Vragen van het lid Koenders aan de minister van Buitenlandse Zaken a.i. over de situatie in het Midden-Oosten (belegering Arafat).

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Sinds eind vorige week is het perspectief op een vredesregeling in het Midden-Oosten verder de bodem ingeslagen door een Israëlische vernederingsactie waarbij het hoofdkwartier van president Arafat steen voor steen is afgebroken en de heer Arafat zelf wordt geïsoleerd samen met 150 à 200 medewerkers. Na zes weken van redelijke rust en vooruitgang en na een verschrikkelijke, af te keuren zelfmoordactie heeft Israël gemeend, een premie te moeten geven aan deze extremisten door te reageren met een vernederingsactie die alle belangrijke Palestijnse hervormingen tot nul reduceert.

Kofi Annan en Solana hebben terecht ook op dat punt scherp gereageerd. Van de Nederlandse regering is echter nul komma nul vernomen.

De Israëlische onderminister van defensie wil Arafat in ballingschap drijven, maar Arafat wordt natuurlijk met de dag populairder. Ondertussen houdt Israël zich aan geen enkele VN-resolutie, noch aan de oude noch aan de nieuwe.

Het lijkt erop dat alle aandacht besteed wordt aan Irak en dat dit ten koste gaat van het Midden-Oosten. Wij vinden dat een foute prioriteitstelling en zouden dan ook de volgende vragen willen stellen.

  • - Hoe beoordeelt de Nederlandse regering de actie van de Israëlische regering?

  • - Heeft zij haar reactie ook op het hoogste niveau aan de Israëlische regering overgebracht?

  • - Welke initiatieven heeft de Nederlandse regering genomen in EU- en VN-verband?

  • - Heeft minister De Hoop Scheffer dit punt aan de orde gesteld in zijn recente gesprekken met de heer Powell en mevrouw Condolisa Rice?

  • - Is Nederland bereid om met spoed de Associatieraad van de Europese Unie bijeen te roepen omdat Israël zich aan geen enkele VN-resolutie wenst te houden?

  • - Hoe beoordeelt de regering het feit dat Israël zegt niets te maken te hebben met de afgelopen nacht aangenomen VN-resolutie, waarin Israël wordt opgeroepen om deze actie onmiddellijk te beëindigen en zich terug te trekken en de Palestijnen worden opgeroepen om de vermoedelijke daders van de zelfmoordactie te berechten, en gewoon doorgaat met haar actie? De internationale gemeenschap telt kennelijk niet meer.

  • - Spreekt de Nederlandse regering zich daarover uit of niet?

Wij zouden op al deze punten concrete antwoorden willen hebben.

Staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven:

Voorzitter. Er was inderdaad zes weken lang sprake van betrekkelijke rust en er waren geen zelfmoordaanslagen, maar die rust is nu in één klap voorbij. De Nederlandse regering heeft het afgelopen weekend actief gereageerd in de richting van de Verenigde Staten en de Europese Unie. Daaruit zijn een resolutie en een verklaring voortgekomen die de Kamer zullen worden toegezonden.

In de verklaring van de Europese Unie van afgelopen vrijdag worden de zelfmoordaanslagen krachtig veroordeeld. Die aanslagen hebben, zoals de heer Koenders terecht opmerkt, een ernstige slag toegebracht aan de hervatting van contacten tussen de partijen gericht op een hervatting van het politieke proces. Onze gedachten gaan uit naar de familieleden van de slachtoffers van terreur en naar de slachtoffers van het aanhoudende geweld in de Palestijnse gebieden.

De Nederlandse regering is blij dat in de verklaring het lijden en het conflict duidelijk worden benadrukt en dat de aanslagen krachtig worden veroordeeld. De Europese Unie heeft in diezelfde verklaring de Palestijnse Autoriteit opgeroepen om samen te werken met de Verenigde Staten en landen uit de regio teneinde de veiligheidsdiensten zo te hervormen dat effectief kan worden opgetreden tegen het terrorisme. De belangrijke Palestijnse beweging Fatah wordt opgeroepen, zich te houden aan het eerder afgekondigde eenzijdige staakt het voeren. Ook heeft de EU grote zorg uitgesproken over de omsingeling van het hoofdkwartier van Arafat afgelopen weekend. Het beperken van de bewegingsvrijheid van Arafat leidt immers niet tot een aanpak van terrorisme noch zal het de legitieme veiligheidszorg aan Israëlische zijde wegnemen. Het zal ook niet bijdragen aan het Palestijnse hervormingsproces.

Heeft de Nederlandse regering op het hoogste niveau aan de bel getrokken? Jazeker. In zijn contacten met minister Powell van de Verenigde Staten heeft de minister van Buitenlandse Zaken deze kwestie aan de orde gesteld. Hij heeft afgelopen weekend met zijn ambtgenoot Peres gesproken. In het telefonische contact met hem heeft hij aangedrongen op terughoudendheid van de zijde van Israël in dit conflict.

Gisternacht werd de kwestie in de Veiligheidsraad besproken en de resolutie aangenomen die eist dat Israël de omsingeling van Ramallah beëindigt en zich terugtrekt uit de Palestijnse gebieden. Israël zou weer de positie moeten innemen die gold in december 2000. De Palestijnse Autoriteit wordt opgeroepen zich te houden aan de toezegging om de daders van terroristische aanslagen te berechten. De rol van het zogeheten kwartet, de Verenigde Staten, de Unie, Rusland en de Verenigde Naties, wordt in de resolutie nadrukkelijk ondersteund en de landen in de regio worden opgeroepen met het kwartet samen te werken.

Wat is het oordeel van de Nederlandse regering over de activiteiten tot nu toe? De Nederlandse regering is uitermate kritisch geweest. Zij heeft zich actief opgesteld, is onmiddellijk in de telefoon geklommen en de minister is naar de Verenigde Staten afgereisd. Die reis was al gepland, maar de minister heeft dit bezoek aangegrepen om deze kwestie op het hoogste niveau aan te kaarten.

De heer Koenders (PvdA):

Voorzitter. Met alle respect, maar ik heb zelden van de Nederlandse regering zo'n slappe reactie gehoord. Er wordt opgeroepen tot terughoudendheid. Het gaat erom dat die omsingeling terstond wordt afgebroken en dat de Israëlische troepen zich terugtrekken. Heeft de staatssecretaris dit standpunt de Israëlische regering overgebracht?

Mijn andere vraag is misschien veel belangrijker. Vanmorgen heeft Israël gezegd: wij trekken ons van de Veiligheidsraadresolutie helemaal niets aan? Wat wil de staatssecretaris daaraan doen? Terecht hebben wij in deze tijd alle aandacht voor VN-resoluties. Ik sta daar volledig achter, ook als zij zelfmoordacties betreffen. Die zijn verschrikkelijk en zij zijn af te keuren. Ik hoor de staatssecretaris echter niets zeggen over de consequenties van het niet uitvoeren van deze Veiligheidsraadresolutie. Kan zij daarover misschien iets zeggen?

Dan is er nog een ander belangrijk punt. Daarbij denk ik aan de middelen die de Europese Unie misschien van belang vindt om daadwerkelijk druk uit te oefenen als Israël bij zijn positie blijft. Enkele maanden geleden spraken wij hier over de herbezetting van gebieden in de Palestijnse regio. Daarover is een heldere VN-resolutie aangenomen, maar men houdt zich daar niet aan. Is de Nederlandse regering van plan het initiatief te nemen voor het bijeenroepen van de EU-Associatie-raad en in die raad met Israël overleg te plegen? Wil zij op die manier nagaan hoe de druk verhoogd kan worden?

Staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven:

Voorzitter. Nederland heeft binnen Europees verband gepleit voor het aannemen van een verklaring. De tekst is zoals zij is. Dat geldt ook voor de Veiligheidsraadresolutie. Nederland heeft onmiddellijk aan de bel getrokken bij de Israëlische autoriteiten en aangedrongen op terughoudendheid. Dat is de lijn die de Nederlandse regering heeft ingezet.

Zij vindt dat het proces dat nu in een impasse is gekomen, weer vlot getrokken moet worden via de politieke dialoog. Nota bene vorige week is een duidelijke verklaring afgegeven en is door het kwartet een zogenaamde road map opgesteld. Die houdt in dat via afspraken tot discussie tussen de strijdende partijen moet worden gekomen.

De heer Koenders (PvdA):

Maar, voorzitter, wat heeft die road map nu opgeleverd?

De voorzitter:

Volgens de geldende procedure is wat u nu doet niet toegestaan, mijnheer Koenders. De minister ad interim vervolgt haar betoog.

Staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven:

Het is zeer zeker de bedoeling van de Nederlandse regering om deze politieke lijn te blijven volgen. Er is geen alternatief. Wij kunnen niet anders dan via de politieke lijn, via het kwartet en in samenspraak met de landen in de regio, proberen het politieke proces weer vlot te trekken. Hieraan levert de Nederlandse regering haar aandeel binnen EU- en VN-verband. Nederland blijft kritisch staan tegenover buitenproportioneel geweld van de zijde van Israël. De zelfmoordaanslagen op Israëlische bodem zijn niet goed te praten. Zij zijn af te keuren en dat gebeurt ook. Waarvoor we nu moeten kiezen, is de lijn naar voren. Wij moeten trachten via de politieke weg een uitweg te vinden uit dit ongelooflijke dilemma.

De heer Van Bommel (SP):

Voorzitter. De Amerikaanse regering heeft de Israëlische aanval op het kantoor van de democratisch gekozen president Arafat als niet nuttig gekwalificeerd. De SP-fractie kwalificeert die aanval eerder als misdadig en als een overtreding van het internationale recht. Welke bewoordingen heeft de Nederlandse regering gekozen bij haar reactie richting Europese Unie en richting de Verenigde Staten? Moet uit de Amerikaanse houding niet worden afgeleid dat Amerika met betrekking tot het handelen van Israël, waarbij volgens de staatssecretaris disproportioneel veel geweld wordt gebruikt, de sleutel in handen heeft? Moet er dus niet meer druk op de Amerikanen worden uitgeoefend, zodat zij eindelijk maatregelen nemen die ertoe leiden dat Israël geen grof geweld meer gebruikt?

Staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven:

Er is een aanbeveling aan de Verenigde Staten gedaan inzake de door hen in te nemen positie ten aanzien van wat er afgelopen weekend in de gebieden is gebeurd. Die aanbeveling heb ik duidelijk verwoord. Zowel de VN als de EU hebben de gebeurtenissen veroordeeld. Er is internationaal gezien geen verschil van mening over de zelfmoordaanslagen en de bezetting van Ramallah, het hoofdkwartier van Arafat. Het gaat er nu om dat het kwartet bij elkaar wordt gehouden en dat de politieke dialoog, de zogenaamde road-map, kan worden uitgewerkt. Op die manier kan er serieus een begin worden gemaakt met het vredesproces in het Midden-Oosten. De Amerikanen zitten waarachtig niet te wachten op dergelijke escalaties. Daar zit überhaupt niemand op te wachten.

Mevrouw Karimi (GroenLinks):

Voorzitter. De afgelopen maanden is de Israëlische regering stelselmatig bezig geweest met ontmanteling en vernietiging van de Palestijnse Autoriteit. Een en ander heeft in het weekend een hoogtepunt bereikt. Daarom ben ik verbaasd dat de minister ad interim zegt dat wij ons inzetten voor terughoudendheid van de Israëlische regering. Ik wil haar dan ook concreet vragen of het geen tijd wordt dat de Nederlandse regering, met ter ondersteuning de dreiging van opschorting van de associatieovereenkomst, een duidelijk signaal geeft aan de Israëlische regering dat Veiligheidsraadresoluties uitgevoerd dienen te worden.

Staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven:

Het is zeer zeker de lijn van Nederland, de Europese Unie en de VN dat resoluties moeten worden uitgevoerd. Daarover bestaat dus geen misverstand. De Nederlandse regering vindt dit echter nog niet het moment om bijvoorbeeld associatiebijeenkomsten te beleggen en verdragen ter discussie te stellen. Dat is ook niet de route van het kwartet. De lijn die vorige week is ingezet, heeft door de gebeurtenissen van het afgelopen weekend weliswaar een bepaalde doem over zich heen gekregen, maar dat neemt niet weg dat de terzake afgesproken route moet worden vervolgd. Als je daar weer een nieuw Europees initiatief op loslaat, dan kan dat alleen maar verstorend werken op de uitwerking van de road-map.

De heer Eurlings (CDA):

Voorzitter. De omsingeling en de gebeurtenissen in Ramallah zijn slecht voor het vredesproces en de kans op structurele vrede. Daarom vindt ook de CDA-fractie het goed dat alles gedaan wordt om die belegering zo snel mogelijk op te heffen. Daar hoort bij het uitoefenen van druk op de Israëlische regering, waar het disproportionele activiteiten betreft. De heer Koenders heeft dit al goed tot uitdrukking gebracht en de staatssecretaris is hier al goed op ingegaan. Er is evenwel nog een andere mogelijkheid, namelijk medewerking van de Palestijnse Autoriteit aan het uitleveren van mensen die zich in het paleis bevinden. Kan de staatssecretaris bevestigen dat het hier inderdaad om terroristen of aan terroristische activiteiten verbonden mensen gaat? Als dat zo is, kan zij dan specifieker aangeven op welke manier extra druk op de Palestijnse Autoriteit wordt uitgeoefend om deze mensen niet af te schermen van de politie, maar gewoon mee te werken aan het oplossen van zelfmoordaanslagen?

Staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven:

In de Veiligheidsraadresolutie wordt opgeroepen om de terroristen te berechten. Mocht dat op enigerlei wijze tot onvoorziene omstandigheden leiden, dan zullen wij de Kamer daarover berichten. In die resolutie is evenwel de lijn uitgezet om de veroordeling van de daders inderdaad te laten plaatsvinden. Daar kan ik nu echter nog geen nadere mededelingen over doen.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Veel aandacht en belangstelling gaat nu uit naar de Israëlische acties, in casu de belegering van de gebouwen van Arafat. Toen vorige week die twee zelfmoordaanslagen met zoveel nadelige gevolgen, zelfs doden, hadden plaatsgevonden, bleef het tot onze verrassing echter relatief rustig in de reacties. Mijn vraag heeft daar betrekking op. Is er voldoende druk uitgeoefend op Arafat, ook in de afgelopen tijd en ook door Nederland en de Europese Unie, om daadwerkelijk te komen tot beëindiging van zowel de corruptie als het terrorisme vanuit die gelederen?

Staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven:

De Nederlandse regering heeft meerdere malen aan beide partijen duidelijk gemaakt dat excessief geweld in de regio absoluut niet kan, dat zelfmoordaanslagen uit den boze zijn en dat buitenproportionele acties van Israëlische zijde ook niet kunnen. Ook de vorige regering heeft dat bij voortduring gedaan. Wij kunnen misschien achteraf betreuren dat er de afgelopen week niet direct op de gebeurtenissen is gereageerd. Feit is wel, dat in de veroordeling van de afgelopen dagen zowel de zelfmoordacties als het aantal doden en gewonden dat daarbij te betreuren was, zijn betrokken. Dit geldt zowel voor de Europese verklaring als voor de Nederlandse reactie en de resolutie van de Veiligheidsraad.

De heer De Graaf (D66):

Er wordt deze weken veel gesproken over de uitvoering en de handhaving van resoluties van de Veiligheidsraad. In het ene geval is de wereld bereid om daarvoor stevige middelen in te zetten. In het andere geval, aldus de minister ad interim, is het een kwestie van het kwartet, dat vooral goed met elkaar moet praten. Vindt de minister ad interim niet dat de wereld, en dus ook Nederland, ook moet staan voor de uitvoering en de handhaving van de resolutie die vannacht is aangenomen? Vindt zij het ook niet acceptabel dat die resolutie direct terzijde wordt gelegd en vindt ook zij dat andere middelen dan alleen het gesprek van het kwartet nodig zijn, waaronder de ook door de heer Koenders genoemde bijeenkomst van de Associatieraad en de eventuele sancties?

Staatssecretaris Van Ardenne-van der Hoeven:

De Nederlandse regering heeft niet de neiging om alle resoluties op een hoop te vegen. Wij gaan ervan uit dat de resoluties waarover wij het nu hebben, worden uitgevoerd, maar dat daarbij wel de effectiviteit van de internationale inspanningen wordt gemeten. Er kan niet altijd een eenduidige weg worden gevolgd. Nu er internationaal overeenstemming over blijkt te zijn om een route te gaan die waarschijn lijk tot het vlottrekken van het vredesproces zou kunnen leiden, zijn noch de Nederlandse regering, noch de Europese Unie en evenmin de Verenigde Naties van mening dat nieuwe initiatieven tussendoor genomen moeten worden.

De heer Van Aartsen (VVD):

De antwoorden van de Nederlandse regering zijn heel helder. Ik vraag aan de heer Koenders wat hij verwacht van het bijeenroepen van de Associatieraad. Nederland heeft in het verleden ook wel daarvoor gepleit, maar met name een aantal grote landen voelt hier niets voor. Wat is hier nu de achtergrond van? Wat dacht de heer Koenders hiermee te bereiken?

De heer Koenders (PvdA):

Ik ben buitengewoon blij dat de heer Van Aartsen mij deze vraag stelt, want dan heb ik nog even de tijd om op iets te wijzen wat steeds het probleem is in het Nederlandse beleid inzake het Midden-Oosten. Als het om andere issues gaat, zijn wij wel bereid om aan de Veiligheidsraad maatregelen en sancties voor te stellen en druk uit te oefenen op partijen. In het geval van Israël zijn wij kennelijk niet bereid om dit te doen. De Europese Unie heeft een relatie met Israël, de zogenaamde Europese Unie-Israël Associatieraad. Daar worden precies de zaken besproken die nu van belang zijn, te weten mensenrechtenschendingen. Ook het verkeerd beoordelen van vredesprocessen kan daar aan de orde komen. Deze regering is niet bereid om ooit zo'n instrument in te zetten. De vorige regering was daartoe ook niet bereid. Dit is onjuist. Nu doet zich de gelegenheid voor om daarmee een begin te maken.

Naar boven