Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede dat de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot haar voorzitter heeft gekozen het lid Blok.

Op verzoek van de VVD-fractie benoem ik in:

  • - de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken het lid Van Egerschot tot lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Economische Zaken het lid Van Egerschot tot lid in plaats van het lid Blok en het lid Blok tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de commissie voor de Rijksuitgaven het lid Van Egerschot tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Van Egerschot tot plv. lid in plaats van het lid Wilders;

  • - de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport het lid Oplaat tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap het lid Aptroot tot plv. lid in de bestaande vacature;

  • - de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat het lid Aptroot tot plv. lid in de bestaande vacature.

Ik stel voor, de stukken 22112, nrs. 305, 306 en 307, 24036, nr. 294, 25834, nr. 25, 26283, nr. 18, 26568 (R1638), nr. 46, 28165, nr. 14, 29200-X, nrs. 57 en 65, 29368 (R1748) en 29485 (R1755) voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder nummer 29456 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor dat wat deze Kamer betreft, het daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stuk is goedgekeurd.

Ik stel voor, dit stuk voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 23490, nrs. 318, 29443 en 29455 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Verdaas.

De heer Verdaas (PvdA):

Voorzitter. Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg nimby-procedure Onderbanken van de vaste commissie voor VROM op de plenaire agenda te plaatsen. Daar is geen haast bij.

De voorzitter:

Ik stel voor, aan het verzoek te voldoen en het punt toe te voegen aan de agenda van de vergadering in... "de derde week van november"...

Ik vind het prima, hoor ik de heer Verdaas nu roepen. Welnu, dan stel ik voor om aldus te besluiten.

Aldus wordt besloten.

De heer Blom (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie vraagt een spoeddebat aan over een brief van de minister van Economische Zaken van maandag jongstleden. Dat spoeddebat moet vandaag of morgen plaatsvinden. Het gaat over de scheepsbouw.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Namens de fractie van GroenLinks steun ik dit verzoek van harte.

De voorzitter:

Het probleem is dat de agenda boordevol zit. Een spoeddebat kan niet eerder dan morgenavond plaatsvinden want de minister van Economische Zaken is in het buitenland. Hij is morgenavond pas terug. Ik durf te voorspellen dat wij morgen tot in de avond bezig zijn met de behandeling van het rapport van de commissie-Blok. De agenda van volgende week zit vol met alles wat gisteren is aangevraagd. Met de beste wil van de wereld weet ik niet waar ik een spoeddebat moet inplannen.

De heer Blom (PvdA):

Het is belangrijk dat dit debat plaatsvindt voordat het kabinet overlegt over de Voorjaarsnota, ook omdat ik daarin een aantal moties wil indienen. Het is dus gewoon nodig dat het spoeddebat op korte termijn plaatsvindt. Als het in dat geval laat wordt, dan wordt het maar laat.

De voorzitter:

Ik weet dat de vaste commissie geen enthousiasme heeft getoond voor een algemeen overleg over dit onderwerp. Heb ik dat goed begrepen?

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

De VVD-fractie vond een algemeen overleg niet nodig en werd in die opvatting, dacht ik, gesteund door de CDA-fractie. Wij wilden echter geen belemmeringen opwerpen voor de PvdA-fractie om een debat te voeren.

De voorzitter:

Dat is geen goed systeem, omdat zaken daarmee vanuit de commissies naar de plenaire zaal worden overgeheveld.

Mevrouw Snijder-Hazelhoff (VVD):

Ik ben wel bereid om de heer Blom tegemoet te komen. Als hij staat op een algemeen overleg, rekening houdende met de agenda, dan zal de VVD-fractie zich daar niet tegen verzetten.

De voorzitter:

In dat geval stel ik voor, de voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken te vragen om op korte termijn met de commissie bij elkaar te komen voor een heroverweging over het houden van een algemeen overleg. Volgende week kan dan heel kort een VAO worden geagendeerd om moties in te dienen.

De heer Blom (PvdA):

Ik handhaaf echter mijn verzoek. De PvdA-fractie wil gewoon een spoeddebat voeren, of de agenda van de Kamer dat nu wel of niet toelaat.

De voorzitter:

Ik heb er geen zin in om op deze manier met de leden te communiceren en te werken. Ook ik handhaaf daarom mijn verzoek.

De heer Blom (PvdA):

Ik vind het prima dat u een verzoek doet, maar volgens het Reglement van orde moet mijn verzoek ingewilligd worden.

De voorzitter:

Dan gaan wij daarover op enig moment in de middag stemmen.

De heer Blom (PvdA):

Ik maak hiertegen ernstig bezwaar. Wij hebben in het Reglement van orde bepaald dat een aantal van 30 leden een spoeddebat kan aanvragen. In een commissievergadering heb ik aangeboden om de koninklijke weg van algemeen overleg en VAO te volgen, want het gaat mij alleen om het indienen van moties. Dit wordt door de coalitiefracties afgewezen, maar dat hadden zij gisteren moeten doen. Ik wil vóór Pasen de moties indienen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik herhaal mijn voorstel om aan de voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken te verzoeken om op korte termijn een procedurevergadering te houden over het houden van een algemeen overleg over dit onderwerp, dat wellicht in een VAO met moties wordt afgerond.

Overeenkomstig dit voorstel wordt besloten.

Naar boven