Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, te behandelen op donderdag 29 november bij het begin van de vergadering:

  • - Verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (28043, nrs. 2 t/m 22);

  • - Wijziging van een aantal wetten in verband met de vereenvoudiging en vernieuwing van het militaire pensioenstelsel (Aanpassingswet kaderwet militaire pensioenen) (27875);

  • - Wijziging van de Binnenschepenwet, de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart, alsmede enkele andere regelingen teneinde te voorzien in een wettellijke basis voor een aantal uitvoeringsregelingen van verdragen (27886).

Ik stel voor, dinsdag aanstaande te stemmen over de moties, ingediend tijdens het notaoverleg over het Nationaal verkeers- en vervoersplan d.d. 19 november (27455, nrs. 11 t/m 35).

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Rietkerk.

De heer Rietkerk (CDA):

Mevrouw de voorzitter. Op 30 oktober jongstleden heb ik aan de minister en staatssecretaris van Justitie vragen gesteld over illegale prostitutie en over illegalen die vanwege vormfouten op vrije voeten zijn gekomen. Ik heb wat dat tweede punt betreft gevraagd om een overzicht van de gebeurtenissen in de jaren 2000 en 2001. Dat overzicht is niet verstrekt en ik wil het graag alsnog ontvangen.

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Van der Staaij.

De heer Van der Staaij (SGP):

Voorzitter. Voor aanstaande woensdag staat een overleg op de agenda over de evaluatie van de Arbeidstijdenwet. Ik zou graag ruim voor dit overleg een brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontvangen over de gevolgen van de strijdigheid van de Arbeidstijdenwet met het ILO-verdrag over de wekelijkse rusttijd. De regering had die strijdigheid willen wegnemen door het ILO-verdrag op te zeggen, maar de Eerste Kamer heeft aan een wetsvoorstel daartoe strekkend haar goedkeuring onthouden. In maart hebben wij een brief ontvangen, waarin staat dat de regering de verdragsband zou herstellen en zich zou beraden op de herleefde strijdigheid. In mei hebben wij een brief ontvangen met de mededeling dat wij daar vóór de zomer nader over zouden worden geïnformeerd. Dat is niet gebeurd. Is de verdragsband al hersteld en welke consequenties verbindt de regering aan die strijdigheid?

De voorzitter:

Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Waalkens.

De heer Waalkens (PvdA):

Voorzitter. Wij hebben gisteren uitgebreid gedebatteerd over de wetsvoorstellen inzake stank en ammoniak. Ik vraag u om een heropening van het debat. De posities zijn helder, maar wij willen nader beraad over de amendementen en de consequenties van de amendementen voor de wetgeving.

De voorzitter:

Begrijp ik het goed dat er amendementen zijn ingediend na de afsluiting van de tweede termijn?

De heer Waalkens (PvdA):

Ja.

De voorzitter:

Dat schept in die zin een probleem dat er vandaag over de wetsvoorstellen zou worden gestemd. Wij zouden nu kunnen stemmen over de wetsvoorstellen die daarvoor gereed zijn, en dan vanmiddag tegen vijven over deze wetsvoorstellen inzake stank en ammoniak.

De heer Waalkens (PvdA):

Ik heb iets meer tijd nodig voor nader beraad over de amendementen. Ik stel voor om volgende week te stemmen.

De voorzitter:

Wij hebben tot heel laat vergaderd omdat er volgens iedereen deze week gestemd moest worden, opdat de wetsvoorstellen nog voor 1 januari door de Eerste Kamer kunnen worden behandeld. Geldt dat nu opeens niet meer? Als de meerderheid van de Kamer dat vindt, vind ik dat best, maar het is niet wat wij afgesproken hebben en wat wij de afgelopen dagen van de medewerkers van de Kamer hebben gevraagd.

De heer Waalkens (PvdA):

Ik heb daar begrip voor. Wij voegen ons graag naar uw discipline.

De voorzitter:

Ik zie een heleboel sprekers die mij advies willen geven.

De heer Meijer (CDA):

Ik weet niet welke argumenten de heer Waalkens heeft om nu een heropening te vragen. De CDA-fractie wenst deze wetsvoorstellen vandaag af te werken.

