Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de algemene politieke beschouwingen,

- weten:

- de motie-Herben over aanleg van de Tweede Maasvlakte (29200, nr. 16).

(Zie vergadering van 18 september 2003.)

De voorzitter:

De motie-Herben (29200, nr. 16) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Rotterdamse haven ondanks de economische tegenwind nog steeds groeit en vorig jaar een groei van 2% kende, en dit jaar weer op een recordjaar alstevent;

constaterende dat de Rotterdamse haven een grote bijdrage levert aan de werkgelegenheid;

overwegende dat nog geen besluit is genomen over de aanleg van de Tweede Maasvlakte;

overwegende dat bij de aanleg hiervan vrijkomende oude haventerreinen kunnen worden gebruikt voor de bouw van duizenden woningen, waardoor de middenklasse kan terugkeren in het hart van de stad;

verzoekt de regering, snel een besluit te nemen om de aanleg van de Tweede Maasvlakte mogelijk te maken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Naar mij blijkt, wordt deze gewijzigde motie voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 53 (29200).

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Verdaas (PvdA):

Voorzitter. De PvdA-fractie steunt de motie van de heer Herben, maar wil daarbij graag een kanttekening plaatsen.

Naast de overwegingen in de motie willen wij de voorstellen van het kabinet, die binnenkort kunnen worden verwacht, kritisch bekijken. Daarbij zullen wij letten op de inzet van de publieke middelen, de leefbaarheid in het Rijnmondgebied en het onderdeel natuurcompensatie, dat voor ons zwaar weegt. Dit is in lijn met een door de Kamer aangenomen motie van mijn voormalige fractiegenoot, de heer Feenstra.

In stemming komt de gewijzigde motie-Herben (29200, nr. 53).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, de VVD, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de LPF voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Wij zouden nu stemmen over de motie ingediend bij het debat over de opvolging van de Nederlandse eurocommissaris, te weten de motie-Eerdmans/Timmermans (29308, nr. 1), maar mij is verzocht, de stemming over deze motie aan te houden. Ik stel voor, aan dit verzoek te voldoen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven