Vragen van het lid Gerkens aan de minister van Verkeer en Waterstaat over de dreigende acties bij het spoor.

Mevrouw Gerkens (SP):

Voorzitter. Vorig jaar was een jaar van behoorlijk veel onrust onder het personeel van de NS. Er was veel trammelant, er waren acties en er waren stakingen. Toen kwam directeur Noordzij en met hem een periode van betrekkelijke rust. De heer Noordzij is nu vertrokken. En nu? Als ik de berichten in de krant moet geloven, denk ik dat wij weer terug bij af zijn. De NS hebben veel problemen. Wij kennen allemaal de blaadjes op de rails, de prijsverhogingen, tekort aan personeel en tekort aan materieel. Ik denk dat prioriteit numero één rust moet zijn. Is dat ook de prioriteit van de minister? Als prioriteit numero één namelijk rust is, dan is onrust onder het personeel wel het laatste wat wij nu kunnen gebruiken. Vindt de minister dat ook? Er liggen zeventien redelijke eisen van het NS-personeel. Ik noem er een paar: de cao naleven; het werkrooster niet ongevraagd een of twee dagen van tevoren wijzigen en een goed ouderenbeleid, dat in het hele land hetzelfde is en niet in Groningen anders dan in Limburg. Het gaat hier om het goed functioneren van het NS-personeel en daarmee ook om het goed functioneren van de NS. Wat wil de minister doen om ervoor te zorgen dat het NS-personeel en de directie uit deze impasse komen? Hij heeft daarvoor tot 16 december de tijd. Ik wil graag weten welke maatregelen de minister zal nemen.

Minister De Boer:

Wij willen inderdaad rust en herstel bereiken op het spoor. Dat is in eenieders belang en zeker in het belang van de reiziger. Mevrouw Gerkens vraagt wat ik als minister zal doen. Zij meent dat de NS weer terug bij af zijn, nu de heer Noordzij is vertrokken na enige tijd aan het roer te hebben gestaan. Ik ben het overigens met deze kanttekening niet eens. Nadat de heer Noordzij er een half jaar als interim-manager gezeten heeft, is per 1 november een nieuwe directeur aangetreden. Dat brengt mij op het punt van rust en herstel. Rust en herstel zijn dan ook ontzettend belangrijk. Ik zet erop in dat deze directeur daarvoor zal zorgen. Ik geloof daarin.

Wat gaat de minister doen? Mevrouw Gerkens begrijpt dat het primair een kwestie is tussen NS Reizigers en het personeel. Ik denk dat de NS de gelegenheid moet krijgen om dit met het personeel zelfstandig te regelen. Het betreft hier overigens de interne bedrijfsvoering. Wij hebben daarover vaker gesproken. Dat is een onderwerp waarmee de minister zich primair niet dient te bemoeien. Mevrouw Gerkens vraagt mij wat ik kan doen tegen de voorgenomen acties. Ik moet haar meedelen dat ik op basis van het Overgangscontract-II niets tegen publieksvriendelijke acties van de bonden kan doen. Het is niet de bedoeling dat er in deze periode minder treinen gaan rijden. De dienstregeling wordt gewoon gevolgd.

Mevrouw Gerkens (SP):

De minister zegt dat het gaat om de interne bedrijfsvoering. Daarom kan hij niet ingrijpen. Dat dilemma is echter gecreëerd door de verzelfstandiging van de NS. Daardoor kan er kennelijk steeds niet ingegrepen worden. Ik zeg daarom: minister, pak de trein terug en zorg dat de politiek weer kan ingrijpen. De minister zegt dat het gaat om cao-onderhandelingen. Het gaat echter om meer dan cao-onderhandelingen. Het gaat om rust onder het personeel en om goed functionerend personeel. Als het personeel niet goed kan functioneren, kan ook het spoor niet goed functioneren. Dat betekent wederom problemen bij de NS. Wij zijn het er echter over eens dat rust en herstel noodzakelijk zijn. De minister is verantwoordelijk. Hij is immers voor 100% aandeelhouder. Ik vind dan ook dat hij aan tafel mag zitten om mee te praten over een goed functionerende NS. Wij kunnen niet meer rotzooi bij de NS gebruiken. Ik doe dan ook het dringende verzoek aan de minister om alles te doen om ervoor te zorgen dat de rust bij de NS gewaarborgd blijft.

Minister De Boer:

Ik ben het van harte eens met mevrouw Gerkens dat rust en herstel belangrijk zijn en dat een en ander zo ongemerkt mogelijk voorbij moet gaan aan de reiziger. Waar hebben wij het hier echter over? Wij hebben het hier over een voorgenomen actie. Die actie is nog niet eens aan de orde, maar de minister wordt al gevraagd wat die eraan gaat doen.

Mevrouw Gerkens (SP):

Het gaat niet om een voorgenomen actie. Het gaat om het goed functioneren van het personeel. Het personeel vraagt garanties om op een goede manier te kunnen werken. Men wil op tijd weten wanneer zij waar moeten werken. Men moet ook een goede reisonkostenvergoeding krijgen. Dat zijn allemaal redelijke zaken. Het gaat dan ook niet om de acties. Het gaat erom dat het personeel goed functioneert en dat de trein goed kan rijden. Wat gaat de minister daarvoor doen?

Minister De Boer:

Als ik belangstelling zou hebben voor het directeurschap van de NS, zou ik daar wellicht op hebben gesolliciteerd. Ik ben echter minister geworden. Dat betekent dat ik met de directe bedrijfsvoering van de NS niets heb uit te staan. De insteek van mevrouw Gerkens is die van de voorgenomen acties en het gevraagde rust en herstel. Zij stelt eigenlijk ten principale de verzelfstandiging van de NS ter discussie. Zij vraagt zich af of die een goed idee is geweest. Er is echter met brede steun van de Kamer besloten om de NS op afstand te plaatsen. Het op afstand plaatsen heeft consequenties, in de zin dat de directie primair verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering. Natuurlijk ben ik het met mevrouw Gerkens eens dat gehoopt moet worden dat het conflict door de twee partijen, de directie van NS Reizigers en de vakbonden die het personeel vertegenwoordigen, in harmonie wordt opgelost.

Mevrouw Gerkens (SP):

Ik vind dat wij de trein terug moeten pakken omdat de verzelfstandiging een slecht idee is. Anders zouden wij hier niet staan. Ik concludeer dat de minister ook rust en herstel wil, maar vervolgens niet bereid is om zich daarvoor in te zetten. Dat vind ik een slechte zaak.

De heer Klein Molekamp (VVD):

Mevrouw Gerkens vraagt terecht aandacht voor de rust bij het spoor. Die is van belang voor de reiziger. Ik vraag mij echter af hoe oprecht mevrouw Gerkens en de SP zijn. Degene die verantwoordelijk was voor de onrust bij het spoor staat nu immers op nummer 10 van de verkiezingslijst van de SP. Zijn mevrouw Gerkens en de SP-fractie niet bezig om de onrust onder NS-medewerkers en machinisten hiernaartoe te halen? Mevrouw Gerkens maakt een eenzijdige keuze waarmee zij het belang van de reiziger niet centraal stelt. Ik maak mij er zorgen over dat de SP-fractie zo duidelijk positie kiest voordat er überhaupt iets aan de hand is.

De voorzitter:

Ik geef mevrouw Gerkens de gelegenheid de vraag van de heer Klein Molekamp te beantwoorden.

Mevrouw Gerkens (SP):

De heer Klein Molekamp stelt dat de SP juist diegene op de kandidatenlijst heeft gezet die gezorgd heeft voor onrust. Volgens mij hebben wij juist diegene op de kandidatenlijst gezet die weet wat er leeft onder het NS-personeel. Deze persoon heeft de problemen aangekaard en helder gemaakt, omdat hij ze niet onder het vloerkleed heeft willen vegen. Ik ben daarom erg blij dat deze persoon de politiek in kan gaan.

De voorzitter:

Ik zie dat de heer Klein Molekamp wil reageren, maar dat kan nu niet. Zijn naam is langer dan de tijd die hij heeft.

Mevrouw Giskes (D66):

De minister benadrukt dat het om publieksvriendelijke acties gaat. Mag ik daaruit afleiden dat de minister wel degelijk van plan is iets te doen als de acties publieksonvriendelijk worden?

Minister De Boer:

Volgens het contract kan ik mij verstaan met NSR op het moment dat de acties publieksonvriendelijk worden en leiden tot een aantasting van het minimumvoorzieningenniveau. Ik zal dat ook zeker doen, maar ik zeg nogmaals dat ik hoop dat beide partijen samen tot een oplossing komen. Áls men al besluit over te gaan tot actie, hoop ik dat die publieksvriendelijk zullen zijn.

De heer De Ruiter (SP):

Mag ik de woorden van de minister zo uitleggen dat hij wél bereid is in te grijpen als de vakbeweging actie onderneemt, maar niet als de NS-directie géén actie onderneemt?

Minister De Boer:

Ik denk dat dit een onjuiste constatering is. Ik heb, om precies te zijn, gezegd dat er geen enkele aanleiding is om in te grijpen als er publieksvriendelijke acties worden gevoerd. Dit tast het voorzieningenniveau namelijk niet aan. In het overgangscontract II is heel duidelijk gestipuleerd dat het moment van belang is dat het voorzieningenniveau in gevaar komt en niet meer voldoet aan bepaalde eisen. Eerst dan zal ik in overleg treden met de directie van de NS.

De heer De Ruiter (SP):

Wat zijn die eisen en wat noemt de minister publieksonvriendelijk?

Minister De Boer:

Acties zijn publieksonvriendelijk als zij zorgen voor uitval van treinen waardoor het voorzieningenniveau daalt. Dergelijke acties leiden ertoe dat de minister met de directie van de NS om de tafel gaat zitten.

De heer De Ruiter (SP):

Volgens mij gaat het daar juist om, want de treinen vallen steeds uit. Het NS-personeel is daarover, net als de reizigers, zeer ontevreden. Naar mijn smaak moet de minister nu al actie ondernemen richting de NS-directie.

Minister De Boer:

Volgens mij praten wij enigszins langs elkaar heen. Ik heb gezegd wat ik als minister zal doen en laten en daar heb ik eigenlijk niets aan toe te voegen.

Naar boven