Vragen van het lid M.B. Vos aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, over de berichten dat het kabinet in het NMP-3 zal aankondigen de milieunormen vergaand te versoepelen.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Het Financieele Dagblad berichtte op 20 november naar aanleiding van een concept van het nieuwe Nationaal milieubeleidsplan. De kop luidde: De minister maakt milieunorm onderhandelbaar. Dat roept bij mijn fractie een aantal vragen op die ik nu graag aan de minister wil stellen.

1. Het Financieele Dagblad schrijft dat de publicatie van het Nationaal milieubeleidsplan is vertraagd en dat dit zou komen door een strijd tussen de departementen. Kan de minister ons hier een toelichting op geven? Kan zij ons toezeggen dat over het Nationaal milieubeleidsplan in ieder geval voor het eind van het jaar, dus voor het kerstreces, een besluit is genomen door het kabinet?

2. Het Financieele Dagblad berichtte over het uitkleden van de milieuportefeuille. Onder meer het beleid inzake verkeer en vervoer zou in verdere mate naar het departement van Verkeer en Waterstaat gaan, zonder dat Milieubeheer echt toeziet op het halen van de doeleinden. Kan de minister daar commentaar op leveren?

3. Worden de milieunormen versoepeld, onder meer de NOx-emissienorm voor industrie?

4. Zal het nieuwe Nationaal milieubeleidsplan de basis leggen voor het groene regeerakkoord waar deze minister steeds van zegt: alleen met zo'n groen regeerakkoord kom ik terug als minister van Milieubeheer?

Minister De Boer:

Voorzitter! Het is altijd buitengewoon jammer als je de Kamer of een Kamerlid moet teleurstellen in haar of zijn behoefte aan informatie. Men zal begrijpen dat ik geen commentaar kan geven op krantenberichten, ontwerpnota's of concepten die nog volop in behandeling zijn. Er hoeft geen reden voor bezorgdheid te zijn, want de voorbereiding van het NMP-3 loopt al een aantal maanden. Het is een heel open proces. Daarom lekken er wel eens concepten uit die later nog diverse keren worden herzien. Het is een open proces met vele doelgroepen. Wat het kabinet met het NMP-3 beoogt, staat keurig aangegeven op de pagina's 11 en 12 van de memorie van toelichting op de begroting voor volgend jaar. Ik heb dat ook aangegeven in de beantwoording in de eerste termijn van de begrotingsbehandeling. Mevrouw Vos zal zich dat ongetwijfeld herinneren.

De concrete vraag van mevrouw Vos is: treedt een versoepeling op van milieunormen? Het lijkt mij goed dat een onderscheid wordt gemaakt tussen milieunormen en milieudoelstellingen. Normen hebben betrekking op de inherente kwaliteit die moet worden bereikt. Vaak wordt deze wettelijk vastgelegd. Doelstellingen hebben veel meer betrekking op het beleid: welke normen wil je op welk moment gerealiseerd hebben?

Er is geen enkele aandrang om normen of doelstellingen te veranderen of los te laten. Bij een aantal zaken wordt weliswaar gediscussieerd over de vraag in welke tijd bepaalde normen gehaald zullen worden. Die discussie vindt op dit ogenblik nog plaats, zodat ik daar verder geen melding over kan doen.

De tweede vraag is of bepaalde taken naar Verkeer en Waterstaat worden overgeheveld. Dat is niet het geval. Op zichzelf zou ik daar niet tegen zijn, want in het kader van externe integratie hebben wij altijd gezegd dat het een goede zaak zou zijn als de departementen allemaal een eigen rol zouden vervullen in het waarmaken van een stuk milieubeleid.

Zal het NMP-3 de basis zijn voor het groene regeerakkoord? Het lijkt mij goed dat de Kamer eerst het NMP-3 afwacht.

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Ik dank de minister voor de antwoorden. Zij zegt dat er geen reden is voor bezorgdheid. Daar wil ik haar graag aan houden.

Zij zegt dat milieunormen en milieudoelstellingen niet veranderd zullen worden. Is dat inderdaad zo?

Zal een aantal milieudoelstellingen inderdaad niet op een later tijdstip worden gerealiseerd? Kan de minister ons daar iets over zeggen?

Op zichzelf deelt mijn fractie de opvatting over de externe integratie. Houdt het ministerie van Milieubeheer in handen dat bepaalde doelen ten aanzien van bijvoorbeeld verkeer en vervoer gerealiseerd worden? Houdt de minister wat dat betreft de touwtjes in handen? Houdt zij voldoende grip op het beleid van het ministerie?

Tot slotte het volgende. De minister heeft zelf steeds gezegd voor een groen regeerakkoord te gaan. Anders is zij er niet meer bij. In die zin vind ik de vraag relevant of het product dat hier straks op tafel ligt, voor de minister een basis is om door te regeren. Kan zij daar iets over zeggen? Zullen wij ook het NMP-3 voor het kerstreces in de Kamer te zien krijgen?

Minister De Boer:

Voorzitter! Ik heb gezegd geen aandrang te hebben om de normen te veranderen. Ik heb over de doelstellingen gezegd dat over een aantal aspecten en onderwerpen, zoals over de tijd, nog van gedachten moet worden gewisseld in het kabinet. Daar kan ik op dit ogenblik geen uitspraak over doen.

