Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Mijn voorstel betreft het vergaderschema aan het eind van deze periode. Ik stel voor, in afwijking van het eerder door de Kamer vastgestelde vergaderschema, om op dinsdag 17 december te vergaderen vanaf 10.15 uur, om woensdag 18 december aan te merken als reservevergaderdag en om op donderdag 19 december niet te vergaderen. Deze laatste dag zal worden toegevoegd aan het kerstreces, omdat van velen van u wordt verwacht dat u kort na de jaarwisseling met uw politieke activiteiten begint.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Tichelaar.

De heer Tichelaar (PvdA):

Voorzitter. Mijn fractie heeft vanmorgen kennisgenomen van het hoofdartikel op de voorpagina van de Volkskrant. Daarin wordt verslag gedaan van uitspraken van de staatssecretaris van OCW over de bekostiging door de overheid van de tweede en derde studie in het initieel onderwijs. Wij waren daardoor behoorlijk verrast, mede gelet op de brief van de bewindslieden van 1 november ter voorbereiding van de behandeling van de begroting van OCW. Deze brief heeft geen relatie met de uitspraken van de staatssecretaris in het debat met de studentenorganisaties. In dit licht vraag ik de staatssecretaris om de Kamer voor maandag 12.00 uur een brief te sturen, zodat deze kan worden betrokken bij de behandeling van de begroting van het ministerie. Ten eerste vraag ik haar om daarin een verklaring te geven waarom er geen weerslag is te vinden in de brief van 1 november van haar ingenomen standpunt bij het overleg met de studentenorganisaties. Ten tweede vraag ik haar of het hierbij gaat om beleid dat mede wordt onderschreven door de minister van OCW.

De voorzitter:

Ik stel voor, dit gedeelte van het stenogram door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder naar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Vendrik.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. Ik verzoek u om een derde termijn algemene financiële beschouwingen op de agenda te zetten, wat ons betreft nog voor deze week. De laatste informatie is dat het kabinet donderdag vergadert met de sociale partners. Vorige week hebben wij in de tweede termijn gezien hoe belangrijk de uitkomsten van dit overleg zijn voor de politieke positie van verschillende fracties hier. In dat licht lijkt het ons logisch, de stemmingen van vandaag met betrekking tot het hoofdstuk Financiën, aanverwante artikelen en de bijbehorende moties uit te stellen, in afwachting van de derde termijn. Een en ander heeft ook te maken met de politieke duidelijkheid die mijn fractie en andere fracties willen in verband met de behandeling aanstaande maandag van het belastingplan. Het zit allemaal heel dicht op elkaar en wellicht – daar gaat u als voorzitter over – bestaat de mogelijkheid om donderdagavond deze derde termijn te houden. Mijn fractie verzoekt daarbij nadrukkelijk, ook de premier daarvoor uit te nodigen.

De voorzitter:

Indien de Kamer conform het verzoek van de heer Vendrik besluit, is mijn voorstel inderdaad om de voorgestelde derde termijn toe te voegen aan de agenda van donderdag, zodat deze waarschijnlijk donderdagavond zal plaatsvinden.

De heer Crone (PvdA):

Wij steunen dit voorstel van harte, want er kan pas verder worden gegaan met het belastingplan als op een aantal punten duidelijk is wat de resultaten zijn van het najaarsoverleg. Ook de Raad voor werk en inkomen zal nog advies geven, dat wij ook nog kunnen meenemen. Ik steun dus het voorstel van de heer Vendrik.

De voorzitter:

Ik stel voor, te voldoen aan het verzoek van de heer Vendrik om een derde termijn algemene financiële beschouwingen toe te voegen aan de agenda van deze week, te weten op donderdagavond, en in dat verband de stemmingen vermeld onder de punten 3 t/m 6 van de agenda van vandaag af te voeren.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik wil graag dat de heer Vendrik zijn verzoek inzake de aanwezigheid van de minister-president donderdagavond motiveert. De vorige termijnen van de algemene financiële beschouwingen hebben wij namelijk gedaan met de minister en de staatssecretaris van Financiën.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De bewindslieden van Financiën zou ik niet willen beledigen; zij zijn bijzonder welkom. Het lijkt mij echter van belang, ook de minister-president uit te nodigen, omdat het niet alleen om fiscale aangelegenheden gaat – waarover donderdag wordt gesproken bij het najaarsoverleg – maar ook om andere aspecten van het kabinetsbeleid. Mijn fractie is buitengewoon benieuwd naar de mening van de minister-president over deze zaken; vandaar mijn uitnodiging.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de minister van Financiën en de minister-president. Zoals altijd is het uiteindelijk aan het kabinet om te bepalen wie het kabinet hier vertegenwoordigt, maar uw Voorzitterverzoek is duidelijk.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer (PvdA):

Voorzitter. Ik vraag om een brief van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen naar aanleiding van een persbericht dat haar ministerie heeft gepubliceerd. Daarin wordt redelijk rooskleurig weergegeven hoe de uitkomsten van het bekende OESO-rapport zijn, terwijl wij in alle kranten hebben kunnen lezen dat Nederland ver achterblijft. Ik ontvang graag een motivatie van de minister waarom zij zo'n positief persbericht heeft uitgegeven.

Ik koppel daaraan de volgende vragen. Waarom heeft de minister de uitkomsten van het OESO-rapport niet gebruikt bij het schrijven van de brief die zij ons vervolgens heeft gestuurd over de welbekende enveloppen? Kan zij ons een berekening geven van het salaris van leerkrachten en daarin mee de relatie die er bestaat met het feit dat leerkrachten in Nederland meer uren maken, maar ook meer leerlingen in de klas hebben? Hoe verhoudt zich dat tot de andere landen? Het OESO-rapport kan zij daarbij volgens mij goed gebruiken. Hoe zit het daadwerkelijk met het aantal schoolverlaters ten opzichte van niet alleen de buurlanden om ons heen, maar ook alle andere landen?

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Van den Brand.

De heer Van den Brand (Groen- Links):

Voorzitter. Gisteren stond in het Rotterdams Dagblad een bericht dat er problemen zijn met de financiering van het zogenaamde kierbesluit, waarmee een beperkte mate van getijdenwerking wordt toegestaan in het Haringvliet. De fractie van GroenLinks wil van de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat een brief ontvangen waarin zij ingaat op de huidige stand van zaken van het kierbesluit en vooral het aspect van de financiering. Wij hebben de brief graag binnen vóór de behandeling van de begroting van Verkeer en Waterstaat. Dat is overigens kort dag.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet, in het bijzonder de minister van Verkeer en Waterstaat.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Atsma.

De heer Atsma (CDA):

Voorzitter. De Kamer heeft de afgelopen weken meerdere keren gesproken over het toekomstperspectief van de zelfslachtende slager in Nederland en de voorwaarden die je aan hem mag stellen. Namens de CDA-fractie vraag ik u te bewerkstelligen dat het AO hierover een kort vervolg krijgt op de plenaire agenda.

De voorzitter:

Ik stel de Kamer voor, te voldoen aan het verzoek om het verslag van het algemeen overleg aan de agenda toe te voegen, zo mogelijk deze week. Ik doe de Kamer een nader voorstel.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven