81ste vergadering

Dinsdag 23 mei 2006

14.00 uur

Voorzitter: Weisglas

Tegenwoordig zijn 144 leden, te weten:

Van Aartsen, Aasted Madsen-van Stiphout, Albayrak, Algra, Aptroot, Arib, Van As, Atsma, Azough, Van Baalen, Bakker, Balemans, Van Beek, Blok, Blom, Van Bochove, Boelhouwer, Van Bommel, Bos, Van den Brink, Brinkel, Buijs, Bussemaker, Van de Camp, Çörüz, Crone, Van Dam, Depla, Dezentjé Hamming, Van Dijk, Van Dijken, Dijksma, Dijsselbloem, Dittrich, Douma, Dubbelboer, Duivesteijn, Duyvendak, Eerdmans, Van Egerschot, Eijsink, Eski, Ferrier, Van Fessem, Fierens, Van Gent, Gerkens, Van Haersma Buma, Halsema, Van der Ham, Hamer, Haverkamp, Heemskerk, Herben, Hermans, Hessels, Van Heteren, Van Hijum, Hofstra, Ten Hoopen, Huizinga-Heringa, Irrgang, Jager, Joldersma, Jonker, Jungbluth, Kalsbeek, Kant, Karimi, Knops, Koenders, Koopmans, Kortenhorst, Koşer Kaya, Krähe, Kraneveldt, De Krom, Kruijsen, Van der Laan, Lambrechts, Lazrak, Leerdam, Lenards, Van Lith, Luchtenveld, Marijnissen, Mastwijk, Meijer, Van Miltenburg, Mosterd, Nawijn, De Nerée tot Babberich, Nijs, Noorman-den Uyl, Van Oerle-van der Horst, Omtzigt, Oplaat, Örgü, Ormel, Rambocus, Roefs, Rouvoet, Samsom, Van der Sande, Van Schijndel, Schippers, Schreijer-Pierik, Slob, Smeets, Smilde, Smits, Snijder-Hazelhoff, Spies, Van der Staaij, Sterk, Straub, Stuurman, Szabó, Tichelaar, Timmer, Tjon-A-Ten, Varela, Veenendaal, Van Velzen, Vendrik, Verbeet, Verburg, Vergeer, Verhagen, Vietsch, Visser, Van der Vlies, Vos, Bibi de Vries, Jan de Vries, Klaas de Vries, Van Vroonhoven-Kok, Waalkens, Weekers, Weisglas, Wilders, Van Winsen, De Wit en Wolfsen,

en de heer Balkenende, minister-president, minister van Algemene Zaken, de heer Donner, minister van Justitie, mevrouw Dekker, minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de heer Hoogervorst, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de heer Rutte, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Wijn, staatssecretaris van Financiën, de heer Van Hoof, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en mevrouw Ross-van Dorp, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Timmermans, wegens verblijf buitenslands;

Verdaas, wegens ziekte;

De Haan, wegens ziekte, voor de komende periode.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

Verder is ingekomen een brief van mevrouw Hirsi Ali, gedateerd 16 mei 2006, houdende de mededeling dat zij haar lidmaatschap van de Tweede Kamer met ingang van die datum beëindigt. Van die brief is mededeling gedaan aan de voorzitter van het centraal stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De overige ingekomen stukken, met uitzondering van een brief die ik dadelijk zal voorlezen, staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Ingekomen is voorts de brief die ik zal voorlezen. Het is een brief van ons vandaag nog medelid Marijke Vos. Gezien de lengte kan ik niet de volledige brief voorlezen, maar hij zal uiteraard na afloop van dit onderdeel van de vergadering aan alle leden van de Kamer worden gezonden. Mevrouw Marijke Vos schrijft:

"Geachte voorzitter, geachte collega's,

Vandaag neem ik afscheid van de Tweede Kamer, na 12 jaar. Een periode waarin de wereld onmiskenbaar is veranderd en ons land als onderdeel van die wereld. Ik heb het een eer gevonden deze jaren volksvertegenwoordiger te mogen zijn voor mijn partij GroenLinks, want de Tweede Kamer is het hart van onze democratie. Het debat in dit huis vormt, als het goed is, het kristallisatiepunt van het debat in de samenleving. Voor in mijn geheugen liggen de gebeurtenissen rond onze gewaardeerde ex-collega Ayaan Hirsi Ali, die niet de kans heeft gekregen zelf haar moment van afscheid te kiezen. Dan is het publieke debat in deze Kamer van historische betekenis.

Ik verlaat de Kamer omdat ik wethouder ben geworden in mijn woonplaats Amsterdam. Wat bezielt een Voorzitterlid van de Tweede Kamer om wethouder te worden, hebben velen me gevraagd. Om het kort te zeggen, de wens om nu eens aan het stuur te zitten. Waarmee ik niet wil zeggen dat de taak van een Kamerlid een geringere is. Verre van dat. Als vertegenwoordiger van het volk controleer je de regering en ben je medewetgever. De Tweede Kamer heeft het laatste woord in alle wet- en regelgeving. Kortom, het is het belangrijkste orgaan in onze parlementaire democratie zoals u, voorzitter, geregeld benadrukt. Dat brengt een verantwoordelijkheid mee die ik op vele momenten scherp heb gevoeld. Het meest recent rond asielvraagstukken, terrorismewetgeving en dramatische gebeurtenissen als de brand in het detentiecentrum op Schiphol. Maar ook eerder zoals in de kwestie-Kosovo.

Toch wil ik nu een keer aan de andere kant zitten, sturen en uitvoeren. De verantwoordelijkheid nemen en dragen voor de vormgeving en uitvoering van beleid. (...)

Het zal u niet verbazen, het voorzitterschap van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid is voor mij het hoogtepunt geweest. Ik kan niet anders dan razend enthousiast zijn over dit instrument van de Kamer. Door en over alle partijen heen diepgravend onderzoek doen, de waarheid boven tafel zien te krijgen en een doorbraak forceren, waar kabinet en Kamer eerder niet toe in staat waren. Het publieke karakter van een enquête maakt politiek voor iedereen toegankelijk. Ik ben nooit zo veel aangesproken op straat als in die tijd.

9/11 heeft de wereld veranderd. En daarmee het werk en de sfeer in dit parlement. De moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh hebben de dreiging dicht op de huid gebracht. Toen werd het zelfs in dit parlement grimmig. Nog steeds moeten collega's en ministers onder bewaking leven en hun werk doen. Dit stemt me treurig en maakt me boos. Het uitdragen en verbeelden van vrijheid, tolerantie en respect voor andersdenkenden is misschien wel de belangrijkste opgave voor onze democratie en daarmee voor ons parlement.

Ik wil – zo schrijft mevrouw Vos – nog een paar gedachten met u delen. De Kamer, als het gezicht van de Nederlandse democratie, speelt een cruciale rol in herstel van het vertrouwen in de politiek. Een opgave die onverminderd urgent is. Dat kan alleen wanneer de Kamer problemen van burgers serieus neemt en van een antwoord voorziet. Dat is iets anders dan mensen naar de mond praten. Het gaat om luisteren, betrokken zijn. Om problemen benoemen en van een antwoord voorzien na afweging van alle belangen. En dat antwoord verdedigen. Politiek is verantwoording afleggen en dat vraagt om lef. Dat vraagt ook om een Kamer die haar controletaak scherp uitvoert en geen genoegen neemt met ministers die geen antwoord geven. De Kamer zit zichzelf daarbij wel eens in de weg, met informele regels. Als er geen antwoord komt van een minister, moet er net zo lang worden doorgegaan tot dat antwoord er wel is. En moeten we niet eens terug naar de tijd dat ministers die de Kamer onjuist informeren, daar niet ongestraft mee wegkomen?

Ik dank iedereen voor de vriendschap en collegialiteit. In het bijzonder ook dank aan de fractiemedewerkers, alle mensen van de Griffie, stenografen, informatiemedewerkers, bodes, portiers, mensen van het restaurant, iedereen van het bedrijf Tweede Kamer. Jullie loyaliteit, hulp en humor vergeet ik niet.

Amsterdam ligt niet ver van Den Haag. Onze paden zullen elkaar nog vaak kruisen. Ik wens jullie alle goeds.

Marijke Vos"

(Applaus)

De voorzitter:

Ook van dit ontslag is mededeling gedaan aan de voorzitter van het centraal stembureau en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Mevrouw Vos, beste Marijke. U bent geboren in de Randstad. Toen u vijf jaar was, verhuisde u naar het Noord-Brabantse Rosmalen. Uw studie deed u weer boven de rivieren, namelijk aan de Landbouwhogeschool Wageningen waar u biologie hebt gestudeerd. In eerste instantie had u meer aspiraties om arts te worden, maar na een aantal weken vakantiewerk in een ziekenhuis te hebben gedaan, zag u, zo is mij verteld, daar toch vanaf.

Uw interesse in de politiek kwam al tijdens uw studie tot uiting. Eerst in de studentenbeweging, later in de vredesbeweging en in de antikernenergiebeweging. Uw eerste baan was educatief medewerker bij Milieudefensie. Daar ging u werken omdat u, zoals u dat zelf in een interview verwoordde, graag iets wil verbeteren in deze wereld. Met deze instelling kwam u in 1994 naar het Binnenhof als Tweede-Kamerlid voor de fractie van GroenLinks, nadat u al partijvoorzitter van uw partij GroenLinks was geweest. Hiermee trad u overigens in de voetsporen van uw overgrootvader die van 1916 tot 1937 – 21 jaar, geachte medeleden! – lid was van de Tweede Kamer namens de Algemeene Bond van RK-kiesvereni­gingen.

In de Kamer richtte u uw aandacht in eerste instantie op milieuonderwerpen. Zo diende u een initiatiefwetsvoorstel in over de beperking van het gebruik van tropisch hardhout. Uw inspanningen om de natuur- en milieuproblemen aan te pakken, werden ook buiten de Kamer waargenomen. In 1997 werd u uitgeroepen tot Dierenbeschermer van het jaar. Niet alleen deze eretitel viel u te beurt, ook belandde u met enige regelmaat in de top drie van kampioen Kamervragenstellers.

Na de verkiezingen van 1998 wilde u inhoudelijk in de Kamer een andere uitdaging aangaan. U bent zich toen meer met de buitenlandportefeuille gaan bezighouden. Naast woordvoerder voor milieu en buitenland was u ook woordvoerder voor justitie. Daar hebt u vooral uw sporen verdiend op de terreinen veiligheid en asiel. In 2002 kreeg u de zware taak – u schrijft er zelf ook over – om voorzitter te zijn van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid, al snel de commissie-Vos genoemd. Die taak hebt u met veel verve, kennis van zaken en vastberadenheid volbracht. De Kamer is u daarvoor zeer dankbaar. Menig bouwdirecteur hebt u opgeroepen voor verhoor en ten overstaan van de commissie de eed of belofte laten afleggen. De uitkomsten van het onderzoek zijn niet onopgemerkt gebleven. Het rapport van de commissie, De bouw uit de schaduw, heeft inderdaad de bouw uit de schaduw doen komen en heeft de bouwwereld op zijn grondvesten doen schudden. Nog steeds is dit onderwerp zeer actueel en is het met regelmaat terug te vinden op onze politieke agenda, gebaseerd op het rapport van u en uw medecommissieleden.

Vanaf 2003 was u vice-fractievoorzitter van GroenLinks, het laatste kwartaal van 2003 nam u uw fractievoorzitter Femke Halsema waar, die toen met zwangerschapsverlof ging.

Nu staat u voor een nieuwe stap in uw leven, wethouder in Amsterdam. U wilt, zoals het zelf verwoordde, naast het aandragen van ideeën deze nu ook eens gaan uitvoeren. Wij hebben er het volste vertrouwen in dat u dat heel goed kunt. Wij wensen u heel veel geluk in uw nieuwe functie toe en wij zullen u en uw bijzondere bijdragen aan ons collectieve geheugen zeer missen. Het ga u goed.

(Applaus)

Naar boven