Aan de orde zijn de stemmingen over de moties, ingediend bij de behandeling van het rapport van de enquêtecommissie Srebrenica (28506),

- te weten:

- de motie-Van Bommel over een EU-richtlijn voor medewerking aan parlementaire enquêtes over vredesmissies (28506, nr. 12);

- de gewijzigde motie-Van Bommel over een voorbereidings- en nazorgcentrum voor uitzendingen (28506, nr. 20);

- de motie-Dittrich/Vos over openstelling van de regeling TBV 2000/12 voor Srebrenicavluchtelingen (28506, nr. 15);

- de motie-Rouvoet/Albayrak over herbeoordeling van asielaanvragen van de late Srebrenicavluchtelingen (28506, nr. 14);

- de motie-Van der Staaij over de Nederlandse inlichtingenpositie bij deelname aan vredesmissies (28506, nr. 17);

- de motie Vos/Van Bommel over het aanbieden van excuses aan nabestaanden en overlevenden van Srebrenica (28506, nr. 19).

(Zie vergadering van 18 juni 2003.)

De voorzitter:

De motie van de heer Van Bommel op stuk nr. 12 is gewijzigd en rondgedeeld. De tekst ervan luidt als volgt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vredesmissies internationale ondernemingen zijn en dat Nederlandse militairen en politici in een internationale besluitvormingsstructuur zijn opgenomen;

tevens constaterende dat de Wet op het parlementair onderzoek geen verplichtingen kan opleggen aan buitenlandse medewerkers die betrokken zijn in deze operaties om mee te werken aan parlementaire enquêtes, zodat belangrijke getuigen niet verplicht gehoord kunnen worden;

van mening dat het daardoor onmogelijk is om volledig inzicht in redenen en motieven van genomen beslissingen te kunnen verkrijgen;

verzoekt de regering om in de Europese Unie te werken aan een instrument om lidstaten te verplichten om haar functionarissen in vredesmissies mee te laten werken aan eventuele Europese en nationale parlementaire enquêtes over vredesmissies waarin de EU-lidstaten betrokken zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 21 (28506).

Ik stel vast dat direct over deze gewijzigde motie kan worden gestemd.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bommel (28506, nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks en de PvdA voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Bommel (28506, nr. 20).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Dittrich heeft verzocht om eerst te stemmen over de motie op stuk nr. 15 en vervolgens over de motie op stuk nr. 14. Ik stel vast dat hier geen bezwaar tegen bestaat.

In stemming komt de motie-Dittrich/Vos (28506, nr. 15).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Rouvoet/Albayrak (28506, nr. 14).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Staaij (28506, nr. 17).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fractie van de SP tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vos/Van Bommel (28506, nr. 19).

De voorzitter:

Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de SP en GroenLinks voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven