Aan de orde is de eindstemming over het wetsvoorstel Een afzonderlijke inkomensvoorziening voor kunstenaars (Wet inkomensvoorziening kunstenaars) (25053).

(Zie vergadering van 7 oktober 1997.)

De voorzitter:

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring vooraf.

De heer Van Hoof (VVD):

Voorzitter! Met betrekking tot de Wet inkomensvoorziening kunstenaars is er twee weken geleden een aantal amendementen aangenomen die niet passen binnen de randvoorwaarde van budgettaire neutraliteit. Uit de brief van de minister blijkt dat hieruit de eerstkomende jaren een overschrijding van gemiddeld 23 mln. per jaar zal voortvloeien. Omdat de dekking van die overschrijding naar de mening van de VVD-fractie onvoldoende hard is en, voorzover zij ten koste gaat van het flankerend beleid, slecht gekozen is, zal de VVD-fractie tegen dit wetsvoorstel stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, het GPV, het CDA, de groep-Nijpels, het AOV, de Unie 55+, de CD en het lid Hendriks voor het wetsvoorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.

Naar boven