Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, aan de stemmingslijst van heden toe te voegen:

  • Voorzitter- de motie-Koenders over de toepassing van het Protocol Oorsprongsregels (21501-02, nr. 564);

  • - Wijziging van de Huursubsidiewet (verhoging van het gedeelte van de rekenhuur dat voor rekening van de huurder blijft) (29463).

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Depla.

De heer Depla (PvdA):

Voorzitter. Ik wil het verslag van het algemeen overleg dat we afgelopen donderdag hebben gehad over corporaties en stedelijke vernieuwing op de agenda zetten, het liefst voor volgende week.

De voorzitter:

Ik stel voor aan het verzoek te voldoen.

Aldus wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag u het verslag van een algemeen overleg van 3 juni over het minimumloon op de agenda te plaatsen, als het kan nog deze week.

De voorzitter:

Ik stel voor, het verslag van dat algemeen overleg toe te voegen aan de agenda van volgende week.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Halsema, met twee verzoeken over verschillende onderwerpen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. "Ik vraag wel eens: Maria, waarom gaat dat zo? Waarom doe je zo? Ik heb natuurlijk al vaak gezien dat ze moeite heeft met mij. Ik blijf iedere keer hopen dat ze me zal gaan vertrouwen. Ik blijf dat hopen."

Voorzitter. Dit citaat en andere citaten komen uit een interview dat staatssecretaris Nijs deze week heeft afgegeven aan de Nieuwe Revu. Ten overvloede: Maria is onze minister van OCW. Uit het interview blijkt gebrek aan vertrouwen en samenwerking tussen de bewindslieden op een departement dat wordt geteisterd door de ene affaire na de andere. Er blijkt inmiddels een elektronisch hulpsysteem te zijn aangelegd. De staatssecretaris heeft een personal coach in dienst genomen die, volgens de Volkskrant van vanmorgen, inmiddels weer ontslag heeft gekregen. Er schijnt dit weekend Torentjesoverleg te zijn geweest over het interview. De minister schijnt, aldus de Volkskrant, inmiddels te hebben gevraagd om het opstappen van de staatssecretaris.

Voorzitter. Laat ik kort zijn. Er lijkt mij alle reden voor een debat met de Kamer en de twee bewindslieden. Oorspronkelijk heb ik een verzoek tot interpellatie ingediend. Ik heb inmiddels begrepen dat meerdere partijen behoefte hebben aan een debat. Dat lijkt me uitstekend, onder de voorwaarde dat het vandaag nog kan plaatsvinden.

De voorzitter:

Zijn er andere leden die hieraan iets willen toevoegen? Alleen ondersteuning is niet nodig, zoals u weet.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Ik wil het verzoek graag ondersteunen. Als we het debat vandaag houden, lijkt het me goed om voorafgaand aan het debat een korte verklaring van beide bewindslieden te krijgen.

De voorzitter:

Ik vraag u om dit even toe te spitsen. Het debat lijkt me erop gericht te zijn om informatie te krijgen van de bewindslieden.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Er gaat overal rond dat er allerlei verklaringen zijn. Het lijkt me handig dat we deze dan krijgen.

Mevrouw Kraneveldt (LPF):

Ik ondersteun het verzoek volledig. Het is een puinhoop. We moeten het daar maar eens over hebben.

De voorzitter:

Ik zei dat het niet nodig is dat alle fracties ondersteuning geven. Ik zie dat u akkoord bent met het verzoek. Ik doe het voorstel om het verzoek in te willigen en om het debat vanavond direct na de dinerpauze te houden, met spreektijden van vier minuten per fractie. Ik dank de heer Dittrich, mevrouw Van Nieuwenhoven en mevrouw Halsema voor het begrip dat zij bij het polsen daarover hebben getoond op het punt van het initiatiefwetsvoorstel Vaste boekenprijs.

Ik stel voor om dit deel van het stenogram van de vergadering door te geleiden aan de minister en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, met het verzoek om de verklaring/verklaringen die door beide bewindslieden inmiddels officieel naar buiten is/zijn gebracht, formeel aan de Kamer te sturen. Ik kan me voorstellen dat de bewindslieden beschikken over de volledige tekst van het nog niet verschenen interview. Ik verzoek hun dit interview erbij te doen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Het staat de bewindslieden vanzelfsprekend vrij om als eerste een schriftelijke verklaring door te zenden aan de Kamer, hoewel ik denk dat er voldoende geschreven is. Mocht er iets aan de Kamer gezonden worden, dan zou ik graag de schriftelijke excuusbrief van mevrouw Nijs aan mevrouw Van der Hoeven doorgezonden willen krijgen.

De voorzitter:

Dit staat nu ook in het stenogram en is dus een verzoek.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. Ik heb nog een tweede verzoek. Ik vind vier minuten erg karig. Ik zou zeggen: zes minuten.

De voorzitter:

Ik vind het erg kinderachtig van mezelf, maar het is efficiënt dus het moet. Ik stel voor: vijf minuten.

Aldus wordt besloten.

De heer Van der Ham (D66):

Voorzitter. Ik geloof niet dat u het expliciet heeft gezegd, maar ik neem aan dat beide bewindslieden hier komen, als wij de vragen stellen.

De voorzitter:

Dat is duidelijk. Dat gaat vanavond na de dinerpauze gebeuren.

Dan het tweede verzoek van mevrouw Halsema.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Voorzitter. De hypotheekrenteaftrek, het H-woord, was onder Paars jarenlang een onderwerp van de linkse oppositie. Je kunt inmiddels onmogelijk nog zeggen dat het een links onderwerp is, want wij weten ons gesteund door een brede politiek-maatschappelijke coalitie, bijvoorbeeld de Nederlandse Vereniging van Banken, de OESO en last but not least CDA-ideoloog de heer Hans Hillen, die onlangs zei dat de hypotheekrenteaftrek in zijn huidige vorm perverse effecten heeft, waarvan akte.

Ik zal het hier kort zeggen. Als het beleid ongecorrigeerd wordt doorgezet, zullen de kosten van de hypotheekrenteaftrek 9,3 mld bedragen in 2007. Daartegenover staan hogere huren en minder huursubsidie voor de laagste inkomens, terwijl vooral de hoogste inkomens genieten van de hypotheekrenteaftrek.

Voorzitter. De minister-president heeft in reactie op de heer Hillen direct gezegd dat de hypotheekrenteaftrek voor hem niet bespreekbaar is. Hij weet zich gebonden aan het regeerakkoord. Het zal niemand verbazen dat mijn fractie dat kortzichtig en teleurstellend vindt. De fractie van GroenLinks neemt hiermee geen genoegen en daarom verzoek ik u om een debat met het kabinet. Ik doe dat vanuit de gedachte dat als het kabinet er niet aan wil, wij dan in ieder geval mogen hopen dat het kabinet ons de gelegenheid wil geven om de komende jaren een brede maatschappelijke discussie op gang te brengen over de toekomst van de hypotheekrenteaftrek. Dan kan in ieder geval een volgend kabinet zo wijs zijn om de hypotheekrenteaftrek te herzien.

Voorzitter. Laat ik het belangrijkste niet vergeten! Ik verzoek u om een debat met de minister-president op de agenda te plaatsen. Het lijkt mij niet nodig dat de minister-president hierover een brief naar de Kamer stuurt. Wij kennen zijn standpunt uit het regeerakkoord. Mijn fractie wil in de gelegenheid worden gesteld om ons voorstel te kunnen verdedigen. Verder heeft het mijn grote voorkeur dat dit debat nog deze week met de minister-president wordt gevoerd.

De voorzitter:

Voordat ik andere leden het woord geef, maak ik twee praktische opmerkingen. In de eerste plaats wijs ik u erop dat er in de agenda van de minister-president niet of nauwelijks ruimte is om hem redelijkerwijze deze week, dat wil zeggen morgen, naar de Kamer te laten komen. Ik kan mij voorstellen dat u er met het oog hierop de voorkeur aan geeft om het debat met de eerst verantwoordelijke bewindspersoon te houden, maar dat is natuurlijk aan u.

In de tweede plaats wijs ik u erop dat ik niet inzie hoe wij in de agenda van deze week nog een debat kunnen opnemen, indien wij niet wederom besluiten om wetgevingsoverleg naar achteren te schuiven. Het heeft mijn grote voorkeur om dat niet te doen.

De heer Van As (LPF):

De LPF-fractie heeft geen enkele behoefte aan een dergelijk debat. Het zou volstrekt desastreus zijn om in deze tijd te discussiëren over de hypotheekrenteaftrek. Het consumentenvertrouwen staat dat absoluut niet toe. Mijn fractie is dus een pertinente tegenstander van dit debat.

De heer Rouvoet (ChristenUnie):

Ik voel wel voor zo'n debat. Mevrouw Halsema vroeg niet om een spoeddebat. Ik leid daaruit af dat er wellicht ruimte is om het debat met het oog op de agenda niet deze week te houden.

Anders dan mevrouw Halsema stel ik wel prijs op een brief van het kabinet. Het is mij namelijk opgevallen dat het kabinet nog geen inhoudelijk argument heeft gegeven. Men beperkt zich tot het argument dat het op dit moment ter discussie stellen van de hypotheekrenteaftrek tot grote onrust in de samenleving zou leiden. Welnu, dan hadden heel veel andere beleidsmaatregelen achterwege hebben moeten blijven! Ik zou graag een inhoudelijke argumentatie van de minister-president ontvangen voor zijn standpunt. Daarover kunnen wij dan met elkaar een zinnig debat voeren.

Mevrouw Dezentjé Hamming (VVD):

In de afgelopen weken is duidelijk geworden dat een ruime meerderheid van de Kamer vindt dat er niet moet worden gemorreld aan de hypotheekrente. Op zichzelf zou dat afdoende moeten zijn. De VVD-fractie vindt dan ook dat dit onderwerp niet aan de orde is. Wij kunnen en zullen ons echter niet verzetten tegen een eventueel debat.

De heer Crone (PvdA):

Een extra argument voor het verzoek van mevrouw Halsema is dat wij met een tegenvaller worden geconfronteerd in 2007 als de rente verder oploopt. Verder heeft ook president Wellink van De Nederlandsche Bank gepleit voor het houden van een discussie. Ik wijs er ook nog maar eens op dat nog een CDA'er, oud-minister Westerterp, afgelopen zaterdag heeft gepleit voor het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Ik vraag de collega's van de CDA-fractie dan ook om aan dit debat deel te nemen.

Ik heb wel behoefte aan een brief van het kabinet. Het debat moet namelijk zorgvuldig worden gevoerd. Het is ook geen onmogelijk verzoek, want het kabinet moet razendsnel binnen een week op papier kunnen zetten welke varianten ter tafel zijn gebracht door de Nederlandse Vereniging van Banken en anderen. Op basis van deze technische varianten kunnen wij vervolgens kiezen voor de beste optie voor de hypotheekrenteaftrek. Dat is een optie, waarbij middengroepen zich geen zorgen hoeven te maken over de hypotheekrente. De LPF-fractie wijst daar terecht op. Het is echter mogelijk om het systeem te veranderen en tegelijkertijd te voorkomen dat het kind met het badwater wordt weggegooid.

Ik ontvang die brief bij voorkeur zo spoedig mogelijk, opdat wij nog voor het zomerreces hierover een debat kunnen houden met het kabinet.

De heer Van de Camp (CDA):

Ik ben hogelijk verbaasd over de ideologische invloed van voormalige CDA-politici op de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

U moet ze zeker niet onderschatten!

De heer Van de Camp (CDA):

Ik kan u zeggen dat mijn fractie geen behoefte heeft aan een debat of een brief.

De voorzitter:

Mag ik wat stilte? Dit vraag ik voor de zoveelste keer vanmiddag! Weest u nu een beetje voorzichtig met deze temperatuur.

De heer Van de Camp (CDA):

Ik wijs erop dat de minister-president dit weekend niet meer en niet minder heeft gezegd dan dat het kabinet het regeerakkoord op dit punt zal uitvoeren. Ik zou mij er iets bij kunnen voorstellen als de oppositie de minister-president naar de Kamer roept om het regeerakkoord niet uit te voeren.

Mevrouw Halsema wil een brede discussie. Laat zij daar dan de algemene politieke beschouwingen voor gebruiken. Op dat moment kan in algemene zin over dit onderwerp worden gesproken. Ik ben de voorzitter er zeer erkentelijk voor dat hij deze week wetgeving prioriteit wil geven en niet elk willekeurig krantenbericht.

Mevrouw Kant (SP):

Ik ben groot voorstander van het houden van dit debat; daar steun ik mevrouw Halsema volledig in. Vooral omdat het onderwerp steeds weer zo onbespreekbaar blijkt voor sommige fracties, zouden zij eens moeten luisteren naar de argumenten van anderen. Debatten zijn ervoor om anderen te overtuigen. Als je al niet eens kunt beargumenteren en discussiëren, weet ik het ook niet meer.

De voorzitter:

Ik geef mevrouw Halsema het woord voor een korte procedurele reactie op wat is gezegd. Daarna zal ik de Kamer een voorstel doen.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik handhaaf vanzelfsprekend mijn verzoek. Het verbaast mij een beetje dat de LPF-fractie geen behoefte heeft aan het debat. Ik dacht dat zij een debat zo belangrijk vond. Het consumentenvertrouwen mag volgens de LPF-fractie niet worden geschaad. Zeg dat dan ook tegen de huurders.

De CDA'ers zoeken de kranten, niet wij. Het lijkt mij dan ook niet meer dan logisch dat er vervolgens een debat plaatsvindt in de Kamer. Ik heb veel waardering voor de wens om meer duaal te opereren met dit kabinet, dus ik sluit helemaal niet uit dat de CDA-fractie een onafhankelijk standpunt ten opzichte van de regering zal innemen. Ik dank de VVD-fractie ervoor dat zij zich niet verzet tegen het houden van het debat.

Vanzelfsprekend verzet ik mij niet tegen de wens van sommigen om wel degelijk een brief van de minister-president te ontvangen. Als er nieuwe argumenten zijn – daar heb ik een hard hoofd in – hoor ik die graag van de minister-president. Ik wil het debat overigens wel met hem voeren, aangezien hij in de publiciteit, in reactie op vragen, hierover het woord voert. Het is zo langzamerhand een algemeen politiek-ideologisch debat geworden, dat door hem behoort te worden gevoerd.

Ik respecteer dat het debat deze week niet kan worden gehouden, maar dan sta ik er wel op dat het volgende week plaatsvindt. De minister-president heeft tijd gevonden om de pers te antwoorden, dus dan kan hij de Kamer ook antwoorden. Het lijkt mij dat die antwoorden volgende week moeten komen. Verder krijgt de minister-president het steeds drukker met de Europese Unie. In dat licht is het goed om hem zo snel mogelijk naar de Kamer te halen.

De voorzitter:

Aan dat laatste wil ik nog wat toevoegen. Dat ik nu al rekening houd met de agenda van de minister-president, heeft natuurlijk te maken met de voorbereiding op het EU-voorzitterschap. Wij zullen zien wat er volgende week mogelijk is.

Ik stel voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden aan het kabinet, met name aan de minister-president en de staatssecretaris van Financiën, zodat de gevraagde informatie naar de Kamer zal komen. Nadat de brief er is, zal definitief worden besloten over het houden van een debat. Praktisch gezien, zullen wij er nu rekening mee houden dat het debat volgende week zal kunnen plaatsvinden, onder voorbehoud van de brief.

Mevrouw Halsema (GroenLinks):

Ik ken de Kamerprocedures, maar ik sta hier met het verzoek om een debat te houden. Ik respecteer dat er een aanvullend verzoek komt voor een brief, maar er ligt een verzoek voor een debat.

De voorzitter:

Ik stel voor, conform mijn voorstel, dat niet strijdig is met het verzoek van mevrouw Halsema zoals zij dat nog een keer heeft geformuleerd, te beslissen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Aangezien er geen leden meer zijn die het woord willen voeren, verzoek ik u om uw plaatsen in te nemen zodat wij kunnen gaan stemmen.

Naar boven