Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 en van enige andere wetten (Flexibiliteit en zekerheid) (25263).

(Zie vergadering van 11 november 1997.)

De voorzitter:

In de vergadering van 11 november zijn het gewijzigde amendement-Bakker/Van Nieuwenhoven (stuk nr. 36) en het gewijzigde amendement-Van Nieuwenhoven (stuk nr. 38) door de regering overgenomen.

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Bakker (D66):

Mijnheer de voorzitter! De stemverklaring heeft betrekking op de motie-Van Nieuwenhoven op stuk nr. 37. De fractie van D66 is vóór de introductie van het hoger beroep in het ontslagrecht. Wat dat betreft wordt het tijd dat een einde wordt gemaakt aan de uitzondering die het arbeidsrecht, met name het ontslagrecht, op dit punt vormt. Voor de fractie van D66 ligt er echter een relatie met de preventieve ontslagtoets via de regionaal directeur arbeidsvoorziening. Wij betwijfelen de effectiviteit van de preventieve toets, gelet op de situatie op de arbeidsmarkt na vijftig jaar preventieve toets. Bovendien is mijn fractie tegen een situatie waarin én het hoger beroep én de volledige preventieve ontslagtoets naast elkaar bestaan. Dat zou het ontslagrecht te complex en te rigide maken. Wij zijn daarom voor een volwaardig hoger beroep, maar tegen een preventieve toets. Aangezien in de motie-Van Nieuwenhoven wel wordt uitgegaan van het stapelen van de verschillende procedures en zelfs de preventieve toets verder wordt aangekleed via een mogelijke schadevergoedingsregeling bij de regionaal directeur arbeidsvoorziening, zullen wij tegen de motie stemmen.

De aanhef van artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies (stuk nr. 18, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SGP, de RPF, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 18 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

Onderdeel A wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Middelkoop (stuk nr. 21).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Onderdeel C, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Middelkoop (stuk nr. 21), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen D t/m Fa worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van der Vlies (stuk nr. 19) tot het laten vervallen van onderdeel H.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de SP, de SGP, de RPF, de VVD, de groep-Nijpels, de CD en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van Middelkoop (stuk nr. 22).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de PvdA tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Middelkoop (stuk nr. 23).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, D66, het GPV, de SGP, de RPF, de groep-Nijpels, het AOV en de Unie 55+ voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel H, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Middelkoop (stuk nr. 22), wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen Ha t/m I worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rosenmöller (stuk nr. 8, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement de andere op stuk nr. 8 voorkomende amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

Onderdeel J wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rosenmöller (stuk nr. 9, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, het GPV en de RPF voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 9 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Marijnissen (stuk nr. 24, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast, dat door de verwerping van dit amendement het andere op stuk nr. 24 voorkomende amendement als verworpen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Marijnissen (stuk nr. 25).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV en de RPF voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel K wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel L wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Marijnissen (stuk nr. 30).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van Nieuwenhoven (stuk nr. 17, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

VoorzitterIk stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 17 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Rosenmöller (stuk nr. 10).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel M, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van Nieuwenhoven (stuk nr. 17, I), wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rosenmöller (stuk nr. 11).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, de PvdA, het GPV, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Onderdeel N, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Rosenmöller (stuk nr. 11) en het amendement-Van Nieuwenhoven (stuk nr. 17, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Onderdeel O wordt zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Hofstra (stuk nr. 28).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en de CD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Onderdeel P wordt zonder stemming aangenomen.

De onderdelen Q t/m AB worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Bakker (stuk nr. 42, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD tegen dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 42 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Onderdeel AC, zoals het is gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Bakker (stuk nr. 42, I en II), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen II t/m V worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Marijnissen (stuk nr. 27).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Rosenmöller (stuk nr. 12).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Hofstra (stuk nr. 43).

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP, het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, de groep-Nijpels, de Unie 55+ en het lid Hendriks voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel VI wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen VII t/m XIII worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Hofstra (stuk nr. 31).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Artikel XIV, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het amendement-Hofstra (stuk nr. 31), wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen XV en XVI worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het amendement-Rosenmöller (stuk nr. 13) tot invoeging van een artikel XVIA.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks en de SP voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Hofstra (stuk nr. 29) tot het laten vervallen van artikel XVII.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fractie van de VVD voor dit amendement hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is verworpen.

Artikel XVII wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen XVIII t/m XX en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring over het wetsvoorstel.

De heer Hofstra (VVD):

Voorzitter! Met name voor contracten voor bepaalde tijd en voor uitzendovereenkomsten voor onbepaalde tijd biedt dit voorstel een duidelijke verbetering. Maar de VVD-fractie is teleurgesteld over de beperkte wijze waarop het ontslagrecht wordt versoepeld. Er wordt een kans gemist om tot daadwerkelijke versoepeling te komen. Ook dreigt alsnog een onwerkbaar hoger beroep, los van een algehele herziening. Alleen door een echte versoepeling krijgen wij meer outsiders – dat zijn 1,5 à 2 miljoen mensen in ons land – aan het werk. Over zekerheid gesproken: ook een flexbaan biedt meer zekerheid dan een uitkering. Wij stemmen uiteraard wel voor de onderhavige voorstellen, maar de VVD-fractie had liever voor verdergaande voorstellen gestemd.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, D66, het GPV, de SGP, de RPF, de VVD, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+ en de CD voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven