Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 136 van het Reglement van orde.

Vragenvan het lid Van de Camp aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, over het gebruik van XTC-pillen.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Afgelopen zaterdag verschenen in de Nederlandse pers berichten over de vervuiling van XTC-tabletten. Die zouden met name vervuild zijn met atropine en andere stoffen die in Nederland gekwalificeerd worden als harddrugs. Het lijkt erop dat het kabinet bij brief van 20 oktober snel heeft gereageerd op de ontstane situatie, maar de problematiek is voor de CDA-fractie op dit moment nog zo onduidelijk, dat ik de minister van Volksgezondheid de volgende vijf vragen wil stellen.

1. Wanneer was de minister op de hoogte van het feit dat er dit soort pillen met deze vervuiling op de markt zijn? Waarom is door het departement van Volksgezondheid, Welzijn en Sport alsmede door de inspectie voor de volksgezondheid niet sneller gereageerd? Ik vraag dat met name omdat de grote houseparty in Heerenveen afgelopen zaterdagavond ongestoord doorgang heeft kunnen vinden, terwijl uit berichten in het Haarlems Dagblad van heden blijkt dat de minister op 9 oktober wel degelijk op de hoogte was van deze vervuilde pillen.

2. Waarop zijn haar verwijten aan de drugshulpverlening zoals zij die gisteren heeft uitgesproken, gebaseerd? Zij zei dat de drugshulpverlening sneller en adequater had moeten reageren. Zij was zelf reeds sinds 9 oktober op de hoogte.

3. Wat is nu de opstelling van het kabinet als het gaat om de bestrijding van de productie en het gebruik van XTC-pillen? Minister Sorgdrager zei gisteravond in het 8 uurjournaal dat wij ons ernstig moeten beraden op de vraag of deze harde aanpak niet leidt tot verkeerde effecten.

4. Hoe is het nu gesteld met de controle aan de poort en de massaliteit van de houseparty's? Ik wijs weer even op Heerenveen, waar een commercieel belang in het geding was dat op miljoenen guldens moet worden geschat. Wat is daar gebeurd om aan de poort te controleren?

5. Wat is de effectiviteit van de huidige preventiecampagnes? Wordt er in Nederland en mede door de opstelling van het ministerie niet te vergoelijkend gesproken over het gebruik van XTC?

Minister Borst-Eilers:

Mijnheer de voorzitter! Ik richt een opmerking vooraf aan de heer Van de Camp. In de bewuste pillen werden geen echte harddrugs aangetroffen maar twee stoffen, cafeïne en atropine, waarvan de tweede eerder thuishoort in de categorie geneesmiddelen.

De eerste vraag van de heer Van de Camp luidde, wanneer ik op de hoogte was. De meldingen vanuit de testlaboratoria worden gedaan aan het Trimbosinstituut, waar het Drugs informatie- en monitoringsysteem (DIMS) gevestigd is. Daar was op donderdag 9 oktober alleen het bericht binnengekomen dat er in een XTC-pil geen XTC was aangetroffen maar cafeïne en mogelijk nog een andere stof. Verdere analyse was nodig op zeer ingewikkelde apparatuur, zoals gaschromatografen, maar men vermoedde dat het om atropine ging. De volgende maandag heeft men dat kunnen bevestigen en op 14 oktober is het gemeld aan het Trimbosinstituut en dus aan het DIMS. Die heeft uiteraard de inspectie op de hoogte gesteld, die op haar beurt het Nationaal vergiftiginginformatiecentrum heeft gewaarschuwd, plus alle andere adressen die gewaarschuwd moeten worden wanneer het zogenoemde B-scenario in werking treedt. Dat zijn alle GGD-directeuren, alle centrale ambulanceposten en alle afdelingen van het Oranje Kruis, die zorgen voor de EHBO. In het Thialfstadion in Heerenveen waren de aanwezige EHBO en de aanwezige ambulancedienst, net als die op alle andere houseparty's in Nederland, er dus van op de hoogte dat er pillen met atropine zouden kunnen zijn gebruikt door de deelnemers aan de houseparty. Het is voor de lokale driehoek ter plaatse geen aanleiding geweest om die houseparty te verbieden. Men weet dat de lokale driehoek volgens de richtlijn van de nota Stadhuis en house allerlei beperkingen aan houseparty's kan opleggen, omdat de gemeente ook de vergunning verleent.

De verwijten die ik gisteren gemaakt heb, waren gebaseerd op hetgeen journalisten tegen mij zeiden, namelijk dat de heer August de Loor gezegd zou hebben dat hij al veel eerder, al weken lang, op de hoogte was van atropinepillen. Als dat waar is, zo heb ik gezegd, vind ik dat het op zijn weg had gelegen om direct het DIMS te waarschuwen en ervoor te zorgen dat er pillen bij het testlaboratorium kwamen. Maar ik heb van de heer August de Loor zelf nog niet bevestigd gekregen dat hij die uitspraak inderdaad zou hebben gedaan.

Ik ben toe aan de vraag van de heer Van de Camp over de bestrijding van de productie van en de handel in XTC-pillen, kortom, als ik het goed heb begrepen, de opsporing ervan voordat ze worden ingenomen. Bij het beleid inzake harddrugs, waaronder pillen op houseparty's, gaat het er altijd om een evenwicht te vinden tussen het handhaven van de wetten, waaronder de Opiumwet, en de bescherming van de volksgezondheid.

Ik begin aan de kant van Justitie. In de driehoek wordt nadere invulling gegeven aan de richtlijn van het openbaar ministerie. De hoogste prioriteit wordt daarbij gegeven aan de bestrijding van de productie en van de handel in harddrugs, dus ook van XTC. Verder zal het de Kamer bekend zijn dat de unit synthetische drugs daarbij een belangrijke rol speelt en dat aan de opsporing van het bezit van een kleine hoeveelheid, zoals één XTC-pil, een lagere prioriteit wordt gegeven.

Die hardere aanpak van de productie van en de handel in deze pillen heeft successen opgeleverd. Er zijn inmiddels tientallen van dergelijke laboratoria opgespoord en opgerold. Nu wordt er vaak gezegd dat deze intensieve aanpak een nadelig bijeffect zou hebben, namelijk dat de markt van de XTC-pillen erdoor vervuild zou raken. Inderdaad raakt die markt steeds meer vervuild, maar dit verschijnsel deed zich ook al voor voordat de opsporing geïntensiveerd werd. Er zullen dus ook wel andere factoren van invloed zijn, maar er kan niet ontkend worden – de minister van Justitie heeft dit gisterenavond nog bevestigd – dat die intensieve aanpak waarschijnlijk wel een effect heeft op de vervuiling van de markt. Men kan steeds moeilijker aan grondstoffen voor zuivere XTC-pillen komen en mede daarom zoekt men waarschijnlijk zijn toevlucht tot allerlei andere stoffen waarvan men weet dat ze een roesverwekkende, geestverruimende of welke werking dan ook hebben. Vandaar dat de minister van Justitie en ik de beschikbaarheid van testbanken op houseparty's een nuttig instrument blijven vinden, maar dan in verband met de andere helft van de weegschaal, de bescherming van de volksgezondheid.

De controle aan de poort bij het Thialfstadion zal op de normale manier zijn verlopen, voorzover ik geïnformeerd ben. Dit betekent dat, als de gemeente er inderdaad opdracht toe heeft gegeven, er gecontroleerd en gefouilleerd wordt, en niet alleen op wapens, maar ook op grote hoeveelheden pillen. Zo maakt men het de handelaar in pillen onmogelijk de houseparty binnen te gaan. Maar voor de bezoeker die met één pilletje op zak loopt, geldt een lagere prioriteit bij de opsporing en die zal er ook gemakkelijker doorheen kunnen glippen.

Factoren als de omvang en de duur van een houseparty zijn bij de vergunningverlening ter beoordeling aan de gemeente.

Ten slotte kan ik zeggen dat er geen sprake van is dat minister Sorgdrager en ik op dit punt ook maar iets zouden vergoelijken. Wij vinden beiden dat het gebruik van deze pillen op houseparty's ten sterkste moet worden ontraden, ook als het om zuivere XTC gaat. Er zijn in het begin ook dodelijke slachtoffers van zuivere XTC geweest, omdat de omstandigheden op houseparty's wat temperatuur en watervoorziening betreft zodanig waren dat er een combinatie van factoren ontstond die uit een oogpunt van volksgezondheid echt heel ernstig was. Je kunt nooit precies aangeven hoe effectief een preventiecampagne is als er geen controleproef is, en die is er natuurlijk niet. Maar wij hebben sterk de indruk – het Trimbosinstituut bevestigt dit ook op basis van allerlei onderzoek – dat het beleid van harde, openhartige, eerlijke voorlichting plus het beleid om met testen van drugs de best mogelijke omstandigheden te creëren effectief is.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Ik dank de minister voor haar antwoorden, maar het moet mij toch van het hart dat ik de besluitvorming tussen 14 en 18 oktober aan de magere kant vind, om geen sterkere woorden te gebruiken. De minister zegt dat iedereen in de hulpverlening op 18 oktober op de hoogte was van het voorkomen van deze vervuilde pillen, maar als ik het goed heb begrepen, was dit bericht niet of nauwelijks bekend bij de 12.000 partygangers in Heerenveen. Ik denk dat wij van geluk mogen spreken dat er tot op heden geen ernstige ongelukken zijn gebeurd, maar het land zou natuurlijk te klein zijn geweest als er wel iets was gebeurd. Daarom vraag ik de minister wanneer zij in dit soort gevallen tot de grote publiekscampagne besluit, opdat iedereen, ook de 14-jarigen, weet wat er met de pillen aan de hand is.

Wij pleiten niet voor het verbieden van houseparty's. Dat lijkt ons het verkeerde signaal. Het gaat wel om de massaliteit en de duur ervan.

Waren er overigens daadwerkelijk dealers aanwezig op de houseparty in Heerenveen en, zo ja, hoe konden zij binnenkomen?

Wanneer kunnen wij de uitslag krijgen van de test die de minister op dit moment laat uitvoeren op de pillen die in Heerenveen in beslag zijn genomen?

Hoe reageert de minister op de uitspraken van premier Kok gisteravond in Den Helder in relatie tot de uitspraken van minister Sorgdrager? De fractie van het CDA meent een verschil in benadering hiertussen te zien.

De voorzitter:

Ik verzoek de minister zich te houden aan de haar toegemeten tijd. Zij heeft dat zo-even niet gedaan. Het is drie minuten.

Minister Borst-Eilers:

Ik zal mijn best doen, voorzitter.

Op 18 oktober was de hulpverlening geïnformeerd. Waarom is er geen grote publieksvoorlichting geweest? De inspectie voor de volksgezondheid, die belast is met de keuze van een scenario en dit overigens doet in overleg met het eerdergenoemde DIMS, kiest uit drie scenario's of kan een nieuw scenario bedenken afhankelijk van de stof waar het om gaat. Atropine is een stof waarvan volwassenen tot 100 mg gebruikt hebben zonder dat zij eraan overleden. Het nemen van meer pillen, waarin maximaal 3 mg zat, kan echter verschijnselen geven, zoals ook gebeurd is, met hallucineren en verwardheid. Een probleem is dat zich vaak een contra-effect voordoet wanneer de inspectie voor de volksgezondheid het publiek in volle omvang informeert. Jongeren komen dan op het gevaar af. Er is kennelijk weer een nieuwe pil, met een nieuw effect. Die moet je zien te krijgen, want dat is spannend. De inspectie voor de volksgezondheid laveert hier tussendoor. Zolang zij het uit een oogpunt van volksgezondheid verantwoord vindt, beperkt zij de voorlichting en geeft zij alleen informatie aan hulpverleners. Als onderdeel van scenario B worden op houseparty's zogenaamde flyers aan alle bezoekers uitgedeeld waarin een extra waarschuwing staat, in dit geval dat er pillen met atropine op de markt zijn, mogelijk ook op de desbetreffende houseparty, en dat het ongewenst is deze in te nemen. Ik zal de Kamer nog schriftelijk laten weten in hoeverre dit in Heerenveen gebeurd is.

Tegelijkertijd zal ik de Kamer erover informeren of de controle op de dealers geheel volgens de richtlijnen van Stadhuis en house gebeurd is. Hetzelfde geldt voor de uitslag van de test van de pillen die in beslag genomen zijn. Deze test neemt vaak enige dagen in beslag omdat het van sommige stoffen wel een weekje kost voordat je erachter bent wat het precies is.

