Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik stel voor, hedenmiddag ook te stemmen over de motie voorgesteld bij het notaoverleg Zicht op zorg, te weten de motie-Van Vliet c.s. over een pas op de plaats (26631, nr. 5) en over de bij de stemmingen over de Defensienota aangehouden gewijzigde motie-Harrewijn over de financiering van initiatieven op het gebied van conflictpreventie, conflictbemiddeling en CIMIC (26900, nr. 24).

Ik stel voor, toe te voegen aan de vergaderingen van 14, 15 en 16 maart:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Sanctiewet 1977 en van de In- en uitvoerwet tot vereenvoudiging van de implementatie van internationale verplichtingen (26872);

  • - de verslagen van de commissie voor de Verzoekschriften (26851, nrs. 28 t/m 39);

  • - het wetsvoorstel Regels met betrekking tot de productie en keuring van uitrusting voor zeeschepen (Wet scheepsuitrusting) (26878).

Ik stel voor, in de vergaderingen van 21, 22 en 23 maart een hoofdlijnendebat te houden over:

  • - de brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen ten geleide van de notitie Onderwijskansen, Ruimte voor kwaliteit bij de aanpak van onderwijsachterstanden (27020), met maximumspreektijden van 10 minuten voor de fracties van PvdA, VVD en CDA, 7 minuten voor D66 en GroenLinks en 5 minuten voor de overige fracties.

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 28, 29 en 30 maart:

  • - het wetsvoorstel Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie (verruiming van mogelijkheid om nevenzittingsplaatsen van gerechtshoven aan te wijzen en invoering van mogelijkheid om voor risicovolle zittingen locatie aan te wijzen) (26694);

  • Voorzitter- het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet (uitbreiding aantal nevenzittingsplaatsen) (26850);

  • - het voorstel van wet van de leden Duivesteijn en M.M. van der Burg houdende wijziging van de Huurprijzenwet woonruimte en de Wet op de huurcommissies (begrenzing van de huurharmonisatie) (25796);

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van het op 11 januari 1995 te Middelburg tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Vlaams Gewest tot herziening van het Reglement ter uitvoering van artikel IX van het Tractaat van 19 april 1839 en van hoofdstuk II, afdelingen 1 en 2, van het Tractaat van 5 november 1842, zoals gewijzigd, voor wat betreft het loodswezen en het gemeenschappelijk toezicht daarop (Scheldereglement) (Trb. 1995, 48) (26069).

Ik stel voor, te behandelen in de vergaderingen van 4, 5 en 6 april:

  • - het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 10 maart 1995 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie aangaande de verkorte procedure tot uitlevering tussen de Lid-Staten van de Europese Unie en de op 27 september 1996 te Dublin tot stand gekomen Overeenkomst opgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie betreffende uitlevering tussen de Lid-Staten van de Europese Unie, alsmede wijziging van de Uitleveringswet en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (26697).

Ik stel voor, de termijn waarbinnen de tijdelijke commissie besluitvorming uitzendingen haar werkzaamheden zal moeten hebben afgerond, te verlengen tot 4 september 2000.

Aangezien voor de stukken gedrukt onder de nrs. 26889 (R1642), 26896, 26897 (R1643), 26939 en 26985 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, dat wat deze Kamer betreft, de daarbij ter stilzwijgende goedkeuring overgelegde stukken zijn goedgekeurd.

Ik stel voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Aangezien voor de stukken 26938, 26944, 26946, 26963, 26964 en 26973 de termijnen zijn verstreken, stel ik voor, deze stukken voor kennisgeving aan te nemen.

Ik stel voor, de stukken 22112, nr. 142, 25424, nrs. 24 en 26, 26385, nr. 4, 26590, 26615, 26800-VIII, nr. 73, 26800-IXB, nr. 21, 26800-X, nrs. 29 en 30, 26800-XI, nr. 46, 26800-XII, nrs. 52 en 53, 26800-XV, nrs. 62 en 64, 26800-XVI, nr. 68, en 26887 voor kennisgeving aan te nemen.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Het woord is aan de heer Buijs.

De heer Buijs (CDA):

Voorzitter! Ik verzoek u het verslag van het algemeen overleg over de tunnel onder de Westerschelde op de agenda te plaatsen.

De voorzitter:

Ik heb begrepen dat dit na het reces kan. Ik zal de Kamer er later een voorstel over doen.

Naar boven