Vragen van het lid Atsma aan minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichtgeving inzake het Belgische slachtafval dat verwerkt is in kipfrikadellen die zijn afgezet in de Nederlandse markt.

De heer Atsma (CDA):

Mijnheer de voorzitter. Een Belgisch vleeswarenbedrijf is de afgelopen weken en wellicht maanden nogal over de schreef gegaan door grote hoeveelheden vleesafval te verwerken in producten voor menselijke consumptie. Wij hebben daarover het afgelopen weekend kunnen lezen. Volgens de berichtgeving zou 20.000 à 30.000 kilogram van het zooitje in Nederland terecht zijn gekomen. In een aantal Belgische dagbladen van hedenochtend wordt echter gesproken over een nieuw schandaal dat een grote, men zegt zelfs immense omvang zou kunnen hebben omdat recent ook 150 ton vlees bij het betreffende bedrijf in beslag is genomen.

Wij hebben gelezen dat de VWA in actie is gekomen. Naar aanleiding van wat het afgelopen weekend en gisteren is gebeurd, heb ik een aantal vragen. In algemene zin krijgen wij van de minister graag een toelichting die van de bewindslieden precies verantwoordelijk is voor dit probleem, althans voor de aanpak van dit probleem. Is dat de minister van LNV dan wel de minister van VWS? Wij kwamen er gisteren en vandaag niet uit. Ik heb begrepen dat het tot een uur geleden nog niet helemaal duidelijk was wie waarvoor verantwoordelijk was. Tot zover over de procedure. Ik kom toe aan de concrete vragen.

Hoe hebben de Belgen Nederland geïnformeerd? Wanneer is Nederland en wanneer is de VWA geïnformeerd over dat wat mis is gegaan in België? Om welke producten gaat het? Hoe is de recall die het afgelopen weekend is begonnen, verlopen? Zijn alle bedrijven waar producten naartoe zijn gegaan, bereid? Zijn de producten teruggevonden? Ten slotte zijn wij benieuwd naar het antwoord op de vraag of aan de consumptie van de producten gezondheidsrisico's zijn verbonden? Het mag duidelijk zijn dat dit het grootste punt van aandacht is.

Volgens de Belgische media zou het slachtafval niet alleen uit België, maar ook uit andere landen, uit Duitsland en wellicht zelfs Nederland, afkomstig zijn. Heeft de minister daarin enig inzicht? Zo ja, hoe is het mogelijk dat kennelijk een illegaal circuit bestaat?

Minister Veerman:

Mijnheer de voorzitter. Op 13 november van het vorige jaar hebben wij de overgang van het beheersdeel van de VWA naar LNV met de Kamer besproken. Ik zal op korte termijn een brief over de precieze verantwoordelijkheidsverdeling aan de Kamer doen toekomen. De besprekingen zijn vruchtbaar verlopen en wijzen een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling uit. Destijds is afgesproken dat er geen wijziging in de verantwoordelijkheidsverdeling zou komen en dat is ook de lijn die in de brief zal staan.

Wie is verantwoordelijk hiervoor? Het gaat hier in feite om een zaak met betrekking tot de Warenwet en dan is formeel de minister van VWS de daarvoor verantwoordelijke. Ik ben echter graag bereid om hem hier te vervangen en niet over de competentievraag te twisten. Daar hebben wij trouwens helemaal geen verschil van inzicht in; het gaf hem de gelegenheid iets anders te doen en ik neem dit graag van hem over.

Wat zijn de feiten? Op donderdag, 3 juni jl., werd bekend dat door een Belgisch vleeswarenbedrijf er niet voor humane consumptie geschikt kippenvlees is verwerkt in kipfrikadellen en kiphamburgers. Het betrof slachtafval dat alleen voor diervoeder gebruikt had mogen worden. Dit Belgische bedrijf is direct stilgelegd en zijn erkenning als vleeswarenbedrijf is opgeschort. De Belgische justitie heeft een strafrechtelijk onderzoek ingesteld; een deel van de producten, 18.000 kilo kipfrikadellen en kiphamburgers, is in Nederland terechtgekomen. De Belgische autoriteiten hebben de Voedsel- en warenautoriteit in Nederland direct hiervan op de hoogte gebracht.