De heer Van der Vlies (SGP):

Dat is ook de lijn van de SGP-fractie. Ik heb de laatst ingediende amendementen bekeken. Voor mij zitten er niet echt nieuwe elementen in. Het gaat hooguit om een herschikking van elementen. Mijn fractie is zeer wel in staat om te stemmen.

De heer Ter Veer (D66):

Voorzitter. Ik steun het verzoek van de heer Waalkens en uw voorstel om de zaak aan het eind van de middag af te ronden.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Ook ik steun het verzoek van de heer Waalkens en wil uw voorstel volgen.

De heer Stellingwerf (ChristenUnie):

Ik sluit mij aan bij de opmerkingen van de heer Van der Vlies.

De heer Weisglas (VVD):

Ik zou zeggen dat er zo snel mogelijk gestemd moet worden.

Mevrouw Van der Hoeven (CDA):

Voorzitter. Het probleem is dat iedereen erop gerekend heeft om nu te stemmen. Dat betekent dat, als er later gestemd moet gaan worden, dit echt zo snel mogelijk moet gebeuren en niet pas om vier uur of om vijf uur. Dat is ook echt niet nodig.

De voorzitter:

Laten wij proberen, een compromis te verzinnen. Ik wil voorstellen, om half vier te gaan stemmen. Ik weet dat de heer Waalkens dan heel hard zal moeten werken, maar dat is voor deze keer niet onoverkomelijk. Wij gaan nu eerst over de andere wetsvoorstellen stemmen. Vervolgens onderbreken wij de begrotingsbehandeling van VROM om half vier en stemmen wij opnieuw.

De heer Weisglas (VVD):

Voor alle zekerheid wil ik u nog vragen of de Eerste Kamer, als wij hier vandaag over stemmen, een uiterste poging zal doen om de wetsvoorstellen voor het kerstreces te behandelen. Als dat niet het geval is, kunnen wij hier natuurlijk ook gewoon dinsdag over stemmen. Alles is toch gericht op de Eerste Kamer?

De voorzitter:

Precies, daarom kunnen wij hier ook niet op dinsdag over stemmen. De afspraak is dat alles waar hier vandaag over gestemd wordt, vóór de Kerst behandeld zal worden door de Eerste Kamer. Als wij de stemmingen uitstellen naar dinsdag, hebben wij geen enkele zekerheid meer dat de voorstellen nog voor de Kerst behandeld worden in de Eerste Kamer.

De heer Weisglas (VVD):

Ter vermijding van enig misverstand: hierover bestaat geen verschil van mening tussen u en mij of mijn fractie. Nu het zo loopt, wilde ik dit echter nog even in het openbaar uitspreken.

De voorzitter:

Ik neem aan dat dit voor alle fracties de reden is om hier vandaag over te willen stemmen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan mevrouw Noorman-den Uyl.

Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA):

Voorzitter. Op de voorlopige stemmingslijst ontbreekt de motie die is ingediend bij het debat over de Verzamelwet SZW-wetten 2001. Mocht die motie niet zo dadelijk in stemming komen, dan stel ik het op prijs dat de stemming daarover wordt toegevoegd aan de agenda van vanmiddag.

De voorzitter:

Dat zullen wij even bekijken. Ik denk dat dat geen problemen oplevert.

Het woord is aan de heer Hofstra.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter. Ik kom nog even terug op uw mededeling dat wij dinsdag zouden kunnen stemmen over de moties inzake het Nationaal verkeers- en vervoersplan. Naar de mening van mijn fractie en van bijna alle andere fracties kan dat niet, omdat de minister ons nog veel heeft toegezegd en wij hier nog informatie over moeten krijgen. Daarom wil ik u vragen om hier niet dinsdag over te stemmen, maar later, misschien zelfs pas bij de begroting van Verkeer en Waterstaat half december.

De voorzitter:

Dat is kennelijk niet gecommuniceerd met de griffie. Ik neem nu in ieder geval het voorstel dat ik terzake gedaan heb, terug. Later zal ik hier een nieuw voorstel voor doen.

Naar boven