Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | nr. 22, pagina 1393-1395 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1998-1999 | nr. 22, pagina 1393-1395 |
Vragen van het lid Kant aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over illegale tandartsen.
Mevrouw Kant (SP):
Mevrouw de voorzitter! Vorige week werden wij opgeschrikt door berichten in de media over illegale tandartsen die met boren en andere gereedschappen arme wijken afstruinen om mensen tegen een schappelijk prijsje van hun kiespijn af te helpen. Ontsmetten en verdoven is er meestal niet bij en de instrumenten gaan van mond tot mond. Gezondheidszorgwerkers uit de Haagse Schilderswijk wijzen op het verband tussen deze middeleeuwse praktijken en de bezuinigingen op de tandheelkundige zorg. Ook voor de SP-fractie is dit het zoveelste bewijs dat de tandzorg weer terug moet in het ziekenfondspakket.
Ik wil de minister van Volksgezondheid vragen of zij de berichten over illegale tandartsen kent en of zij kan aangeven op welke schaal deze praktijken voorkomen. Er is volgens mij zonder enige twijfel sprake van gevaar voor de volksgezondheid. Mijn tweede vraag luidt dan ook: hoe gaat de minister de mensen beschermen tegen deze ongeoorloofde praktijken?
Al eerder kwamen er signalen van tandartsen uit arme wijken dat mensen niet meer naar de tandarts gaan. Als ik lees, hoor en zie hoe illegale tandartsen te werk gaan, kan ik niet anders dan mij voorstellen dat mensen hier uit pure nood voor kiezen. Die nood is volgens mij dan kiespijn hebben, niet verzekerd zijn en geen geld hebben voor de tandarts. Vindt de minister het feit dat mensen uit arme wijken zich laten verleiden tot het zich laten behandelen door een goedkopere, illegale tandarts, niet opnieuw een belangrijk ernstig signaal dat er iets mis is met de toegang tot de tandzorg?
Dat veel mensen niet of onvoldoende verzekerd zijn, blijkt ook uit het feit dat veel gemeenten overgaan tot het sluiten van collectieve verzekeringen voor uitkeringsgerechtigden. Blijkbaar heeft Paars I een gat in de tandzorg veroorzaakt en voelen gemeenten zich genoodzaakt dit gat te vullen. Is dit niet eveneens een teken dat de toegankelijkheid van de tandzorg tekortschiet voor mensen rond het minimum?
Vindt de minister van Volksgezondheid het na al deze signalen niet de hoogste tijd om haar verantwoordelijkheid weer te nemen? Eerder heeft zij toegegeven dat ouderen onrecht is aangedaan met de tandzorgmaatregelen. Is niet ook mensen met een laag inkomen onrecht aangedaan en is het niet gewoon tijd om tandzorg weer op te nemen in het ziekenfonds?
Minister Borst-Eilers:
Mevrouw de voorzitter! Ook ik ben opgeschrikt door die berichten over 'middeleeuwse praktijken in Haagse koffiehuizen', zoals de kop in de krant luidde. Ik heb dus onmiddellijk de inspectie voor de volksgezondheid ingeschakeld om daar een onderzoek naar in te stellen. De hoofdinspecteur, de heer Verhoeff, heeft contact opgenomen met de Haagse wethouder mevrouw Klijnsma, die eigenlijk geen enkel feit kon leveren. Zij had hier ook al eerder over gehoord, omdat het al in de Haagse gemeenteraad aan de orde was gesteld. Wethouder Klijnsma heeft echter, ondanks de verkenningen die zij heeft laten doen, geen enkele bevestiging kunnen krijgen.
Mijn inspectie moet dus nu maar zelf proberen om deze heren – het schijnen namelijk allemaal heren te zijn – op te sporen. In ieder geval is men actief op zoek naar hen. Het gaat immers zeer waarschijnlijk om mensen die, zelfs als zij een buitenlands tandartsdiploma hebben, dan toch hier niet geregistreerd zijn en dus praktijken uitvoeren die zonder meer illegaal zijn. Getuige de berichten, ben ik het helemaal met mevrouw Kant eens dat die praktijken ook nog gevaarlijk zijn vanwege de gebrekkige hygiëne. De inspecteurs zijn dus op onderzoek uit en zullen proberen deze praktijken te achterhalen en er vervolgens een eind aan te maken. Wat hier gebeurt, is immers gewoon regelrecht verboden.
Nu brengt mevrouw Kant dit in verband met de problemen van de mensen die zich als patiënt tot deze tandartsen wenden. Nogmaals, wij hebben geen echte getuigen verklaringen, maar volgens de verhalen gaat het om Nederlanders van allochtone herkomst. Daar kan natuurlijk een probleem spelen, maar ik denk dat je dat los moet zien van de vraag of alle mensen met een laag inkomen onvoldoende tandzorg krijgen. De redenering achter het uit het pakket halen van de curatieve tandzorg voor volwassenen was dat iedere Nederlander tussen 0 en 18 jaar goede, gratis jeugdtandzorg krijgt. Vanaf je 18de moet je voor je eigen gebit zorgen. Ziekenfondspatiënten moeten zelf zorgen voor de hygiëne daarvan en tweemaal 's jaars kunnen zij voor preventief onderzoek naar de tandarts, waarbij dan ook kleine behandelingen kunnen plaatsvinden.
Iemand die van buiten Nederland komt, heeft misschien geen goede jeugdtandzorg genoten. Het is heel goed mogelijk dat inwoners van allochtone herkomst eerst een gebitssanering moeten ondergaan, voordat zij aan een bezoek tweemaal 's jaars genoeg hebben. Daarmee hebben wij wel degelijk een probleem, waarvoor sociale diensten en plaatselijke tandartsen oplossingen zoeken. Zo zou die eenmalige sanering vergoed kunnen worden uit de bijstand. Daar ken ik verschillende voorbeelden van. Over het oplossen van die kwestie van een eenmalige sanering via de bijzondere bijstand zijn ook schriftelijke Kamervragen gesteld, die ik samen met de minister van Sociale Zaken aan het beantwoorden ben. Ik zou de Kamer dan ook willen vragen om daarop te wachten. Ik vind dit niet zonder meer een signaal dat alle mensen met een laag inkomen onvoldoende toegang tot de tandzorg hebben, want ook voor hen geldt die regeling tot 18 jaar. Het terugdraaien van de maatregel is dan ook niet aan de orde, om inhoudelijke redenen. Verder kent de Kamer ook de enorme budgettaire consequenties die daarmee gemoeid zijn.
Mevrouw Kant (SP):
Voorzitter! Ik moet constateren dat de minister de inspectie opdracht heeft gegeven tot een onderzoek. Dat is ook noodzakelijk. De vraag is of dat onderzoek zich beperkt tot de gemeente Den Haag. Er zijn namelijk alom signalen dat dit een landelijk probleem is. Kan de minister de Kamer op de hoogte houden van het vervolg ervan?
Dan wil ik nog reageren op de kwestie of er een relatie is met de tandzorg uit het pakket. De minister zegt dat er geen getuigenverklaringen zijn. Ik heb een beetje rondgebeld en ik heb, eerlijk gezegd, wel de nodige getuigenverklaringen gehoord. Ook gezondheidswerkers uit de Schilderswijk geven duidelijk aan dat dit verband er is. Is de minister zelf niet erg geïnteresseerd naar een oorzakelijk verband? Is zij niet bereid in ieder geval te gaan onderzoeken waarom mensen gebruik maken van illegale tandartsen?
Vervolgens moet ik constateren dat de minister helemaal niet is ingegaan op mijn vraag waarom gemeenten nu collectieve contracten afsluiten. Blijkbaar is daar een noodzaak toe. Dit leidt tot rechtsongelijkheid en dat was toch juist een reden om het kunstgebit weer in het ziekenfonds op te nemen. Waarom zou dat dan niet voor de gehele tandzorg gelden?
Ik wil de vraag ook eigenlijk omdraaien. Het is nu vier jaar geleden dat de tandzorg uit het ziekenfondspakket is gegaan. Als ik minister van Volksgezondheid was, dan wilde ik nu kunnen garanderen dat mensen niet om financiële redenen afzien van die tandzorg. Hoe kan het toch zijn dat hier vier jaar na die maatregelen nog niets over gezegd kan worden? Kan de minister garanderen dat er geen tweedeling is in de tandzorg? Ik vind het na de vele waarschuwingen en de vele signalen onbegrijpelijk dat wij hier na vier jaar nog steeds geen serieus onderzoek naar hebben gedaan. Lopen er op dit moment dan geen evaluaties naar de gevolgen van de beperkingen in het tandzorgpakket, met name voor de mensen met weinig inkomen?
