90ste vergadering

Dinsdag 10 juni 1997

14.00 uur

Voorzitter: Bukman

Tegenwoordig zijn 142 leden, te weten:

Adelmund, Aiking-van Wageningen, Apostolou, Van Ardenne-van der Hoeven, Augusteijn-Esser, Bakker, Beinema, Van den Berg, Biesheuvel, Blaauw, Blauw, Van Blerck-Woerdman, Van den Bos, Van Boxtel, Bremmer, Bukman, M.M. van der Burg, V.A.M. van der Burg, Van de Camp, Cherribi, De Cloe, Cornielje, Crone, Dankers, Van Dijke, Dijksma, Dijksman, Dittrich, Van den Doel, Doelman-Pel, Duivesteijn, Essers, Feenstra, Fermina, Gabor, Van Gelder, Van Gijzel, Giskes, De Graaf, De Haan, Van Heemskerck Pillis-Duvekot, Van der Heijden, Hendriks, Hessing, Hillen, Hoekema, Van der Hoeven, Hofstra, Van Hoof, Hoogervorst, De Hoop Scheffer, Ten Hoopen, Houda, Huys, Janmaat, Jeekel, De Jong, Jorritsma-van Oosten, Kalsbeek-Jasperse, H.G.J. Kamp, M.M.H. Kamp, Keur, Klein Molekamp, Koekkoek, De Koning, Korthals, Lambrechts, Lansink, Leerkes, Leers, Liemburg, Lilipaly, Van der Linden, Marijnissen, Mateman, R.A. Meijer, Th.A.M. Meijer, Middel, Van Middelkoop, Mulder-van Dam, Van Nieuwenhoven, Nijpels-Hezemans, Noorman-den Uyl, Oedayraj Singh Varma, Oudkerk, Van Oven, Passtoors, Van der Ploeg, Poppe, Rabbae, Rehwinkel, Reitsma, Remkes, Van Rey, Van 't Riet, Rijpstra, Roethof, Van Rooy, Rosenmöller, Rouvoet, Scheltema-de Nie, Schimmel, Schutte, Schuurman, Smits, Soutendijk-van Appeldoorn, Stellingwerf, Sterk, Van der Stoel, Swildens-Rozendaal, Terpstra, Van Traa, Valk, Ter Veer, Te Veldhuis, Verbugt, Verhagen, Verkerk, Versnel-Schmitz, Verspaget, Visser-van Doorn, Vliegenthart, Van der Vlies, Van Vliet, H. Vos, M.B. Vos, O.P.G. Vos, Voûte-Droste, B.M. de Vries, J.M. de Vries, Wallage, Van Walsem, Weisglas, Van Wingerden, Witteveen-Hevinga, Wolffensperger, Wolters, Woltjer, Ybema, Van Zijl, Zijlstra en Van Zuijlen,

en de heren Dijkstal, vice-minister-president, minister van Binnenlandse Zaken, Zalm, minister van Financiën, Voorhoeve, minister van Defensie, Van Aartsen, minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Nuis, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Vermeend, staatssecretaris van Financiën, en Gmelich Meijling, staatssecretaris van Defensie.

De voorzitter:

Op dinsdag 3 juni jl. bereikte ons het droevige bericht van het overlijden van ons sympathieke, aardige medelid Broos van Erp op de leeftijd van 63 jaar. Wij wisten allen reeds lange tijd dat dit bericht zou komen. Op afstand zijn wij met hem meegegaan in de verschillende fasen van zijn ziekte. Eerst nam hij nog deel aan sommige vergaderingen. Later belde of schreef hij ons, gaf commentaar op onze vergaderingen, die hij op de tv volgde, soms met instemming, soms met ergernis. Zijn beste vrienden hielden ons op de hoogte. Ook toen de periode aanbrak waarop wij eigenlijk uit verlegenheid niet steeds aan die vrienden hier in de Kamer durfden te vragen hoe het met hem ging, bleef hij bij velen van ons in gedachten.

Broos van Erp was een extraverte persoonlijkheid. Zo heeft hij zelf ons ook steeds ingelicht, eerst over het vaststellen van zijn ziekte en daarna over het ziekteproces. Zo hielp hij ons, onze verlegenheid te overwinnen, maar in de laatste weken hebben wij allen, ieder op onze eigen manier en ieder met onze eigen overtuiging, naar gelang onze relatie met Broos, toch het mysterie van zijn naderend einde moeten verwerken.

Broos van Erp werd voor het eerst Kamerlid op 16 januari 1978. Hij was toen 44 jaar oud en bracht veel levenservaring mee naar Den Haag, uit de ouderlijke banketbakkerszaak, maar ook politieke ervaring, opgedaan in de gemeenteraad van Best en in de staten van Noord-Brabant. In "Parlement en Kiezer" van het zittingsjaar 1978-1979 werd hij als volgt beschreven: "Was sedert 1966 secretaris van het Kon. Ned. Ondernemers Verbond, gewest Noord-Brabant, voorheen R.K. Middenstandsbond; lid van de Kamer van Koophandel voor Oostelijk Noord-Brabant sedert 1972 met als functies: voorzitter commissie middenstandswetten, voorzitter commissie paracommercialisme; lid van het provinciaal bureau Kamers van Koophandel; hoofdbestuurslid Ned. Ondernemers Verbond; lid van de begeleidingscommissie voor de sociaal-economische planning in Zuid-Oost Brabant".

"Parlement en Kiezer" vermeldde met ouderwetse deftigheid niet de voornaam waaronder wij hem leerden kennen: "Broos". Sommigen dachten dat Broos het begin was van zijn achternaam, maar ons vroegere medelid Nora Salomons wist beter en sprak haar collega plagerig met zijn volle voornaam aan: "Ambrosius". Die plagerijen, speelse episodes in zware politieke discussies over onderwerpen als de vaste melkprijs,Voorzitter perifere vestigingen en natuurlijk de winkelsluitingstijden, vonden plaats in een commissie die toen nog de commissie voor de middenstand heette en later de meer plechtige naam "commissie voor het midden- en kleinbedrijf" kreeg. Het was in die commissie dat Broos van Erp zijn levenservaring en zijn politieke visie inbracht, wetende dat hij sprak over een hardwerkend deel van de bevolking. Hij volgde Nora Salomons op als voorzitter van die commissie, maar ondersteunde later zelf de integratie met het geheel van Economische Zaken, omdat daarmee kunstmatige scheidslijnen werden weggewerkt en omdat hij hoopte dat het midden- en kleinbedrijf op die manier niet meer het gereserveerd domein zou zijn van slechts een kleine groep collega's. Van de commissie voor Economische Zaken werd hij vervolgens ook weer ondervoorzitter en toen Henk Vos wegens ziekte afwezig moest zijn, heeft hij daar het voorzitterschap waargenomen.

Wie de parlementaire loopbaan van Broos van Erp bekijkt, ziet hoe hij zijn verantwoordelijkheid verdiepte, maar ook verantwoordelijkheid wilde nemen voor steeds grotere beleidsvelden. Zijn fractie en ook de Kamer hebben hiervan geprofiteerd, bijvoorbeeld doordat hij lid werd van onze Bouwbegeleidingscommissie en later voorzitter. Ook was hij sinds een paar jaar lid van het Presidium. Op zulke plaatsen kon hij zijn ervaring met mensen inzetten om soms tegenstrijdige eisen en belangen met elkaar te verzoenen. Broos bleek daarbij verre van conservatief. Hij zag en bepleitte de noodzaak van nieuwe huisvesting van het parlement en hij zag de noodzaak van de invoering van de moderne informatietechnologieën, dit laatste zelfs als voorwaarde voor een goed functioneren van onze democratie. Deze visie kon hij met veel idealisme uitdragen te midden van grotendeels gelijkgezinden in het Strategisch overleg informatievoorziening en hij kon diezelfde visie met veel realisme maar toch ook hardnekkigheid uitdragen in het Presidium waar niet iedereen in dat opzicht gelijkgezind was.

Onwillekeurig ben ik de uitdrukking "gelijkgezind" gaan gebruiken in een andere dan de hier gebruikelijke partijpolitieke betekenis. De VVD-fractie zal het met mij eens zijn als wij ons Broos van Erp zullen blijven herinneren zoals ik hem aan het begin van mijn toespraak noemde: een aardig en sympathiek mens, wiens verantwoordelijkheidsgevoel ver uitging boven het partijpolitieke niveau. Een van zijn journalistieke vrienden heeft verteld hoe Broos tegen zijn vrouw zei: "Het leven is broos, lieve schat, en de dood is er het hoogtepunt van." Degenen die bij de herdenkingsdienst zaterdag aanwezig zijn geweest, zullen hebben waargenomen hoe hij zelf ook wilde dat dit hoogtepunt aandacht kreeg.