De uitspraken van de heer Kok heb ik gisteravond niet persoonlijk gehoord. Ik heb wel van anderen gehoord dat hij nog eens een krachtig geluid heeft laten horen: hij vindt dat de opsporing en de bestrijding geïntensiveerd moeten worden. Ik meen dat er op dit punt geen licht zit tussen datgene wat mevrouw Sorgdrager van mening is en datgene wat de heer Kok van mening is over de buitengewoon misdadige gedragingen van mensen die allerlei stoffen in pillen stoppen. Nu is het nog het relatief veilige atropine, waarvan je weliswaar een dag beroerd bent, maar hier blijft het dan ook bij. Wie weet echter wat er de volgende keer in zit? Dit is misdaad van een zeer verderfelijke soort. Voorzover dat voor alle misdaden geldt, is dit een van de heel onaangename. Mevrouw Sorgdrager, minister-president Kok en ik vinden dat wij zo hard als wij kunnen, ertegen moeten optreden.

De heer Van der Vlies (SGP):

Voorzitter! De SGP-fractie deelt de zorg van allen die hebben gesproken over de vervuiling van de markt van XTC-pillen. Er worden namelijk allerlei variaties gecreëerd om bepaalde regels en de jurisprudentie te ontwijken. De minister zegt in de brief monitoring te bevorderen teneinde de zaak goed in beeld te krijgen. Moet je niet nog een slag maken? Moet je niet de vraag naar die pillen voorkomen? Moeten onze overwegingen in dezen toch niet leiden tot de vraag of die houseparty's niet gewoon verboden moeten worden zolang dit fenomeen zich voordoet, hoewel we de verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen daarbij blijven respecteren?

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! Wij proberen met onze voorlichtingscampagnes voortdurend de vraag naar de pillen te reduceren. Binnenkort zal een nieuwe anti-XTC-campagne van start gaan. Daarmee willen wij de bezoekers van dit soort feesten erop wijzen dat zij deze pillen niet moeten gebruiken, omdat dit verreweg het veiligste is. Iedere pil houdt namelijk een gezondheidsrisico in.

De heer Van der Vlies deed de suggestie houseparty's helemaal maar te verbieden. Als men dat zou doen, zou zich met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een vlucht voordoen naar soortgelijke housefeesten op locaties die van dien aard zijn dat men er pas op het laatste moment achterkomt dat die feesten daar plaatsvinden. In dergelijke gevallen kun je dan niet klaar staan met de hulpverlener, de EHBO, de ambulance, de testbatterij en de voorlichters. Daarom wordt ervoor gekozen om de houseparty's toch maar te tolereren. Nogmaals, de gemeenten kunnen allerlei beperkingen aan het houden van die feesten stellen. Dat is ook in de nota Stadhuis en house aangegeven.

De heer De Graaf (D66):

Voorzitter! Mijn fractie begrijpt en waardeert het tot dusverre gevoerde beleid van de ministers. Het gebruiken van chemische partydrugs zou te allen tijden moeten worden ontraden, ook als het gaat om de zogenaamde zuivere XTC. Ik veronderstel dat hierover geen verschil van mening bestaat. Op dit moment dient echter prioriteit te worden gegeven aan de bestrijding van alle middelen die wellicht een nog zwaarder gezondheidsrisico vormen dat de gewone XTC-pillen. De minister zegt dat de testbanken bij houseparty's nuttige instrumenten zijn. Betekent dit dat zij wil stimuleren dat de GGD's van de gemeenten daarbij nadrukkelijk worden betrokken en dat die GGD's zelf tot testen zullen overgaan?

Voorzitter! Ik wil voorts een vraag stellen aan de heer Van de Camp. Hij heeft gesproken over de verantwoordelijkheid van gemeenten bij het houden van houseparty's. Hebben in dezen niet de gemeenten de verantwoordelijkheid en de vrijheid om te beslissen over de regels bij houseparty's alsmede over de duur en de intensiteit daarvan? Heeft de rijksoverheid deze verantwoordelijkheid juist niet?

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! Gelet op de opvattingen van het kabinet over het nut van de testen, zou ik er geen enkel bezwaar tegen hebben als de GGD's van de gemeenten bij het doen van die testen een rol gaan spelen. De safe-housepartycampagne wordt door mijn ministerie gesubsidieerd en deze campagne wordt bij alle grote party's gevoerd, echter niet bij alle. Daarom zou er op dit punt zeker een taak voor de GGD's kunnen zijn.

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Tegen collega De Graaf zeg ik dat ik niet de pretentie heb om iets te zeggen over de duur en de omvang van houseparty's. Daar gaat de rijksoverheid niet over. Ik heb dat in mijn vraag ook niet gesuggereerd. Het verbaasde mij wel dat de minister van Justitie zich vanochtend afvroeg waarom die feesten tot tien uur moesten duren. Wij vroegen ons toen af wat deze minister geslikt had om deze vraag nu te stellen.

De heer Schutte (GPV):

Mijnheer de voorzitter! Waarvoor gevreesd moest worden, is zaterdag in Heerenveen inderdaad gebeurd. Volgens de politie van Heerenveen was er sprake van een uitzonderlijke situatie die zich bij houseparty's niet eerder had voorgedaan. Tientallen mensen met psychoses en achtervolgingswaan met alle levensgevaarlijke gevolgen van dien hebben zich gemeld bij politie en ziekenhuizen. Mij dunkt dan dat het enig juiste antwoord is dat dit soort houseparty's gewoon niet kúnnen. Voorafgaande aan de houseparty in Heerenveen, heb ik hierover schriftelijke vragen gesteld aan onder andere deze minister. Ik neem aan dat op mijn vragen spoedig antwoord komt. Een van de vragen die toen gesteld zijn betrof een evaluatie. Met name vraag ik nu om een evaluatie van datgene wat zaterdag is gebeurd. Graag zag ik dat deze vraag zo snel mogelijk werd beantwoord, opdat wij nog voor de kerstvakantie in de Kamer de gelegenheid hebben om hierover met de minister te discussiëren.

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! De antwoorden op de schriftelijke vragen van de heer Schutte zullen hem vandaag of uiterlijk morgen bereiken.

Er was sprake van een uitzonderlijke situatie, doordat tientallen mensen onder de invloed waren van het atropine-effect. De heer Schutte zegt nu dat je dit soort party's niet mag toestaan. Ik zou dat willen parafraseren: dit soort pillen mag niet worden gemaakt. Wij hebben toch gekozen voor het toestaan van het fenomeen houseparty, waarbij wij uitdrukkelijk de gemeente de rol hebben gegeven om de vergunning aan allerlei mogelijke voorwaarden te verbinden.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Is de minister nu voornemens om met het oog op de volksgezondheid in overleg met de gemeenten te bewerkstelligen dat de GGD werkelijk wordt betrokken, ook fysiek, bij de controle op XTC-pillen bij houseparty's?

Het Trimbosinstituut en andere instellingen voor de verslavingszorg hebben gezegd dat het gevaar van XTC-pillen met atropine zwaar overdreven is. Wat is de reactie van de minister daarop?

De minister zou gisteren – ik heb het niet gezien, maar wel van horen zeggen – in het programma Netwerk hebben aangekondigd dat zij een grondig gesprek zal hebben met de directeur van het Bureau advies drugs over deze kwestie. Mag ik hieruit afleiden dat zij sterk met hem van mening verschilt, dat hij tot op dit moment geen signaal in haar richting heeft uitgezonden over het ontdekken van atropine in XTC-pillen al een paar dagen geleden?

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! Ik ben van plan om met de gemeenten een gesprek te hebben over de mogelijkheid om de GGD's in te schakelen, zodat wij er zeker van kunnen zijn dat er op alle houseparty's wordt getest.

Ik denk dat het Trimbosinstituut in zijn persbericht correcte informatie heeft verstrekt over atropine. Er is maar één geval bekend van atropinegebruik met dodelijke afloop. Dat was een klein kind dat tien mg atropine had binnengekregen. Er zijn ook verhalen geweest over blindheid. Die zijn inderdaad zwaar overdreven. Alleen mensen die aan glaucoom lijden – zoals u weet, is dat meer een ouderdomskwaal – kunnen bij hoge doses atropine blind worden. Dat neemt allemaal niet weg dat atropine ernstige effecten heeft in die zin dat men er zeer beroerd van wordt. Het heeft effecten op de hartslag en leidt tot onrust, verwardheid, hallucinaties met daarbijbehorende gedragsstoornissen, maar ik verwacht niet dat iemand door het gebruik van een of twee van die pillen, of misschien nog meer, zal overlijden. Ik wil het daarmee niet bagatelliseren. Daarom is ook gekozen voor dit scenario. Dat lijkt mij verantwoord.

Ik heb gisteravond geen rol gehad in het programma Netwerk. Er is mij ook niets van bekend.

De heer Rouvoet (RPF):

Voorzitter! De bezorgdheid van de RPF over houseparty's en XTC-gebruik is niet van vandaag of gisteren; die is er al heel lang. Het zou ons ook een lief ding waard zijn als er verdere maatregelen werden genomen om dat probleem in te dammen. Tegen die achtergrond viel ook mij vanmorgen de uitspraak van de minister van Justitie op waarin zij kritische kanttekeningen plaatste bij, zoals de heer Van de Camp net noemde, het tot vroeg in de ochtend voortduren van houseparty's en de wenselijkheid om dat in te korten. Ik neem aan dat de minister van Justitie niet zomaar een uitspraak daarover heeft gedaan. Ik vraag aan de minister van VWS welke kabinetsvoornemens daarover bestaan en of zij de Kamer daarover wil informeren.

Ik hoor de minister zeggen dat het op de weg van de heer August de Loor zou hebben gelegen om van zijn kennis mededeling te doen. Valt er ook te denken aan een meer juridische kwalificatie daarvan? Het zou toch kunnen gaan om het achterhouden van informatie die van vitaal belang is voor de bescherming van de volksgezondheid.

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! De lokale driehoek zou inderdaad kunnen overwegen om aan de vergunningsvoorwaarden voor een houseparty ook een beperking in de tijd toe te voegen. Ik wil daar graag eens over spreken met de vertegenwoordigers van de gemeenten om te bekijken of dat niet iets kan zijn wat de excessen kan indammen. Misschien kan mevrouw Sorgdrager of iemand anders van het kabinet dit gesprek ook voeren. Dit is in ieder geval wat mevrouw Sorgdrager volgens mij gisteravond bedoelde.

Ik zou graag eerst precies willen weten wat de heer August de Loor wel of niet wist en wat hij daarover wel of niet met wie heeft gecommuniceerd, alvorens ik hem echt van iets zou beschuldigen. Ik heb dat gisteren ook conditioneel gedaan. Als iemand al drie weken geleden wist dat er pillen met atropine op de markt waren, dan had die persoon moeten waarschuwen. Nogmaals, ik wil graag eerst contact opnemen met de heer De Loor. Ik zal de Kamer er schriftelijk over informeren wat dit heeft opgeleverd.

Mevrouw Van Blerck-Woerdman (VVD):

Voorzitter! De VVD-fractie is een groot voorstander van hard optreden tegen XTC-gebruik en degenen die XTC verschaffen. Dat dit optreden op dit moment nog niet zo succesvol is, is een feit.

De minister heeft gezegd dat er preventiecampagnes plaatsvinden en dat er testbanken over het land zijn verspreid om te bekijken wat die pillen bevatten. Is er wel voldoende samenhang tussen die preventiecampagnes en de verspreiding over Nederland van die testbanken? De organisatie van de verslavingszorg is op zichzelf namelijk ook niet zo geweldig. Is dat in dit geval ook zo?

Minister Borst-Eilers:

Mijnheer de voorzitter! De stichting die het initiatief heeft genomen voor die safe-housepartycampagne die door VWS gesubsidieerd wordt, is op alle grote houseparty's aanwezig met deze testfaciliteit. Het is eerder een reizende affaire dan dat men vaste locaties heeft. Men volgt dus de grote houseparty's. Er zijn echter ook kleinere houseparty's en er wordt gehoused in horecagelegenheden. Ik denk dat er daar niet getest wordt of dat het testen daar in ieder geval tekortschiet. Wat dat betreft zijn de gezondheidsrisico's op de officiële grote houseparty's kleiner dan daarbuiten.

