?
Minister Hoogervorst:
Voorzitter. Ook ik heb het bericht gelezen in het blad Medisch Contact. Ik vond het nogal wonderlijk dat deze artsen na hun constatering niet de inspectie hebben ingeschakeld.
Zonder dat met naam en toenaam te doen, noemen zij een ziekenhuis in Rotterdam dat consequent mensen zou weigeren, ook wanneer zij voor acute zorg in aanmerking komen. Dat zou op zich ernstig genoeg zijn om de inspectie te verwittigen. Ik heb gisteren daarom zelf aan de inspectie gevraagd om deze zaak te onderzoeken. De inspectie zal zich dus vervoegen bij de artsen in kwestie.
Ik heb de inspectie nog niet gevraagd om meer in het algemeen te bekijken of ziekenhuizen een adequate triage hanteren om dit soort gevallen te beoordelen, maar zal dat alsnog doen.
Mevrouw Kant (SP):
Ik ben heel blij met het antwoord dat de minister geeft, maar het is natuurlijk pas het antwoord op de eerste vraag die ik heb gesteld. Het is een prima zaak dat de minister de inspectie een onderzoek laat instellen. In een rapport heeft de inspectie overigens reeds zelf vastgesteld dat de zorg aan illegalen onder druk staat. Op zich is het feit dat dit soort problemen zich voordoet dus niet nieuw. Het is prima dat de minister onderzoek laat doen hoe ziekenhuizen hiermee omgaan. Wij komen er vervolgens zeker op terug.
Het is echter ook de vraag of de minister praktijken zoals in het artikel worden beschreven al dan niet acceptabel acht. Een andere vraag is of hij het met mij eens is dat, zolang geen diagnose is gesteld, je niet eens kunt vaststellen of medische zorg al of niet noodzakelijk is. Ik verzoek hem een inhoudelijke mening te geven over wat in het artikel wordt vastgesteld.
Mijn cruciale vraag is wat de minister eraan gaat doen. Een onderzoek door de inspectie is mooi, maar de signalen dat dit soort zaken zich voordoet zijn duidelijk. Ziekenhuizen blijven met de rekeningen zitten. Daarom weigeren zij mensen. Er moet een waarborgfonds komen opdat wij zeker weten dat daklozen en illegalen die zorg nodig hebben, worden geholpen en dat de rekening daarvoor wordt betaald. Wij hebben al vaker gesproken over dit waarborgfonds. Ik vraag de minister daarom, waarom hij dat niet gewoon instelt.
Minister Hoogervorst:
Ik stel mij voor dat de IGZ bekijkt of hetgeen in de Koppelingswet wordt bepaald ten aanzien van het verlenen van zorg aan illegalen, naar de geest van de wet wordt nageleefd. Het breder onderzoek van de IGZ zal wat langer op zich laten wachten. Ik kan mij echter voorstellen dat wanneer daaruit een beeld naar voren komt dat er hiaten zijn in de triage bij de ziekenhuizen, wij hiervoor een protocol ontwikkelen. Ik meen dat dit zou kunnen helpen. Ik ben ervan overtuigd dat de meeste ziekenhuizen het goed zullen doen.
Ten aanzien van het waarborgfonds heb ik de Kamer eerder gemeld dat de bestaande regelingen voor illegalen nog steeds van kracht zijn. Het betreft de beleidsregel Dubieuze debiteuren en het Koppelingsfonds. Ik heb ook gemeld dat ik zeer intensief overleg met verzekeraars voer over een nadere invulling van de regelgeving rond onverzekerden en wanbetalers in ons land. Dat overleg nadert een afronding. Afhankelijk van de vraag of wij hiervoor een sluitende regeling kunnen treffen, zal ik een definitieve beslissing nemen of een additioneel waarborgfonds tot stand moet komen of kan worden volstaan met de bestaande regelingen.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik vind het antwoord van de minister zeer ontoereikend. Wij hebben al vele malen met hem gesproken over het probleem dat ziekenhuizen er een belang bij krijgen om mensen die geen polis kunnen laten zien omdat zij onverzekerd zijn, de premie niet hebben betaald of illegaal zijn, medisch noodzakelijke zorg te weigeren. Dit probleem wordt mede veroorzaakt door het nieuwe zorgverzekeringsstelsel. Het artikel in Medisch Contact is daarvan het zoveelste bewijs. Naast het waarborgfonds waarover wij ook al vele keren hebben gesproken, vraag ik maar één ding van de minister. Hij heeft in het debat over hulp aan onverzekerden voortdurend gesproken over acute medische zorg, met andere woorden niet-uitstelbare zorg. Ik herhaal opnieuw de vraag die ik hem namens GroenLinks al zo veel keer heb gesteld. In het voorjaar van 1999 heeft zijn voorganger, mevrouw Borst, gesteld dat onverzekerde illegalen in Nederland recht hebben op medisch noodzakelijke zorg. Zij schrijft op 2 juni 1999 aan de Kamer dat dit alle zorg betreft die valt onder wat toen nog de sociale ziektekostenverzekering heette. Deze minister is zelf medeverantwoordelijk voor het stimuleren van fout gedrag door ziekenhuisdirecteuren, omdat hij het heeft versmald tot acute medische zorg. Ziekenhuizen mogen dus kennelijk iedereen die niet onmiddellijk acute zorg nodig heeft, de deur wijzen. Net als bij de vraag of ME al dan niet een ziekte is, zoals die in het kader van de WAO aan de orde kwam, heeft deze minister hier een fout recht te zetten. Ik vraag de minister daarom zich aan te sluiten bij de formulering van mevrouw Borst uit 1999 van medisch noodzakelijke zorg. Is dat de staande praktijk? Staat deze minister daar achter en neemt hij dus afstand van een inperking daarvan, los van de vraag of iets nu acuut medisch noodzakelijk is of wel of niet uitstelbaar? Ik vind dat die inperking van tafel moet. Illegalen, onverzekerden, mensen die de premie niet betaald hebben, hebben recht op medisch noodzakelijke zorg. Is de minister dat met mij eens of niet?
