Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten in verband met de instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van de bedreigde uitheemse dier- en plantesoorten (24801).

(Zie vergadering van 5 juni 1997.)

Artikel I, aanhef, onderdeel A en onderdeel B, aanhef, worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-M.B. Vos (stuk nr. 10, I).

De voorzitter:

Ik constateer, dat dit gewijzigde amendement met algemene stemmen is aangenomen.

Ik stel vast, dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 10 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Artikel 9a, eerste lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-M.B. Vos (stuk nr. 10, I), wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 9a, tweede lid, wordt zonder stemming aangenomen.

Artikel 9a, derde lid, zoals het is gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-M.B. Vos (stuk nr. 10, II), wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel 9a wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde onderdeel B wordt zonder stemming aangenomen.

Het gewijzigde artikel I wordt zonder stemming aangenomen.

De artikelen IA en II en de beweegreden worden zonder stemming aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:

Ik constateer, dat het wetsvoorstel met algemene stemmen is aangenomen.

Naar boven