Aan de orde is het debat naar aanleiding van een schriftelijk overleg over het wetsvoorstel Wijziging van het Varkensbesluit en het Ingrepenbesluit (implementatie richtlijnen nr. 2001/88/EG en nr. 2001/93/EG) (30078).

De heer Waalkens (PvdA):

Voorzitter. Een voortzetting van een schriftelijk overleg heeft mij op het verkeerde been gezet, omdat ik veronderstelde dat op het moment waarop een schriftelijk overleg begint, de voorhangprocedure wordt gestopt. Dit is dus niet het geval. Ik heb de wijziging van het Varkensbesluit en het Ingrepenbesluit op de plenaire agenda laten zetten om ons standpunt duidelijk te maken en om het Varkensbesluit langs te lopen. Ik wil mijn ongenoegen en teleurstelling uitspreken over de wijzigingen. Het gaat om minimale aanpassingen en significante verslechteringen van het welzijn van varkens. Er treden verslechteringen op met betrekking tot de hoeveelheid oppervlakte voor dieren en het tijdstip van inwerkingtreding van de verordeningen is vooruitgeschoven van 2008 naar 2013. Hierdoor worden de achterblijvers en degenen die niet hebben geïnvesteerd beloond. Dat is een slechte zaak.

Ik vraag de minister in hoeverre de overtredingen van het Varkensbesluit aanleiding geven om te veronderstellen dat mensen anticiperen op uitstel, afstel en de vrije ruimte die binnen de varkenssector wordt geclaimd.

De voorzitter:

Ik onderbreek u even om te voorkomen dat ik u straks moet afhameren. Het systeem bij een SVO is hetzelfde als bij een VAO en dat betekent een spreektijd van twee minuten en de gelegenheid tot het indienen van een motie.

De heer Waalkens (PvdA):

Ik ben niet van plan, een motie in te dienen omdat het alleen maar gaat over de inwerkingtreding van het Varkensbesluit waar ik niet voor of tegen kan zijn.

De voorzitter:

Goed, maar dan wel in twee minuten.

De heer Waalkens (PvdA):

Kijkend naar de intensieve veehouderij, menen wij dat de oude denkpatronen in centimeters absoluut niet meer voldoen. Er moeten veel grotere sprongen worden gemaakt. Bij een totale beoordeling van de verdere ontwikkeling van de intensieve veehouderij merk ik op dat je ook de beschaving van een maatschappij kunt aflezen aan de manier waarop men met dieren omgaat. Bert Schierbeek schreef over dierenwelzijn: het is veel erger dan je denkt, en als je erover nadenkt is het nóg veel erger.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. In verband met "het kerstregime" sluit ik mij helemaal aan bij het betoog van de heer Waalkens.

De voorzitter:

Ik heb de heer Waalkens de gelegenheid gegeven, ook zonder het indienen van een motie kort het woord te voeren, dus ik moet dit nu ook aan anderen toestaan, maar naar mij blijkt, wenst niemand hiervan gebruik te maken, zodat nu het woord aan de minister is.

Minister Veerman:

Voorzitter. Het is niet de bedoeling om opnieuw een debat over het Varkensbesluit te voeren, want daarover is in de afgelopen jaren genoeg gezegd, ook in de Kamer. Het Varkensbesluit is ook de resultante van uitvoerig overleg met de Kamer dat al sinds 2002 plaatsvindt. Dit is het sluitstuk, dus het is terecht dat u erop wijst dat wij er niet opnieuw over moeten beginnen, maar de heer Waalkens heeft nog een aantal opmerkingen gemaakt. Een ervan betrof de controle. De wijziging van het besluit staat natuurlijk los van de controle, die vindt gewoon plaats zoals het behoort. Er zijn geen aanwijzingen dat de controles veranderd zijn of op basis van deze wijziging veranderd zouden moeten worden. Het gaat om de huisvesting van varkens. Nu kun je ervan vinden wat je wilt, maar het Varkensbesluit is strenger dan de Europese normen. In afwijking van het level playing field dat wij altijd nastreven, is de positie van degenen die verandering willen, in andere landen dus moeilijker. Dit speelt vooral een rol bij de oppervlaktenormen. Alleen de huidige categorie van varkens tot 30 kg wordt door de wijziging onderverdeeld in twee categorieën. Het punt is dat wij, als wij door de normen volledig EU-conform te maken de achterblijvers belonen, een belangrijke stap achteruit zetten. Wij zitten boven die normen en het is ook mijn overtuiging dat het nog beter moet, maar wel op Europees niveau, en wij weten allemaal hoe ingewikkeld dat is en hoeveel tijd het kost. Inhoudelijk is er dus niet zo'n groot verschil van inzicht, maar het gaat nu om het vaststellen van beleid, waarbij het ons uitgangspunt is om dat zo veel mogelijk EU-conform te doen. En hierbij gaan wij zelfs nog een stapje verder.

In het kader van de voorhangprocedure kunnen ten minste dertig leden verzoeken om de inwerkingtreding van het besluit bij wet te regelen, maar naar mijn mening is langer uitstel van de invoering van dit besluit niet wenselijk. De sector is gebaat bij stabiele regels die zo veel mogelijk EU-conform zijn. Ik ga er op basis van dit overleg dan ook van uit dat thans niets meer de inwerkingtreding van het besluit in de weg staat.

De heer Waalkens (PvdA):

U zet het besluit af tegen de Europese regelgeving en ik constateer dat u bij de wijziging verder bent gegaan dan die regelgeving, maar het nieuwe Varkensbesluit vormt een significante verslechtering van de situatie. Het is nog altijd beter dan elders in Europa, maar ik ben het niet eens met uw conclusie dat dit niet als een absolute verslechtering van de situatie gekwalificeerd kan worden.

Minister Veerman:

Voorzitter. De heer Waalkens en ik verschillen niet van opvatting over de wenselijkheid van het verbeteren van de diervriendelijkheid, maar ik denk dat wij ook de opvatting delen dat dit uit een oogpunt van concurrentieverhoudingen in een gemeenschappelijke markt niet mag leiden tot onevenredige schade voor een lidstaat die zulke verbeteringen versneld wil invoeren.

De beraadslaging wordt gesloten.

Naar boven