Wat hebben wij toen gedaan? De Voedsel- en warenautoriteit heeft het Nederlandse bedrijf bezocht en ontdekt dat verreweg het grootste deel van die partij nog in het vrieshuis stond en deze partij is direct geblokkeerd. De Voedsel- en warenautoriteit heeft het bedrijf met klem verzocht alle verkochte producten terug te roepen in een zogenaamde recallprocedure. Een deel dat niet meer in het vrieshuis lag, ongeveer 4000 kilo, is verkocht aan particulieren en is niet meer te traceren. Het Nederlandse bedrijf kon daarover geen gegevens aanleveren, omdat deze verkopen contant werden afgerekend en er geen administratie van werd bijgehouden. De VWA heeft het bedrijf geadviseerd een publiekswaarschuwing op te stellen en deze is zaterdag en maandag geplaatst in alle grote dagbladen.

Nadien zijn door de Belgische autoriteiten op grond van het voorzorgsprincipe aanvullende distributielijsten verstrekt en daaruit komt naar voren dat een groter assortiment aan kipproducten is geleverd aan meerdere lidstaten, waaronder ook Nederland. Het is nog niet bekend aan hoeveel Nederlandse bedrijven die geleverd zijn, maar hierbij gaat het alleen om het feit dat niet conform de Belgische vergunning is geproduceerd. Dat is een andere invalshoek, een ander chapiter. Hierbij zijn geen dierlijke bijproducten in de kipproducten verwerkt die niet geschikt zijn voor humane consumptie. Op de vraag of er gevaar is geweest voor de volksgezondheid, is het antwoord dat dit niet het geval is. Het had er echter doodeenvoudig niet in mogen komen; het was voor andere doeleinden geschikt, namelijk voor diervoeder.

Voorzitter. Tot zover mijn antwoord op de vragen van de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. Een aantal vragen is naar mijn beleving niet door de minister beantwoord. Wellicht komt hij daar in tweede termijn nog op terug.

Ik heb aangegeven dat volgens de Belgische media van vandaag het om een totale partij van zo'n 150 miljoen kilo zou gaan die in beslag is genomen en dat het slachtafval voor een substantieel deel uit het buitenland afkomstig zou zijn. Wellicht is het zo dat het voor een deel ook uit Nederland afkomstig is; wie zal het zeggen. Misschien heeft de minister er een indicatie van. Kortom, hoe kan het dat binnen de EU, binnen de huidige kaders die buitengewoon strak en strikt zijn, slachtafval uit meerdere landen afkomstig zou zijn? Is er wellicht sprake van een illegaal circuit op dit punt? Zo ja, dan horen wij dat en dan zou er adequaat moeten worden opgetreden. Als dat niet het geval is, begrijpen wij niet hoe er zulke enorme hoeveelheden in om kunnen gaan.

De minister zegt dat er geen gevaar is voor de volksgezondheid. Op basis waarvan weet je dat, als er sprake is van illegale partijen en illegale handelingen en er kennelijk slachtafval verwerkt is, zonder dat er ook maar enige vorm van controle is?

De minister sprak over individuele leveringen door het Nederlandse bedrijf aan consumenten. Wij hebben begrepen dat ook het Belgische bedrijf rechtstreeks heeft geleverd aan consumenten en ook dat is een spoor dat naar onze beleving zorgvuldig bekeken zou moeten worden.

Minister Veerman:

Voorzitter. Het is mij niet bekend of het slachtafval dat verwerkt is in producten uit verschillende landen afkomstig is. Ik heb erop gewezen dat België wel een groter assortiment kipproducten heeft geleverd aan andere lidstaten. Dat betrof geen spullen die slachtafval bevatten, maar spullen die niet volgens de Belgische vergunning geproduceerd zijn. Dat is een belangrijk onderscheid.

Er is mij niets bekend van een illegaal circuit. Wij zullen dat uiteraard nog verder onderzoeken. Wij moeten onderzoeken of de vermoedens die daaromtrent gerezen zijn, berusten op feiten voordat wij daarover verstandige dingen kunnen zeggen.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Deze zaak stinkt natuurlijk wel. Kan de minister mij uitleggen hoe het mogelijk is dat een bedrijf 18.000 kg frikadellen contant betaalt en geen enkel papier kan overleggen? Dit deugt gewoon niet.