De preventiecampagnes zijn gericht op jongeren in de leeftijdsgroep waarvan wij weten dat die houseparty's bezoekt. Mevrouw Van Blerck vroeg naar de coördinatie tussen die campagnes en de testen. Van tijd tot tijd wordt er, altijd na advies van deskundigen, een nieuwe campagne gestart. Het blijft echter een moeilijke zaak om gedragsbeïnvloeding te bewerkstelligen. Het blijkt wel zo te zijn dat jongeren die houseparty's bezoeken, grosso modo vrij goed geïnformeerd zijn over de risico's. Bovendien krijgen zij ter plekke voorlichtingsmateriaal uitgereikt. Wij doen ons best, maar het kan natuurlijk altijd beter.

De heer Apostolou (PvdA):

Voorzitter! Ik heb twee korte vragen aan de heer Van de Camp. De eerste betreft de controle aan de poort. Als ik het mij goed herinner, hebben wij daar al eerder over gesproken in de Kamer en was het CDA daar toen tegen. Is het CDA nu van mening veranderd, gezien het effect van de controle? Is de heer Van de Camp nu dus ook voorstander van controle aan de poort?

De heer Van de Camp heeft over het kabinet gesproken alsof hij het gebruik van XTC vergoelijkte. Kan hij aangeven hoe het CDA, anders dan het kabinet, over dit onderwerp zou willen spreken?

De heer Van de Camp (CDA):

Voorzitter! Ik begin met de laatste vraag. Het valt mij op dat mevrouw Borst ook in haar beantwoording spreekt over tolerantie van XTC-gebruik. Ik hoor dat de heer Van Boxtel het hier moeilijk mee heeft, maar hij moet de Handelingen er maar op nalezen. Er wordt zelfs door mevrouw Borst gezegd dat er gezien de maatschappelijke ontwikkelingen – ik ken die maatschappelijke ontwikkelingen – een zekere vorm van tolerantie moet zijn. Dat vinden wij het verkeerde signaal. Ik begrijp best dat er XTC-gebruik is in Nederland en dat er jongeren zijn die niet kunnen dansen zonder die pillen. De overheid neemt wat dat betreft een zekere latente houding aan. Dat vinden wij een verkeerd signaal. In dat opzicht zijn wij voor meer preventie en voor een hardere preventiecampagne, want anders kom je er niet uit.

Dan kom ik op de vraag over de testbanken. De heer Apostolou heeft inderdaad gelijk. Bij de CDA-fractie leven ernstige twijfels over het testen van pillen bij aanvang van de party's. Talloze jongeren zeggen tegen mij: "Mijnheer Van de Camp, waar maakt u zich druk over? Wij hebben ze net laten testen. Ze zijn akkoord." Er bestaan echter geen goede XTC-pillen in Nederland, want wij hebben die niet voor niets op lijst 1 gezet! Wij zijn akkoord dat de heer August de Loor zijn werk doet, maar nu gaan ook de GGD's zich ermee bemoeien! Dat is niet meer uit te leggen in Nederland. Enerzijds zeggen wij dat het om een harddrug gaat, die moet worden verboden, maar anderzijds gaan de GGD's ze testen. Misschien kan de heer Apostolou dat uitleggen.

Minister Borst-Eilers:

Voorzitter! Ik heb er grote behoefte aan om hier kort op te reageren. De heer Van de Camp zegt zelf dat hij begrijpt dat sommige jongeren niet kunnen dansen zonder pillen. Die tekst zou ik ook namens het kabinet kunnen uitspreken. Of de heer Van de Camp tolereert ze dus ook, of ons tolereren is alleen maar begrijpen. Je constateert dat sommigen toch een pil nemen op zo'n party. Vervolgens gaat het volksgezondheidsbeleid spelen. Je kunt je verantwoordelijkheid namelijk niet beperken tot het zo goed mogelijk opsporen en bestrijden, als je weet dat je daar niet voor 100% succesvol in bent. Zodra je dat weet, is er ook sprake van een verantwoordelijkheid met betrekking tot de volksgezondheid. Er bestaan overigens geen akkoordpillen. Als die boodschap wordt afgegeven, dan zal ik mij daarin verdiepen en ervoor zorgen dat dit niet meer wordt gezegd. Geen enkele pil is akkoord, behalve als er alleen suiker in zit.

Naar boven