Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg van heden over markt en overheid.

De heer Van der Ploeg (PvdA):

Ook namens de leden die het overleg hebben bijgewoond – de heer Remkes van de VVD, de heer De Jong van het CDA, mevrouw De Koning van D66 en de heer Van den Berg van de SGP – dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging over het kabinetsstandpunt inzake het rapport van de werkgroep-Cohen;

van oordeel, dat de aanbevelingen van de werkgroep-Cohen in hoofdlijnen kunnen worden onderschreven;

dringt bij de regering aan op een voortvarende implementatie van de aanbevelingen, zowel voor de rijksdienst en daarmee verwante organisaties, als voor de medeoverheden en overheidsbedrijven, bij de aanpassingen van de Vpb-plicht, de voorbereiding van wetgeving en de vormgeving van onafhankelijk toezicht;

verzoekt de regering dienaangaande zo spoedig mogelijk een uitvoeringsplan te presenteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Van der Ploeg, Remkes, De Jong, De Koning en Van den Berg.

Zij krijgt nr. 51 (24036).

De heer Van der Ploeg (PvdA):

Het gebrek aan tijd verhinderde ons om een extra overweging aan deze motie toe te voegen, maar mijn toelichting had, weliswaar enigszins gekscherend, als volgt kunnen luiden. Overwegende, dat de minister van Economische Zaken dit toch wel zo belangrijk vindt dat hij misschien hier aanwezig had kunnen zijn; van oordeel, dat het daarom des te belangrijker is dat wij deze steun in de rug aan het kabinet geven.

Minister Sorgdrager:

Voorzitter! Dit is ook wat. Nu is de minister van Justitie aanwezig, terwijl dit project wordt getrokken door Justitie én Economische Zaken. En de regering spreekt uit één mond. Ik moet de minister van Economische Zaken verontschuldigen omdat hij echt iets belangrijks te doen had, wat niet wil zeggen dat dit niet belangrijk is.

De regering ervaart de motie die breed wordt ingediend, als een steun in de rug voor hetgeen wij doen. Wij zullen die steun ook gebruiken bij het verder implementeren van het traject.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik stel voor, morgen over de motie te stemmen.

Daartoe wordt besloten.

De vergadering wordt enkele minuten geschorst.

Naar boven