Welke stappen neemt de minister tegen dit bedrijf? En is dit geen teken dat zelfregulering in de sectoren van diervoeder en vleesverwerking gewoon onmogelijk is en dat de overheid hier de touwtjes in handen moet nemen om dergelijke praktijken te beëindigen? Ik zou die vraag ook graag aan de CDA-fractie willen stellen. Is het niet een keer tijd dat ook het CDA tegen de sector zegt dat het afgelopen is met de zelfregulering en dat de overheid de controle in handen neemt?

Minister Veerman:

De overheid heeft hier de controle in de hand genomen. De overheid heeft proeven genomen. De Belgische overheid heeft vastgesteld dat er spullen inzaten die er niet in mochten zitten. De Voedsel- en warenautoriteit die van de overheid is en dus voldoet aan de door mevrouw Vos gewenste criteria, heeft de zaak ter hand genomen. U wordt op uw wenken bediend, mevrouw Vos.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Dat is pas gebeurd toen de frikadellen al bij de burger lagen.

Minister Veerman:

Dat bedrijf heeft dingen gedaan die niet mogen. Zo'n bedrijf is voorwerp van onderzoek in het kader van het strafrecht of het bestuursrecht. In dat opzicht worden er acties ondernomen die passend zijn. Dat is ook een overheidstaak.

De voorzitter:

Wil iemand uit de CDA-fractie de vraag beantwoorden die mevrouw Vos aan die fractie heeft gesteld?

De heer Atsma (CDA):

In mijn beleving heeft de minister met betrekking tot de zelfregulering een volstrekt helder antwoord gegeven. Zelfregulering is prima, maar er zal altijd een borg van overheidswege achter moeten zitten.

De heer Waalkens (PvdA):

De minister heeft gezegd dat de Voedsel- en warenautoriteit geadviseerd heeft om een bericht uit te laten gaan in de kranten.

Wat zijn nu passende maatregelen om de desbetreffende bedrijven op de vingers te tikken? Kan de minister toezeggen dat de inspectierapporten over strafbare feiten openbaar worden, zodat wij kunnen zien wat er allemaal precies gebeurd is?

Minister Veerman:

Wij zullen nagaan welke handelingen wel of niet illegaal geweest zijn. Wij hebben ons tot dusver geconcentreerd op het onmiddellijk verminderen van de effecten van de handelingen. Ik heb u daarvan een exposé gegeven. Wij zullen in verder onderzoek de zaak proberen te traceren, wij zullen bekijken hoe het heeft kunnen gebeuren en op welke wijze dit in de toekomst kan worden voorkomen. Het spreekt vanzelf dat daartoe passende maatregelen zullen worden genomen.

De voorzitter:

Wij hebben nog een serie vragen hierna. Ik geef alleen de mensen die nu bij de microfoon staan nog gelegenheid tot het stellen van vragen. Dat zijn de heer Van der Vlies en mevrouw Van Velzen.

De heer Van der Vlies (SGP):

Door deze gebeurtenis, die zeer laakbaar lijkt te zijn, is het consumentenvertrouwen in voedselveiligheid opnieuw gedeukt. Wij moeten vertrouwen kunnen hebben in de correctheid van handelen van de producenten. Het lijkt wel een kat-en-muisspelletje. Een producent die knoeit, moet betrapt en gepakt kunnen worden. Bij die pakkans kan men vragen hebben. Hoe zit het aan de voorkant, in de preventieve sfeer? Wordt daarover op Europees niveau nog gesproken om te bereiken dat men daar een tandje scherper acteert?

