Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij het debat over biotechnologie en het octrooi- en kwekersrecht, te weten:

- de motie-Witteveen-Hevinga c.s. over de richtlijn rechtsbescherming biotechnologische uitvindingen (19744, nr. 23).

(Zie vergadering van heden.)

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, het CDA, het GPV, de RPF en de SGP, alsmede het lid Augusteijn-Esser van de fractie van D66, voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA):

Voorzitter! Nu deze motie is aangenomen, vraag ik de staatssecretaris wat hij ermee gaat doen.

Staatssecretaris Ybema:

Mevrouw de voorzitter! Ik zal de motie morgen in het kabinet aan de orde stellen en de Kamer zo snel mogelijk informeren.

Mevrouw Witteveen-Hevinga (PvdA):

Voorzitter! Ik doe een dringend beroep op de regering om in ieder geval vóór de kritieke datum van 20 oktober a.s. bij het Europese Hof pro forma beroep aan te tekenen, opdat er geen onomkeerbare processen in gang worden gezet.

Staatssecretaris Ybema:

Mevrouw de voorzitter! Dit is een inhoudelijke opmerking en het zou een herhaling van het debat worden als ik daarop inging. Ik zeg de Kamer toe dat ik haar zo snel mogelijk na het overleg van morgen zal informeren. Dat zal nog vóór het weekend zijn en dus ook vóór 20 oktober.

De voorzitter:

Waarvan akte.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mee, dat ik wil bewilligen in het verzoek van de fractiewoordvoerders bij de behandeling van de begroting van VROM om, gezien het tijdstip, vanavond niet meer de tweede termijn van deze begrotingsbehandeling te houden. De rest van deze begrotingsbehandeling zal na het reces plaatsvinden.

Verlangt de heer Duivesteijn hierover het woord?

De heer Duivesteijn (PvdA):

Ik wilde slechts mijn dank uitspreken, voorzitter, namens eigenlijk iedereen in de Kamer.

De voorzitter:

Ik hoop niet dat u daarmee denkt te bewerkstelligen dat dit extra spreektijd oplevert.

De heer Weisglas (VVD):

Voorzitter! De woordvoerders bij een debat, dus ook bij dit debat, zijn de meerderheid; die heeft u nu dus ook formeel geconstateerd. Als fractiesecretaris moet ik evenwel zeggen dat het mij spijt dat dit verzoek is gedaan. Het is tien over tien en de formele vergadertijd omvat nog een uur. Het is helemaal niet erg om de laatste dag voor het reces wat later dan kwart over elf door te gaan. Indien u andere verplichtingen had gehad, zou een van de ondervoorzitters van de Kamer ook een stukje hebben kunnen voorzitten. Het kan dus niet uit vriendelijkheid ten opzichte van u zijn geweest. Nu gaat alles opschuiven, terwijl we drukke weken voor de boeg hebben. Het is jammer, maar de meerderheid, inclusief die van mijn eigen fractie, heeft het hier voor het zeggen.

De voorzitter:

Ja, mijnheer Weisglas, dat ziet u heel sterk. Bovendien vrees ik dat u misschien niet met mij mee afweegt, dat het nog wel een paar uur zou vergen voordat we deze tweede termijn tot een einde hadden kunnen brengen, en waar dat op dit moment, gezien de tijd die we nog hebben, absoluut niet nodig is, vind ik het een verstandig voorstel van de woordvoerders om het op deze manier te doen.

Sluiting 22.10 uur

Naar boven