Collega's! Wij missen Broos zeer, maar wij wensen toch in de allereerste plaats Brigitte en de kinderen de kracht om zonder hem verder te gaan.

Het woord is aan de vice-minister-president, de heer Dijkstal.

Minister Dijkstal:

Wie de eer en het genoegen heeft gehad om Broos van Erp gekend te hebben, zal merken dat vrijwel elke herinnering aan hem een aangename is, omdat hij zo vaak zoveel vrolijkheid en blijmoedigheid uitstraalde.

Ik dank u, mijnheer de voorzitter, dat u mij in de gelegenheid stelt, namens het kabinet het woord te voeren tot de leden van uw Kamer, en vooral tot de familie van Broos van Erp.

De wijze waarop Broos van Erp met zijn naderende dood is omgegaan, heeft niet alleen grote bewondering afgedwongen, maar het heeft ook tot gevolg gehad dat hij niet alleen zichzelf op het onvermijdelijke kon voorbereiden. Hij heeft ons allen die mogelijkheid geboden. Berusting kan daarom wedijveren met verdriet.

De leden van het kabinet, maar ook van voorgaande kabinetten, zagen hem als een volksvertegenwoordiger in hart en nieren, een parlementariër die het mandaat van de kiezers in verschillende vertegenwoordigende lichamen heeft uitgeoefend, zoals het hoort: goed geïnformeerd, betrokken, meelevend aan de ene kant, de kant van burgers en bedrijven, en kritisch, met verstand van zaken, nauwlettend het optreden van de overheid volgend aan de andere kant. Maar wel rekening houdend met een voor volksvertegenwoordigers belangrijke balans: een gepaste afstand tot zowel maatschappelijke belangengroepen als kabinetten, om zo als politicus geloofwaardig een brugfunctie te kunnen vervullen tussen samenleving en overheid.

Zelfs op zijn ziekbed bleef hij zijn werk doen. Wie hem belde, of wie bij hem op bezoek was, kreeg altijd wel een boodschap voor een bepaald dossier of voor politiek Den Haag in het algemeen mee.

Tijdens de jaren dat ik zijn collega was in de Tweede Kamer heb ik veel met Broos van Erp mogen samenwerken. Dat is altijd ronduit een genoegen geweest. Hij was altijd bij de tijd, jong van geest als hij was. En ook al was hij een van de langstzittende Kamerleden, hij liep voorop in het gebruik van de nieuwe technologieën. Dit bijzondere kenmerk van Broos van Erp en zijn ontoombare inzet voor het midden- en kleinbedrijf waren aanleiding voor de minister van Economische Zaken, de "Broos van Erpprijs" in te stellen voor de meest innovatieve jonge ondernemer op het gebied van de elektronische snelwegen.

Velen, leden van uw Kamer, leden van het kabinet en anderen, zijn de afgelopen maanden bij hem langs geweest, of hebben schriftelijk of telefonisch contact gezocht. Allen hebben zo nog eens bevestigd gekregen wat een sympathiek, fatsoenlijk, integer en blijmoedig mens Broos van Erp was. Een man om van te houden.

Het heengaan van Broos van Erp is een ernstige tegenslag voor de volksvertegenwoordiging en voor het kabinet. Het is een groot verlies voor de familie.

Waarde familie! Wees ervan verzekerd dat Broos, zoals ik in het begin al aangaf, in vele goede herinneringen bij velen zal voortleven. Ik wens u namens de regering heel veel sterkte toe.

(De aanwezigen nemen staande enige ogenblikken stilte in acht.)

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:

Ik deel aan de Kamer mede, dat zijn ingekomen berichten van verhindering van de leden:

Van Waning en Van Heemst, wegens verblijf buitenslands, de gehele week;

Assen, wegens ziekte, de gehele week;

Sipkes, wegens bezigheden elders.

Deze berichten worden voor kennisgeving aangenomen.

De voorzitter:

De ingekomen stukken staan op een lijst die op de tafel van de griffier ter inzage ligt. Op die lijst heb ik voorstellen gedaan over de wijze van behandeling. Als aan het einde van de vergadering daartegen geen bezwaren zijn ingekomen, neem ik aan dat de Kamer zich met de voorstellen heeft verenigd.

Naar boven