Vragen van het lid Harrewijn aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over inkomensontwikkeling bij de minima als gevolg van het nieuwe belastingplan.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter! Minima in de min, kopte De Telegraaf. De kop was misschien wat sterker dan de inhoud van het artikel, maar ook de inhoud mag er zijn. Vooral lage inkomens zien hun belastingvoordeel per 1 januari 2001 verdampen in prijsverhogingen. De Federatie van belastingadviseurs rekent forse belastingverhogingen voor op het gebied van belastingen en taksen. In 1997 betaalde een huishouden ƒ 7377 en dit jaar al ƒ 9820. Dat is een forse verhoging. Er staan meer van dit soort cijfers in het artikel.

Voorzitter! Dit artikel staat niet op zich. Er zijn de afgelopen dagen alarmverhalen over hoge inflatie, bedrijven die de euroafrondingen – lees: verhogingen – alvast doorberekenen. De FNV trekt aan de bel met de opmerking dat er, als het zo doorgaat, niet meer te praten valt over loonmatiging. Aan de andere kant krijgen leden van de raad van bestuur van Philips 13,5% loonsverhoging, terwijl Cor Boonstra een bonus krijgt van 100%. De inkomens groeien uit elkaar. Veel mensen vragen zich af waarom ze de loonmatiging vol moeten houden. Wat houden minima eraan over?

Voorzitter! Ik wil daarom een aantal vragen stellen aan minister Vermeend. De minister stak tijdens de begrotingsbehandeling hoog op over de forse koopkrachtontwikkeling van de minima. De minister telde 2001 er vast bij. Wordt het langzamerhand geen tijd om dat beeld bij te stellen? Valt het niet wat tegen? Wat is het commentaar van de minister op de cijfers die De Telegraaf brengt? Kan hij deze bevestigen of eventueel weerleggen? Kan hij een overzicht presenteren van de werkelijke koopkrachteffecten van de belastingplannen per 1 januari 2001 voor de minima, de groep erboven en modaal? Ik ben verder benieuwd naar koopkrachtplaatjes boven tweemaal modaal, want de koopkrachtplaatjes gaan nooit verder dan tweemaal modaal. Wat doet het belastingplan voor de tweetonners, zoals de minister? Ik ben benieuwd naar het loonstrookje en de koopkrachtvoordelen die de minister heeft. Hoe denkt de minister loonmatiging te bewerkstelligen tegen de achtergrond van deze cijfers? Wat heeft de regering gedaan met de afspraak om met ondernemers om de tafel te gaan zitten tegen de verrijking, zoals minister-president Kok bij de algemene beschouwingen heeft gezegd?

Minister Vermeend:

Voorzitter! Ik heb het artikel vanochtend ook gelezen. Ik kan er geen chocola van maken. De cijfers worden door elkaar heen gehaald. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen een gemiddeld huishouden in 1997 en in 2001, maar in de kop staat: minima in de min. De bekendste cijfers zijn de officiële cijfers die wij bij de begroting hebben gepubliceerd. De heer Harrewijn refereert daar ook aan. Die cijfers staan los van het gemeentelijk inkomensbeleid en de bijzondere bijstand, maar die geven aan dat het koopkrachteffect voor de minima zonder kinderen 3,5% is en voor de minima met kinderen 4,5%. Ik beschik nog niet over nieuwe cijfers.

In dat artikel wordt een aantal zaken door elkaar gehaald. In het koopkrachtbeeld dat het Centraal planbureau en wij presenteren is wel degelijk rekening gehouden met de indirecte belastingen. Wat mij ook opviel, is dat er in het artikel gesproken wordt over onzichtbare belastingen. Ik heb nogal wat met belastingen te maken gehad, maar onzichtbaar heb ik ze persoonlijk nooit gevonden. Ik heb dus nog wel wat aan te merken op het beeld dat in dit artikel geschetst wordt.

Bij de publicatie van het Centraal economisch plan zullen wij over nieuwe cijfers beschikken. Dat zal ongeveer begin april zijn. Dan heb ik daar een beter beeld van dan op dit moment. Vooralsnog ga ik dus uit van het beeld dat wij geschetst hebben bij de begroting. Ik ben nog niet zover dat ik vind dat het beeld moet worden bijgesteld. Op het ogenblik ligt de inflatie wat hoog. Dat was althans de eerste maand het geval. Uiteindelijk bepaalt de inflatie over het hele jaar wat het inkomensbeeld is voor alle betrokkenen. Dat geldt niet alleen voor de minima, maar voor iedereen. Vooralsnog heb ik dus nog geen reden om het beeld bij te stellen. Als wij over nieuwe cijfers beschikken, ben ik natuurlijk best bereid om die de Kamer te geven.

Dan vroeg de heer Harrewijn naar de cijfers voor de verschillende inkomensgroepen: minima, minimaplus, modaal en twee keer modaal. Ik kan hem verwijzen naar de stukken, ook van mijn collega Bos, die bij het Belastingplan aan de orde zijn geweest. Ze staan ook in de stukken over de Belastingherziening 2001. Dat zijn de officiële cijfers van het kabinet en ik heb daar op dit moment niets aan toe te voegen.