Nogmaals, ik ben een groot voorstander van externe integratie. Laat ik hierbij een tipje van de sluier oplichten. Het zal er waarschijnlijk toe leiden dat wij ten aanzien van één onderwerp, de CO2, wellicht overgaan tot een pilotproject over de externe integratie. Dat hebben wij nog niet rond. Dat is het enige onderwerp waarbij wij op dit ogenblik iets kunnen doen in relatie tot het bevorderen van de externe integratie.

Wij leven nu in november 1997. Als het goed is, komt er een discussie over het nieuwe regeerakkoord in mei 1998. Ik laat mevrouw Vos dus nog even in spanning over dat regeerakkoord, voorzover ik er dan ook iets over te zeggen heb. Het NMP-3 is een ander document dan het regeerakkoord.

De heer Lansink (CDA):

Voorzitter! Ik stel vast dat de minister de vraag over het uitbrengen van het NMP niet heeft beantwoord. Dat is van groot belang. Ik vraag de minister of zij kan garanderen dat het NMP-3 uitkomt voordat de klimaatconferentie in Kyoto tot afronding komt. Als de vraag bevestigend wordt beantwoord, stel ik de vraag hoe de zaak later wordt bijgesteld. Als de vraag ontkennend wordt beantwoord, stel ik de vraag hoe de minister denkt om de klimaatvraagstukken en andere zaken op te lossen. Komt de zaak nog voor half december in de Kamer?

Minister De Boer:

Voorzitter! Als dat zo zou zijn, had de heer Lansink het stuk al moeten hebben. Volgende week vertrek ik immers naar Kyoto. De heer Lansink heeft het stuk nog niet ontvangen. Hij had dus wellicht al kunnen bevroeden dat wij het NMP niet voor Kyoto uitbrengen. De heer Lansink weet dat ik formeel verplicht ben om het NMP in 1998 uit te brengen. Ik heb steeds gezegd dat het mijn streven is om het NMP eind dit jaar uit te brengen. Ik hoop dat het nog lukt. Voor Kyoto lukt het in ieder geval niet. Wellicht lukt het voor de jaarwisseling. Anders zal het niet lang daarna zijn.

De heer Klein Molekamp (VVD):

Voorzitter! Ik vraag mevrouw Vos hoe selectief zij de kranten leest. Als in de kranten staat dat het kabinet de milieunormen gaat versoepelen, vraagt zij de minister meteen om naar de Kamer te komen. Als twee dagen later in de kranten staat dat Nederland de voortrekker is bij de reductie van de broeikasgassen, verwacht ik dat mevrouw Vos een compliment aan het kabinet maakt. Bij de begroting heeft mevrouw Vos immers duidelijk het beeld geschetst dat het CO2-beleid bij dit kabinet niet in goede handen is. Als zij nu ziet dat uit een wereldrapport blijkt dat Nederland op dit vlak absoluut een leidende rol speelt, is mijn vraag of mevrouw Vos inmiddels haar mening heeft veranderd. Is zij van mening dat Nederland een duidelijke voortrekkersrol speelt, zoals ook door het World Watch-instituut is aangegeven?

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Voorzitter! Ik moet de heer Klein Molekamp teleurstellen. Ik ken het rapport dat hij heeft genoemd niet. Ik wil natuurlijk graag op de vraag ingaan. De informatie waarvan ik uitga, is dat Nederland het doel bij de eigen inzet bij CO2 op dit moment absoluut niet realiseert. Ik betreur dat. Ik spreek de minister daarop aan met de aansporing om haar beleid aan te scherpen. Daarnaast speelt de minister wel een goede internationale rol bij het realiseren van CO2-doelstellingen. Het Nederlands beleid vind ik echter teleurstellend.

Mevrouw Augusteijn-Esser (D66):

Voorzitter! Het valt mijn fractie op dat de minister bijna elke week naar de Kamer wordt geroepen omdat er een rapport is uitgelekt, waarvan de minister vervolgens zegt dat de inhoud niet klopt en dat het ook nog lang niet is gewogen door het kabinet. Mijn vraag aan de minister is of zij van plan is om maatregelen te nemen om te voorkomen dat dit in de toekomst nog eens gebeurt.

Mijn tweede vraag betreft het artikel in Het Financieele Dagblad, toch niet het minste blad op dit gebied zou ik zeggen. Kan de minister mij verzekeren dat hetgeen in dat artikel staat – de D66-fractie is er ook bezorgd over als het juist is – volstrekt niet op waarheid berust en niet de inhoud zal zijn van NMP-3?

Minister De Boer:

Voorzitter! Mevrouw Augusteijn vraagt naar het nemen van recherchemaatregelen, begrijp ik. Uitlekken van zaken vinden wij allen een bijzonder slechte zaak. Helaas blijft dit niet beperkt tot één departement, maar betreft het alle departementen. Wat mij betreft zou daar paal en perk aan gesteld moeten worden. Dat is echter, zoals bekend, buitengewoon lastig. Daarbij komt dat Kamerleden, pers en anderen buitengewoon geïnteresseerd zijn in al datgene wat zou kunnen uitlekken. En dat kan ik nog wel begrijpen ook.

Het artikel in Het Financieele Dagblad heeft iets te maken met klok en klepel. Dat is het gehalte van dat artikel.

Naar boven