Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Goedkeuring van de op 16 juli 1993 te Genève tot stand gekomen Internationale Cacao-overeenkomst 1993, met bijlagen (Trb. 1994, 135 en 1995, 11) (24059), en over:

- de motie-Rabbae over het vragen van een oordeel van het Europees Hof (24059, nr. 8).

(Zie vergadering van 10 september 1997.)

De artikelen 1 en 2 en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

De motie-Rabbae (24059, nr. 8) is in die zin gewijzigd, dat het dictum thans luidt:

"verzoekt de regering te bevorderen dat, indien in de "richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake voor menselijke voeding bestemde cacao- en chocoladeproducten" zou worden toegestaan dat maximaal 5% andere plantaardige vetstoffen dan cacaoboter aan chocoladeproducten mag worden toegevoegd, het Europees Hof zijn oordeel uitspreekt over de vraag in hoeverre deze richtlijn alsdan in overeenstemming is met de Internationale Cacao-Overeenkomst 1993 en het Verdrag tot oprichting van de EG,".

Deze gewijzigde motie is voorgesteld door het lid Rabbae. Naar mij blijkt, wordt zij voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 9 (24059).

De motie is inmiddels rondgedeeld; naar mij blijkt, is er geen bezwaar tegen om er aanstonds over te stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Rabbae (24059, nr. 9).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en de groep-Nijpels voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.

Naar boven