Minister Veerman:

Voorzitter. Uit het feit dat in België de zaak heel snel is gedetecteerd en daarover heel snel met Nederland is gecommuniceerd, blijkt dat er op Europees niveau een prima samenwerking is. In dit geval ging het om samenwerking tussen België en Nederland. Niets dan lof daarvoor. De verhoudingen zijn uitstekend. Wij zullen natuurlijk bij onze Belgische collega's navraag doen om te achterhalen wat zij doen en om lering uit deze zaak te trekken, zodat wij weten wat wij eventueel aan de voorkant van het proces moeten doen. Wij kunnen dan nagaan of de controles door onze Voedsel- en warenautoriteit en door de Belgische autoriteit kunnen worden versterkt. Ik ben het volstrekt met de geachte afgevaardigde eens: dit soort dingen zouden niet moeten kunnen. Fatsoenlijke bedrijven die hun maatschappelijke taak serieus nemen en die ook op continuïteit uit zijn – dat is een essentieel kenmerk van een bedrijf – zouden dit doodeenvoudig niet moeten willen.

Mevrouw Van Velzen (SP):

Voorzitter. Nu hoor ik de minister zeggen dat hij eigenlijk niet weet waar de producten met slachtafval in Nederland terecht zijn gekomen. Daarmee geeft hij zichzelf een brevet van onvermogen. Wij zijn blijkbaar niet in staat om te traceren waar niet voor menselijk consumptie geschikt voedsel terecht is gekomen. Dan wil ik van deze minister toch wel graag weten wat hij concreet gaat doen om te voorkomen dat dit in de toekomst weer gebeurt. Ik wil horen dat maatregelen worden getroffen en graag weten wat het concrete voorstel is.

Minister Veerman:

Voorzitter. Ik wil eerst een correctie aanbrengen op de voorstelling van de gang van zaken die mevrouw van Velzen geeft. Er is 18.000 kilo aangetroffen en 4000 kilo is in het circuit terechtgekomen. Dat is gebeurd op een manier waar je vraagtekens bij kunt zetten: contant afrekenen, geen boekhouding enz. Wij kunnen echter niet elk bedrijf uitvoerig controleren om na te speuren waar zij hun spullen kopen en waar zij die laten. Wat wij doen is steekproefsgewijs controleren waar de producten worden aangeboden. Dit gebeurt in het kader van het werk van wat nu nog de Keuringsdienst van waren heet. Op deze wijze zijn de Belgen het materiaal op het spoor gekomen en hebben wij de tracering kunnen verzorgen. Zo hebben wij hier kunnen achterhalen waar de producten terecht zijn gekomen. Wij zitten niet met de handen in het haar. Wij zullen nagaan wat de gang van zaken is. Je moet echter iedere keer weer vaststellen dat een product zich heel snel in de distributiekanalen beweegt en heel snel bij de consument terechtkomt. De controle van de omzet door de Keuringsdienst van waren is gericht op het eindproduct. Wij hebben het materiaal zelf niet aangetroffen. Wij hebben echter op basis van de informatie van de Belgen de producten onmiddellijk via een recall uit de handel gehaald. Een deel was al particulier verkocht. De advertentiecampagne moet de mensen ertoe brengen dat simpelweg terug te brengen, omdat deze producten niet volgens de regels zijn gemaakt.

De heer Ormel (CDA):

Voorzitter. Kennelijk hebben wij hier te maken met een Europees circuit van slachtafval. Wij lezen in Belgische kranten dat slachtafval ook afkomstig is van niet-erkende Duitse bedrijven. In hoeverre kan de minister garanderen dat bij dat slachtafval niet ook producten zitten van afgekeurde dieren? Dieren kunnen aan het eind van het slachtproces worden afgekeurd. Dat betekent dat bij het slachtafval resten kunnen zitten van dieren die later zijn afgekeurd. Dat is niet alleen een gevaar voor de volksgezondheid, maar ook voor de diergezondheid.

Minister Veerman:

Dat is juist, maar wij moeten goed voor ogen houden: je mag in Europa slachtafval als diervoeder vrij verhandelen. Diermeel niet, maar slachtafval wel. Alleen, voor humane consumptie is dat volstrekt verboden. Welnu, daar gaat het hier om. In hoeverre dieren die voor destructie zouden moeten worden aangeboden als slachtafval worden verwerkt, is mij niet bekend. Het is echter duidelijk dat hierop op de juiste wijze controle wordt uitgeoefend. U hebt gelijk dat die controle niet alleen de humane consumptie moet betreffen – die is veruit het belangrijkste – maar ook moet worden uitgevoerd met het oog op de diergezondheidsaspecten. Dat laatste is een wezenlijke factor.

Naar boven