Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | nr. 66, pagina 4457-4460 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2000-2001 | nr. 66, pagina 4457-4460 |
Vragen van het lid M.B. Vos aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over zijn afspraken over het klimaatbeleid.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter. De minister is in het blad Milieudefensie bijzonder openhartig geweest over de tot nu toe behaalde successen in het milieubeleid. Hij zegt: ik ben er onvoldoende in geslaagd de hoofddoelen aan de orde te stellen. Ik zie ons niet de weg van verduurzaming opgaan. Kwantiteit gaat voor kwaliteit. De minister zegt in feite, dat het paarse kabinet er onvoldoende in is geslaagd om de weg naar verduurzaming op te gaan. GroenLinks steunt hem hierin van harte en nodigt hem uit, het debat ten volle dit laatste jaar aan te gaan, ook als het gaat om zaken als: Schiphol, nieuwe wegen.
Ik wil de minister nader bevragen over het klimaatbeleid. De minister maakt zich grote zorgen. Hij is van plan om het ijkmoment, de evaluatie, naar voren te halen. Wij ondersteunen deze noodkreet van harte. Zal de minister het ijkmoment naar voren halen? Is het beleid voldoende om de doelstellingen te halen? De minister spreekt over het inzetten van het reservepakket. Aan welke maatregelen denkt hij? Hij spreekt over aanscherping van maatregelen die wij al genomen hebben. Aan welke aanscherpingen denkt hij? Overweegt hij om zich in te zetten voor een grootverbruikersheffing op energie? Ook de minister van Economische Zaken heeft daarover vorige week gesproken. Overweegt hij om de maatregelen ten aanzien van het verkeer te intensiveren? Denkt hij aan maatregelen op het terrein van duurzame energie?
Minister Pronk:
Voorzitter. Ik heb twee weken geleden bij de behandeling van de begroting in de Eerste Kamer zeer uitvoerig hierover gesproken. Alle vragen die mevrouw Vos heeft gesteld heb ik daar beantwoord. Ik kan mij voorstellen dat het nuttig is om alles zowel in de Eerste als in de Tweede Kamer te zeggen. Ik wijs erop dat datgene wat in het interview staat niet meer is dan datgene wat ik publiekelijk heb uitgesproken in het debat met het parlement. Ik heb gezegd: ik maak mij zorgen. Dat houdt in dat het ijkmoment naar voren moet worden gehaald. Als blijkt dat wij niet alle afgesproken maatregelen op tijd zullen kunnen nemen – dat heeft wellicht consequenties met betrekking tot de uitkomst van een en ander, bijvoorbeeld in termen van broeikasgasreductie – zullen wij ons moeten bezinnen op de maatregelen die waren opgenomen in het reservepakket. Dat zijn fiscale maatregelen. Ik kan uiteraard op de specificiteit niet ingaan. Ik wil dit Huis attenderen op het feit, dat er een reservepakket is. Hartelijk dank voor de mogelijkheid om het ook hier te zeggen. Ik ben zeer alert bezig met de monitoring van de maatregelen in het hoofdpakket. Het ijkmoment wordt dus naar voren gehaald. Het is de bedoeling, dat beide Huizen van het parlement een stuk daarover – monitoring van het binnenlandse klimaatbeleid – tijdig zullen ontvangen. Tijdig betekent ruim voor het zomerreces. Het moet via het kabinet lopen.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Ik dank de minister zeer voor zijn antwoorden. Het was ons bekend dat hij daarover in de Eerste kamer heeft gesproken. Wie A zegt, moet ook B zeggen. Kan de minister iets scherper ingaan op de zaken waaraan hij denkt? Voor het zomerreces krijgen wij nader bericht van de minister. Het ijkmoment gaat dus ruim naar voren. Kan de minister iets meer zeggen over het reservepakket? Een aantal zaken is niet op korte termijn te realiseren, andere wel. Kan hij een tip van de sluier oplichten? Wat mij bovenmatig interesseert, is de aanscherping van de bestaande maatregelen. Daarbij kunnen zich nieuwe ontwikkelingen voordoen. Graag verkrijgen wij van de minister een antwoord op de vraag of bijvoorbeeld een grootverbruikersheffing op energie tot de mogelijkheden behoort. Ook de minister van EZ heeft daarover recent gesproken. Krijgen wij nog vóór de zomer een inzicht in aanvullende maatregelen op het terrein van het verkeer? Komen er aanvullende maatregelen op het terrein van duurzame energie? Zal het bericht dat naar de Kamer komt, inzicht bieden in dergelijke maatregelen die een aanscherping inhouden van het huidige beleid?
