Vragen van het lid Reitsma aan de minister en de staatssecretaris van Financiën, over de Zalmstrook en de compensatie van de dieselaccijnsverhoging in relatie tot Europese toestemming hiervoor.

De heer Reitsma (CDA):

Mijnheer de voorzitter! De Ecofin-raad van gisteren moet volgens mij een moeilijk begin van de week geweest zijn voor minister Zalm, niet alleen omdat Frankrijk nieuwe voorwaarden stelt ten aanzien van de EMU en het stabiliteitspact, maar ook en vooral omdat België en Luxemburg ernstig bezwaar maken tegen de compensatie van de verhoging van de diesel- en benzineaccijns per 1 juli a.s. Daarmee komen de zogenaamde Zalmstrook langs de grens met Duitsland en naar mijn mening ook de paarse diesel op losse schroeven te staan. Minister Zalm gaat dus niet de geschiedenis in als de minister van Financiën met een eigen strook. De minister zit daar niet mee, getuige zijn uitspraak in De Telegraaf, dat het hele land dan maar gewoon hetzelfde moet betalen. Daarom heb ik de volgende vragen aan de bewindslieden.

1. Is het juist dat België en Luxemburg niet instemmen met de zogenaamde Zalmstrook? Is de Zalmstrook daarmee op losse schroeven komen te staan? Wat betekent dit voor de paarse diesel en de teruggavenregeling voor het zware wegtransport?

2. Bij de behandeling van het belastingplan heeft de CDA-fractie reeds op de Europese context gewezen. Waarom heeft de minister niet eerst zijn licht opgestoken in Brussel, alvorens de hele operatie aan te gaan?

3. Hoe verhoudt dit zich ten opzichte van het regeerakkoord waarin staat dat de verhoging van de accijns samen met België en Duitsland moet plaatsvinden?

4. Wat betekent dit voor het bedrijfsleven? Zijn de bewindslieden bereid om in overleg met de getroffenen naar andere vormen van compensatie te zoeken of laten zij de pomphouders in de grensstreek met Duitsland en het zware wegtransport, de truckers dus, aan hun lot over? Moeten zij zelf maar zien hoe zij deze door de overheid opgelegde oneerlijke concurrentie overleven? Is dit het marktdenken van paars en de VVD?

Voorzitter! Tot slot heb ik een vraag aan de heer Hoogervorst van de VVD-fractie. Kan hij nog eens exact uitleggen waarom de VVD-fractie zich daags voor Prinsjesdag in Den Haag Vandaag zo sterk heeft uitgesproken tegen de accijnsverhoging, vervolgens een motie heeft ingediend om die verhoging uit te stellen, een amendement van het CDA met gelijke strekking niet heeft gesteund en tot slot tegen de accijnsverhoging heeft gestemd? Hoe staat dit in verhouding tot deze uitspraak van de Ecofin-raad?

Minister Zalm:

Voorzitter! Met uw welnemen antwoord ik mede namens de staatssecretaris. De heer Reitsma zegt dat ik een moeilijke Ecofin-raad heb gehad. Daar heeft hij gelijk in, zij het dat als pleister op de wonde het randschrift op de euro wel geregeld is. Dat moet toch weer deugd doen.

Het is inderdaad zo dat wij gesproken hebben over een pakket derogaties, een pakket uitzonderingsregelingen. Dit pakket betreft niet alleen de twee Nederlandse kwesties van de paarse diesel en de Vermeendstrook, maar ook een hele serie andere kwesties. Wij hebben met de Commissie overeenstemming bereikt over een pakket waar 44 derogaties in zitten, waaronder de paarse diesel en de Zalmstrook. Dat pakket kon op grote instemming rekenen bij de lidstaten; alleen België maakte bezwaar tegen de strook aan de grens. Omdat bij unanimiteit over het hele pakket moet worden besloten, betekent dit dat er nu geen overeenstemming is over alle derogaties op het gebied van minerale oliën. Nu hadden wij de zaak toch niet kunnen afsluiten, omdat wij nog wachten op een advies van het Europees Parlement. Er is dus nog een mogelijkheid om te bekijken of wij niet tot consensus kunnen komen met België en Luxemburg, zodat de kwestie toch nog op orde komt. Dat is in ieder geval iets waar wij nog zullen pogen uit te komen. Als dat lukt, kan de kwestie alsnog per 1 juli ingaan.

De heer Reitsma heeft verder gevraagd waarom het niet is gecheckt in Brussel. Uit het feit dat de Commissie al kon leven met deze regeling en uit het feit dat er een grote meerderheid in de Ecofin-raad was die daar ook sympathiek tegenover stond, blijkt wel dat wij wel degelijk ons werk goed hebben gedaan.

De formule uit het regeerakkoord die de heer Reitsma trachtte te citeren, is niet dat er alleen maar in overeenstemming met België en Duitsland accijnsverhogingen kunnen plaatsvinden, maar dat oog wordt gehouden op grenseffecten bij beslissingen over accijnsverhoging. Dat hebben wij ook gedaan en daarvoor is deze regeling bedoeld. Wij kunnen nog een kleine hoop hebben dat in het Duitse begrotingspakket misschien toch nog eens de accijns terugkomt en dan zou die strook niet hoeven te ontstaan.

Ik ben dus nog niet zover dat ik ga speculeren over allerlei modaliteiten voor als het misloopt. Wij gaan het eerst proberen zo te regelen. Overigens is de wet waarin de accijnsverhoging is geregeld door deze Kamer en de Eerste Kamer aangenomen en heeft al in het Staatsblad gestaan. De benzine- en dieselaccijns gaat dus in ieder geval per 1 juli omhoog.

De heer Hoogervorst (VVD):

Voorzitter! De heer Reitsma heeft mij een vraag gesteld. Ik heb het debat over de verhoging van de benzineaccijns tot in vier, vijf etappes met zijn collega Hillen gevoerd. Misschien kan de heer Reitsma aan hem vragen hoe het allemaal is gelopen, maar volgens mij heeft hij er ook bij gezeten. Ik wijs de heer Reitsma erop dat zijn motie tegen verhoging van de benzineaccijns, die ons op zichzelf wel sympathiek overkwam, op een onaanvaardbaar van het kabinet is gestuit. Het kabinet was ons net iets meer waard dan deze motie.

De heer Reitsma (CDA):

Voorzitter! Ik dank de minister voor de beantwoording. Kan de minister nog een nadere indicatie geven wanneer er definitieve besluitvorming plaatsvindt en wanneer het advies van het Europees Parlement binnen is? Als dat er niet op heel korte termijn komt, moeten wij dan besluiten om voorlopig af te zien van de behandeling van het wetsvoorstel, waarin de compensatie voor het goederenvervoer is geregeld, omdat er geen toestemming van Brussel is? Als Brussel geen toestemming geeft en de minister vindt geen voldoende compensatie, is hij dan bereid om per 1 juli a.s. af te zien van de accijnsverhoging?

Op de vraag van de VVD-fractie kan ik zeggen dat ik het debat uiteraard heb gevolgd en de opstelling van de VVD-fractie heb gezien. Ik wil vandaag echter van de VVD-fractie horen of als compensatie in de grensstreek niet mogelijk is, als paarse diesel niet mogelijk is, haar gedrag ten aanzien van de verhoging van de accijns per 1 juli a.s. zal veranderen.

Minister Zalm:

Voorzitter! Het Europees Parlement zal deze of volgende week adviseren. Daar wachten wij dus op. Afzien van behandeling van het wetsvoorstel zou betekenen dat wij in ieder geval geen compensatie kunnen realiseren. Het is mijn inzet om zowel de paarse diesel als de strook aan de grens te realiseren. Wij krijgen daar uiterlijk 30 juni duidelijkheid over. Dat is de laatste kans om alsnog een dergelijk besluit te nemen. Mochten wij eerder duidelijkheid hebben, dan zullen wij de Kamer daar uiteraard zo snel mogelijk van in kennis stellen.

De heer Van Rey (VVD):

Voorzitter! Ik had juist van de heer Reitsma hulde voor dit kabinet verwacht. Het is het eerste kabinet – overigens ook zonder CDA – dat én compensatie biedt door verlaging van de motorrijtuigenbelasting én zich in Europees verband inzet voor de Zalmstrook. Dat hebben kabinetten waarin het CDA vertegenwoordigd was nog nooit voor elkaar gekregen. Het is goed om hier even op te wijzen.

Wij verwachten dat er voor 1 juli a.s. duidelijkheid komt over de compensatie en de paarse diesel. Afhankelijk daarvan zullen wij ons standpunt bepalen.

De heer Feenstra (PvdA):

Voorzitter! Kan de minister aangeven wat exact de bezwaren van de andere lidstaten waren tegen de paarse diesel? Gelden deze bezwaren ook als er een aanpak wordt voorgesteld die meer past in een algemeen mobiliteitsbeleid en in een flankerend beleid; het randschrift van onze inbreng van vorige week?

Minister Zalm:

Voorzitter! Ik kan niet aangeven welke bezwaren er tegen de paarse diesel zijn, omdat die er niet waren. De bezwaren hadden namelijk betrekking op de benzineaccijns in de grensstreek en werden ingebracht door het koninkrijk der Belgen. België grenst aan meer landen dan Nederland. Men was bang dat de Belgische regering gedwongen zou zijn om vergelijkbare faciliteiten te creëren. Overigens bestaat een dergelijke faciliteit op dit moment al in Italië. Italië heeft een derogatieverzoek ingediend om in een grensstreek waar de verschillen ten opzichte van het buitenland groot zijn, een gereduceerd tarief te mogen heffen.

De heer Hillen (CDA):

Voorzitter! Wij kunnen hier luchthartig of ernstig over spreken. Feit blijft dat pomphouders in de grensstreek ernstig benadeeld dreigen te worden zonder dat het kabinet zelfs maar uitzicht op een oplossing biedt. De minister spant zich in en zal zich blijven inspannen, maar dit heeft nog geen resultaat.

Wat gebeurt er als de minister er, ondanks zijn zware inspanningen, niet in slaagt om de paarse diesel en de Zalmstrook te realiseren? Op welke manier komt de minister dan vrachtrijdend Nederland tegemoet? Op welke manier komt hij dan de grensstreek tegemoet?

Is de minister met mij van mening dat de opmerking van de heer Van Rey in die zin waar is dat dit het eerste kabinet is dat zich druk maakt over een Zalmstrook? Is hij het ook met mij eens dat de Zalmstrook op zichzelf grote nonsens is en dat wij in principe in Europees verband moeten optrekken? Het is overigens hoogst vreemd dat een Kamerlid uit Limburg blij moet zijn met een inspanning van het kabinet voor iets waar Limburg juist nadeel van ondervindt.

Minister Zalm:

Voorzitter! Zoals de heer Hillen niet publiekelijk speculeert op hetgeen er zal gebeuren als het CDA straks met 15 zetels uit de verkiezingen komt, heb ik nu geen behoefte om te speculeren op hetgeen er zal gebeuren als dit traject mislukt.

Het is van belang erop te wijzen dat wij steeds goed overleg hebben gevoerd met het bedrijfsleven over beide maatregelen, dus over de strook aan de grens en over de dieselaccijns. Wij werken ook goed samen met het bedrijfsleven. De heer Hillen is zelf heel goed in staat om te voorspellen wat er zal gebeuren.

De heer Hillen (CDA):

Het bedrijfsleven is boos.

Minister Zalm:

Het bedrijfsleven is qualitate qua altijd boos.

De heer Rabbae (GroenLinks):

Voorzitter! Als een strook succesvol is, is het een Zalmstrook, maar als het idee mislukt, is het kennelijk een Vermeendstrook. De minister wacht het advies van het Europees Parlement af. Daarna zal hij een wetsvoorstel inzake de compensatie indienen. Wat zijn de budgettaire gevolgen daarvan?

Minister Zalm:

Voorzitter! Ik heb de naam van de strook niet bedacht, maar als de strook er niet komt, is er ook geen naam nodig, dan wordt het dus een puur virtuele Vermeendstrook. In het andere geval zit ik niet te wachten op deze naam.

Voorzitter! In de ramingen is er rekening mee gehouden dat deze compensaties geboden worden. Budgettair is er dus geen probleem. Alles zal volgens plan verlopen.

De heer Van der Linden (CDA):

Voorzitter! Ik heb het gevoel dat wij niet een zalm in het net, maar een kat in de zak krijgen. Ik vraag de beide bewindslieden of zij zich kunnen voorstellen, als er inderdaad niets uitkomt, dat de ondernemers in de grensregio en de vrachtwagenbedrijven zich bekocht zullen voelen. Kunnen zij zich voorstellen dat daarmee het beeld versterkt wordt dat dit kabinet gezien wordt als een randstadkabinet?

Minister Zalm:

Ik vind het een wat vreemde opmerking. Wij zijn ijverig bezig om de zaak voor elkaar te krijgen. Wij zullen natuurlijk onze verantwoordelijkheid nemen als er een scenario ontstaat waarin dat anders loopt. Dan zullen wij de Kamer melden wat er gebeurt.

Naar boven