De laatste vraag ging over de ondernemers. Het kabinet heeft in het najaarsoverleg van gedachten gewisseld met werkgevers en werknemers om te komen tot een vorm van loonkostenmatiging. Ik heb de Kamer geschreven dat er een akkoord is gesloten tussen werkgevers en werknemers om te komen tot zogenaamde investerende CAO's, waarbij de nadruk moet liggen op scholing, scholing en nog eens scholing. Wij moeten het komende halfjaar afwachten wat dat voor beeld oplevert bij de loonontwikkeling en de loonkostenontwikkeling.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

De minister verwijst een- en andermaal naar cijfers die er al lagen voor 1 januari. Bij de begroting zijn cijfers gepresenteerd en staatssecretaris Bos heeft cijfers gepresenteerd, maar dat zijn de prognoses. Je kunt inderdaad vraagtekens zetten bij sommige cijfers in het artikel in De Telegraaf. Daar staat tegenover dat de inflatie tegen zit en dat er prijsverhogingen doorgevoerd worden. Ik ben toch benieuwd of de minister eerder dan april met nieuwe cijfers komt, want het verontrust mensen.

De minister heeft gezegd dat er met sociale partners overleg is geweest en dat er afspraken zijn gemaakt over investerende CAO's, maar dat is geen antwoord op de vraag die ik heb gesteld. De minister-president heeft bij de algemene beschouwingen gezegd dat er sprake was van soms buitenproportionele verhogingen van de inkomens van ondernemers, dus van de hoogste inkomens. Daar zou over gesproken worden. Is daar nu over gesproken of niet? Zo ja, heeft dat dan geen enkel effect gehad? Dit kun je de mensen toch niet voorhouden? De één krijgt 14% of 15% extra en de ander moet nog maar afwachten of hij zijn beloofde koopkrachtverhoging krijgt. Kan de minister niet eerder een overzicht geven van de effecten van de tegenvallende inflatie? Hoe zit het met de hogere inkomens?

Minister Vermeend:

Eerder zullen er geen cijfers komen. Wij zitten nu in februari. Het Belastingplan en de begroting zijn hier in de Kamer behandeld en dat zijn de laatste cijfers waarover wij beschikken. Pas in april zal het Centraal planbureau de nieuwste cijfers presenteren en dan zullen wij enig inzicht krijgen in de ontwikkelingen. Eerder zijn er dus geen cijfers. Het zou ook niet verstandig zijn om weer met nieuwe cijfers te komen. Dan moeten wij weer een nieuwe prognose maken. Ik wacht liever af hoe hard de cijfers straks zijn. Dan kan de Kamer daar zelf conclusies uit trekken en hetzelfde geldt voor het kabinet.

Wij hebben hier en in verschillende overleggen eerder van gedachten gewisseld over de ontwikkeling in de marktsector en daarbinnen over de ontwikkeling van de hoogste inkomens, met name de inkomens van de bestuursleden van grote concerns. Wij hebben toen kenbaar gemaakt dat het kabinet daarop in beginsel weinig invloed heeft. Het gaat om beslissingen binnen het concern zelf. Wij hebben wel gezegd, dat wij transparantie nastreven. In het overleg met sociale partners is aangekondigd dat het kabinet komt met een Wet openbaarheid inkomens die van toepassing is op de bestuurders, zodat de ontwikkeling dan transparant is. Daarvan kan een werking uitgaan die ertoe bijdraagt dat ook de top zich matigt. Want ik ben het met de heer Harrewijn eens, dat wie zijn werknemers vraagt zich te matigen, zelf het goede voorbeeld moet geven.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter! Is de minister het niet met mij eens dat als deze tendens van berichtgeving aanhoudt, hij er belang bij kan hebben eerder met cijfers te komen? Immers, die berichtgeving veroorzaakt onrust onder de mensen. Die vragen zich af of zij bekocht zijn. Óf die berichten zijn waar en dan moeten wij aan dat feit iets doen óf de berichten zijn niet waar en dan moet de minister ze ontkennen. Het is nog lang tot april.

Wat de inkomens van de raden van bestuur van bedrijven betreft, vraag ik de minister of hij niet bang is dat door de huidige tendens daarbij de oproep van het kabinet tot loonmatiging op los zand komt te staan.

Minister Vermeend:

Voorzitter! Dat laatste heb ik al gezegd. Ook ik vind persoonlijk dat de top, als die de gemiddelde werknemer in het land vraagt te matigen, zelf het voorbeeld moet geven. Het is in mijn ogen niet gewenst ontwikkelingen te laten zien als die welke nu naar buiten komen. Die vormen voor het arbeidsklimaat en voor het loonklimaat in het land geen goed voorbeeld. Het kan de goede verhoudingen, waarbij wij er met ons allen naar streven om de loonkosten te matigen, onderdrukken. Ik ben er dus niet gelukkig mee. Ik zal dat zeker weer onder de aandacht brengen van de werkgevers.

Wat de cijfers betreft, wijs ik erop dat ik al heb gezegd, dat ik van dit artikel weinig chocola kan maken. Er wordt een aantal regelingen niet in vermeld en er worden zaken door elkaar heen gehaald. De indirecte belastingen zitten, zoals ik al heb gezegd, gewoon verwerkt in het koopkrachtbeeld van het kabinet. Dat geldt over de hele linie. In zoverre heb ik grote bezwaren tegen de wijze waarop in dit artikel de plussen en minnen bij elkaar worden opgeteld.

De heer Harrewijn (GroenLinks):

Voorzitter! Zou de minister wellicht zijn precieze bezwaren tegen deze cijfers op schrift aan ons kunnen doen toekomen? Ik vraag niet de nieuwe koopkrachtcijfers, omdat ik begrijp dat er weinig beweging in is, maar wij moeten wel weten hoe wij deze cijfers van deze belastingadviseurs moeten interpreteren.

Minister Vermeend:

Voorzitter! Ik ben best bereid om wat ik hier heb gezegd nog eens op papier te zetten.

Naar boven