Minister Hoogervorst:
Voorzitter. Ik stel op de eerste plaats vast dat ons vooraf is voorgeschoteld dat de problematiek van de onverzekerden een van de vele onoverkoombare problemen van de Zorgverzekeringswet zou worden. De Schiedamse verzekeraar DSW was een van de verzekeraars die daar nadrukkelijk voor hebben gewaarschuwd. DSW heeft echter deze week naar buiten gebracht dat het volgens de eerste inzichten wel meevalt met de problematiek van de onverzekerden. Het daadwerkelijke probleem lijkt dus een stuk geringer te zijn dan in vele rampscenario's werd voorspeld.
Op de tweede plaats staan in de Koppelingswet duidelijke wetsteksten, ook naar aanleiding van alle debatten erover. Ik sluit mij geheel aan bij de woorden van mevrouw Borst in die debatten. Ik heb ook in de Kamer gezegd dat het uiteindelijk de arts is die de desbetreffende interpretatie in de spreekkamer voor zijn rekening neemt. Daar treed ik niet in.
Mede naar aanleiding van de berichten die wij hebben ontvangen, heb ik de IGZ opdracht gegeven om te bekijken in hoeverre de Koppelingswet wordt nageleefd. Ik doel dan ook op het ziekenhuis waarvan wordt gezegd dat het mensen weigert. Blijkt dat er onvoldoende waarborgen zijn voor de triage, dan moet de IGZ daar ook naar kijken.
Mevrouw Arib (PvdA):
Voorzitter. Het moet nog blijken dat het aantal onverzekerden meevalt. De minister zou nog met gegevens over het precieze aantal komen. Volgens één verzekeraar valt het mee, maar een andere zorgverzekeraar, Agis, spreekt over honderdduizenden onverzekerden. Ik zou dus niet te vroeg juichen als ik de minister was.
Dan nog iets over de problematiek van de onverzekerden. Het is allang bekend dat mensen die hier illegaal zijn, asielzoekers, of daklozen en verslaafden, worden geweigerd. Daarover zijn al diverse keren schriftelijke vragen gesteld. Ik ben verbaasd dat de minister de Inspectie voor de gezondheidszorg pas afgelopen maandag opdracht heeft gegeven een onderzoek daarnaar te doen. Ik vind dat te laat, zeker gelet op wat ik hoor van degenen die dagelijks met die mensen te maken hebben. Het is schandalig en inhumaan dat artsen met het dilemma worden geconfronteerd dat ze deze mensen als patiënt moeten weigeren. De minister stelt dat medisch noodzakelijke zorg in principe moet kunnen worden gegeven. Artsen moeten dat soort zorg leveren. Ik verzoek de minister een oproep te laten uitgaan aan alle artsen, vooral in de grote steden, om onverzekerden die zorg te geven die nodig is en waar ze recht op hebben.
Minister Hoogervorst:
Voorzitter. Ik roep artsen op de wet na te leven. Dat zal geen verbazing wekken. Blijkbaar maken artsen in hun eigen praktijk mee dat ze patiënten moeten weigeren. In het artikel in Medisch Contact, als ik dat moet geloven, wordt gesproken over een ziekenhuis dat categorisch weigert illegalen of onverzekerden te behandelen. Ik ben dan verbaasd, gelet op het artikel in Medisch Contact, dat er geen signaal is afgegeven in de richting van de inspectie, want daar is de inspectie voor. De inspectie heeft echter nog niets van die kant gehoord. Daarom heb ik het aangekaart bij de inspectie.
Ik juich overigens niet te vroeg, de afgelopen anderhalf jaar al niet. Ik stel wel vast dat één van de verzekeraars die hebben gewaarschuwd voor het probleem van de onverzekerden, inmiddels heeft aangegeven dat het in eerste instantie lijkt mee te vallen.
Mevrouw Koşer Kaya (D66):
Voorzitter. Onze D66-minister Borst heeft geregeld dat iedereen recht heeft op medisch noodzakelijke zorg. Is het echter niet zo dat de medische handeling is verricht als eenmaal beoordeeld moet worden of sprake was van medische noodzakelijk zorg? Op het moment van de behandeling kan de betaling een probleem zijn. Worden daarom mensen niet geweerd?
Minister Hoogervorst:
Ziekenhuizen moeten hun triagesystematiek op orde hebben voor de eerste beoordeling of de desbetreffende mensen voor acute zorg in aanmerking komen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20052006-4995-4996.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.