Minister Pronk:
De Kamer weet dat een evaluatie is afgesproken in het officiële jaar voor de tussenstand. Dat zou moeten gebeuren in 2002 en dat vind ik een wat moeilijk jaar; dat is een verkiezingsjaar en dan doe je er niet zo gek veel meer mee. Daarom heb ik in de Eerste Kamer gezegd dat er redenen zijn om, ook wanneer er nog geen echte, diepgaande evaluatie plaatsvindt, een ijkmoment te kiezen waarop men nog beleid kan bijstellen als dat noodzakelijk blijkt te zijn. Hierbij gelden twee factoren. In de eerste plaats gaat het om de vraag of de afspraken met alle partners tijdig worden nagekomen. In de tweede plaats gaat het om de vraag, of die afspraken voldoende blijken te zijn met betrekking tot de te verwachten CO2- en andere broeikasgasemissiereducties. Het gaat dus om het ijken van de afspraken en de uitkomsten daarvan. Daar ben ik mee bezig, in overleg met de maatschappelijke partners, waaronder het bedrijfsleven.
Er volgt een stuk over deze materie. Daarin staat welke afspraken niet en welke afspraken wel tijdig worden uitgevoerd en wat de te verwachten uitkomsten daarvan zijn. Voor sommige onderdelen ben ik zeer bezorgd; als voorbeeld noem ik het transport. Voor andere onderdelen zijn wij wat minder bezorgd, maar daar doen zich statistische meevallers voor. Ik verwijs naar de import van elektriciteit. Ik moet dit alles wegen en daaruit resulteert een stuk dat de Kamer hopelijk in mei kan worden toegezonden.
Kan ik nu vooruitlopen op eventuele maatregelen uit het reservepakket? Ja, voorzitter. Doe ik dat nu? Neen, voorzitter. Uiteraard moet ik ten aanzien hiervan handelen in goed overleg met mijn collega's in het kabinet.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
Voorzitter. Ik dank de minister voor zijn antwoord. Het is duidelijk dat het ijkmoment in mei plaatsvindt. Dan zullen wij een nader inzicht krijgen. Dat is van groot belang en daarom ben ik de minister voor deze uitspraak erkentelijk.
De minister geeft voorts aan dat het met het transport niet goed gaat. Is zijn collega van VW het met deze conclusie eens? Heeft hij al met haar gesproken over nadere maatregelen voor deze sector? Kan hij meedelen of er inderdaad intensiveringen komen? Er zijn heel wat mogelijkheden om het verkeer steviger aan te pakken.
Voorts vraag ik mij af of de grootverbruikersheffing op energie een onderdeel is waarvan de minister zegt: ook dat zal ik in het kabinet aan de orde stellen met de vraag of het bij het meipakket moet worden betrokken.
Minister Pronk:
Voorzitter. Ik loop nu niet vooruit op de uitkomsten van deze ijking. Ik maak mij zorgen over de traagheid waarmee sommige maatregelen tot stand komen. Ik weet niet of ik mij zorgen moet maken over de uitkomsten. Sommige zaken vallen mee, andere vallen tegen in termen van het tijdpad dat voor de reducties is aangegeven. In de Eerste Kamer heb ik in antwoord op vragen van de fractie van GroenLinks gezegd dat ik, wanneer ik zorgen zou hebben die gerechtvaardigd blijken te zijn, voorstellen zou doen aan mijn collega's in verband met instrumenten uit het reservepakket. Ik zal niet aarzelen om die voorstellen te doen wanneer blijkt dat dit noodzakelijk is. Kan ik vooruitlopen op de uitkomsten van het doen van dergelijke voorstellen in het overleg met mijn collega's? Neen, voorzitter, dat kan ik niet, en dat geldt voor elk van de voorbeelden die door mevrouw Vos zijn genoemd.
Mevrouw Vos (GroenLinks):
De minister zegt dat nog helder moet worden of de zorgen die hij heeft, wel terecht zijn. Echter, ik weet wat hij in de Eerste Kamer heeft gezegd en ik heb het blad van Milieudefensie gelezen. Daaruit blijkt dat hij zeer stellig is en meent dat de doelstellingen niet worden gehaald. Er zal iets extra's moeten gebeuren, zeker op het gebied van het verkeer. In het pakket dat wij straks zullen ontvangen moeten extra maatregelen zitten. Als dat niet het geval is, krijgt de minister een groot probleem met het klimaatbeleid. Ik wil graag meer duidelijkheid van de minister: is het zeker dat die extra maatregelen worden getroffen?
Minister Pronk:
Ik kan daar niet op vooruitlopen.
De heer Van Middelkoop (Christen-Unie):
Ik waardeer het dat de minister het ijkmoment naar voren wil halen. Dat geeft ons de kans om het beeld dat het klimaatbeleid aankleeft, te weten "het lukt toch nooit", te doorbreken. Beoogt de minister hiermee ook een internationaal signaal af te geven? In het regeerakkoord is een koppeling gelegd tussen de aanvaarding van het Kyotoprotocol – en daarmee dus ook voor het deel waarvoor wij nationaal verantwoordelijk zijn – en wat de Amerikanen doen. Nu schijnen de Amerikanen niets te doen, maar desondanks horen wij de Nederlandse minister zeggen dat hij zijn deel van de verplichtingen volstrekt serieus neemt. Sterker nog, hij wil het ijken van de uitvoering naar voren halen. Dit betekent dat het regeerakkoord op dit punt, dat in het verleden op het punt van de koppeling veel misverstanden heeft opgeleverd, voor de minister niet de betekenis heeft die het voor anderen wellicht wel heeft.
De voorzitter:
Voor de volgende vragenstellers merk ik op dat ik begrepen heb dat er in de vaste commissie afspraken over het internationale klimaatbeleid zijn gemaakt. Deze vragen gaan duidelijk over het nationale beleid. Daar moeten wij het voor vandaag ook bij houden.
De heer Van Middelkoop (Christen-Unie):
Mijn vraag ging over het internationale signaal en niet over het beleid.
De voorzitter:
Dat weet ik, maar daarom zei ik tot de volgende vragenstellers dat niet wordt doorgegaan op het internationale beleid.
Minister Pronk:
De internationale bijdrage moet tijdens de onderhandelingen geloofwaardig zijn. Deze bijdrage is geloofwaardig wanneer een goed nationaal beleid wordt gevoerd. De heer Middelkoop wijst op deze link. Dit geldt ook voor Europa bij de huidige opstelling jegens de VS en dus ook voor alle lidstaten van de Gemeenschap over de gezamenlijke aanpak. Mijn collega's in de Europese Milieuraad stelden tien dagen geleden dat, wanneer Amerika niet zou meedoen, Europa wenst te ratificeren. Bovendien stelden mijn collega's dat wanneer geen ratificatie mogelijk is omdat het totale aantal landen dat daarvoor noodzakelijk is niet wordt gehaald, zij toch het grote voorbeeld willen geven door, onafhankelijk van de vraag of er wel of niet is geratificeerd, te reduceren. Dit is dus een hele stap vooruit. Die geloofwaardigheidsstap staat of valt natuurlijk met de bereidheid van de afzonderlijke lidstaten van de EU om hun pakket serieus uit te voeren.
De heer Van den Akker (CDA):
De minister zegde toe nog voor het zomerreces een notitie aan de Kamer te zenden. Wil hij in die notitie uitdrukkelijk de vraag betrekken in hoeverre wet- en regelgeving van de afgelopen jaren het reduceren van CO2-uitstoot in de weg heeft gestaan? Ik doel hierbij met name op de wijziging van de Electriciteitswet, de Gaswet en de Overgangswet elektriciteit productiesector, waardoor de warmtekrachtkoppeling zo in de verdrukking is gekomen dat wij alleen al in dit jaar 3 miljoen ton meer CO2-uitstoot hebben vanwege het stilleggen van de warmtekrachtkoppeling.
Minister Pronk:
Zonder een oordeel uit te spreken over dit specifieke knelpunt ben ik inderdaad van plan op knelpunten in te gaan.
De heer Poppe (SP):
Wat zijn de dappere voorstellen van de minister waard als ik uit hetzelfde artikel het volgende citaat van de minister voorlees: milieubeleid en ruimtelijkeordeningsbeleid is aanpassen en nog eens aanpassen. Het is redden wat er te redden valt. De beslissingen worden ergens anders genomen. Wie hier ook zit, je loopt altijd achter bewindslieden aan die echte bevoegdheden hebben.
Betekent dit dat de minister in het kabinet alleen staat en dat hij wel toezeggingen kan doen, maar dat wij niet zeker weten wat dit inhoudt omdat ze uitgekleed worden? Zie ik hier een overeenkomst met de noodkreet van zijn voorganger mevrouw De Boer, gedaan tijdens een uitzending van Buitenhof aan het eind van haar termijn, toen ze zei: ik moet alles voor de poorten van de hel wegslepen? Vervolgens kwam zij niet meer terug in het kabinet.
Minister Pronk:
Ik ben nog nooit verder gekomen dan het vagevuur. Ik weet niet wat die allerlaatste stap zou kunnen inhouden. Ik stel vast dat ik in dit interview erin geslaagd ben, mij zelf goed te citeren. De desbetreffende uitlatingen kunt u terugvinden in het verslag van de begrotingsbehandeling van VROM in deze Kamer. Ik heb dat toen uitvoerig met de Kamer besproken. Nogmaals, de uitkomst van een politiek proces is nooit exact hetzelfde als de inzet. Maar soms helpt een duidelijke inzet ook een uitkomst mogelijk te maken.
De heer Poppe (SP):
Als de minister in een interview zegt dat hij altijd achter de bewindslieden aan moet lopen die de echte bevoegdheden hebben, klinkt dat toch niet als iemand die zegt dat hij ervoor staat en dat er gebeurt wat hij wil. Dat klinkt meer als "helaas, er gebeurt wat anderen willen".
Minister Pronk:
Ik heb mijn best gedaan en ik doe nog steeds mijn best.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20002001-4457-4460.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.