Regeling van werkzaamheden
De voorzitter:
Ik stel voor, de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Gemeentewet
(29701), betreffende de afschaffing van de Zalmsnip, voor deze week van de
agenda af te voeren. Dit onderwerp zal op de agenda van de volgende week weer
worden opgevoerd.
De voorzitter:
Het woord is aan de heer Timmermans.
De heer Timmermans (PvdA):
Voorzitter. De PvdA-fractie maakt zich zeer grote zorgen over de ontwikkelingen
rond Fallujah en het optreden van de Amerikanen daar. Mijn collega Koenders
heeft vorige week schriftelijke vragen gesteld aan het kabinet over dit onderwerp.
Gelet op de recente ontwikkelingen zou ik het volgende verzoek willen doen.
In de eerste plaats vraag ik u of de door de heer Koenders gestelde vragen
spoedig, dat wil zeggen vóór morgen 12.00 uur kunnen worden
beantwoord. Kan bij deze beantwoording worden betrokken een beoordeling van
het kabinet van de recente ontwikkelingen in Fallujah, zodat de Kamer bij
de regeling van werkzaamheden morgen kan bezien of er reden is om daar nog
aandacht aan te besteden?
De voorzitter:
Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het stenogram van dit gedeelte
van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar
de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie. Dit zijn de
bewindslieden aan wie de vragen van 12 november zijn gesteld.
De voorzitter:
Het woord is aan mevrouw Vos.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter. Mijn collega Halsema heeft gisteren bij de regeling van werkzaamheden
het verzoek gedaan aan het kabinet om de Kamer een brief te sturen, mede op
basis van schriftelijke vragen, over de onduidelijkheden rond de brief die
Mohammed B. heeft geschreven. Wij hadden gevraagd om die brief vandaag vóór
de regeling van werkzaamheden te sturen. Wij hebben begrepen dat die brief
wat later komt, maar wij zouden graag willen dat die brief vandaag, vóór
het einde van de vergadering, naar de Kamer wordt gestuurd.
De voorzitter:
Ik heb informeel van de minister van Justitie begrepen dat het niet mogelijk
was de vraag van mevrouw Halsema gisteren te beantwoorden. Ik denk dat dit
te billijken is, omdat de minister van Justitie hier met de begrotingsbehandeling
bezig is. De antwoorden op de vragen zullen zo spoedig mogelijk vandaag, na
de begrotingsbehandeling, naar de Kamer komen. De minister is hier aanwezig
en hij heeft het gehoord, maar toch stel ik voor, het stenogram van dit gedeelte
van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar
de minister van Justitie.
De voorzitter:
Bij uitzondering geef ik in de regeling van werkzaamheden het woord aan
de minister van Justitie.
Minister Donner:
Voorzitter. Ik heb de brief inderdaad in mijn tas zitten. Ik moet hem
nog lezen en hoop hem te kunnen afdoen. Ik heb hier echter nog een paar andere
afspraken. Als ik die even kan opschorten...
De voorzitter:
Nu de zaak op deze manier is afgedaan, stel ik u voor het stenogram van
dit gedeelte van de vergadering toch niet door te geleiden naar de minister
van Justitie, want dan worden wij wel erg bureaucratisch. Het staat in de
Handelingen. U krijgt het antwoord dus snel. Over de andere afspraken van
de minister ga ik niet, helaas, hoewel dat prettig is voor de minister.
Overeenkomstig het voorstel van de voorzitter wordt besloten.