Tot slot heb ik een vraag voor de PvdA-fractie en wel de heer Oudkerk. In het tandartsenblad schreef hij dat hij bij het opstellen van het regeerakkoord nog eens scherp wilde debatteren over de vraag of de tandhulp voor mensen ouder dan 65 niet opnieuw in het ziekenfondspakket zou moeten worden opgenomen. Blijkbaar heeft hij dit debat niet erg scherp gevoerd, in ieder geval heeft hij het debat verloren. In het regeerakkoord is het niet gelukt. Kunnen wij in de Kamer van de fractie van de PvdA steun verwachten voor onze komende voorstellen om de tandzorg opnieuw in het pakket op te nemen?
Minister Borst-Eilers:
Mevrouw de voorzitter! Mevrouw Kant vindt het onderzoek van de inspectie prima en vraagt of het zich tot Den Haag moet beperken. Aangezien er zoveel signalen uit Den Haag komen, ligt het voor de hand dat de inspecteur erachter probeert te komen hoe het daar precies zit. Als hij die verhalen en de misstanden kan bevestigen, zal het onderzoek zich ook tot andere steden uitstrekken. Het zal zich voornamelijk in de grote steden afspelen. Uiteraard zal ik de Tweede Kamer op de hoogte stellen van de bevindingen van de inspecteur. Met mevrouw Kant zal ik persoonlijk contact opnemen, omdat zij blijkbaar zeer actief is geweest en van gezondheidswerkers in de desbetreffende Haagse wijk het een en ander heeft vernomen.
Gaat het zonder meer om mensen met lage inkomens of – zoals ik zei – gaat het binnen die groep om mensen met een allochtone herkomst? Ook dat komt vanzelf nader boven water, wanneer de inspecteur een indruk krijgt van de klanten van deze tandartsen.
Wat de gemeentelijke collectieve contracten en de koppeling tussen collectieve verzekeringscontracten en het leveren van bijstand betreft, wijs ik erop dat daarover Kamervragen door mevrouw Kant en anderen zijn gesteld. Ik vraag mevrouw Kant en haar collega's om de schriftelijke antwoorden van minister De Vries en mijzelf af te wachten.
Mevrouw Kant vroeg of vier jaar na de maatregel kan worden gegarandeerd dat er geen tweedeling is in de tandzorg. Of dat wel of niet zo is, kan alleen worden vastgesteld door middel van een evaluatie van die maatregel. Alles wordt geëvalueerd, dus ook deze maatregel. Ik kan thans niet uit mijn hoofd zeggen wanneer er weer eens een peiling wordt verricht. Van de ziekenfondsverzekerden heeft 70% een aanvullende verzekering gesloten, ook voor curatieve zorg. Van die overige 30% is van ongeveer 3% bekend dat zij het uit financiële overwegingen hebben gedaan. De anderen vinden het qua kosten-batenafweging niet verstandig. Zij hebben een uitstekend gebit en willen als er iets is, contant betalen. Het kost dan uiteindelijk minder dan het sluiten van een verzekering. Er zou bij 3% van de mensen een probleem kunnen zijn. Ik zal de Kamer schriftelijk informeren van onze bevindingen op dat punt.
De heer Oudkerk (PvdA):
Mevrouw de voorzitter! Afgelopen zomer is er inderdaad uitgebreid gedebatteerd – soms op het scherp van de snede – over de vraag of het huidige ziekenfondspakket intact moest worden gelaten of dat sommige onderdelen naar het derde compartiment zouden moeten verschuiven. Door de verschillende coalitiepartners wordt hierover nog steeds verschillend gedacht. Er is zelfs zo scherp over gedebatteerd, dat het huidige ziekenfondspakket in zijn geheel intact is gebleven. Dat is winst. Ik zie de voormalige deelonderhandelaar knikken.
Moeten mensen boven de 65 jaar opnieuw toegang krijgen tot het pakket? Daarover is ook gesproken. In het kader van het afwegen van prioriteiten heeft dat van de fractie van de PvdA, gezien de grote problemen in de zorgsector en ook zorginhoudelijk, niet de hoogste prioriteit gehad.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-19981999-1393-1395.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.