Aan de orde is de behandeling van:

het wetsvoorstel Wijziging van de begroting van de uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het jaar 1999 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota) (26912).

De algemene beraadslaging wordt geopend.

De heer Rietkerk (CDA):

Voorzitter! De CDA-fractie heeft kennisgenomen van de lagere uitgaven dan geraamd voor de waterschade in 1998. In totaal gaat het om een bedrag van 425 mln. Dat is niet niks. Dit bedrag wordt afgeboekt en het wordt niet in 1999 uitgekeerd aan de ondernemers en de gemeenten die nog in de procedure zitten en die eigenlijk zitten te wachten op geld. Zeker voor de ondernemers is het van groot belang dat er wat snelheid in komt. Die betrokken ondernemers en gemeenten wachten immers al vanaf juni 1999 op een snelle afhandeling en uitbetaling. Het is te stil. Als voorbeeld geef ik een aantal kampeerbedrijven en agrarische bedrijven in de robuuste gemeente Ommen. Al maanden horen de betrokken ondernemers en gemeenten niets meer. En dan krijgen de betrokken ondernemers en gemeen ten nu te horen dat er 425 mln. wordt afgeboekt. De CDA-fractie stelt daarom de volgende vragen.

Waarom wordt er nu 425 mln. afgeboekt, terwijl er toeristische en agrarische bedrijven zijn die al maanden wachten op een schade-uitkering? Kan aangegeven worden welk percentage van de wachterschadegevallen is afgewikkeld en hoeveel gevallen er nog steeds in de procedure zitten? Is de regering bereid, een rentevergoeding te geven in verband met de te late uitbetaling? Duidelijk moet zijn dat zeker een aantal agrarische ondernemers het al niet gemakkelijk heeft. Het gaat om redelijk grote bedragen. Wil de regering daarvoor een rentevergoeding geven? Kan de regering toezeggen dat de in procedure zijnde gevallen snel worden afgehandeld en uitbetaald?

Ten slotte. De CDA-fractie heeft er het volste vertrouwen in dat de minister en de staatssecretaris deze zaak voortvarend en klantvriendelijk zullen aanpakken en oplossen.

Staatssecretaris G.M. de Vries:

Voorzitter! Snelheid en klantvriendelijkheid zijn zeker doelstellingen die worden gehanteerd door Laser bij de afhandeling van de schade, maar daarnaast geldt, zoals de Kamer dit ook wenst, tevens het criterium van de vereiste zorgvuldigheid: niet in strijd met, maar wel in combinatie met de beide andere doelstellingen. Die zorgvuldigheid leidt er ook toe dat schade alleen kan worden afgehandeld, als betrokkenen de relevante documenten overleggen – dat is nog niet in alle gevallen adequaat gebeurd – en het bovendien mogelijk blijkt om referentiewaarden vast te stellen in de agrarische sector voor die producten, die gedurende de waterschade nieuw in productie waren en waar dus in het verleden geen productie van heeft plaatsgevonden, zodat het moeilijk was om te bepalen wat de te verwachten opbrengst van het betrokken product zou zijn. Dat verschijnsel is in enige honderden gevallen opgetreden en dit heeft ertoe geleid dat Laser referentiewaarden heeft moeten vaststellen. Een en ander heeft ook geleid, zoals niet ongebruikelijk is, tot een aantal bezwaarschriften.

Wat betreft de uitbetalingen onder WTS-1 en WTS-2 is het zo, dat nu 98% van alle gevallen is afgehandeld; wat betreft de oogstschaderegeling ligt dat percentage op 92.

Open staan nog in de eerste plaats een aantal bezwaarschriften en in de tweede plaats de afhandeling van de zogeheten vervolgschade. Zoals dat ook eerder met de Kamer is besproken, is in de agrarische sector in bepaalde onderdelen de mogelijkheid geopend om nog tot eind dit jaar schadeclaims in te dienen; tot september en oktober was dat tot een jaar na de wateroverlast mogelijk. Die claims zijn in behandeling genomen, maar uiteraard konden die nog niet voor het einde van het jaar worden afgehandeld; vandaar dat er enige bedragen zijn doorgeschoven naar volgend jaar om de afhandeling van de vervolgschade en de bezwaarschriften, alsmede de kosten van Laser, mogelijk te maken.

Wat betreft de recreatiesector is het zo, dat die dit jaar nog geheel zou behoren te worden afgehandeld. Mochten er individuele gevallen zijn in de robuuste gemeente Ommen, waarbij dit onverhoopt niet het geval zou dreigen te zijn, dan zal ik graag in overleg met de geachte afgevaardigde bekijken wat daar precies aan de hand is. Uiteraard zal hij mij niet euvel duiden dat ik niet van de duizenden gevallen die hier een rol spelen – het zijn er zo'n 20.000 in totaal – alle individuele gevallen ken. Dat, voorzitter, is de systematiek.

Rentevergoeding lijkt mij, gelet op het feit dat 98% van de aanvragen is afgehandeld, op dit moment niet de aangewezen weg.

De heer Rietkerk (CDA):

Voorzitter! Ik dank de staatssecretaris voor het heldere antwoord, als het gaat om de agrarische sector en de toeristische sector. Mijn vraag had ook nog betrekking op de robuuste gemeente zelf. Omdat dit geen onderneming is, was mijn vraag hoe het kan dat gemeenten – het betreft immers meerdere gemeenten – nog geen uitsluitsel en uitbetaling hebben gekregen.

Staatssecretaris G.M. de Vries:

Voorzitter! Dat is een vraag die ik goed begrijp, maar die zozeer in detail gaat – het gaat om een 20.000-tal gevallen – dat ik daar nadere navraag toe zal moeten doen en dan de geachte afgevaardigde en de Kamer er nader over zal informeren.

De algemene beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen aan het eind van de vergadering te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

Naar boven